Vergadering van Dinsdag 12 December 1916. 328 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1916 al dan niet voorwaardelijke ontheffing te verteenen van de verbodsbepalingen dezer verordening: a. algemeen ten aanzien van alle winkels, voor enkele aan te wijzen dagen of gedeelten van dagen b. ten aanzien van alle winkels op een tentoon stelling, fancy-fair of andere soortgelijke iimch- ting van tijdelijken aard voor een door Burgemees ter en Wethouders te bepalen tijdvak. Van de ontheffingen onder a bedoeld wordt door Burgemeester en Wethouders openbare kennisge ving gedaan. Art. 3. De zorg voor de naleving van deze verordening is opgedragen aan de ambtenaren van politie. Art. 4. Overtreding van de bepalingen dezer verorde ning wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig' gulden. Art. 5. Deze verordening wordt afgekondigd op den dag harer vaststelling. De heer de Vos vraagt of het geen overweging- zou verdienen het sluitingsuur voor de tapperijen gelijk te stellen met dat voor de winkels. Waar het om bezuiniging gaat en er veel adhaesie-betuigin- gen voor een vervroegd sluitingsuur der tapperijen inkomen, verdient dit wel overweging. De heer Tiemersma zegt dat in de verordening op de winkelsluiting een kwartier speling is toe gestaan. Spreker zou het wel wenschelijk vinden indien deze bepaling ook in de thans aan de orde zijnde verordening wordt opgenomen. De heer de Vos: „bij de verordening op de win kelsluiting zijn de Donderdagen tot 1 Januari ook uitgeschakeld. Spreker wil die bij deze verordening ook uitzonderen. De Voorzitter acht de kwestie van de sluiting- der tapperijen te ingrijpend. Die komt bij de Com missie voor de Strafverordeningen ter sprake. De heer de Vos: „het geldt hier bezuiniging." Als er geen kolen komen, dan kent men de gevol gen niet. Alle straatverlichting zal ophouden en de beperking daarvan heeft al een slachtoffer ge maakt, daar iemand zijn been heeft gebroken. De Voorzitter geeft in ernstige overweging het voorstel-de Vos niet aan te nemen en de beslissing op het denkbeeld-Tiemersma te laten afhangen van de vraag of diens opmerking juist is. Ook wat de Donderdagen betreft, geeft spreker in overwe ging er niet op in te gaan. Burgemeeser en Wet houders zijn de betrokkenen al meer tegemoet ge komen dan misschien is vol te houden. De heer de Vos: „ik bedoel de Donderdagen tot 1 Januari .1917." De Voorzitter wijst erop dat deze kwestie en de winkelsluiting los van elkander staan. In Amster dam heeft men ook winkelsluiting te 9 uur en om 8 uur moet het licht uit. De winkeliers moeten dan op een andere wijze trachten den verkoop door te zetten. De heer de Vos wijst erop dat de uitzonderingen van deze verordening van Zaterdag 29 November tot 6 December en 17 tot 24 December toch verhand houden met die van de verordening op de winkel sluiting. De heer Berghuis wijst erop dat met 1 Januari de winkels toch Donderdags moeten sluiten. Hij vindt het een goed overgangstijdperk. De winke liers kunnen eraan gewennen. De heer de Vos ziet af van zijn denkbeeld betref fende de sluiting der tapperijen. Hij stelt voor de Donderdagen tot 1 Januari uit te zonderen. Dit voorste] wordt met 10 tegen 9 stemmen aan genomen. Vóór stemmen de heeren: Terpstra, Cohen, Fransen, van Sloterdijck, Tulp, Koopmans, de Vos, Peletier, Binnerts en Dijkstra. Tegen de heeren: Zandstra, Tiemersma, Schaaf- sma, Berghuis, Hiemstra, Beekhuis, Oosterhoff, Haverschmidt en Schoondermark. De heer van Sloterdijck stelt voor de ontheffin gen sub b bedoeld te schrappen, omdat er op alle mogelijke manieren bezuinigd moet worden. De Voorzitter wil voorstellen deze bepaling te laten staan. Burgemeester en Wethouders zullen er geen misbruik van maken. Het voorstel-van Sloterdijck wordt niet onder steund en maakt derhalve geen onderwerp van be raadslaging meer uit. De verordening, gewijzigd overeenkomstig de op merking van den heer Tiemersma, wordt eerst artikelsgewijs, daarna in haar geheel met alge- meene stemmen vastgesteld. De Raad gaat in comité-generaal ter behande ling van: 14. Rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriftenzoo in eersten aanleg als in beroep tegen aanslagen in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1916. Na heropening wordt de vergadering, daar niets meer te behandelen is, door den Voorzitter ge sloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 December 1916 329 Tegenwoordig 24 leden, te weten de heeren: Schaafsma, Hiemstra, Zandstra, Tiemersma, de Vos, Tulp, van Weideren baron Rengers, H. P. de Haan, Terpstra, Attema, Binnerts, Cohen, Dijk stra, P. A. de Haan, Berghuis, Beekhuis, Ooster hoff, Haverschmidt, Peletier, Menalda, Fransen, van Sloterdijck, Koopmans en Schoondermark. Afwezig de heer Vonck. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge meester. I. De notulen der op Dinsdag 28 November 1.1. gehouden vergadering worden vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 14 November 1.1. tot wijziging der gemeentebegroo- ting, dienst 1916, aankoop van het perceel Wolve- steeg 8, verkoop van grond bij „het Mariahof" aan H. de Vries e.a. en van grond aan het Nieuwe Ka naal aan P. G. Halbertsma; d.d. 21 November tot aankoop van bouwterrein aan de Van Blomstraat en den Nieuwen Hollan- dersdijk b. de ontvangst hebben bericht van het af schrift der verordening, houdende verbod van het verlichten van winkels, vastgesteld bij raadsbe sluit van 28 November 1.1. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. dat Gedeputeerde Staten bij resolutie van den 23 November 1.1., no. 121, 2e afdeeling, in ver band met de missive van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken van 5 Januari 1914, uo. 89, afd. B.B. (prov. blad no. 2 van 1914) in overweging- geven het raadsbesluit van den 14 November 1.1., no. 517R/245, tot wijziging der verordening tot het beffen van een hoofdelijken omslag naar het in komen (gemeenteblad no. 36 van 1913) te herzien, in dien zin dat de verhooging van het maximum van de aanslagen ad 600.000,worde terugge bracht tot 475.000,(in de bestaande verorde ning bepaald op 450.000, Burgemeester en Wethouders stellen voor het raadsbesluit in den door Gedeputeerde Staten be doelden zin te wijzigen en het van de dagteeke- ning van heden te voorzien. De heer Hiemstra meent dat Burgemeester en Wethouders wel wat gauw retireeren voor den aandrang van Gedeputeerde Staten. Spreker- vraagt óf er geen aanleiding bestaat zich daar tegen te verzetten. De aandrang van Gedeputeer den berust op de aanschrijving van den Minister dat niet te veel rekening moet worden gehouden met uitgaven voor de verre toekomst. Op de be grooting is 450.000,uitgetrokken. De ge meente heeft nog verschillende zaken uit te voeren die veel geld zullen kosten en ook jaarlijks veel zullen eischen. De gemeente zal ook nog eenige jaren maatregelen hebben te nemen in verband met den oorlogstoestand, zoodat er alle reden is om den post van 450.000,te verhoogen. Als die echter met slechts 25.000,wordt verhoogd, zal de Raad zich het volgend jaar weer tot Gedepu teerden moeten wenden. Spreker herhaalt daarom zijn vraag of er geen grond is om zich tegen den wenk van dat college te verzetten en te trachten een hooger bedrag voor hoofdelijken omslag te krijgen. De heer Oosterhoff (wethouder) zegt dat Burge meester en Wethouders hebben besloten gevolg te geven aan den wenk van Gedeputeerde Staten, omdat er voor het volgend jaar tegen het nieuwe maximum geen bezwaar bestaat. De hoofdelijke omslag is geraamd op 423.000,en als nu het maximum wordt verhoogd tot 475.000,is er eene behoorlijke speling. De eenige kwestie is dit dat de Raad, nu hij van Gedeputeerden een weigerend antwoord heeft ontvangen, het volgend jaar weer om verhooging van het maximum zal moeten verzoeken. Dat lijkt Burgemeester en Wethouders echter geen groot bezwaar. De door Gedeputeerden bedoelde aanschrijving zegt, dat moet kunnen worden aangewezen voor welke uitgaven in de naaste toekomst het geld noodig is. Nu hangt het er dus geheel van af wat men onder de naaste toekomst verstaat. In 5 jaar is de hoofdelijke omslag gestegen van 3'/2 ton tot 4V2 ton en het is te voorzien dat over 5 of 6 jaar de volgende D/2 ton is bereikt. Wil men dit nu beschouwen als de naaste toe komst, dan is er tegen eene verhooging als is aan gevraagd geen bezwaar. Gedeputeerde Staten mee- nen echter dat de naaste toekomst dichterbij ligt. Voor het volgend jaar bestaat evenwel tegen het door Gedeputeerde Staten voorgestelde maximum geen bezwaar. De heer Hiemstra zal zich niet verzetten. Hij gelooft echter niet dat de Minister met de naaste toekomst 1 of 2 jaar heeft bedoeld. Dat is absurd. Het zou er op neerkomen dat er om de 2 jaar eene wijziging van de verordening moet plaats hebben en dat zal zeker niet de bedoeling zijn. Burge meester en Wethouders hebben aangetoond dat de hoofdelijke omslag in 5 jaar met een ton is ver hoogd en nu noemt spreker het een eng standpunt van Gedeputeerden dat zij dit bedrag nu gaan omslaan en zeggen: wij zullen het maximum met 25.000,verhoogen. De wethouder van financiën heeft gelijk dat de Raad elk jaar het verzoek kan herhalen en daarom zal spreker zich neerleggen bij de conclusie van Burgemeester en Wethouders. Met algemeeiie stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorsel van Burgemeester en Wet houders. 3. berichten van K. E. Brunger, Sj. Attema en K. Eriks Azn. dat zjj de benoeming, onderschei denlijk tot lid der Commissie van Administratie der Stads Bank van Leening, tot voogd der Stads Armenkamer en tot lid der Commissie van toe zicht op het middelbaar onderwijs aannemen. 4. rapport ingevolge de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 23 Mei 1916, omtrent het onderzoek van het gas der gemeentelijke gas fabriek. De mededeelingen 3 en 4 worden voor kennis geving aangenomen. 5. adhaesiebetuiging van de afdeeling Leeu warden van de Nederlandsche Yereeniging van spoor- en tramwegpersoneel met het adres van het Centraalcomité voor Drankbestrijding om ook de tapperijen in de 9 uur-sluiting op te nemen. Zal bij de stukken worden gevoegd. 6. Aanbeveling voor de benoeming van een curator van het gymnasium wegens periodieke af treding op 1 Januari a.s. van Mr. J. A. Stoop: Mr. J. A. Stoop. Mr. C. B. Menalda. Mr. C. W. Stheeman.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 1