14 Verslas' van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917. geineester en Wethouders aangewezen persoon. Nooit heeft spreker, ook al heeft de ontvanger een maand verlof, opgemerkt dat er een ander op liet kantoor is. Altijd neemt Algra den dienst waar. Hij moet dan toonen de betrekking in alle opzich ten te kunnen vervullen. Het komt hem dan ook voor dat de vergelijking met den commies-redac teur wel opgaat. De secretaris heeft toch ook niet meer verlof dan een maand. Wanneer de ontvan ger eenige maanden ziek wordt, zal hij misschien anders vervangen worden, maar dat heeft spreker niet bedoeld, iiij heeft de gewone vervanging op het oog. Wat nu betreft de limiet van 170Ü,spreker geeft toe dat dit nog geen wet is. Het zal dat echter zeker wel worden. Als dat het geval is en hier is 1300,als grens vastgesteld, dan vischt men hier achter het net. Spreker vraagt of Burge meester en Wethouders bereid zijn de grens van 1300,— te verhoogen als die bij het Rijk op 1700,wordt gebracht. De Voorzitter: „dat hangt ervan af hoe de voor waarden zijn." De heer Dijkstra wil verwijzen naar artikel 10 van het Werkliedenreglement, waarbij den direc teur machtiging is verleend om vergunning te geven voor dercien te werken De Voorzitter: „Burgemeester en Wethouders geven die vergunning." De heer Dykstra veronderstelt dat door Burge meester en Wethouders verlof is gegeven werk te verrichten voor derden. Hij betreurt dit en hoopt dat Burgemeester en Wethouders daarvan zullen afwijken, daar het niet in het belang der gemeente is. Als Burgemeester en ethouders wisten hoe het in de fabriek toegaat, zouden zy het zeker doen. De directeur kan niet altijd en overal toezicht hou den en de stokersbazen zijn niet beter dan de stokers. Spreker hoopt dat Burgemeester en et- houders een onderzoek zullen instellen naar den door hem genoemden misstand. De Voorzitter: „als de werklieden zoo slecht zijn als de heer Dijkstra zegt, zullen Burgemeester en Wethouders er achter zitten." De heer Schaal'sma betreurt het als het waar is --- dat de stokers, die den 8-urendag hebben ge kregen om de noodige rust te hebben, dezen zomer door den directeur der gasfabriek zijn gebruikt om de kolenschepen te lossen. Dat is een misstand, die niet meer moet voorkomen. Hij weet niet of Burgemeester en Wethouders er verlof voor gege ven hebben. Spreker noemt het echter onverant woordelijk èn voor de werklieden zeil èn voor de gemeente, die daardoor werklieden krijgt, die op jeugdigen leeftijd invalide of op de helft van hun kracht zjjn. Spreker zou gaarne willen weten of het is gebeurd en zoo ja, zou dan gaarne zien dat het niet weer voorkwam. De heer Binnerts (wethouder) zegt dat het hem bekend is dat er stokers voor andere diensten zijn gebruikt. Dat stond evenwel in verband met den broei in de kolen, die daarom vervoerd moesten worden. De stokers, die zich daarvoor beschikbaar stelden, hebben toen de gelegenheid gekregen hun vrijen tijd productief te maken door de aangevoer de kolen te lossen. Het spreekt van zelf, dat zij, die dit niet zouden kunnen volhouden, daarmede niet behoorden te worden belast. Spreker zegt toe nader te zullen onderzoeken hoe liet geval zich heeft toe gedragen. waarover de heer Schaafsma gesproken heeft. De heer de Vos doet nog opmerken dat in art. 34 der instructie van den gemeenteontvanger staat dat de eerste klerk den ontvanger bij ziekte of af wezigheid vervangt. Bij ontstentenis wordt duur Burgemeester en Wethouders een vervanger aai: gewezen. Daaruit volgt toch zeker dat Algra s aangewezen als de vervanger van den ontvanger. Wat het woord ontstentenis beteekent, weet spre ker niet. De algemeene beraadslagingen worden gesloten Wordt overgegaan tot behandeling van artikel 1 van Ontwerp 1. Hierbij komt in behandeling het voorstel vaa de Commissie van Rapporteurs tot het toekennen van eeno persoonlijke toelage van 200,aan den controleur der belastingen. Het wordt aangenomen met 17 tegen li stemmen Vóór stemmen de hoeren: Beletier, Hiemstra, Tulp, Schaafsma, Terpstra, Cohen, Dykstra, de Vos, H. P. de Haan, Tiemersma, Zandstra, P. A. de Haan, van Weideren baron Reugers, Vonck, Attema, van Sloterdyek en Haversehmidt. Tegen de heeren: kransen, Menalda, Oosterhoff, Binnerts. Berghuis en Schoondermark. De artikelen 1III worden onveranderd vast gesteld. Artikel IV wordt vastgesteld, zooals het na. amendeering door de Commissie van Rapporteurs, welk amendement door Burgemeester en Wothou ders is overgenomen, is vastgesteld. Artikel Y wordt onveranderd vastgesteld. De verordening in haar geheel wordt met alge meene stemmen vastgesteld. Aan ile orde is Ontwerp II. artikel 1. De beraadslaging wordt geopend. De heer H. P. de Haan wil de opmerking maken, dat in het algemeen overal de technische ambte naren minder worden gewaardeerd dan de admi nistratieve. Het geldt hier de bezoldiging van ambtenaren, die juist omdat het opzichters zijn, vry laat bij de gemeente in dienst komen in den regel niet voor hun 30e jaar, omdat zij eerst nog al wat moeten hebben gepresteerd en die dus zelden voor vol pensioen in aanmerking kunnen komen. Ken opzichter is bovendien een zelfstan dige werkkracht, die ook tegenover de aannemers zelfstandig moet zyn. Daarover moet niet te licht worden gedacht, want in dit opzicht staan de op zichters aan vele gevaren bloot en zij moeten dan ook een loon hebben, dat de waarborg geeft dat /.ij oeuigszins onafhankelijk zyn. De salarissen zijn hier laag in vergelijking met andere gemeenten. De vorige directeur heeft den opzichters een maximum van 1800,— toegedacht, en spreker wil dit voorstellen. Men moet ook niet "ergete, dat die ambtenaren dikwijls 's nachts bij stormweer worden opgehaald om dienst te doen voor de gemeente. Spreker meent dit tot aanbevc ling van zijn amendement te moeten zeggen. De Voorzitter heeft een klein bezwaar tegen dit amendement, n.l. dit, dat de afstand tusschen het maximum van de opzichters en liet minimum van den hoofdopzichter verdwijnt. Het amendement is, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917. 15 omdat het over een paar mensehen loopt, niet van zoo belangrijken aard, maar Burgemeester en Wet houders zijn van oordeel dat de nu voorgestelde salarissen voldoende zijn. Zij handhaven hun voor stel. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement-li. 1'. de Haan wordt met lli tegen 7 stemmen aangenomen. vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Tulp, Schaafsma, Terpstra, Cohen, Dijkstra, de Vos, H. L*. de Haan, Tiemersma, Zandstra, P. A. de Haan, van Weideren baron Rengers, kransen, Vonck. van Sloterdyek en Haversehmidt. Tegen de heeren: Peletier, Menalda, Oosterhoff, Binnerts, Berghuis. Attema en Schoondermark. De heer Tulp vraagt splitsing ten einde over het salaris van den inspecteur voor hel woning toezicht afzonderlijk te kunnen stemmen. De Voorzitter: „zou I uw doel niet beter be reiken met een amendement. Ik kan mij voorstellen dat er leden zijn die met enkele verhoogingen niet. met andere wel kunnen meegaan." De heer Hiemstra: „als dat zoo moet, dan kunnen wij over alies wel atzonderlyk stemmen. Laat de heer Tulp dan amendeeren." De heer Tulp stelt voor over het salaris van den inspecteur voor het woningtoezicht afzonderlijk te stemmen. De Voorzitter: „ik zal aan uw verzoek voldoen, hoewel ik het beter vind dat u een amendement indient." De heer Tulp stelt voor het salaris van 1800,— tot 2200,te behouden. De Voorzitter wil nog doen opmerken, dat hij het onbillijk zou vinden als deze ambtenaar, waar de Raad thans op groote schaal bezig is met salarisver- hooging, wordt buitengesloten. De inspecteur heeft ecu ondankbare taak en het is hoogst onbillijk als hij daarvan de dupe wordt. De Raad kan moeilijk be- oordeelen in hoeverre een ambtenaar zyn plicht doei; voor Burgemeester en Wethouders is dit soms al moeilijK. De Raad kan alleen een indruk hebben en dat is voor eene beoordeeling niet vol doende. Een sprekend voorbeeld vindt spreker in den controleur der belastingen. Enkele jaren ge leden heeft deze ambtenaar aan ernstige critiek van de zyde van don Raad blootgestaan en die Raad geeft liem nu eene persoonlijke toelage van 200. Wanneer de inspecteur wordt buitengesloten, wordt daarmee bepaald een blaam op hem gewor pen, daar hij in de algemeene voorstellen is opge nomen. Burgemeester en Wethouders handhaven hun voorstel met dien verstande natuurlijk, dat het maximum moet worden 2400,—. De heer Hiemstra is zeer slecht tevreden over dezen tak van dienst aan gemeentewerken. Hij heeft evenwel niet het bewys dat de slechte func- tionneering van het woningtoezicht aan dezen functionaris ligt. Waar hij dit den inspecteur niet op zyn dak kan schuiven, durft hij niet meegaan met het voorstel-Tulp. De lieer Tulp heeft niet de bedoeling een blaam te werpen op den inspecteur van het woningtoe zicht. In de sectie is evenwel gezegd dat voor deze functie geen ingenieur noodig is. Zij kan wel wor den waargenomen door een praktisch ontwikkeld opzichter. De Voorzitter wijst er op dat deze vraag geheel buiten de kwestie staat. Wij hebben een ingenieur en moeten vragen: wat salaris komt dezen ambte naar toe. Of er by reorganisatie van den dienst een niet-iiigenieur kan worden benoemd, dit zal de Raad dan moeten uitmaken. De heer Tulp trekt zyn amendement in. Art. 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het voorstel van rapporteurs. Art. II wordt ongewijzigd aangenomen. De verordening in haar geheel wordt onveran derd vastgesteld. Aan de orde is Ontwerp 111. De artikelen IIII worden onveranderd vast gesteld, art. IV met inachtneming van het voorstel van rapporteurs, en daarna de verordening in haar geheel. Aan de orde is Ontwerp IV. De artikelen 1I V worden vastgesteld, art. 1 overeenkomstig het voorstel van rapporteurs. l)e verordening in haar geheel wordt daarna vastgesteld. Aan de orde is Ontwerp V. De artikelen 1VI worden onveranderd vast gesteld. De verordening iti haar geheel wordt onveran derd vastgesteld. Aan de orde is Ontwerp VI. De artikelen I en 11 worden onveranderd vasl gesteld. De verordening in haar geheel wordt onveran derd vastgesteld. Aan de orde is Ontwerp VIL De artikelen lIV worden onveranderd vast gesteld. De voorgestelde wyziging van het Reglement in haar geheel wordt onveranderd aangenomen. Aan de orde is Ontwerp VIII met het daarop door den heer Hiemstra ingediend amendement, namelijk om de jaarwedde te bepalen voor: agenten: proefjaar 700, agent le klasse van 1000,tot 1050,—. 2e 925, 9 5, 3e 800,- 900,—. De heer de Vos stelt, mede namens de heeren Dijkstra en Schaafsma, voor het salaris der agen ten te bepalen op: Proefjaar 700, agent le klasse van 1000,tot 1050, Op OO^iQ7fi 3e 800— 900,—. De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter -wijst er den heer de Vos op dat dit amendement precies gelijkluidend is als dat van den heer Hiemstra en dat het dus kan ver vallen. Spreker wil ten opzichte van het amende- ment-Hiemstra doen opmerken, dat voor de agen ten door Burgemeester en Wethouders in het al gemeen een gelijke verhooging wordt voorgesteld WO .JL.XJ) jy yy

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 8