304 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 November 1916.
dat de toestand niet rooskleurig is. De Bond
adresseert niet omdat hij overtuigd is dat het niet
noodig is, maar omdat het zeer noodig is. Spreker
weet wel dat 1000,meer nog te weinig is. Hij
wil daarom aan Burgemeester en Wethouders een
blanco crediet geven voor noodzakelijke meerdere
uitgaven. De wethouder van onderwijs zegt dat het
wel 40.000,zal kosten. Nu lijkt dat een heele
som, maar per hoofd wordt dat niet zooveel. Het
geldt hier de opleiding van het volkskind, de toe
komst van liet volk. Men klaagt over de verwaar-
loozing van de jeugd en de toeneming der straat
schenderij. Wie zich niet wil beperken tot klagen,
maar ook wil verbeteren, moet daartoe allereerst
voeding en kleeding waarborgen: de eerste
voorwaarden voor een goede volksopvoeding. De
gemeente moet dan zorgen voor voldoende voeding
en kleeding aan het arme schoolkind. Een kind dat
niet goed gevoed en gekleed is, profiteert niet van
het onderwijs.
De Voorzitter is van oordeel dat de Raad in
dezen den verkeerden weg opgaat. De argumenten
van den heer Zandstra worden ieder jaar gehoord
en spreker kan dat begrijpen. De heer Zandstra
toch voelt voor de zaak. Spreker wijst erop dat
het een dankbaarder taak is deze zaak te verdedi
gen dan haar te bestrijden. Ieder jaar wordt er
veel over gesproken en ieder heeft ter zake wel
eene gevestigde meening. Herhaaldelijk heeft de
commissie tot wering van schoolverzuim in haar
rapport, hebben de schoolartsen vermeld dat
schoolverzuim tengevolge van gebrek aan kleeding
niet voorkwam. De toestand is dit jaar nu niet
klemmender, dan andere jaren, nu de behoeftigen
minder talrijk zijn. Spreker meent en dit op grond
van uitvoerige rapporten, dat de behoefte op de
kwartjes scholen wel eens grooter kan zijn dan op
de kostelooze. Spreker wijst er verder op, dat het
zeer belangrijk is wat St. Anthoon voor de kinder
voeding doet.
In weinig steden van ons land gebeurt zoo iets.
Spreker vraagt of het wel goed gezien is zonder
padere gegevens te besluiten tot schoolvoeding. Of
dat 40.000,zal kosten of niet, weet spreker niet.
In elk geval komt de Raad er met eene verhooging
van den post met 1000,op geen stukken na.
Wij hebben hier nu de klompenverstrekking, de
hulp van St. Anthoon en het particulier initiatief,
dat voor kleeding zorgt. Deze vereeniging zal in
het hier gesprokene misschien aanleiding kunnen
vinden om bij de gemeente aan te kloppen om
steunmaar spreker vindt dat het niet aangaat om
door eene verhooging van den post met 1000,—
een zoo ingrijpend principe aan te nemen. Spreker
ontraadt den Raad dan ook ernstig op het voorstel-
Zandstra in te gaan.
De heer Zandstra is door de gemoedelijke toe
spraak van den Voorzitter niet overtuigd. De toe
stand der arbeiders in Leeuwarden is alles behalve
rooskleurig. Wat de Voorzitter omtrent de parti
culiere commissie heeft gezegd, is wel aardig, maar
spreker en zijne partijgenooten willen geen parti
culiere commissies. Zij willen dat de gemeente zelf
de zaak ter hand neemt en de leiding heeft. Zij is
dan niet afhankelijk van eene commissie. De school
voeding en -kleeding toch is geen zaak van armen
zorg, van philantropie, maar van onderwijs.
Spreker meent dat zijn voorstel een zeer beschei
den voorstel is. Als de Voorzitter eens leest wat
een hoofd der school schreef dat er kinderen thuis
blijven wegens het herstellen van de kleeren, dan
is dat wat anders dan er in het rapport der Com
missie van Toezicht staat dat schoolverzuim ten
gevolge van gebrek aan kleeding niet voorkomt.
Spreker kan zijn voorstel niet intrekken.
De heer Hiemstra ondersteunt het door den heer
Zandstra gesprokene. Hij wijst erop dat hij en zijne
partijgenooten zoolang voor deze zaak zullen strij
den totdat zij hun zin gekregen hebben. Misschien
moeten zij dan wel strijden tot hun dood.
Het groote verschil zit hierin, wie zich met de
voeding en kleeding moet belasten, de gemeente of
particulieren. Spreker blijft erbij dat de gemeente
het kan doen. Dat particulier gedoe, daar houdt
spreker niet van. De arbeidersklasse is lang ge
noeg door de bezittende klasse bemoederd en dat
willen de arbeiders niet. Als men de kinderen wil
opvoeden tot nuttige burgers, dan moet de ge
meente zich ermee bemoeien en moet deze ook niet
aan particulieren worden overgelaten.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel-Zandstra wordt verworpen met 17
tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Tiemersma, Hiemstra,
Terpstra, Schaafsma, Zandstra, Dykstra en
Peletier.
Tegen de heeren: P. A. de Haan, Tulp, de Vos,
H. P. de Haan, Cohen, Attema, van Weideren
baron Rengers, Berghuis, Koopmans, Beekhuis,
Binnerts, Oosterhoff, Fransen, Haverschmidt,
Schoondermark, van Sloterdijck en Menalda.
Volgno. 239 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 240243 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Zandstra zegt dat pantoffels, vooral in
den winter, van groot nut zijn. Over het nadeel van
met koude voeten het onderwijs te moeten volgen,
behoeft spreker niet uit te weiden. Daarvan is de
geheele Raad wel overtuigd.
Het gaat om de gezondheid der schoolbevolking.
De wethouder van onderwijs heeft het vorig jaar
bij de bespreking van dezen post gezegd: „er is een
„hygiënische maatregel getroffen. De kinderen
„moeten om de wille van orde en tucht de klompen
„in den gang uittrekken en zitten in de school zon-
„der voetbedekking. Daarom is gezegd laten wij
„pantoffels geven."
Nu lijkt het spreker absurd toe dat er den vorigen
winter geen cent voor pantoffels is uitgegeven.
Hoe zit dat, vraagt spreker"? Wat is daarvan de
reden? Noodig was het zeker wel.
Een der hoofden van de kostelooze scholen heeft
gezegd: van belang zou het zijn dat de school kan
beschikken over een flinken voorraad winterpan-
toffels.
Spreker hoopt dat deze post geen paradepost zal
worden. Het gaat hier om grooter belangen dan
de kinematograaf. Hier geldt het het welzijn der
schoolgaande kinderen.
Spreker verwacht dat Burgemeester en Wet
houders dezen winter een ruim gebruik van dezen
post zullen maken.
De heer Schoondermark (wethouder) doet op
merken. dat deze post dit jaar (1916) voor het eerst
op de begrooting voorkomt. Dit jaar is er dan ook
eerst voor uitgegeven. De tijdsomstandigheden ma
ken het echter al moeilijk om schoolpantoffels te
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 November 1916. 305
Voortgezet Woensdag 22 November 1916.
krijgen. Toch is er besloten om dit jaar een proef
te nemen. Verschillende soorten zullen geprobeerd
worden. Men weet evenwel niet hoe ze zullen vol
doen. De post is geen paradepost. Het geld wordt
besteed.
In 1915 stond de post nog niet op de begrooting
en kon er dus ook niets van worden uitgegeven. In
1916 is hij er voor het eerst opgebracht.
De heer Zandstra weet wel dat de post voor het
eerst op de begrooting voor 1916 voorkwam. In
November 1915 is hij erop gebracht. Na dien tijd
is er niets uitgegeven.
De Voorzitter: „in 1915 kon er niets op worden
.uitgegeven, omdat het niet op de begrooting stond,
in 1916 is het wel gebeurd."
De heer Zandstra behoudt zich het recht voor
om bij Burgemeester en Wethouders en den heer
Schoondermark te blijven aandringen om van den
post een ruim gebruik te maken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno. 244 wordt onveranderd vastgesteld.
De Voorzitter wil nog het onderwijs behandelen.
De heer Peletier: „ook de daghandelsschool?"
De Voorzitter: „zeker!"
De heer Peletier vreest dat de behandeling dan
zal worden afgejaagd.
De Voorzitter merkt dat, het de algemeene wensch
is te eindigen en schorst de vergadering tot Woens
dag 22 November, 's voormiddags 10 uur.
De vergadering wordt voortgezet Woensdag 22
November des voormiddags 10 uur.
Alsdan zijn alle leden aanwezig, te weten de
heeren: P. A. de Haan, Tulp, de Vos. H. P. de
Haan, Cohen, Tiemersma, Attema, van Weideren
baron Rengers, Hiemstra, Schaafsma, Terpstra,
Berghuis, Zandstra, Koopmans, Dijkstra, Beek
huis, Binnerts, Peletier, Oosterhoff, Fransen,
Haverschmidt, Schoondermark, van Sloterdijck,
Menalda en Vonck.
Volgnos. 245247 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Peletier betoogt de wenschelijkheid dat
thans opnieuw wordt overwogen of de oprichting
van een daghandelsschool hier ter stede niet ge
boden is. Spreker merkt op dat in plaatsen van ge
lijken en minderen rang daghandelsscholen zijn
opgericht, die niet alleen bloeien, maar zelfs moe
ten worden uitgebreid. Rapporteurs zijn van oor
deel dat er hier ter stede een niet onbelangrijke
handel wordt gedreven, welke oprichting van een
daghandelsschool alleszins gewenscht maakt. Spre
ker deelt nog mede, dat de door hem ingediende
motie slechts een onderzoek bedoelt, doch geens
zins een besluit.
De Voorzitter deelt mede dat door de heeren
Peletier, P. A. de Haan, de Vos, Cohen, Tulp en
Fransen de volgende motie is ingediend:
„De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders
uit na te gaan de wenschelykheid van „eventueel
voorstellen te doen tot de oprichting van een dag
handelsschool."
De heer H. P. de Haan wijst erop dat men, als
er sprake is van de oprichting van een daghandels
school, allereerst moet weten wat soort van school
er wordt bedoeld. In Alkmaar en Zwolle bijvoor
beeld heeft men driejarige daghandelsscholen, ge
lijkstaande .met de drie eerste klassen van de hoo-
gere burgerscholen. Daar komen dus leerlingen
van 12 tot 13 jaar op. Dit is het onderwijs dat, naar
spreker meent, door den inspecteur van het han
delsonderwijs voor Leeuwarden het meest geschikt
wordt geacht. Daarnaast heeft men een ander soort
handelsscholen onder meer te Arnhem, Groningen
en Harlingen, welke scholen tweejarige zijn en die
aansluiten aan het derde leerjaar der hoogere bur
gerschool. Het peil van het onderwijs aan deze
scholen staat hooger dan dat aan eerstgenoemde.
Naar sprekers meening zijn de scholen der eerste
categorie voor Leeuwarden onbruikbaar, omdat
hier pas een paar jaar geleden twee M.U.L.O.-
scholen zijn georganiseerd. Wat de tweede catego
rie betreft, voor deze is het niet gemakkelijk aan
sluiting te krijgen aan het M.U.L.O. In Friesland
toch is het de gewoonte, in verband met den zeven
jarigen cursus van het Lager Onderwijs, dat de
leerlingen op 13-jarigen leeftijd de hoogere bur
gerschool bezoeken. Krijgt men nu een aansluitende
handelsschool aan de 3e klasse dier hoogere bur
gerschool, dan komen er leerlingen van 16 jaar.
Dan heeft men geen aansluiting aan het M.U.L.O.,
dat in den regel op 15-jarigen leeftijd verlaten
wordt en het zal ook moeilijk gaan die te krijgen.
De vraag is nu of, als er een daghandelsschool
komt, de avondhandelsschool onnoodig is. Spreker
betreurt het dat de Regeering tot dusverre geen
subsidie verleent voor liet avondhandelsonderwijs
en nu zal daardoor ten slotte de gemeente daarvan
alle kosten moeten dragen. Er zijn 38 leerlingen en
daarvan zijn er slechts 5, die overdag niet in be
trekking zijn. Voor de overige 33 moet de avond
handelsschool blijven bestaan. De 5 eerstgenoemde
zouden waarschijnlijk de daghandelsschool kunnen
volgen. De groote vraag zal nu deze zijn: zal de dag
handelsschool voldoende leerlingen krijgen? Is men
overtuigd dat dit het geval zal zijn, dan verdient
een daghandelsschool de voorkeur. Dit zijn punten,
die bij nadere studie ernstig moeten worden over
wogen.
De heer Peletier is van meening, dat de Raad
zich niet te veel moet verdiepen in de door den
heer de Haan aangegeven punten. De motie be
doelt alleen die zaken te onderzoeken. Wat betreft
de vraag of er een voldoend getal leerlingen zal
komen, daarvan heeft men vooruit nooit volstrekte
zekerheid. De scholen te Alkmaar, Enschedé,
Amersfoort, Deventer, Zwolle, plaatsen waarbij
Leeuwarden, wat den handel betreft, niet achter
staat, bloeien. Er is alle aanleiding om deze zaak
te onderzoeken.
De heer Zandstra zal zich, als de motie niets
anders beoogt dan het instellen van een onderzoek,
niet verzetten. Spreker en zijn partijgenooten even
wel zijn van de noodzakelijkheid van de oprichting
van een daghandelsschool niet overtuigd.
De heer Schoondermark (wethouder) kan zich
met de woorden v? den heer H. P. de Haan die
zeer goed over deze kwestie kan oordeelen ge
heel vereenigen. Daar komt nog bij dat pas voor
2V2 jaar by meerderheid van stemmen is besloten
Volgno. 244. Kosten van het aanschaffen van school-
pantoffels f 700.
Volgno. 248. Kosten van de middelbare avondhan
delsschool f 4600.