Vergadering van Dinsdag 12 Juni 1917. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Juni 1917. 161 Tegenwoordig 19 leden, te weten de heeren: Zandstra, Cohen, Tulp, Terpstra, de Vos, Schaaf- sma, Hiemstra, Peletier, H. P. de Haan, Berghuis, Koopmans, Fransen, Binnerts, Dijkstra, Haver- sehmidt, Beekhuis, van Sloterdijck, Menalda en Schoondermark. Afwezig 6 leden, waarvan met kennisgeving de heeren: Oosterhoff, van Weideren baron Rengers, Tiemersma en P. A. de Haan. Zonder kennisgeving de heeren: Vonek en At- tema. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Pa tij n, Burge meester. I. Wordt medegedeeld: 1. dat blijkens schrijven van den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, d.d. 31 Mei 1.1., no. 1339, afd. K.W., aan Burgemeester en Wethouders bij Koninklijk Besluit van 9 Mei 1.1. aan de gemeente tot wederopzeggens een jaar- lijksch rijkssubsidie is verleend van ƒ500.ten be hoeve van het „Princessehof"; 2. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten: d.d. 21 April 1.1. tot wijziging der gem.-begroo- ting, dienst 1917 d.d. 8 Mei 1.1. tot verhuring van de perceelen Nieuweweg no. 13 en Panwerk no. 2; d.d. 22 Mei 1.1. tot opneming van kasgeld, tot het instellen van een rechtsvordering tegen M. Grond- sma, verkoop van bouwterrein aan het 2e Kanaal- pand aan de firma J. Koopmans, verhuring van woningen aan den Hollanderdijk, onderhandsche aanbesteding van de verbreeding van het vaarwa ter het Vliet en wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1917; b. de ontvangst hebben bericht van het raads besluit d.d. 22 Mei 1.1. tot wijziging der Algemeene Politieverordening 3. dankbetuiging van den heer W. F. M. Wes- ser, commissaris van politie alhier, voor de mede werking van den Raad bij de hem toegekende sa- larisverhooging; 4. rapporten ingevolge de toezegging gedaan in de raadsvergadering van 23 Mei 1916, omtrent het onderzoek van het gas der gemeentelijke gasfa briek. De mededeelingen 14 worden voor kennisge ving aangenomen. 5. het verslag van hetgeen met betrekking tot de volkshuisvesting in de gemeente over 1916 is ver richt. Wordt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage gelegd. 6. schrijven van curatoren van het gymnasium, houdende aanbeveling voor de benoeming van on derwijzend personeel aan die inrichting. De aanbevelingen luiden als volgt: I. voor leerares in de natuur- en scheikunde mej. O. B. v. d. Weide, thans tijdelijk; II. voor leerares in de natuurlijke historie mej. R. G. van der Meulen, thans tijdelijk; III. voor leeraar in de wis- en natuurkundige aardrijkskunde voor den tijd van één jaar: Dr. H. F. Huisken, directeur der Rijks Hoogere Burger school, alhier. Zal in een volgende vergadering worden behan deld. 7. adres van S. Zandbergen en andere bewoners van Werkmanslust om maatregelen te nemen dat hunne huizen beter en goedkooper kunnen worden verlicht dan tot nog toe door hen met kaarsen, enz. geschiedt. Wordt voorgesteld dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten nne van af doening. De heer Zandstra wijst erop, dat het niet de eerste maal is dat de bewoners van Werkmanslust adresseeren om gas. Nu stelt de Voorzitter voor dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. Spreker weet nu wel dat er aan de gasgeschiedenis op Werkmanslust veel bezwaren zijn verbonden, vooral wat den straataan- leg betreft, maar hij zou gaarne zien dat rekening werd gehouden met de abnormale tijdsomstandig heden. Die menschen hebben niets. Petroleum is er niet en de andere verlichtingsmiddelen kunnen, om de duurte, niet anders worden gebruikt dan bij nood, b.v. in ziektegevallen. Spreker zou gaarne zien, dat Burgemeester en Wethouders middelen beraamden om die ingezetenen van ander licht te voorzien. De Voorzitter antwoordt dat hij deze zaak reeds in de brandstoffencommissie heeft ter sprake ge bracht, vóórdat het adres was binnengekomen, Van die commissie zijn de directeur der Provin ciale electriciteitsvoorziening en der gasfabriek le den. Die beide heeren hebben op zich genomen een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van de tijdelijke verlichting van alle huizen in de parti culiere straten door middel van electriciteit, met behulp van luchtleidingen. De zaak wordt dus onderzocht. De heer Zandstra: „Als het dien weg uitgaat kan ik mij wel met het voorstel van Burgemeester en Wethouders vereenigen." Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 8. adres van E. P. van der Kiev e.a. om met het oog op de verlichting te besluiten tot overneming der Bissehopstraat door ue gemeente wem- eigenaren thans genegen zijn om mede te werken. Wordt om prae-advies in handen van Burgemees ter en Wethouders gesteld. 9. adres van den Leeuwarder Bestuurdersbond en den Chr. Besturenbond te Leeuwarden om den toeslag op de werkloozenuitkeering in plaats van den 14 Maart 1.1. af, waarop het betrekkelijk raads besluit is genomen, toe te kennen gerekend met in gang van 1 Februari 1917. Wordt voorgesteld afwijzend te beschikken. De Voorzitter meent dat de Raad deze zaak he den wel kan afdoen en eene afwijzende beslissing nemen. Wanneer de Raad evenwel prae-advies ver langt, zijn Burgemeester en Wethouders bereid dat te geven. In het begin van Maart heeft de Raad besloten uitbreiding te geven aan den toeslag en dit besluit is zoo spoedig mogelijk, den 14en Maart, in werking getreden. De heer Terpstra zegt dat dit besluit wel is geno men, maar hij is overtuigd dat velen der vóór-stem mers meenden, dat reeds over Februari de verhoog de uitkeering zou worden uitbetaald. Het blijkt evenwel dat "die eerst is uitbetaald op 14 Maart. Hij gelooft dat het verzoek billijk is en dat de arbeiders recht hebben op die verhoogde uitkee ring over Februari, omdat in die maand de groot ste werkloosheid heeft geheerscht. Hij is dan ook van meening dat de Raad verstandig zal doen met het verzoek toe te staan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 1