266 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 October 1917. gemeene stemmen benoemd de beer P. J. Attema, tot lid de heer A. Cohen, met 20 stemmen. J)it voorstel luidt als volgt: Nu ook aan het zoogenaamde Blokkepad, gelegen langs de Zuidzijde van de Dokkumer Ee, in het ver lengde van Oldegalileën gebouwd wordt, is het voor een goede bouworde van belang, dat tor plaat se een rooilijn wordt bepaald. Daarom hebben wij de eer V voor te stellen te besluiten: voor het Blokkepad een rooilijn vast te stellen zooals die in roode stippellijn is aangegeven op tie teekening, ingezonden door den Directeur der Ge meentewerken, bij brief van 27 Juni 1917 no. 639/16. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig- het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Dit voorstel luidt als volgt: Tot onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken werd bij besluit van 27 September 1876 met ingang- van 1 October d,a.v. benoemd mej. G. Seveuhuysen. Aangesteld op 400.heeft zij thans een jaar wedde van '500,f- 100.personeele toelage. Het getal lesuren is bij hare aanstelling niet ge noemd, zoodat voor haar feitelijk de verplichting bestaat hetgeen haar dienaangaande wordt opge dragen te aanvaarden, zonder daartegenover aan spraak te kunnen laten gelden op een hoogene, be looning. Het spreekt vanzelf dat dit zijn grenzen heeft en zoo geeft dan ook bij schrijven van 29 Sep tember j.l. de commissie van toezicht op liet lager onderwijs in overweging, nu het 4e en 5e leerjaar van gemeenteschool no. 3 gesplitst moeten worden en de uren van het handwerkonderwijs dientenge volge met 4 toenemen, haar daarvoor naar den maatstaf der belooning, volgens de geldende sala risverordening, van naar het getal lesuren bezol digde handwerkonderwijzeressen jaarlijks 4 x 36.140.of rond 150.— extra toe te kennen, benevens 50.voor de akte fraaie hand werken. Wij kunnen ons hiermede zeer goed vereenigen en geven IT daarom in overweging te besluiten, ge rekend met ingang van het schooljaar 1917/T8 en met intrekking van het raadsbesluit van 10 Octo ber 1903 no. 14, waarbij aan na te noemen onder wijzeres een personeele toelage is verleend, de jaar wedde van mej. G. Sevenhuysen, vakonderwijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no 3, te be palen op 750.— benevens 50.— voor het bezit der akte fraaie handwerken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Dit voorste] luidt als volgt: Voor de zoogenaamde liehtlooze gezinnen, dat zijn zij, die buiten hun schuld niet kunnen beschik ken over gas of over eleetriciteit en voor de schip pers, die hier domicilie hebben, wordt thans petro leum beschikbaar gesteld, voorloopig 2 liter in de twee weken voor elk gezinshoofd. De prijs, waarvoor deze petroleum verkrijgbaar is, is 44 cent per liter. Dit is veel te hoog voor de kleine burgerij, waartoe deze petroleum-gebruikers voor het overwegend grootste gedeelte belmoren. In afwachting Uwer nadere bekrachtiging hebben wij dus een gemeentelijken toeslag op den prijs ge geven van 19 cent per liter, waardoor de prijs 25 cent wordt. Voor de pl.m. 2500 gezinnen, die voor dezen toeslag in aanmerking komen, komt dit de gemeente per week on pl.m. 475.te staan. Wij hebben de eer D voor te stellen te besluiten ons te machtigen in de gegeven omstandigheden met dezen toeslag door te gaan. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra heeft niets te zeggen. Hij wil Burgemeester en Wethouders dank zeggen voor hun voorstel. Hij hoopt dat de Raad het met alge meene stemmen zal aannemen en dat er meer der gelijke voorstellen van de tafel van Burgemeester en Wethouders mogen komen. De heer de Vos is even dankbaar als de heer Zandstra. Hij denkt echter dat het niet veel zal geven omdat de Automaat en andere maatschap pijen weigeren petroleum te verkoopen anders dan voor 44 cent per liter. Misschien kunnen Burge meester en Wethouders met deze mededeeling hun nut doen. Den Voorzitter was het bekend dat een der maat schappijen zulks doet. Als die maatschappij daar mee doorgaat, zal worden overwogen den voorraad in beslag te nemen. Het valt onder de Onteigenings wet, De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Dit voorstel luidt als volgt: Artikel 10 der verordening, houdende voorwaar den, waarop het gas door de gasfabriek aan parti culieren wordt geleverd (gemeenteblad 1910 no. 15) schrijft voor dat de aanleg der binnenleidingen van den meter af door de zorg en voor rekening van den belanghebbende geschiedt. Zorgt de fabriek voor de uitvoering, dan betaalt de aanvrager de kosten, doch moet zelf het benoodigde materiaal leveren. De Directeur der fabriek raadt, met het oog op de moeilijkheid van het verkrijgen dier materialen door particulieren en dientengevolge de wensehe- lijkheid, dat de fabriek geheel voor de binnenlei dingen, met inbegrip der materialen, zorgt, tegen afbetaling op termijnen van de daarvoor gemaakte kosten, aan tijdelijk van die bepaling af te wijken. In de huidige omstandigheden lijkt ons daar alles voor te zeggen, zoodat wij U in overweging geven om te besluiten ons college te machtigen tijdelijk van het bepaalde in genoemd artikel 10 af te wij ken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 October 1917. 267 komstig' het voorstel van Burgemeester en, Wet houders. Dit voorstel luidt als volgt: Bij ons voorstel van 5 Januari 1316', opgenomen in bijlage no. 4 tot het verslag van 's raads hande lingen, werd medegedeeld1, dat nader met de pro vincie van gedachten kon worden gewisseld om trent de met haar te sluiten overeenkomst tot leve- ring van electrischen stroom aan de gemeente. Sedert hebben die besprekingen plaats gehad en tot een overeenkomst geleid, welke in. ontwerp hier bij wordt aangeboden. De veranderingen, welke zijn aangebracht in het ontwerp, dat gevoegd was bij den brief van 6 Ja nuari 1916, no. 80, 2e afdeeling E, van Gedepu teerde Staten, en bij ons bovenaangehaald voorstel werd overgelegd, zijn in het tegenwoordig ontwerp met rood onderstreept of in rooden inkt bijgeschre ven. Zij zijn van ondergeschikt belang. De ter zake gewisselde stukken, welke te Uwer kennisneming zijn bijgevoegd, lichten ze voldoende toe. Wij hebben de eer 1' in overweging te geven te besluiten: Burgemeester en Wethouders te machtigen voor de gemeente met de provincie Friesland een over eenkomst aan te gaan betreffende levering van electrischen stroom aan deze gemeente volgens het ontwerp, gemerkt A, dat hierbij is overgelegd. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. VIII. De Voorzitter geeft thans het woord aan den heer Dijkstra tot het stellen zijner vraag. Den heer Dijkstra is ter oore gekomen, dat bij de aflevering van turf halve voor heele turven wor den afgeleverd. In gewone omstandigheden zou men zeggen: de ontvangers moeten maar beter uit hunne oogen zien. Xu is de toestand anders, ieder is niet altijd in de gelegenheid er met den neus bij te staan. Iemand, (lie 760 turven moest ontvangen, had 50 a 60 te min. En dat dit met opzet is gebeurd door den betrokken leverancier, blijkt wel daaruil, dat deze het restant, dat hij kreeg, aan derden heeft verkocht. Spreker heeft gegevens te zijner be schikking, maar wil geen namen noemen in deze openbare zitting. Wel heeft hij gemeend de vraag in openbare zitting te moeten behandelen, omdat het mogelijk is dat dergelijke praktijken meer voor komen. Het publiek wordt daardoor gewaarschuwd dat het niet vertrouwd is niet tegenwoordig te zijn bij de aflevering van brandstoffen. Spreker hoopt dat het een exeptie is. Hij is bereid den Voorzitter de gegevens die hij heeft, ter hand te stellen. De Voorzitter zal gaarne de gegevens van den heer Dijkstra ontvangen. Het geval is hem niet be kend. Als echter een handelaar zoo iets doet, zal hij na waarschuwing uitgesloten kunnen worden van de levering van brandstof. De brandstof wordt ter beschikking gesteld van het publiek, dat uit zijn oogen moet zien wat het ontvangt. Wel is er ge klaagd over slechte turf, maar er is geantwoord dat de slechte turf eerst op moet. Dit schijnt ook wel zoo te zijn, want sedert eenige dagen is de kwa liteit beter. Het heeft spreker echter wel bevreemd, daar hij kort gereden, sprekende met een wethou der uit een andere gemeente, van dezen vernam, dat die gemeente steeds beste turf had ontvan- gen. De Voorzitter verleent thans het woord aan den heer Zandstra. De lieer Zandstra wijst erop, dat bij de behande ling der begrooting voor 191/, in November .1916, de heer H. P. de Haan een lans heeft gebroken voor de herziening van de verordening regelende den Hoofdelijken Omslag. Hij betoogde de noodza kelijkheid van de verhooging van den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud en den kinderaftrek. De heer H. P. de Haan heeft toen eene motie inge diend, waarop prae-advies zou worden gevraagd. De heer Oosterhoff evenwel heeft toen verklaard dat de kwestie van den Hoofdelijken Omslag in ernstige bewerking was en hij achtte de motie over bodig. Nu zijn wij een jaar verder en de Raad beeft van die herziening nog niets gehoord. Spreker vraagt daarom of de Raad binnenkort een voor stel tot herziening tegemoet kan zien en of dat zoo spoedig kan worden behandeld, dat die nieuwe verordening nog met 1 Januari in werking kan treden. Sprekers tweede vraag betreft liet voorstel be treffende de schoolvoeding en -kleeding. Spreker is nog niet ongerust, omdat hij overtuigd is dat er voor de bestudeering de noodige tijd moet worden gegeven. Hij zou echter gaarne Ve rnemen of de Raad binnenkort prae-advies kan verwachten. De Voorzitter antwoordt dat de heer Berghuis in de voorlaatste vergadering van Burgemeester en Wethouders is gekomen met een voorstel tot wijzi ging der verordening op den Hoofdelijken Omslag. Enkele leden van het college hebben op sommige punten inlichtingen gevraagd en daarom werd de behandeling van het voorstel aangehouden tot de laatste vergadering van Burgemeester en Wethou ders, die de heer Berghuis tengevolge van het hem overkomen ongeval niet kon bijwonen. Daarom is •het voorstel niet in behandeling geweest. De bedoe ling is echter om het binnenkort te behandelen. Op de vraag of die behandeling zoo spoedig zal kun nen plaats hebben, dat de verordening nog voor het nieuwe belastingjaar in werking zal kunnen treden, durft spreker niet bevestigend te antwoorden. Het komt spreker voor dat liet daarvoor te laat is. De Koninklijke goedkeuring toch moet worden ge vraagd en er zit zooveel aan vast dat het wel te laat zal zijn. Spreker hoort, dat cle heer Berghuis eene andere meening is toegedaan. Burgemeester en Wethouders zullen het voorstel zoo spoedig mo gelijk behandelen en denken daarvoor bij den heer Borghuis aan huis te vergaderen. De lien r H. P. de Haan is door liet antwoord van den Voorzitter in iiooge mate teleurgesteld. Hij had erop gerekend, dat de wijziging dit jaar zou wor den behandeld en voor liet volgende belastingjaar in werking zou kunnen treden. Tal van gemeenten hebben de verordening reeds in dien zin gewijzigd dat er meer overeenstemming komt met de Rijks- inkomstenbelasting. De omstandigheden zijn van dien aard, dat de gezinnen met de laagste inkomens verlicht moeten worden. De kinderaftrek is hier bijzonder laag en eene billijke verhooging is urgent. Vóór de zomervacantie heeft spreker zich in ver binding gesteld met den heer Oosterhoff en deze verzocht hem niet voor September te interpellee- ren. In September nu is er wel eene wijziging ge komen in do functie der Wethouders, maar deze aangelegenheid is een zaak van het. college van Bur gemeester en Wethouders en niet van een specialen 6' (agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wet houders 'tot het vaststellen van een rooilijn voor de bebouwing aan het Blolikepad. 7 (agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot verhooging van de jaarwedde van mej. G. Sevenhuysen als onderwijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 3. 8 (agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wet houders om hen te machtigen tot het. verleenen van een toeslag a 19 cent per liter op den prijs der petroleum aan hoofden van gezinnen en schippers, die daarvoor in aanmerking komen. 9 (agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen tot. tijdelijke afwij king van de bepaling van artikel 10 der verordening houdende voorwaarden, waarop het gas door de gasfa briek aan particulieren wordt geleverd (gemeenteblad 1910 no. 15). 10 agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen met de provincie Friesland eene overeenkomst aan te gaan, betreffende levering van electrischen stroom aan de gemeente Leeu warden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 3