170 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Juni 1917. gaat voor de producten eener bepaalde fabriek eene progressie in te voeren. Als men dit toch doet, en men zou het trachten consequent bij alle voornaam ste levensbehoeften in te voeren, zou de geheele progressie bij de belastingheffing geen zin meer hebben. Als de heer Hiemstra bij de belasting het denkbeeld van progressie scherper naar voren wil brengen om de minder gesitueerden te beschermen, kan spreker dat met hem eens zijn. Hij moet dat evenwel niet als hier, zijdelings en dus geheel on volmaakt en willekeurig in de gevolgen doen. Als de progressie tengevolge heeft, dat voor het ge deelte, dat in de plaats komt van brandstof, een extra bydrage wordt behaald, dan komt dit ten goe de aan de menschen, die geen gas gebruiken en door de maximum prijzen der vaste brandstoffen beschermd worden. De voorgestelde progressie laat bovendien hen, die het het best kunnen betalen, vrij wel intact. Ook zouden voor de grootste gasverbrui- kers, b.v. de winkeliers, uitzonderingen noodig zijn. want die hebben voor hun bedrijf veel gas noodig. Als een tijdelijke maatregel acht spreker de pro gressie in het geheel niet denkbaar wegens den ad ministratieven omslag, die niet is te overzien. Spreker acht het wenschelijk, dat de Raad direct een grooten sprong doet. van 7 op 9 cent. De gas prijs is de laatste jaren te laag geweest en moet om de fabriek niet met verlies te doen werken, op 9 cent worden gebracht. Bij vele kleine fabrieken was de normale prijs vóór den oorlog al 9 cent. Spreker meent hiermee de bezwaren tegen dien prijs vol doende weerlegd te hebben. De Voorzitter wil, vooral nu de wethouder van Financiën afwezig is, nog een enkel woord zeggen. De heer Hiemstra heeft gevraagd naar den prijs der electriciteit. De Directeur der gasfabriek heeft gezegd dat verhooging van den prijs van. het elec- trisch licht niet zoo'n haast heeft, omdat de dagbe lasting nog hooger is dan de avondbelasting. Bo vendien moet de overgang van gas naar electrisch licht worden aangemoedigd. Wat nu het denkbeeld van den heer Hiemstra, dat van de progressie nl., betreft, staat spreker in beginsel meer aan de zijde van den voorsteller dan aan die zijner bestrijders. Spreker wil echter thans dit nieuwe systeem niet invoeren. Hieraan zit meer vast dan de heer Hiemstra heeft genoemd en, men zou door een niet voldoend voorbereide invoering gevaar loopen grove fouten te maken. Men denke maar eens aan de gaslevering voor industrieele doeleinden, bij het ontbreken van dubbele meters. Spr. is echter alleen voor progressie, als het gas als belastingsvoorwerp wordt beschouwd. Dat schijnt niet 's heeren Hiemstra's bedoeling. Spr. heeft al eens gewezen op het standpunt van partij- genooten van den heer Hiemstra, waaraan de heer Hiemstra toen, naar spr. meent, maar half geloof sloeg. Hij heeft de aanteekening terug gevonden. Een resolutie voorgesteld op een congres der S. D. A. P., luidt: „7. De tegenwoordige geldnood van staat en ge meenten maakt het voor deze lichamen meer dan ooit noodzakelijk om, telkens wanneer zich de gele genheid daartoe voordoet, bedrijven in eigen be heer te nemen. Zoodoende kunnen zij afgezien nog van de voordeelen van socialen aard onder nemerswinsten tot zich trekken en zich inkomsten verschaffen, zonder op de belastingbetalers of de verbruikers nieuwe lasten te leggen." Of deze resolutie (te vinden in de „Nieuwe Rott. Courant" van 28 December 1915) is aangenomen, weet spr. niet. Ze is echter van soc.-dem. zijde voor gesteld. Spr. is het er volkomen mee eens. De heer Hiemstra wil echter geen belasting hef fen/maar geld toegeven. Een groot praktisch be zwaar tegen het denkbeeld van den heer Hiemstra is voorts, dat nog geen 25 van alle belastingbe talers is aangeslagen naar een inkomen van ƒ1000 en daarboven. Voor 75 zal dus de prijs van het gas niet worden verhoogd. Wil de fabriek geen ver lies lijden, dan moet de gasprijs voor allen worden verhoogd. Nog doet spreker opmerken, dat er in de veror dening al een progressie zit. Het muntga.s kost de fabriek meer dan gewoon. In den Haag indertijd, berekend op pl.m. lJ/2 cent, hier in ieder geval meer dan 1 cent. Waar wij nu den prijs gelijk stellen, zit er ten op zichte van het muntgas reeds een sterke progres sie in. Ook het gelijk stellen van groote en kleine verbruikers werkt sterk progressief (leiding, in- ningskosten, administratie). Nog wil spreker een enkele opmerking maken ten opzichte van de voorstelling alsof het hier een tijdelijke zaak betreft. De beschouwingen van de heeren Hiemstra en Peletier getuigen te dien op zichte van een optimisme, dat niet te verdedigen is. De heer Hiemstra heeft over de retributie ge sproken en het voorgesteld als een winst. Spreker wil er echter op wijzen, dat de meerdere kosten der bestrating en die voor de vervanging van doode boomen een niet nauwkeurig bekend, maar niet ge ring deel van de retributie wegnemen. Die kosten moeten in mindering worden gebracht. Volgens het voorstel van den Directeur lijdt de fabriek nog verlies, zelfs als men de geheele retri butie er Dij rekent. Dat verlies is ƒ56000, de retri butie ƒ43000. Hot gas wordt dus met verlies geleverd. Volgens het voorstel der commissie zal het ver lies ƒ76000 bedragen. Een ambtenaar der secretarie heeft op de stuk ken de natuurlijk niet voor den Raad bestemde kantteekenipg gemaakt: „Zouden de heeren in hun eigen zaken ook zoo doen?" Een beschikking over de reserve als de commis- -ie voorstelt, acht spr. onverantwoordelijk. Wie weet hm het er na den oorlog zal uitzien en hoe de kolenp*ijzen zullen loopen. Men moet ook niet vergeten d.it een niet onbe langrijk deel wordt betaald voor de openbare ge bouwen en de straatverlichting. De meerdere op brengst bij tariefverhooging wordt dus ten deele door de gemeente zelve betaald. Eindelijk is de toestand nog veel ongunstiger dan uit de genoemde cijfers zou voortvloeien. Onze afschrijvingen zijn veel te laag. Toen spr. dat ont dekte, is hem medegedeeld dat indertijd gerekend is op eene afschrijving van de aansehafwaarde, maar dat de Raad later heeft besloten af te schrij ven naar de boekwaarde, terwijl het percentage ge lijk bleef. Tusschen de twee is een groot verschil. Schrijft men toch 10 van de aansehafwaarde af, dan is in 10 jaar het geheele voorwerp afge schreven. Volgens het tegenwoordig systeem blijft er na 10 jaar nog 35 over. De afschrijving is nu dan ook belachelijk laag. De Directeur heeft dat volmondig toegegeven, evenals zijn voorganger, en er is een voorste] bij de commissie voor de lichtfabrieken om de afschrij ving zeer belangrijk te verhoogen. Laten we ons reservefonds houden om dat gat te stoppen. Nie mand weet hoe groot het is en we hadden reeds lang onze tarieven moeten verhoogen. De heer Hiemstra zegt van den Voorzitter te hebben gehoord dat deze een voorstander is van het maken van winst uit het gasbedrijf. Ook heeft de Voorzitter gezegd, dat hij, als er winst wordt ge Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Juni 1917. 171 maakt, een voorstander is van progressie. Het 2e is een gevolg van het le. Als er nu winst uit een gebruiksartikel wordt gehaald, dan gebiedt de eer lijkheid als voorstander van progressie, dit in den prijs uit te drukken. Spreker is een tegenstander van het maken van winst uit een gemeentelijk bedrijf. En nu mag het waar zijn, dat op een congres van sprekers partij eene resolutie is aangenomen waarvan de Voorzit ter gewaagde, het is echter niet onmogelijk dat dit sloeg op artikelen van genot of weelde. Spreker heeft geen bezwaar om uit dergelijke artikelen winst te maken, wel uit gebruiks-artikelen. Wat nu de retributie betreft, spreker blijft die als winst beschouwen. De Voorzitter mag nu zeg gen dat er tengevolge van de gasbuizen in den grond zooveel boomen dood gaan, en de straten zooveel hebben te lijden, voor ƒ40.000 kan men heel wat boomen aanschaffen en heel wat verstraten. Spreker geeft toe dat de gemeente eenige schade lijdt, maar die bedraagt geen 70 cent per strekken- den meter buis. Het grootste gedeelte dier 40.000 is eene verkapte belasting. Spreker vindt daarom als tijdelijke maatregel een progressieve gasprijs beter dan een uniforme. Nu mag de heer de Haan beweren, dat de degres- sie, die we thans hebben, heel wat anders is dan progressie, spreker meent dat dit niet het geval is. De eerste 30 M3. zijn lager in prijs om de kleine ver bruikers tegemoet te komen. Met instemming van de meerderheid van den Raad zijn in deze abnor male tijden abnormale maatregelen getroffen. Spreker heeft nu iets anders willen zoeken om de gasgebruikers iets tegemoet te komen. De heer Binnerts wees op de winkeliers. Spreker begrijpt dat niet. De kleine winkeliers toch zullen in dezelfde mate minder betalen. Spr. meent dat zijn voorstel gemakkelijk is te overzien. De bezwaren betreffende de administratie komen spreker overdreven voor. Hij meent toch dat het geen heksenwerk is om de gasgebruikers in drie rubrieken te plaatsen. Die bezwaren zijn z.i. niet zoo groot dat zij op wegen tegen de billijkheid van sprekers voorstel, daar dit ten doel heeft de kleine gebruikers te ont lasten. Spreker wil als kostenden prijs dien van de nor male omstandigheden aannemen en aldus redenee ren: de gebruikers betalen dien kostprijs en een kleine overwinst voor het reservefonds.. Spreker handhaaft zijn amendement. De heer Peletier zegt dat de heer Binnerts van meening is hij heeft dat gezegd dat hij de bezwaren tegen een gasprijs van 9 cent voldoende heeft weerlegd. Spreker is dat niet met hem eens. Het eerste argument, dat de gasprijs hier a.1 jaren te laag is, kan spreker niet deelen. Hij begrijpt dat niet, waar de gemeente een behoorlijke winst heeft gemaakt en een reservefonds heeft gevormd van ƒ100.000. Waar dit toch het geval is kan men niet zeggen dat de gasprijs altijd te laag is geweest, ten zij de heer Binnerts het in verband wil brengen met wat de Voorzitter over de afschrijving heeft ge zegd. Spreker is echter van oordeel, dat de Raad de draagwijdte van de afschrijvingskwestie niet kan beoordeelen. Hij acht het dan ook niet goed gezien een dergelijk argument in het debat te bren gen. Sprekers indruk is, dat er nu niet zoo hemel tergend veel te weinig is afgeschreven, zooals de Voorzitter meent, al erkent hij, dat het beter zou zijn geweest enkele dingen naar de aansehafwaar de af te schrijven. Wij leven in een abnormalen tijd. Er kunnen din gen gebeuren waarvan wij nu geen notie hebben en die de oorzaak kunnen zijn dat de gasprijs over een half jaar weer herzien moet worden. De nu vast te stellen prijs is geen prijs voor de eerstvolgende ja ren. Als na een half jaar de omstandigheden zoo veel minder zijn dan nu, dan kan de Raad deze kwestie opnieuw onder de oogen zien en kunnen Burgemeester en Wethouders dan zorgen dat ook de afschrijvingen in aanmerking worden genomen. De Voorzitter heeft meegedeeld, dat de Direc teur der gasfabriek te Rotterdam van meening is, dat de gasprijs in de naaste toekomst .12 cent per M3. behoort te zijn. Spreker wil aannemen, dat deze mededeeling juist is, hetgeen echter niet weg neemt, dat Burgemeester en Wethouders van Rot terdam op dit oogenblik een verordening aanhan gig hebben gemaakt, waarbij de gasprijs voor alle verbruikers voor de eerste 25 M3. op 7 cent is be paald. Voor de volgende 4U M3. zal dan de prijs wel is waar 12 ct. zijn, doch deze prijs houdt meer ver band, zooals uit de daarbij gegeven toelichting blijkt, met den prijs der vaste brandstoffen, welke verhoudingsgewijs nog hooger is, terwijl deze meer dere 40 M3. zijn bedoeld ter vervanging van vaste brandstof, ten einde het koken op gas te bevorde ren. Wat nu betreft de quaestie „gaslevering-belas tingobject", spreker gelooft niet, dat de voorzitter en de lieer Hiemstra hetzelfde bedoelen. Voordee len uit gemeentebedrijven zullen een milderen be lastingdruk ten gevolge kunnen hebben. In zoover zal het een belastingobject kunnen genoemd wor den en in dien zin zal het ook bedoeld zijn in de door den Voorzitter voorgelezen resolutie van Arn hem. Doch volgens spreker zal men nimmer, zooals de heer Hiemstra wil, een tarief kunnen vaststel len voor gaslevering, gebaseerd op de belasting heffing. De heer Koopmans meent dat de aanhaling van de resolutie der S. D. A. P. betreffende het maken van winst uit de bedrijven voor belastingdoelein den, ten opzichte van de gasfabrikage al bijzonder ongelukkig is gekozen en het gas allerminst als be lasting-object is te beschouwen, omdat producent en consument hierbij geheel dezelfde personen zijn, de Gemeente en de gemeentenaren. Naar buiten wordt niet afgeleverd, zoodat de verhoogde prijs geheel ten eigen laste komt. Wat nu de afschrijving betreft. Spreker meent dat de afschrijving naar de boekwaarde zuiverder is dan naar de aansehafwaarde, al erkent hij dat het percentage in het eerste geval hooger moet zijn. Het voorbeeld van den voorzitter, dat men in het laatste geval bij een afschrijving van lü met 10 jaren het geheele object heeft afgeschreven, komt uit, doch het is de vraag of het wel aangaat, als de machine na dien tijd nog in het bedrijf is, deze pro memorie in de balans te vermelden. Nu is men bij de gemeente wel wat vrijer in de wijze van afschrijven dan bij den particulier, waar de fiscus hier misschien aanmerking zou maken, maar met de werkelijkheid komt het niet overeen. Bij de gasfabriek nu zijn de verschillende onder- deelen van de gebouwen en machines in groepen ingedeeld en wordt naar verschillende percentages, doch groepsgewijze afgeschreven. Naar hij meent kan het percentage om de 5 jaren worden herzien en de afgeschreven bedragen aan de bestaande waarden worden getoetst. Het is in zooverre slechts een kwestie van vorm, en spreker ontkent dat men van den eenen vorm on bewust in den andere is overgegaan met behoud van hetzelfde percentage. Dit is wel degelijk door den directeur voldoende geacht en ook door den ac countant goedgekeurd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 6