74 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Maart 1917. verantwoord zou zijn dit pontveer op te heffen. De bewoners van den Westersingel hebben voor een kortoren weg naar het centrum hierbij veel belang en hebben dit uitgedrukt in een adres aan ons col lege om verzoek tot behoud van de pont onder toe zegging voor een jaar van 50.—. Het wil ons bij nadere overweging toeschijnen, dat liet stadsgedeel te, waarvoor de verbinding strekt, belangrijk ge noeg is, dat de gemeente zich daarvoor een offer blijve getroosten. Dit behoeft niet grooter te zijn dan wat ook thans aan den pachter betaald wordt, want de Directeur der Gemeentewerken is er in geslaagd, nu de thans fungeerende pachter wenscht ontslagen te worden, een geschikt persoon te vinden, die genegen is op de bestaande voorwaarden de bediening te verzor- geu. Wij stellen l daarom voor ons te machtigen we derom voor een jaar, en zoo noodig langer, op door ons goed te vinden voorwaarden de pacht van het pontveer aan den Westersingel ondershands op te dragen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 4. (agenda no. 5) Voorstel van Burgemees'er en Wet houders om wegens wanbetaling van huurpenningen in rechten de ontbinding te vorderen van de m t K. Boli via. en S. Koster gesloten huurovereenkomsten voor en met. ontruiming van hunne woningen in het voorma lig hotel. het Wapen van Friesland"Groot Schaver- nek no. 9. Dit voorstel luidt als volgt: Bij raadsbesluit van 28 December 1916, no. 61911/ 296 werden wij gemachtigd in rechten de ontbin ding van de huurovereenkomsten met K. Bouma en S. Koster en de ontruiming van hunne woningen in het perceel Groot Schavernek no. 9 te vorderen. Die eisch werd door den Kantonrechter toege wezen, doch het vonnis niet ten uitvoer gelegd, om dat door de Stads-Armenkamer intusschen voor hen onderscheidenlijk 58,97 en 47,72 was betaald, welke sommen belanghebbenden zich hebben ver bonden zoo spoedig mogelijk te zullen terugbetalen. Sedert zijn zij weder nalatig in de betaling van de huur en van het verschuldigde voor verwar- mingskosten en wel over vijf weken. Beiden zijn in staat, doch onwillig, aan hunne verplichtingen te voldoen, zoodat er alle reden is om krachtig tegen hen op te treden. Onder overlegging van liet advies van den rechts geleerden raadsman der gemeente hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: Burgemeester en Wethouders te machtigen om, wegens wanbetaling van huurpenningen en van verwarmingskosten voor den rechter, zoowel in eer sten aanleg als, indien noodig, in hooger be roep en in cassatie, te doen eischen, dat de huur overeenkomst met K. Bouma en S. Koster, beiden alhier, van de bjj ieder hunner in gebruik zijnde wo ning in het voormalig hotel „het Wapen van Fries land", Groot Schavernek no. 9 alhier, wordt ontbon den en dat die woning door ieder hunner wordt ont ruimd. De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter deelt mede, dat een particulier heeft aangeboden de schuld van Bouma aan te zui veren. Burgemeester en Wethouders willen dezen daarom voorloopig aanhouden en wijzigen hun voorstel in dien zin, dat daaruit K. Bouma vervalt. I)e heer Hieinstra wijst erop, dat in de stukken staat dat het geen onmacht, maar onwil is van de betrokkenen. Spreker neemt dat aan, maar de be wering wordt niet nader gemotiveerd. Als spreker nu verder leest dat de Armenkamer hulp heeft ver leend, moet spreker aannemen, dat er wel onmacht in het spel is of geweest is. Anders toch had de Armenkamer geen hulp verleend. Spreker weet wel dat de gemeente, als zij huizen verhuurt, de huur, als het kan, binnen moet krijgen. Uit het vooraf gaande hebben Burgemeester en Wethouders den indruk gewekt dat de menschen in behoeftige om standigheden verkeerden. Spreker zou gaarne na dere inlichtingen ontvangen of er werkelijk onwil in het spel is. Nu spreker toch aan het woord is, wil hij er op wijzen, dat het wenscholijk is dat er wijziging komt in het tehuis voor dakloozen. Dit ligt niet op den weg van Burgemeester en Wethouders, maar op dien van de Commissie, maar de uitgezette men schen kunnen niet op straat blijven. Dat zal de po litie niet toestaan. Spreker hoopt, dat in het dakloo zen tehuis spoedig wijziging komt. De Voorzitter sluit zich bij den laatsten wensch van den heer Hiemstra aan. Het is wensehelijk dat er spoedig verandering komt in het tehuis voor dakloozen. In deze buitengewone omstandigheden zou de gemeente echter wel het een of ander heb ben moeten inrichten, ook al was er een beter tehuis geweest. Wat de betrokken menschen betreft, spre ker heeft speciaal laten onderzoeken hoe het met de financiëele omstandigheden stond. Wel staat er dat de Armenkamer is bijgesprongen, maar die zou dat ook thans kunnen doen. Die instelling is bijge sprongen omdat de menschen het zelf niet konden betalen. Zoodra zij evenwel geholpen zijn, hebben de be trokkenen ten eenenmale de betaling gestaakt. Wat Koster betreft, die heeft dezen zomer, in één maand, behalve de kost, meer dan 100 verdiend. Daarna heeft lui steeds werk gehad en hij is nog slechts kort zonder werk. Het rapport omtrent de zen man luidt dan ook dat hij wel in staat is te be talen. De gemeente moet voorzichtig zijn en het den menschen met te gemakkel'ik maken. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig liet nader gewijzigd voorstel van Burge meester en Wethouders. 5. (agenda no. 6) Voorstel van Burgemeester en Wet houders om in het openbaar te verhuren het perceel weiland aan het Schap-ndijkje, kadastraal bekend ge meente Leeuwarden, sectie D. no. 111. Dit voorstel luidt als volgt: lu aansluiting aan het verhandelde in Uwe Ver gadering van 9 Januari 1.1. hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: het perceel weiland, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie I) no. Ill, groot 2.93.00 II.A., gelegen nabij het Schapendijkje, in het openbaar te doen verhuren. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 6'. (agenda no. 7) Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van Avan Vuuren te Soest en G. Bos te Utrecht om hun ah aannemers van het bouwen van een kademuur langs den Westersingel tus schen de Verlaatsbrug en de bestaande basaltkade vóór de oplever'mg van dat werk een voorschot te verleenen op den vierden termijn van de aannemingssom. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Maart 1917 75 Dit voorstel luidt als volgt: Om prae-advies werd in onze handen gesteld een adres d.d. 10 Februari 19.17, van Aart van Vuuren te Soest en Goosen Sieger Bos te Utrecht, aan nemers van het maken van een kademuur langs den Westersingel tusschen de Verlaatsbrug en de be staande basaltkade tegenover den Westervijver, volgens bestek no. 26, dienst 1916. Zij geven daarbij te kennen, dat door den strengen vorst het werk nog niet opgenomen en de vierde termijn van de aanuemingssom hun niet uitbetaald kon worden. Daaruit ontstaat voor hen schade, welke zij op een renteverlies van ƒ100.per maand begrooten. Om die reden zouden zij gaarne een voorschot van 11.000.op genoemden termijn ontvangen. Volgens 27 van het aangehaalde bestek heeft de betaling van den vierden termijn, groot de helft, ad ƒ21717,50, der aannemingssom, plaats zoodra het geheele werk voor de eerste maal is opgeleverd. Om de door verzoekers aangevoerde reden is dit tot heden niet gebeurd. Eenige aanspraak kunnen zjj dus niet doen gelden, zoodat hier de billijkheid zal dienen te beslissen. Uit «hit oogpunt beschouwd, verzet het gemeentebelang zich er niet tegen van de aangehaalde besteksbepaling af te wijken. Ook na uitbetaling van het voorschot blijft er nog een voldoend bedrag over, waaruit de gemeente zou kunnen bekostigen hetgeen zij bij nalatigheid van de aannemers van harentwege zou moeten doen ver richten. Zelf loopt zij bij inwilliging van het ver zoek geen risico. Dit is ook het gevoelen van den directeur der gemeentewerken. Derhalve hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: Burgemeester en Wethouders te machtigen aan Aart van Vuuren te Soest en Goosen Sieger Bos te Utrecht, aannemers van het maken van een ka demuur langs den Westersingel tusschen de Ver laatsbrug en de bestaande basaltkade tegenover den Westervijver, volgens bestek no. 26, dienst 1916, een voorschot van elf duizend gulden 11000.te verleenen op den vierden termijn, groot 2171.7,50, van de aannemingssom. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 7. (agenda no. 8) Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van den Leeuwarder Bestuur- dersbond en den Christelijken Bestuurdersbond om een toeslag van f 2.op de uitkeeringen van bij het. ge meentelijk werkloozenfonds aangesloten icerkloozenkassen. Dit voorstel luidt als volgt: Bij Uw besluit van 13 Februari 1.1. (bijlage no. 7) is goedgevonden in afwachting van de totstand koming der nationale werkloosheidsverzekering tij delijk sinds 1 Jauari 1.1. weer van kracht te verkla ren de plaatselijke regeling zooals die is neerge legd in de verordening van 1909 (gemeenteblad no. 11), en daarmede de bepaling van artikel 11 dat de gemeentelijke bijslag niet hooger mag zijn dan 100 °/o van de uitkeering die de tot het fonds toe getreden vereeniging of hare werkloozenkas toe kent met een maximum van 50 ets. per dag en per werkman, d.i. 3.per week. De geheele uitkee ring' bedraagt dus ten hoogste 6.per week, zijnde mede het maximum van de „Noodregeling" (bijlage no. 26 van 1914). Thans verzoeken de voor zitters en de secretarissen van den Leeuwarder en den Christelijken bestuurdersbond alhier om op die uitkeering een toeslag van 2.(bedoeld zal zijn per week) te mogen ontvangen, terwijl de commis sie voor het gemeentelijke werkloozenfonds advi seert dat verzoek, met het oog op de tijdsomstan digheden, die sinds de vorst nog meer njjpend zyn geworden, in te willigen. De kosten, die met deze extra-uitkeering gepaard zullen gaan, zouden, over Februari gerekend, 213,65 bedragen. Wij kunnen ons met dat advies vereenigen. Om het bijzonder karakter te doen uitkomen dezer uitkeering, die verleend wordt aan personen tot wie de gemeente in geen andere betrekking staat dan dat zjj hun werkloosheidsverzekering aanvult, terwijl deze zel ve in gebreke is voor de verlangde verhooging te zorgen, lykt het aangewezen liet steuncomité, dat trouwens zijn middelen put uit de gemeentekas en zich ook vroeger reeds met de toekenning van een bijslag, als thans gevraagd, heeft belast, uit te noo digen deze zaak, waar noodig, in overleg met de organisatie, ter harte te nemen en de uitkeering tot de inwerkingtreding der nieuwe regeling te doen geschieden, zoodat wij U, onder wederaanbieding van het adres, dat in onze handen om prae-advies was gesteld, in overweging geven te besluiten: 1. aan de uitkeeringen, die, op grond van het raadsbesluit van 13 Februari 1917 geschieden krachtens art. 11 der verordening op het gemeen telijk werkloozenfonds (gemeenteblad 1909 no. 11) toe te voegen een uitkeering van ten hoogste ƒ2. per week, en het Leeuwarder Steun-Comité uit te noodigen die extra uitkeering in overleg met de betrokken werkliedenorganisatie en bestuurders bond te bepalen en ten laste zijner middelen te nemen. 2. adressanten mede te deelen, dat op hun ver zoek is gelet. De beraadslaging wordt geopend. De heer Terpstra vraagt wat de bedoeling is, of alle werkloozen daarvoor in aanmerking komen, of dat het steuncomité eerst een onderzoek moet instellen. De Voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is, dat het steuncomité een onderzoek instelt op de zelfde wijze als dat is gebeurd van af te oprich ting van het steuncomité. Er is gezegd, dat, als de uitkeeringen uit de werkloozenkassen onvoldoende zijn, de werklieden zich tot hunne organisaties kun nen werden. Die organisaties staan mede in ver binding met den Bestuurdersbond en den Christe lijken Bestuurdersbond. Het verzoek van genoemde bonden wordt door het steuncomité beoordeeld en de uitkeering wordt aan de Bonden gedaan. Dooi de organisaties worden degenen, die toeslag vragen, bereikt. De bedoeling is om het steuncomité uit te noodigen deze zaak op die wyze te behandelen en er de bestuurdersbonden aan te herinneren. De heer Terpstra heeft zich den vorigen keer ge ërgerd aan de wijze, waarop het steuncomité te werk is gegaan. Hij vreest nu, dat het weer op de zelfde manier zal gebeuren. Als het steuncomité onderzoekt, komt het dikwijls bij menschen terecht, waarvan men op het eerste gezicht niet zegt dat die het noodig hebben. De praktijk zal dan ook wel weer worden, dat er eerst weer veel in den lom merd moet zijn gebracht alvorens er steun wordt verleend. Dat moet, meent spreker, voorkomen worden. De Voorzitter kan den heer Terpstra gerust stel len. Het steuncomité houdt beslist rekening met den aard der personen, die aanvragen. Het is geen Armenkamer, maar eene commissie, die steun ver leent aan hen, die in verband met den oorlog in moeilijkheden verkeeren. De heer Terpstra zou, als hij wist welke menschen reeds zijn geholpen, n.l.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 3