320 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1916
tjes, H. Feddema Azn., dr. H. F. Huisken en mej. J.
II. O. Aalbers.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 20 stem
men, verdeeld als volgt:
op den heer mr. C. W. Stheeman 13 stemmen,
S. Nijholt 6
B. Molenaar 1 stem.
De heer C. W. Stheeman is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer A. L. Brouwer 14 stemmen,
ïj B. N ij holt 6
De heer A. L. Brouwer is alzoo benoemd.
Voor de derde vacature zyn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den lieer A. J. Reijntjes 13 stemmen,
jj N ij holt i
De heer A. J. Reijntjes is alzoo benoemd.
Voor de vierde vacature zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer H. Feddema 14 stemmen,
S. Nijholt 6
De heer H. Feddema is alzoo benoemd.
Voor de vijfde vacature zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer dr. H. F. Huisken 12 stemmen,
jj jï Nijholt
terwijl 1 stem in blanco is ingeleverd.
De heer H. F. Huisken is alzoo benoemd.
Voor de zesde vacature zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op mej. J. H. C. Aalbers14 stemmen,
den heer S. Nijholt 2
mevr. FritzlinStraalman 1 stem,
terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
Mej. J. H. C. Aalbers is alzoo benoemd.
5. Benoeming van twee leden der commissie van toe
zicht op het middelbaar onderwijster voorziening in de
vacature, ontstaan door het vertrek van E. T. Geesink
en wegens periodieke aftreding op 1 Januari a.s. van
E. H. Sikkes.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer K. Eriks 11 stemmen,
op elk der heeren: P. A. de Rochefort, J. A.
Fritzlin, K. P. W. Besuijen en S. Nijholt 1 stem,
terwijl 5 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer K. Eriks is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer E. H. Sikkes 12 stemmen,
op elk der heeren D. A. de Groot, H. P. de Haan,
S. Nijholt en K. P. W. Besuijen 1 stem,
terwijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer E. H. Sikkes is alzoo benoemd.
6. Benoeming van twee leden der commissie voor het
gemeentelijke werkloozenfonds te Leeuwarden, ter voorzie
ning in de vacatures, welke op 1 December 1916 zullen
ontstaan door periodieke aftreding van II. P. de Haan
en P. Attema Dzn.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 20
stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer H. P. de Haan 18 stemmen.
H. Snoek 1 stem,
terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
De heer H. P. de Haan is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht:
op den heer P. Attema Dzn18 stemmen,
terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer P. Attema Dzn. is alzoo benoemd.
7. Benoeming van een plaatsvervangend lid-icerkman
in de commissie voor de gemeentelijke arbeidsbeurs.
Met algemeene (20) stemmen wordt benoemd de
heer H. Snoek.
8. Benoeming van twee schoolartsen voor het tijdvak
van 1 Januari tot 1 Juli 1917.
Het voorstel luidt als volgt:
Op 31 December 1916 zal het driejarig tijdvak
afloopen, waarvoor dr. J. Hingst en P. B. Wester
huis, beiden arts alhier, zijn benoemd tot school
arts.
Zij zijn evenwel niet bereid een herbenoeming
voor een nieuw driejarig tijdvak te aanvaarden.
Waar een reorganisatie van den geneeskundigen
dienst in overweging is, was het, naar ons oordeel,
echter toch gewenscht om te trachten, dat genoem
de heeren voor een korten termijn na 1 Januari a.s.
nog als schoolarts blijven optreden. Bij de reor
ganisatie is men dan ook in dit opzicht minder ge
bonden. Tot 1 Juli 1917 wenschen zij de betrekking
te blijven waarnemen.
Daarom hebben wij de eer LT, in afwijking van
het bepaalde bij artikel 16, le lid, der betrekkelijke
verordening (gemeenteblad 1910, no. 25), ter be
noeming tot schoolarts in deze gemeente voor het
tijdvak van 1 Januari 1917 tot 1 Juli d.a.v. aan te
bevelen dr. J. Hingst en P. B. Westerhuis, beiden
arts alhier.
Met algemeene stemmen worden benoemd de
heeren:
Dr. J. Hingst en
P. B. Westerhuis.
9. 1 oorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
de navolgende onderwijzers en onderwijzeressen op hun
verzoek eervol ontslag te verleenen
S. Wellinga, onderwijzer aan gemeente school 6
J. Dijkstra, 8;
J. Rijpkema, 10;
mej. F. E. Zwanenburgonderwijzeres aan gemeente
school no. 10;
mej. A. van Asperen, onderwijzeres in de handwerken
aan gemeenteschool no. 4;
mej. I. Boutsema, onderwijzeres in de nuttige handwerken
aan gemeenteschool no. 11.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorste] van Burgemeester en Wet
houders.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
de sub-commissie voor Friesland van de Kaasvereeniging
tot wederopzeggens toe een gedeelte van de waag in
gebruik af te staan, voor het ontvangen, verdeelen en
verzenden van kaas.
Dit voorstel luidt als volgt:
De subcommissie voor Friesland van de Kaas
vereeniging heeft verzocht het noordoostelijk ge
deelte van de waag tegen tegen een nader overeen
te komen retributie te mogen gebruiken voor het
ontvangen, verdeelen en verzenden van kaas^voor
binnenlandsch verbruik.
Reeds eerder, laatstelijk aan het bestuur der ver-
eeniging van boter- en kaashandelaren in Fries
land krachtens raadsbesluit van 23 Mei 1916, no.
239R/119, is de waag aan particulieren in gebruik
gegeven. Ook thans is daartegen onder de gewone
voorwaarden, waarmede de subcommissie genoegen
neemt, geen bezwaar. De vergoeding is 50,per
week. Toch vestigt adressante de aandacht op het
feit, dat het hier geen winstgevende onderneming
betreft, maar dat er verlies wordt geleden.
Deze mededeeling geeft geen aanleiding de ver
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1916 321
goeding op een lager bedrag te bepalen. Met de
meerdere of mindere welgesteldheid van den ge
bruiker heeft de gemeente zich niet in te laten en
daarvan behoort het bedrag der vergoeding niet
afhankelijk te worden gemaakt. Zij moet in een
behoorlijke verhouding staan tot het genot, dat
verkregen zal worden; dit is hier het geval. Dat
de vereeniging ten behoeve van de volksvoeding
kaas beschikbaar stelt doch tegen de gewone
prijzen kan daarom eveneens buiten beschou
wing blijven.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten:
aan de subcommissie voor Friesland van de
Kaasvereeniging met ingang van 28 November
1916 tot wederopzeggens toe ten gebruikte af te
staan het noordoostelijk gedeelte van de waag, voor
het ontvangen, verdeelen en verzenden van kaas
voor binnenlandsch gebruik, onder de volgende
voorwaarden
1. Het gebruik eindigt met ingang van den
Dinsdag in de kalenderweek, volgende op die
waarin door of vanwege adressante of de gemeente
de opzegging heeft plaats gehad.
2. De verschuldigde huursom wordt om de 14
dagen ten kantore van den ontvanger dezer ge
meente voldaan, voor liet eerst op 12 December
1916 en verder telkens Dinsdags om de 14 dagen
of, indien het kantoor van den ontvanger alsdan
gesloten is, op den eerstvolgenden betaaldag.
3. De subcommissie zal liet haar afgestane ge
deelte zelve gebruiken; zij mag dit niet in huur of
gebruik aan anderen afstaan.
4. De inrit ten behoeve van de brandweer wordt
te allen tijde vrij gehouden.
5. De kaasbarten worden, zoo noodig, eiken
Donderdagmiddag te 12 uur weder op de bestemde
plaats gelegd.
6. De subcommissie is verplicht het door haar
gebruikt wordende gedeelte van de waag op eigen
kosten behoorlijk schoon te houden en zoo noodig
te verlichten. Zij is voorts aansprakelijk voor alle
schade, welke de gemeente mocht ondervinden in
verband met of tengevolge van het gebruik dei-
waag door de subcommissie.
7. Onder de huur is niet begrepen het gebruik
der in de waag aanwezige weegschalen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan B. de Metz vergunning te verleenen tot het maken
van een inrit vóór zijn perceel Zwitserswaltje, achterzijde
van het perceel Uniabuurt no. 4, kadastraal bekend
sectie B. no. 3312.
Dit voorstel luidt als volgt:
Door B. de Metz, lid der firma A. de Metz, le
Leeuwarden is tot. ons het verzoek gericht een inrit
in gemeentegrond te mogen hebben vóór zijn pak
huis aan het Zwitserswaltje in den tuin achter per
ceel Uniabuurt no. 4, ter plaatse op de overgelegde
teekening aangeduid.
De gemeentelijke Inspecteur voor het -woningtoe
zicht en de Directeur der gemeentewerken, wier
gevoelen omtrent dit verzoek werd gevraagd, be
richtten ons dat het kan worden ingewilligd onder
de gewone voorwaarden, behoudens dat de inrit,
welke in een klinkerstraat wordt gemaakt, niet met
klinkers, maar met gebakken of vierkant behakte
keien moet worden bevloerd.
Waar wij ons met dat advies kunnen vereenigen,
hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten:
aan B. de Metz, lid van de firma A. die Metz,
te Leeuwarden en zijne rechtverkrijgenden vergun
ning te verleenen om op gemeentegrond vóór het
pakhuis aan het Zwitserswaltje, deel uitmakende
van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden sectie B no. 3312, te maken en tot weder
opzeggens toe te hebben een inrit volgens de inge
zonden teekening de juiste plaats nader door of
vanwege Burgemeester en Wethouders aan te wjj-
zen, onder bepaling dat worden in acht genomen
de voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit van
26 Januari 1909 no. 12R/10, voor zoover naar het
oordeel van Burgemeester en Wethouders toepasse
lijk, met. dien verstande, dat de inrit met gebakken
of vierkant behakte keien, ten genoegen van Bur
gemeester en Wethouders, wordt bevloerd en dat
als termijn, waarop de recognitie, ad 1.—, ten
kantore van den gemeenteontvanger moet zijn be
taald, worde gesteld 1 Mei, voor het. eerst vóór
1 Mei 1917.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
ten behoeve van het doortrekken van de 6e Saskiadwars-
straat. enz. bouwverbod te leggen op de perceelen sectie
G. nos. 8027, 9877, 9804, 9806, 9810, 9815 en 3485.
Dit voorste] luidt als volgt:
Nu bij raadsbesluit van 11 Juli 1916, no. 295R/158,
aan H. Visser te Vledder vergunning is gege
ven tot straataanleg op liet perceel grond, gelegen
aan de oostzijde van de Rembrandtstraat, is het
wenschelyk gebleken door het leggen van bouw-
verboden de op den duur noodzakelijke doortrek
king der beide oost-west loopende straten, waarvan
de meest zuidelijke in het verlengde der Oever
dwarsstraat ligt, te waarborgen. Tevens is de ge
legenheid aangegrepen om langs denzelfden weg
de doorlegging der Rembrandtstraat. naar het noor
den en der 6e Saskiadwarsstraat naar het oosten
te verzekeren. De wijze waarop de uitlegging is ge
dacht, is nader op een bijgevoegde kaart aange
geven.
Alvorens echter tot het bezwaren met bouwver
bod der hier in aanmerking komende perceelen over
te gaan, zal ingevolge het bepaalde in het le lid
van art. 27 der Woningwet die grond eerst door
Uwe Vergadering als in de naaste toekomst voor
den aanleg van straten bestemd behooren te wor
den aangewezen.
Daarna kan met toepassing van de aan den Raad
in art. 27 der Woningwet toegekende bevoegdheid
worden verboden, dat in het belang van stelsel
matige bebouwing gebouwen worden gebouwd of
herbouwd op de strooken grond, op de overgelegde
teekening gemerkt A, E, F, G, H, T, B, C en D,
rood gearceerd en deel uitmakende van de percee
len, ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden,
Sectie G, nos. 8027, 9877, 9804, 9806, 9810, 3484 en
9815. Een voorstel daartoe zal U, na de bij de wet.
voorgeschreven ter visie ligging van het betref
fende ontwerp-raadsbesluit, worden aangeboden.
De Gezondheidscommissie kan zich met de voor
genomen plannen vereenigen.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de
eer U thans voor te stellen te besluiten volgens het
hierbijgaand ontwerp.
ONTWERP
De Raad der gemeente Leeuwarden;
overwegende dat het wenschelijk is op den duur
tt geraken tot doortrekking van de 6e Saskiadwars
straat, de Willem Loréstraat, de Rembrandtstraat
en de Oeverdwarsstraat over de perceelen, ka-