De heer Beekhuis zegt, dat er gesproken wordt over abnormaal en normaal. Het is den leden zeker bekend, dat een hooge gasprijs thans normaal is. De prijs van het gas is thans abnormaal laag en -daarom is spreker voor verhooging. De beraadslaging wordt besloten. Het amendement-de Vos-Tulp, dat zoowel betrek king heeft op art. IC als op art. 3, wordt aange- inen met 12 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen de hoeren: Zandstra, Attema, Berghuis, Schaafsina, Tulp, Tiemersma, de Vos, Hiemstra, Dijkstra, Fransen, Cohen en Vonek. Tegen de heeren: H. P. de Haan, Peletier, Ha- versehmidt, Oosterhoff en Beekhuis. Art. 3 wordt met algemeene stemmen vastgesteld. Aan de orde is art. -1 met de daarop ingediende amendementen. De beraadslaging wordt geopend. Den lieer Beekhuis komt het willekeurig voor om als maatstaf voor de berekening van het gebruik de overeenkomstige maand van het vorig jaar aan te nemen. Toevallige omstandigheden kunnen er toch oorzaak van zijn, dat men meer of minder gas heeft gebruikt, als b.v. het hebben van logée's of het zelf niet thuis zijn. De overeenkomstige maand is dan ook een zeer slechte maatstaf. Spreker heeft daarom gemeend het jaargebruik als grondslag te moeten nemen. Het is aan de gas fabriek bekend welk percentage in iedere maand is gebruikt van de geheele hoeveelheid gas. Dit per centage wil hij toepassen op liet verbruik van iede- ren gasverbruiker. Spreker wil nog op één punt wijzen. Hij heeft het jaar laten loopen tot 1 December. Dat kwam hem juister voor, omdat de noodregeling op 1 De cember 11516 in werking is getreden en het nu niet aangaat om het percentage van 65 voor Decem ber 1917 te bepalen naar het verbruik over Decem ber 1916. Toen reeds was er een verminderd gebruik. Daarom heeft spreker het jaar gerekend van 1 De cember 1915 tot ultimo-November 1916. Spreker zou wel willen weten hoe Burgemeester en Wet houders erover denken. Hij maakt er geen princi- pieele kwestie van. De lieer Hiemstra heeft zijn amendement inge diend omdat liet voorkomt dat de periode tusschen twee meteropnemingen 31, 32, 34 of 35 dagen kan zyn. Stel dat in November 1916 de periode 30 da gen is geweest en in November 1917 is die 35 da gen, dan kan deze niet tot vergelijking dienen en kan er een reden zijn dat de gastoevoer wordt af gesneden. Nu kan men wel in beroep komen bij Burgemeester en Wethouders, maar dat gebeurt niet. Daarom heeft spreker zijn amendement inge diend en hij hoopt dat Burgemeester en Wethou ders het zullen overnemen. Wat de heer Beekhuis bedoelt is spreker niet dui- dedelijk. Bedoelt deze met liet normaal verbruik bet jaarverbruik gedeeld door 12? De heer Beekhuis: „Stel de boeken van de fabriek wjjzen uit dat van de geheele hoeveelheid gas in December is gebruikt 13%, in Januari 11, Fe bruari 9 enz., in Juli 6%, Augustus 7% enz., te zamen 100 Dan is het normaal verbruik in Fe bruari 9 en in Maart 8 enz. De Voorzitter meent, dat hetgeen de heer Beek huis bedoelt, in beginsel in art. 4 is neergelegd. De heer Beekhuis: als iemand in Februari 1916 veel gas heeft gebruikt, mag hij in Februari 1917 nu ook meer gebruiken dan iemand die zuinig is ge weest in Februari 1916. Zoo iemand zal natuurlijk niet reclameeren. De Voorzitter: „dat is juist." De Directeur van de gasfabriek, zegt spreker,, laat altijd het verbruik over November 1916 nagaan. Is er nu in Februari veel gas gebruikt, dan wordt als maatstaf de Novembemiaand genomen. Als ech ter moet gebeuren wat de lieer Beekhuis wil, dan zou de administratieve omslag te groot zijn. De Directeur schrijft hieromtrent: „Oogenschijnlijk lijkt dit amendement eene bil lijker taxatie van het normaal verbruik te ver zekeren, en indien het zoo was zouden de buiten gewoon veel meerdere werkzaamheden, daaraan „ten minste in het begin, verbonden, niet in aan „merking mogen komen. „Deze meerdere werkzaamheden bestaan hierin, „dat voor iederen gebruiker het jaarverbruik moet „worden opgezocht, hetgeen zich, indien de ver- „bruiker in den loop van het jaar van woning ver wisselde of indien hem een andere gasmeter „werd gegeven, niet bepaalt tot eene eenvoudige „aftrekking van den gasmeterstand aan het begin „van het jaar van dien stand op het einde van het. „jaar (het jaar loopende van 1 Dcc. 1915 tot 1 De „cember 1916). „Echter zal het percentage maandelijks gebruikt „gas voor den enkeling in doorsnee niet hetzelfde ,„zijn als liet percentage van het jaarverbruik door „allen gezamenlijk bereikt." Spreker doet opmerken, dat hieruit wel bljjkt, dat het denkbeeld van den lieer Beekhuis eveneens plaats laat voor onbillijkheden. De hoofdzaak van sprekor's bezwaar is echter de groote omslag. De lieer Beekhuis trekt zijn amendement in, om dat het bij Burgemeester en Wethouders en den Di recteur der gasfabriek bezwaar ontmoet. Hij vraagt echter of zijne opmerking over het loopende jaar niet juist is. In het voorstel staat, het jaar loopt- van 1 Januari tot 1. Januari. Spreker meent, dat het juister is het jaar te laten loopen van 1 December 1915 tot ultimo November 1916. De Voorzitter wijst erop, dat ook het ameude- ment-Hiemstra moet worden ontraden op grond van den administratieven omslag, die er het gevolg van is. Spreker wil echter de verzekering geven, dat er nooit iemand wordt afgesloten, zonder dat de vergelijking is gemaakt met een overeenkomstigen termijn. Het grootste verschil tusschen twee perio den is in de praktijk slechts drie dagen. Aanneming van liet amendement is voor de administratie uiterst lastig. De heer Hiemstra: „het staat dus vast, dat als iemand boven de 65 komt, eerst zal worden uit gemaakt of de berekening juist is, vóór hij wordt afgesloten." Dan trekt spreker zijn amendement in. De beraadslaging wordt gesloten. Art. 4 wordt met algemeene stemmen vastgesteld. Aan de orde is art. 5. De heer Haverselmiidt vraagt of de maand Fe bruari onder de oude of de nieuwe regeling valt en of het geen aanbeveling verdient de nieters 15 Fe bruari te doen opnemen. De Voorzitter antwoordt, dat het verbruik over Februari niet meetelt. Hij hoopt evenwel dat liet publiek toch zoo zuinig mogelijk zal zijn, want het is niogel\jk, dat het Rijk de beperking al 1 Februari doet ingaan, in.a.w. dat we geen kolen meer krijgen. In de circulaire is Februari opgenomen als eerste maand, maar de maand is reeds half om. De heer Tulp vraagt of de laatste alinea niet moet vervallen. De Voorzitter: de Raad heeft een nieuwen prijs bepaald. Art. 5 wordt niet algemeene stemmen vastgesteld. De verordening in haar geheel wordt met alge meene stemmen vastgesteld. Aan de orde is de verordening tot wijziging van de verordening op de winkelsluiting. De artikelen 1 en 2 worden onveranderd vastge steld. De verordening in haar geheel wordt met alge meene stemmen vastgesteld. Aan de orde is de verordening tot wijziging van de verordening houdende verbod tot het verlichten van winkels. De artikelen 1, 2 en 3 worden onveranderd vast gesteld. De verordening in haar geheel wordt met alge meene stemmen vastgesteld. VIII. De Voorzitter verleent thans het woord -aan den heer Schaafsma. De heer Schaafsina, den Raad dankend voor het hem verleende verlof, zegt dat de aanleiding tot de door hem gestelde vragen is gelegen in het feit, dat door den verscherpten duikbootenoorlog de aanvoer zoo is afgenomen, dat niet alleen in arbei derskringen, maar ook in die der burgerij ongerust heid heerscht of er in het land wel voldoende eten is om dezen tijd door te maken. Waar door de in voering en uitbreiding der rantsoeneering de taak van Burgemeester en Wethouders is uitgebreid, heeft spreker gemeend de vier vragen te moeten stellen, opdat de ingezetenen weten wat Burge meester en Wethouders van plan zijn, of zij den Minister zullen volgen of dat zij gebruik zullen ma ken van de bevoegdheid hem toegekend bij art. 3 der Distributiewet. Spreker's eerste vraag is of Burgemeester en Wethouders genegen zijn den prijs van de aard appelen en rijst te verlagen. Het is van algemeene bekendheid, dat de Minister, als hij spreekt van bezuiniging, den krassen maat regel neemt om den prijs te verhoogen. Dit is wel een eigenaardige manier om het gebruik te beper ken. De aardappelen zijn 20 verhoogd, de boter 25 et. per K.G., liet varkensvleesch is eveneens ver hoogd. Spreker meent dat, als de Minister op dien weg doorgaat en Burgemeester en Wethouders geen gebruik maken van de bevoegdheid, hun bij art. 3 der Distributiewet verleend, om goederen beschik baar te stellen tegen een lageren prijs, ook onze stad niet van opstootjes verstoken zal blijven. Hij zou dan ook gaai'ne vernemen of Burgemeester en Wethouders niet genegen zijn om, evenals zulks is gebeurd in Amsterdam Almelo, Utrecht en Zaan dam, den maximumprijs voor aardappelen te stellen op ó'/2 cent per K.G. en voor rijst op 20 cent. De tweede vraag, betreffende het beschikbaar stellen van klompen tegen verlaagden prijs, die zaak is al twee maanden bij Burgemeester en Wethou ders aanhangig. Het wordt nu tijd dat de uitslag van de besprekingen eens bekend wordt en het publiek ervan zal kunnen profiteeren. Do prijzen der klompen zijn ondragelijk hoog. Een paar klom pen voor een meisje van 5 jaar kostte verledeu week 75 -cent, voor een van 8 jaar ƒ,1.50. Spreker weet niet hoeveel oorlogswinst daarbij is, maar het is erg. Door die kolossale verhooging der prijzen van klompen en schoenen, gevoegd bij de verhoo ging van de prijzen van alle levensmiddelen, is het voor de arbeidersklasse bijna onmogelijk om fat soenlijk door het leven te komen. Spreker wil dus Burgemeester en Wethouders ernstig op het hart drukken ten opzichte der klompen maatregelen te nemen als Leemvarderadeel heeft gedaan. Wat de slechte distributie der zeep betreft, uit de mededeeling van den Voorzitter is spreker ge bleken. dat niet alle schuld aan het college van Burgemeester en Wethouders kan worden geweten. Als het echter weer voorvalt, zou spreker gaarne zien, dat Burgemeester en Wethouders aan het pu bliek bekend maakten, dat de fout niet bij hun college zit, maar ergens anders. Spreker vraagt hoe het mogelijk is dat, terwijl in de fabriek van den heer Pel voldoende zeep aanwezig was, de ge meente Leeuwarden daarvan niets heelt gekregen. De schaarschte aan brandstof doet zich, nu de winter begint te verflauwen, niet meer zoo voelen. De vorige week echter is voor turf, en nog geen eerste soort, 90 cent per 100 stuks betaald. Zelf heeft spreker alles moeten afscharrelen om een mud anthraciet. te bemachtigen en het is hem niet ge lukt. De distributie van de aangevoerde anthraciet is zeer slecht gegaan. Een inwoner van de Noord- vlietstraat kreeg 5 H.L. voor zijn bedrijf en 5 H.L. voor zijn persoonlijk gebruik. Een ander kreeg niets. Als er groote schaarschte is, vraagt spreker, is liet dan niet mogelijk dat er beslag op alle voor raden wordt gelegd en dat er voor gezorgd wordt dat niemand meer krijgt dan een bepaald kwantum. De Voorzitter heeft reeds vroeger het standpunt van Burgemeester en Wethouders inzake de prijs bepaling volgens de Distributiewet uiteengezet, lu het algemeen bestaat tegen prijsverlaging bij hen één groote bedenking, n.l. deze, dat niet enkel de mensehen ervan profiteeren die het noodig hebben. Er zijn ook groote groepen, wellicht de grootste, die het niet noodig hebben en die er toch gebruik van maken. Dit geldt voor de Friesche gemeenten in zeer sterke mate. De heer Schaafsma heeft nu Amsterdam, Utrecht en Zaandam aangehaald, waar de prjjs van de rijst is verlaagd. Dat waren gemeenten waar geen aard appelen voorhanden waren. Spreker heeft niet willen zeggen, dat er geen omstandigheden denkbaar zijn dat Burgemeester en Wethouders goederen tegen verlaagde prijzen beschikbaar zullen stellen. Zij doen dit immers al o.a. met de cokes en de turf, die 90 cent kost en die voor 45 cent wordt verkocht. Spreker ziet even wel de noodzakelijkheid niet in om tot verlaging van den prijs van rijst en aardappelen over te gaan. Het verschil tusschen den toestand hier en b.v. die in Amsterdam, waar de handel stilstaat en ver schillende takken van nijverheid kwijnen, is zeer groot, zoodat eene vergelijking met die gemeente niet opgaat. Ook is er een hemelsbreed verschil tusschen den toestand hier en die in den Haag. Er wordt gezegd, dat het Rijk het 9/10 deel van bet verschil in kosten betaalt, maar de Minister heeft Amsterdam al gewaarschuwd, dat het aan deel dier gemeente in de oorlogswinstbelasting zou worden ingehouden en spreker moet zich al sterk vergissen als Leeuwarden niet een dergelijke ver maning zou ontvangen. 04 Verslag van (le handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 februari 191 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag' 13 Februari 1917. 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 9