322 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1917.
Voortgezet Woensdag 28 November 1917.
Vóór stemmen de heerenPeletier, Schaafsma,
Collet, Zandstra, Dijkstra, Hiemstra, Tiemersma,
Nijholt en Tulp.
Tegen de heeren: de Vos, Dijstra, de Haan, van
Weideren baron Rengers, Fransen, Cohen, Koop-
mans, Menalda, van Sloterdijek, Attema, Ooster-
hoff, Schoondermark en Haverschmidt.
De Voorzitter neemt nu aan dat door den uitslag
dezer stemming tevens het principe verworpen is.
Het voorstel-Tiemersraa betreffende de demping
der stadsbinnengrachten, wordt verworpen met 14
tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Schaafsma,, Collet,
Zandstia, Fransen, Dijkstra, Hiemstra, Tiemersma
en Nijholt.
Tegen de heeren: de Vos, Dijstra, de Haan, Pele
tier, van Weideren baron Rengers, Cohen, Koop-
mans, Menalda, van Sloterdijek, Attema, Ooster-
hoff, Schoondermark, Tulp en Haverschmidt.
Het voorstel-Dijkstra betreffende de uitgifte van
een gemeentelijk distributieblad wordt verworpen
met 15 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Schaafsma, Collet,
Dijkstra, Zandstra, Hiemstra, Tiemersma en Nij
holt.
Tegen de heeren: de Vos, Dystra, de Haan, Pele
tier, van Weideren baron Rengers, Fransen, Cohen,
Koopmans, Menalda, van Sloterdijek, Attema, Oos-
terhoff, Schoondermark, Tulp en Haverschmidt.
De motie-Zandstra betreffende de school voor
achterlijke kinderen wordt in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-
advies, evenals de motie-Zandstra-Tiemersma-
Sehaafsma, betreffende het ambulantisme der hoof
den van scholen.
De heer Schoondermark (wethouder) zou den
Raad in overweging willen geven omtrent het am
bulantisme het advies in te winnen van de Com
missie van Toezicht.
De heer Zandstra: „dat is juist onze bedoeling".
Spreker wil nog iets vragen. Hij heeft nog geen
antwoord op zijn vraag of de medici te Leeuwar
den ook gehoord zullen worden over de reorganisa
tie van den geneeskundigen dienst.
De Voorzitter: „de Leeuwarder geneeskundigen
zullen wel een middel weten te vinden om hun stem
te doen hooren. Ik weet geen middel om hen te be
reiken."
De heer Zandstra: „de plaatselijke geneeskundi
gen hebben een kring".
De Voorzitter zal dit denkbeeld nader ter sprake
brengen.
De heer van Sloterdijek stelt voor de vergade
ring te schorsen.
Met 14 tegen 8 stemmen wordt dienovereenkom
stig besloten.
Vóór stemmen de heeren: Dijstra, de Haan, Pele
tier, Schaafsma, Collet, Cohen, Koopmans, Dijk
stra, van Sloterdijek, Attema, Oosterhoff, Schoon
dermark, Nijholt en Tulp.
Tegen de heeren: de Vos,, van Welderen baron
Rengers, Zandstra, Fransen, Hiemstra, Menalda,
Tiemersma en Haverschmidt.
De vergadering wordt geschorst tot Woensdag
28 November voormiddags 10 uur.
De vergadering wordt voortgezet Woensdag 28
November des voormiddags te 10 uur.
Alsdan zijn aanwezig 19 leden, te weten de hee
ren: Dijstra, de Haan, Schaafsma, Collet, van Wei
deren baron Rengers, Zandstra, Cohen, Koopmans,
Dijkstra, Hiemstra, Menalda, Tiemersma, Attema,
Oosterhoff, Schoondermark, Nijholt, Tulp, Haver
schmidt en Beekhuis. Later de heer Fransen.
Met kennisgeving zijn afwezig de heeren Peletier
en de Vos.
De Voorzitter stelt voor te beginnen met volgno.
104 der uitgaven, en de artikelen, waartegen geen
bezwaar bestaat, bij eenvoudigen hamerslag goed te
keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Volgnos. 104107 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Dystra is nog niet goed ingeburgerd. Hij
vraagt of het zoo afloopt als dit artikel zoo den ha
mer passeert of dat er nota wordt genomen van het
voorstel van de Commissie van Rapporteurs.
De Voorzitter antwoordt dat er een voorstel der
Commissie van Rapporteurs is en dat het beter i.-
dat voorstel nu te behandelen.
De heer Dystra kan zich aansluiten bij het dooi
den algemeenen Rapporteur by de algemeene be
schouwingen gesprokene. Hij beveelt aanneming
van het voorstel der Commissie van Rapporteurs
aan.
De heer Haverschmidt maakt bezwaar het pre
sentiegeld weer te verhoogen. Waar ieder van ons,
zegt spreker, zooveel andere vergaderingen gratis
bijwoont, vindt spreker het overbodig dat de wei
nige uren, die we eens in de 14 dagen aan de ge
meente geven, buitengewoon beloond moeten wor
den, vooral met het oog op het feit dat niemand
onzer daarvan financieel schade heeft.
De heer Schaafsma heeft gisteren reeds een plei
dooi geleverd voor verhooging van het presentie
geld en de conclusie van Rapporteurs verdedigd. De
heer Haverschmidt verzet zich daar tegen. Spreker
heeft gisteren reeds opgemerkt dat er, als het alge
meen kiesrecht in werking is, ook andere groepen
der bevolking in den Raad zullen zitting nemen en
dat het dan zal kunnen voorkomen, dat die leden
hun loon niet kunnen missen. De commissievergade
ringen kosten ook tijd en studie. Voor het bijwonen
van vergaderingen der commissiën kan geen pre
sentiegeld worden vastgesteld. Spreker meent dat
het kan worden ondervangen door het presentiegeld
van de raadszittingen te verhoogen. Het gebeurt
nu ook al dat een raadslid financieel nadeel heeft.
Zooals bekend is, was het raadslid Terpstra verleden
jaar in een andere positie dan tegenwoordig. Hij
was toen metselaar en heeft toen voor de tweedaag-
sche behandeling der begrooting zijn loon moeten
derven. Die loonderving werd niet gecompenseerd
door het presentiegeld. Uit de kas der fractie is het
tekort toen bijgepast. Dat bedroeg meer dan 3.
Hier is het presentiegeld niet abnormaal hoog. In
Leeuwarderadeel en Franeker is het hooger en op
andere plaatsen zijn ook al voorstellen tot verhoo
ging ingediend. Al is het pijnlijk, omdat het ons zelf
aangaat, toch acht spreker het goed er iets in het
openbaar van te zeggen.
De heer Haverschmidt vindt het juist daarom
verkeerd, omdat wijzelf het bedrag bepalen en de
gemeentekas de lasten draagt. Een volgend jaar
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1917. 323
Voortgezet Woensdag 28 November 1917.
wenscht men misschien 10 gulden en op die wijze
wordt er van het lidmaaatscnap nog een baantje ge
maakt.
De heer Hiemstra (wethouder) zegt dat wat de
heer Haverschmidt gezegd heeft, naast de kwestie
staat. Niemand der leden heeft de bedoeling om
zichzelf te bevoordeelen. De heer Schaafsma heeft
het reeds, en terecht, opgemerkt, dat er, door de
werking van het algemeen kiesrecht, menschen uit
andere groepen der bevolking tot raadsleden kun
nen worden gekozen, menschen, die hun loon niet
kunnen missen. Niet alleen de heer Terpstra, ook
een ander lid van den Raad heeft al verzuimd.
Waar nu het voorstel om Gedeputeerde Staten te
verzoeken het presentiegeld op 5.te stellen,
op deze wijze wordt gemotiveerd, is er geen enkele
reden om te zeggen dat de raadsleden bezig zijn
hun eigen zak te spekken. Zij beslissen toch niet
zelf, dat doen Gedeputeerde Staaten. Er zal wel
eens een tijd komen dat er een uniform presentie
geld bestaat, nu bestaat er geen andere weg. Er
is dan ook geen reden om aan te nemen dat, als
er een presentiegeld van 10.wordt voorgesteld,
dit zal worden aangenomen. Er is spreker geen
gemeente van den omvang als Leeuwarden bekend,
waar het presentiegeld lager is dan hier. Ook in
Nijmegen wordt een presentiegeld van 5.voor
gesteld. Wat hier wordt voorgesteld is niets buiten
gewoons. Er is geen reden om te spreken als de heer
Haverschmidt hoeft gedaan.
De heer de Haan meent dat de heer Haverschmidt
niet juist is. Hij zegt: de Raad bepaalt het presen
tiegeld zelf en die kan het wel op 10.stellen.
Spreker meent, dat liet presentiegeld wordt vastge
steld door Gedeputeerde Staten. Er is dan een hoo
ger college dat beoordeelt of de Raad bovenmatige
eischen stelt voor tijdverlies.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel der Commissie van Rapporteurs
wordt aangenomen met 17 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Dijstra, de Haan,
Schaafsma, Collet, van Welderen baron Rengers,
Zandstra, Cohen, Koopmans, Dijkstra, Hiemstra,
Menalda, Tiemersma, Attema, Oosterhoff, Schoon
dermark, Nijholt en Tulp.
Tegen de heeren Haverschmidt en Beekhuis.
Volgno. 108 wordt vastgesteld.
Volgnos. 100'113 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Nyholt wijst erop dat hem, toen hij lid
van den Raad werd, een pak verordeningen is toe
gezonden zonder meer. Hij heeft toen getracht na
te gaan wat hy had en wat niet. Het bleek hem
toen dat hij nogal wat miste. Aan de secretarie heeft
hij gevraagd de ontbrekende te sturen en hij heeft
ten antwoord ontvangen dat die er niet zijn. Spre
ker meent dat dit niet in orde is en dat het niet
moet voorkomen, dat aan de leden wordt gezegd dat
er geen verordeningen zijn. Hij zou daarom willen
vragen of het geen overweging zou verdienen de
verordeningen die op zijn, opnieuw te drukken. Het
is toch moeilijk alles na te gaan als men geen ver
ordeningen heeft. Nu kan wel worden- gezegd: die
kunnen wel op het stadhuis worden ingezien, maar
het moet den raadsleden niet moeilijk worden ge
maakt.
De Voorzitter zegt dat het een kwestie van zuinig
heid is. Als het bekend is dat verordeningen op
het punt staan om te worden gewijzigd, worden ze
niet opnieuw gedrukt. Dan kan het wel gebeuren,
dat er geen afdrukken meer zijn. Van enkele ver
ordeningen is nog slechts één exemplaar aanwezig.
Als er altijd door nieuwe verordeningen in voor
raad moesten zyn, zou dat een kostbare geschiede
nis worden. Dit is dan ook de reden dat er wel
eens voor een nieuw raadslid geen complete ver
zameling is. De raadsleden kunnen echter altijd op
het stadhuis terecht. De oplaag kan ook wel iets
grooter worden gemaakt.
De heer Nyholt zegt dat er nog al veel exempla
ren ontbreken. Dat maakt het werk voor de raads
leden moeilijk. Hij meent dat het eene verkeerde
zuinigheid is.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno'. 11.4 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 115 wordt vastgesteld1 zooals het bij nota
van wijziging is voorgesteld.
Volgnos. 116130 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 131 wordt vastgesteld zooals het bij nota
van wijziging is voorgesteld.
Volgno. 132—160 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tiemersma heeft in de sectie de verplaat
sing van het ijzeren hek van den Nieuweweg naar
het Nauw besproken. Hij vindt daaromtrent in de
Memorie van Antwoord dat Burgemeester en Wet
houders met den Nieuweweg nog geen speciaal
doel hebben. Spreker acht het gevaarlijk het hek
weg te nemen, zoolang de aangekochte panden niet
geamoveerd zijn. Als het hek nu wordt verwijderd,
heeft men er een gevaaarlijke onderwal, want de
straat is niet buitengewoon breed en aan de Druif
streek heeft men twee autogarages. Spreker vraagt
of er geen andere oplossing mogelijk is en het ijzeren
hek kan blijven staan.
De Voorzitter kan den Raad mededeelen, dat de
Directeur der Gemeentewerken plan heeft een ge
metseld muurtje te zetten op den kant van den on
derwal. Wat er met den Nieuweweg moet gebeu
ren weten Burgemeester en Wethouders nog niet.
Het hek zal echter niet zonder meer worden weg
genomen. Er zal wel altijd een beveiliging moeten
blijven.
De heer Haverschmidt wenscht aan den Nieuwe
weg geen hek en geen muur. Hij begrijpt niet waar
om hier gevaar dreigt; als men van een walmuur
valt komt men direct in het water terecht, hier is
ten minste nog een onderwal. Vreest men voor den
draai bij het ziekenhuis, dan kan men daar een ge
deelte leuning behouden.
De Voorzitter meent dat het grootste bezwaar
niet is aan de zijde van het ziekenhuis, maar aan
den anderen kant. Bij het ziekenhuis staan hoornen
en is het trottoir breed. Aan den anderen kant is
het smaller. De Directeur der Gemeentewerken
heeft het denkbeeld geopperd het hek weg te ne
men. Burgemeester en Wethouders zullen deze
zaak onder de oogen zien. Spreker meent niet dat
het hek zoo moet verdwijnen.
De heer Tiemersma is van oordeel dat er onge-
Volgn. 108. Presentiegeld voor de leden van den
Raad f' 1200.
V. V.
Volgn. 114. Druk- en bindwerk f 7000.
Volgn. l(il. Onderhoud van wegen en voetpaden, stra
ten, pleinen en kolkenriolen enz. f 41580.