21. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van het nieuwbenoemde raadslid, den heer 8. Tulp. 292 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 November 1917, De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter deelt mede dat het voorstel strekt om machtiging te erlangen voor een maatregel, die reeds is genomen. De heer Collet zal niet ingaan tegen den geno men maatregel. Hij juicht eiken maatregel toe, wel ke wordt genomen om aan den slechten toestand tegemoet te komen. Het heeft hem echter verwon derd dat Burgemeester en Wethouders niet zyn in gegaan op sprekers voorstel van 20 cent per 100 turven. Had hij geweten, dat Burgemeester en Wet houders zouden afdingen, dan had hij 1.meer gevraagd en dan had hij misschien het bedrag ge kregen dat hij zich had voorgesteld. Het is echter zoo besloten en spreker zal er zich niet tegen ver zetten. Hij meent echter dat het goed was geweest 20 cent reductie te geven, daar inmiddels de tweede kwaliteit turf weer met 1.per 1000 in prijs is verhoogd, zoodat de menschen slechts 50 cent re ductie kregen. Burgemeester en Wethouders geven een kostenberekening. Die berekening zal menig raadslid kippenvel hebben doen krijgen. Er schui len in die berekening fouten. Er zijn al 3 eenheden verstrekt en de kosten worden dus volgens de be rekening van Burgemeester en Wethouders geen 7000 x 12 x 7 x 15 et., maar 7000 x 9 x 7 x 15 cent. Bovendien kan ieder geen 12 x 700 of 8400 turven krijgen. Dat bestaat niet. In de zitting van 2 October heeft de Voorzitter medegedeeld, dat de voorraad bestond uit 2.800.000 stuks le soort, 10.000.000 stuks 2e soort en 700.000 lange turven. Waar nu zoo spoedig de andere turf weg moet komen, is spreker een raadsel. Hij gelooft niet dat de turven zich aan de hoopen vermenig vuldigen. Wel komen er veel kapotte turven bij. Hij hoopt dat Burgemeester en Wethouders bijtijds met een nauwkeurige berekening zullen komen, wanneer de rijksregeling uitblijft. De Voorzitter zegt dat de opmerking van den heer Collet ten deele juist is. Spreker erkent dat de berekening naar 12 eenheden fout is. Maar ook die naar 9 eenheden is niet juist, want er zijn nog geen 3 eenheden verstrekt. Het valt ook niet te zeg gen of de mensehen alleen turf zullen nemen. Om dat er nu alleen turf wordt gedistribueerd, was er voor Burgemeester en Wethouders reden om alleen van turf te spreken. De Rijksregeling, waarvoor geld op de begrooting is aangebracht, geldt ook voor andere brandstof dan turf. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 20 (agenda 21). Voorstel ran Bit roe meester en Wet houders om hen te machtigen op het nader daarvoor gunstig geoordeelde tijdstip uitvoering te geven aan het plan voor de stichting van een openbaar slachthuis op de kadastrale perceelen gemeente Leeuwarden, sectie G. nos. 3670 en 4775 en gemeente Huizum, sectie A no. 825 'bijlage no. 23). De Voorziter stelt voor de behandeling van dit punt wegens het vergevorderd uur aan te houden. Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten. De conclusie van het rapport, strekkende tot toe lating van den heer Tulp, wordt met algemeene stemmen aangenomen. VIII. De Voorzitter verleent thans het woord aan den heer Zandstra tot het stellen zijner vraag. De heer Zandstra zegt dat er veel wordt ge klaagd over de slechte verwarming der scholen. Die krijgen n„l. een rantsoen van 10 turven per kachel. Iemand, die eenige kennis heeft van een kachel, weet wel dat dit absoluut onvoldoende is om de lokalen naar behooren te verwarmen. Het leereu gaat slecht en de kinderen kunnen het onderwijs dan ook niet volgen. Zij vragen dan ook, ten min ste zij, die een jasje hebben, dit te mogen aantrek ken. Er dient verbetering in dien toestand te ko men. Aan spreker is medegedeeld dat Burgemeester en Wethouders van plan zijn, des Woensdagsmid dags school te doen houden en des Zaterdags den geheelen dag vrijaf te geven. Het doet spreker ge noegen dit te constateeren, maar hij vraagt of dit meerdere verwarming tengevolge zal hebben. Hij meent dat men deze zuinigheid niet moet doorzet ten. Tien turven per kachel toch noemt spreker weggegooid geld en spreker zou Burgemeester en Wethouders dan ook in overweging willen geven de lokalen op een andere wijze te verwarmen. Hij vraagt of verwarming met cokes niet mogelijk is. Men zegt toch dat er cokes genoeg is. Kan dat niet, dan zou men eiken-blokken moeten nemen. In alle geval Avil spreker Burgemeester en Wethouders in overweging geven de scholen beter te verwarmen. De heer Schoondermark (wethouder) heeft van den heer Zandstra nu al voor de tweede maal ge hoord dat het hem het vorig jaar wat de sluiting betreft, niet naar den zin is geweest. Alweer vraagt spreker, wat mankeerde eraan! Burgemeester en Wethouders hebben besloten dat er Zaterdags geen school zal worden gehouden en Woensdag den ge heelen dag met het oog op de brandstofbesparing. Dat zal aan de overige dagen ten goede komen. Wat nu de verwarming der scholen op het oogen- blik betreft, de Directeur der Gemeentewerken gaat eiken dag met een opzichter de temperatuur in de lokalen opnemen. Zij hebben temperaturen geconstateerd van 5052 graden en soms was het er zoo warm, dat de ramen open moesten. Spreker meent dan ook dat er op degelijke wijze in de ver warming wordt voorzien. Hij krijgt ook wel klach ten over de verwarming, maar hij vraagt dan: hoe hebt u het thuis. En het antwoord is dan: -ook niet naar den zin. Spreker kan de verzekering geven, dat er bij Burgemeester en Wethouders geen oogen- blik aan is gedacht dat de scholen niet behoorlijk verwarmd worden. Men moet niet te hooge eischen stellen en tevreden zijn dat de Directeur der Ge meentewerken geregeld de temperatuur in de loka len opneemt. De heer Dijkstra zegt dat men, als men den Wet houder hoort, zou denken, dat de zaak met de ver warming aardig in orde is. In de praktijk is dit echter niet het geval. Spreker weet, en dit is voor ieder wel duidelijk, dat men met 8 turven geen groote Godin-kachel kan stoken. Hij geeft in over weging niet van het eene uiterste in het andere te vervallen. De scholen zijn slecht verwarmd en nu kan de Directeur der Gemeentewerken wel eens in een lokaal komen, waar een raam open staat, maar dat geschiedt dan om de slechte lucht te ver wijderen. Spreker heeft ook gehoord dat de toe stand in de scholen niet in orde is en dat die be langrijk verbeterd kan worden. De kinderen zitten met de mantels aan te kleumen. Zoo behoeft het toch zeker niet. Hjj heeft ook nog van een eigen aardige verdeeling der brandstoffen gehoord. Een school op het Noorden met groote lokalen had meu 2 H.L. cokes gegeven, aan een andere op het Zui- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad a den 6 H.L. Dit werd zoo verklaard, dat rekening is gehouden met wat het vorig jaar gebruikt is. Dat is nu het systeem waarmee ten opzichte van het gasgebruik gebroken is. Spreker weet dat de verwarming der scholen veel te wensohen overlaat en verzoekt daarom verbetering te willen aanbren gen. De Voorzitter heeft den heer Dijkstra hooren be weren dat de brandstoffenvoorziening der scholen proeentsgewjjze geschiedt De heer Dykstra: „dat heb ik niet gezegd". De Voorzitter zegt dat de voorstelling door den heer Dijkstra van de zaak gegeven op mededeelin- gen der onderwijzers berust. Op grond van de rap porten van den Directeur der Gemeentewerken verklaart spreker dat de zaak der verwarming van de scholen consciëntieus wordt behandeld. Wij had den hier al 10 dagen gestookt, toen er in den Haag nog geen sprake van was. Spreker heeft op zijn kamer nog niet gestookt. Hij vindt het niet zoo erg dat men een jasje moet aantrekken. Bovendien is hekend dat kinderen beter tegen de kou kunnen dan volwassenen. Het is dan ook belachelijk het zoo voor te stellen alsof de kinderen ziek zouden ge worden zijn van de koude. Het praatje zit in de lucht. De een vertelt het den ander na. De heer Dijkstra is van oordeel dat de groote menschen beter tegen de koude kunnen dan de kin deren. Hij hoopt te hebben bereikt dat de lokalen beter verwarmd worden. Volgens door hem inge wonnen inlichtingen is de zaak niet in orde. De Voorzitter wil wel aannemen, dat het wel eens wat koud in een lokaal is geweest, b.v. wan neer een kachel was uitgegaan, want dan was er niet altijd geschikt aanmaak-materiaal, maar dat er in het algemeen door de kinderen koude is ge leden, is onjuist. De heer Zandstra zegt dat er al het een en ander ter zake is gezegd. Hij blijft erbij, dat, als er geen verandering komt in de verstrekking van brand stoffen, de scholen niet verwarmd kunnen worden zooals dat moet. Spreker heeft gevraagd of het niet mogelijk is met cokes te stoken. De Directeur Leeuwarden van Dinsdag 13 November 1917. 293 der Gemeentewerken mag de temperatuur hebben opgenomen en temperaturen van 50 hebben ge constateerd, hjj zal ook wel lagere temperaturen hebben opgenomen. Het gaat niet aan te beweren dat de lokalen goed verwarmd worden. De kinde ren kunnen de warmte niet houden. De Voorzitter: „wij stookten hier al .10 dagen eerder dan in den Haag". De heer Zandstra: „Als ze in den Haag achter lijk zijn, dat verschoont Leeuwarden niet." Het is niet onwaar wat er hier is gezegd. Spreker heeft daarom de aandacht gevestigd op deze zaak en na de toezegging van den Voorzitter De Voorzitter: „ik heb niets toegezegd". De heer Schoondermark (wethouder) heeft ook niets toegezegd. Spreker heeft alleen medegedeeld hoe het gaat en dat Burgemeester en Wethouders een open oog voor de zaak der verwarming van de scholen hebben. Burgemeester en Wethouders han delen in deze steeds naar hun beste weten en naar omstandigheden. De heer Hiemstra (wethouder): „Als men zegt dat niets is toegezegd en positief beweert dat de scholen goed verwarmd worden, dan is dit niet de meening van het Dagelijksch Bestuur. Dat is toch van meening dat er veel aan ontbreekt en waarom dat dan niet royaal gezegd!" De Voorzitter: „ik moet dat beslist tegenspre ken en sommeer U zulks waar te maken." De lieer Hiemstra: „ik heb uit Uw eigen mond gehoord dat de Directeur der Gemeentewerken de zaak te strak aanhaalt en dat beteekent dat hij te weinig brandstof geeft en dus te weinig warmte." De Voorzitter: „toen het rapport van den Direc teur der Gemeentewerken is besproken heb ik ge zegd dat hij voortaan iets meer moet geven dan tot nu toe. Dat is heel iets anders dan dat de zaak niet in orde is." De interpellatie is hiermee gesloten. Niets meer te behandelen zjjnde sluit de Voor zitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 10