'286 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 November 1917.
ren tot aan de in het contract van 22 Mei 1914 ge
noemde tijdstippen aan (1. Staphorsius alhier.
Bij dit vorstel komt in behandeling het adres
van Ae. Huizinga, die een hoogere huur biedt.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Op het adres van Ae. Huizinga is hiermee afwij
zend beschikt.
Dit voorstel luidt als volgt:
ln het afrekenlokaal van de Waag neemt de
vraag naar nissen steeds toe. Burgemeester en Wet
houders hebben op grond daarvan den Directeur
der Gemeentewerken opgedragen eene begrooting
voor 3 nieuwe nissen aldaar in te dienen.
Bij schrijven van 19 October 1.1. no. 1042/7 is aan
deze opdracht voldaan, terwijl de Directeur daar
bij tevens adviseert enkele wijzigingen in het ge
bouw aan te brengen, waardoor liet aantal nissen
zelfs met 5 vermeerderd kan worden en eene be
staande vergroot.
De veranderingen hangen samen met de tegen
woordig ongeschikte plaatsing der telephooneel-
len, die bovendien met een vermeerderd dienen te
worden. Voorgesteld wordt ze alle te brengen in
de portiersloge omdat alleen daar voortdurend toe
zicht mogelijk is. Hierdoor, en door het ontruimen
van een naast een der tegenwoordige cellen gelegen
hok, wordt een plaats voor een nis uitgewonnen. De
andere zal gevonden kunnen worden door ophef
fing van de vestiaire, die vrijwel nooit gebruikt
wordt.
De kosten van een en ander zijn begroot op
2280.—.
Wij hebben de eer 1' voor te stellen te besluiten
ons een crediet te verleenen van 2280.en ons
te machtigen volgens de plannen en begrooting
van den Directeur der Gemeentewerken, ingediend
bij diens schrijven van 19 October 1.1. no. 1042/7,
het aantal nissen in het afrekenlokaal van de Waag
met 0 te vermeerderen, 1 telephooneel aan de be
staande toe te voegen en de cellen alle te plaatsen
in de portiersloge.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Dit voorstel luidt als volgt:
Door J. J. Grijpma en B. de Hosson te Gronin
gen is tot ons het verzoek gericht om een inrit te
mogen hebben in het trottoir vóór het perceel
Tweebaksmarkt no. 48.
De Directeur der Gemeentewerken, wiens gevoe
len omtrent dit verzoek werd gevraagd, bericht ons
dat het kan worden ingewilligd onder de gewone
voorwaarden, behoudens dat de inrit met gebakken
of vierkant behakte keien wordt bestraat en een
schamppaal wordt geplaatst ter beveiliging van
een boom, die anders gevaar loopt beschadigd te
worden.
Waar wij ons met dat advies kunnen vereenigen,
hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten:
a<an J. J. Grijpma en B. de Hosson te Groningen,
handelende onder de firma Grijpma en de Hosson|
en hunne rechtverkrijgenden vergunning te verlee
nen om in het trottoir vóór haar perceel Twee
baksmarkt no. 48, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie B no. 3149, te maken en tot we-
deropzeggens toe te hebben een inrit op de nader
door of vanwege Burgemeester en Wethouders aan
te wijzen plaats, onder bepaling dat worden in acht
genomen de voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit
van 26 Januari 1909 no. 1211/10, voor zoover naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders toe
passelijk, met dien verstande,
dat de inrit niet breeder is dan 1.60 M. en bevloerd
worde met vierkant behakte of gebakken keien,
dat in de openbare kade bij den boom, waarlangs
de inrit wordt aangebracht, in overleg met den
Directeur der Gemeentewerken een schamppaal
worde geplaatst en gehouden van meskant bezaagd
eikenhout, lang 2 M. en zwaar 10 x 15 c.M., be
werkt naar een nader door den Directeur der Ge
meentewerken op te geven profiel en helder wit ge
verfd,
en dat als termijn, waarop de recognitie, ad
1.ten kantore van den gemeente-ontvanger
moet zijn betaald', worde gesteld 1 Mei, voor het
eerst echter vóór 15 December 1917.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Koopmans wil niet over het voorstel
spreken. Hij wil echter de opmerking maken, dat
er eene hijschinrichting boven het trottoir aanwe
zig is. De afzetting is onvoldoende en de wandelaars
loopen er wel onder langs. Schiet er iets uit de lus,
dan kunnen er ongelukken gebeuren. Spreker wil
hierop de aandacht van den Burgemeester vestigen.
De Voorzitter zegt een onderzoek toe, waarna liet
voorstel van Burgemeester en Wethouders met al
gemeene stemmen wordt aangenomen.
Dit voorstel luidt als volgt:
B. A. Oosterbaan, aan wien krachtens raadsbe
sluit van 12 Juni 1917 no. 230R/132 het beneden
gedeelte van perceel Noordvliet no. 191 gerekend
met ingang van J2 Mei 1917 van week tot week is
verhuurd', vraagt bij het hiernevens overgelegd
adres de huurovereenkomst met ingang van 12 No
vember a.s. als ontbonden te beschouwen. Dit- ver
zoek kan als een huuropzegging aangemerkt wor
den en is daarom door ons voor kennisgeving aan
genomen.
Er hebben zich reeds eenige gegadigden aange
meld, om het pand te huren. Zoolang in verband
met straataanleg niet tot afbraak ervan behoeft te
worden overgegaan, kan het weder verhuurd wor
den. Het komt ons evenwel, waar het hier een weelc-
woning geldt, welke nog al eens van huurder zal
verwisselen, het eenvoudigst voor door U tot de
verhuring te worden gemachtigd. Dan zal niet bij
elke verwisseling een besluit van Uwe vergadering
noodig zijn. De huur,som kan op 6.50 per week be
houden blijven, terwijl de nu geldende voorwaar
den eveneens ongewijzigd kunnen worden gelaten,
behoudens dat aan Burgemeester en Wethouders
de bevoegdheid moet verblijven een borg of een
waarborgsom te vorderen.
Ons voorstel strekt dus nu U in overweging te
geven te besluiten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen het
benedengedeelte, omvattende winkel met bakkerij,
pakhuis, erf en massale steeg met toebehooren, van
het perceel Noordvliet no. f91, kadastraal bekend
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
gemeente Leeuwarden sectie G no. 4901, als huis
en erf, geheel groot 2.15 A., van week tot week aan
een door hen aannemelijk geacht persoon te ver
huren voor zes gulden vijftig cent 6.50) en onder
de nu geldende voorwaarden, alsmede met de be
voegdheid een borg of een waarborgsom te vor
deren.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Algemeene beschouwingen worden niet gehou
den.
Wordt overgegaan tot art ikelsge wijze behande
ling.
De artikelen I en II worden onveranderd vastge
steld.
Aan de orde is artikel III.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Nijholt heeft er in de commissie voor de
strafverordeningen op gewezen dat het niet ge-
wenscht is de hoogte der vertrekken te besnoeien
De Voorzitter: „dat is art. IV".
Art. III wordt met algemeene stemmen onveran
derd vastgesteld.
Aan de orde is art. IV.
De heer Ngholt is van oordeel, dat men aan de
hoogte der vertrekken van 3 M. niet moet peute
ren. Spreker weet wel dat het geen groot verschil
is en dat er maar wordt voorgesteld 15 a 20 c.M.
van de hoogte af te nemen, maar hij meent dat de
Raad met dezen achteruitgang niet mee moet gaan.
Het gevolg toch zal zijn dat de woningen, voor de
arbeiders gebouwd*, 15 a 20 c.M. lager worden en
dat zijn juist de woningen, die de meeste ruimte
noodig hebben. In een vertrek moet daar alles ge
beuren. Bij groote woningen bouwt men de ver
trekken ver boven den norm. Die behoeft men dan
ook niet te rekenen. De kleinere woningen worden
al zoo miniem mogelijk gebouwd. Woningen met
vertrekken van 4 x 4 x 3 M. zjjn niet voldoende,
maar de menschen kunnen niet meer huur betalen.
Daarom gaat spreker mee met. de minimum eischen.
Hij acht het echter niet goed daar nog wat af te
peuteren. De inhoud der woningen is van groot be
lang voor de gezondheid en het verwondert spre
ker, dat de gezondheidscommissie met dezen ach
teruitgang meegaat. Hij weet niet welke reden die
commissie daarvoor heeft. De inspecteur voor het
woningtoezicht schrijft dat erop is aangedrongen,
maar hij zegt niet door wien. Zeker niet door de
bewoners of de gezondheidscommissie. Misschien
door de bouwers, vraagt spreker. De inspecteur
zegt dat aanneming van het voorstel economische
gevolgen zal hebben. Dat is een mooi woord. Het
minder hoog maken der vertrekken zal echter op
den kostprijs en dus op de huur niet veel invloed
hebben. En al zal het een paar centen schelen, dan
moet de Raad toch niet meegaan.
Spreker stelt voor in art. 15, 4e lid te lezen:
in plaats van 2.85 M. 3.00 M.
2,80 M. 2.95 M.
De Voorzitter: „dus U wilt de verdieping gelijk
laten op 2.65 M.ï"
De heer Nijholt: „ja".
van Leeuwarden van Dinsdag 13 November 1917. 287
De Voorzitter hoort den heer Nijholt zeggen, dat
de Inspecteur schrijft, dat erom verzocht is, maar
niet door wien. Reeds eenige malen is erom ver
zocht de hoogte der vertrekken te verlagen. Dat is
gebeurd omdat uit de praktijk bleek, dat het beter
is. Wie erom heeft verzocht? Niet alleen bouwers
maar ook liet bestuur der Woningvereeniging Leeu
warden. Dit bestuur is van meening, dat de hoogte
der vertrekken, in verband met de andere verhou
dingen, overdreven hoog is. Een en ander is voor
spreker aanleiding geweest den Inspecteur te vra
gen te informeeren. Alleen Dordrecht heelt onze
maat. Nijmegen heeft 2.80 M„ Haarlem 2.7.) M„
Roterdam 2.75 M„ Hilversum 2.80 M„ den Bosch
2.75 M„ Amsterdam 2.70 M. In verschillende plaat
sen, waar men ook hygiënische eischen stelt, zijn
de eischen lager dan hier. De gezondheidscommis
sie heeft geen enkele reden om de belangen der
hygiëne niet tot hun recht te doen komen. En waai
er geen hygiënische bezwaren bestaan, kan aan den
aandrang der praktijk gevolg worden gegeven.
De heer Nijholt zegt dat het mogelijk is dat hy
giënisten zeggen dat 2.80 M. hoog genoeg is, maar
zij passen toch ervoor om in een dergelijke woning-
te wonen. Dat andere gemeenten de hoogte lager
hebben dan wij hier, is voor ons een reden om blij
te zijn met de verordening, die wij hier hebben.
Spreker zou gaarne verder willen gaan, maar dat
zou de woningliuren omhoog doen gaan en dat
durft hij niet aan. Nu wij hier eenmaal deze ver
ordening hebben, moeten wij die houden en er niet
op besnoeien, zeggende: „het kan zoo ook wel".
De Voorzitter: „als LT de eischen zoo hoog stelt,
maakt LT liet voor den woningtoestand niet beter en
belemmert U den woningbouw".
De heer Beekhuis meent dat de Raad niet te veel
waarde moet hechten aan de hoogte van 2.80 M.
Die is feitelijk hooger. Bij* de nieuwe verordening
is bedoeld de hoogte tot onderkant balk en niet tot
onderkant van den zolder. Wat nu wordt voorge
steld is hoogstens 15 c.M. lager dan de oude veror
dening voorschrijft.
Het ainendement-Nijholt wordt verworpen met
11 tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen de lieeren: Zandstra, Tiemersma,
Dijkstra, Dijstra, Schaafsma, Hiemstra, Collet
en Nijholt,
Tegen de heeren: Cohen, de Vos, Peletier, Atte-
ma, Koopmans, Oosterhoff, van Sloterdijck, Beek
huis, Menalda, Haversehmidt en Schoondermark.
Art. IV wordt hierna onveranderd vastgesteld.
De artikelen VX worden met algemeene stem
men vastgesteld.
De verordening in haar geheel wordt met alge
meene stemmen aangenomen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Vos kan zich met het voorstel wel, met
de redactie niet vereenigen. Er staat n.l.: „het is
verboden op de straat een handwagen door een per
soon beneden den leeftijd van zestien-, en een met
een trekdier bespannen voertuig, met uitzondering
van een ezelwagen, door een persoon beneden den
leeftijd van achttien jaar te doen besturen". Als
men dus een trekdier voor een ezelwagen spant,
mag het wel. De bedoeling is natuurlijk als er een
ezel voor is gespannen.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
uitbreiden van het aantal nissen in het afrekenlokaal
in het Waaggeboum.
13. I borstel van Burgemeester en Wethouders om aan
J. J. Grijpma en B. de Hosson vergunning te verleenen
tot het maken van een inrit in het trottoir voor het perceel
Tweebaksmarkt no. 48.
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen
te machtigen het perceel Noordvliet no. 191 te verhuren
aan den door hen meest geschikt geachten persoon.
15. Voorstel der Commissie voor de strafverordenin
gen tot wijziging der bouwverordening (bijlage no. 32).
16. Voorstel der Commissie voor de strafverordenin
gen tot wijziging van artikel 83 der algemeene politie
verordening (bijlage no. 34).