332 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1917
Voortgezet Woensdag 28 November 1917
zou zijn opgelost en de gelijkstelling van het open
baar en bijzonder onderwijs een feit zou zijn. Het is
pijnlijk dat deze post nu het laatste jaar nog op de
begrooting wordt gebracht.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 17 tegen 3 stemmen wordt de post gehand
haafd.
Vóór stemmen de heeren: Schaafsma, Collet, van
Weideren baron Rengers, Zandstra, Cohen, Koop-
mans, Dijkstra, Hiemstra, Menalda, Tiemersma,
Attema, Oosterhoff, Schoondermark, Nijholt, Tulp,
Haversehmidt en Beekhuis.
Tegen de heeren: de Haan, Dijstra en Fransen.
olgno. 239 wordt onveranderd vastgesteld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Dystra doet opmerken, dat het hier eene
principieele kwestie betreft en dat het hem als anti
revolutionair eene behoefte is zich daarover uit te
spreken. De Memorie van Antwoord bevredigt spre
ker niet. Wel wordt hij daarin verwezen naar artikel
35 der Leerplichtwet, omdat Burgemeester en
Wethouders veronderstellen, dat spreker dit artikel
uit het oog heeft verloren. Dat is echter niet het
geval. De interpretatie van dat artikel echter is
voor spreker een geheel andere dan voor hen, die
het antwoord hebben gegeven.
Er wordt gezegd dat de verstrekking van school-
voeding en -kleeding geen armenzorg is. Of die ver
strekking nu in de school gebeurt of ergens anders,
maakt voor spreker geen verschil. Het simpele feit
dat artikel 35 den weg tot de verstrekking opent,
geeft bij spreker den doorslag niet. Het kind be
hoort bij de ouders en de school is er voor het on
derwijs. Er mag, meent spreker, geen wig worden
gedreven tusse'hen het kind en het gezin. Het kind
behoort bij het gezin en voor spreker is dan ook
niet artikel 35 der Leerplichtwet het criterium,
maar de Goddelijke wet, die de ouders de taak op
legt om voor het kind te zorgen. Kerkelijke instel
lingen en het particulier initiatief mogen wel steu
nen en ook zijn de anti-revolutionairen geen tegen
standers van het ingrijpen der overheid. Bij hen
echter gaat het over de wijze waarop dat ingrijpen
geschiedt. Als voor dien steun KXHJ.wordt uit
getrokken, dan beteekent dat weinig. Spreker is
dan ook overtuigd dat 1000.op geen stukken
na voldoende zal zijn om in de behoeften te voor
zien. Spreker voelt er alles voor om door de wer
king van het particulier initiatief het verband tus-
schen ouders en kinderen te bewaren en heeft de
eer voor te stellen:
„De Raad, gehoord de besprekingen, besluit arti
kel 16 Hoofdstuk VIII, afd. T van de gemeentebe-
grooting, dienst 1918, af te voeren en Burgemeester
en Wethouders een blanco crediet te verleenen tot
leniging van de dreigende armoede in den komen
den winter.
Tot verwezenlijking hiervan verzoekt hij Burge
meester en Wethouders de particuliere instellingen
op hare aanvragen op milde wijze steun te verlee-
nen en op het besteden der verleende gelden con
trole uit te oefenen."
Spreker wil dit als toelichting zeggen. Het be
drag, voor rechtstreeksche voeding en kleeding uit
getrokken, bestrijkt slechts een klein gedeelte van
het terrein, waarvoor dezen winter de aandacht
van instellingen van weldadigheid zal worden ge
vraagd. Bovendien strekt de post alleen voor de kin
deren die oi3 school gaan. Wat moet er dan gebeu
ren, vraagt spreker, met de kinderen die niet op
school gaan en wier ouders niet in staat zijn ze
te voeden. Spreker beveelt ook daarom zijn voorstel
bij den Raad aan, daar dan deze kinderen ook kun
nen worden geholpen.
De heer Schaafsma zegt dat de opmerking van
den heer Dystra hem noodzaakt dit punt even te
bespreken. Hij noemt het eigenaardig dat in groote
steden, waar schoolvoeding en -kleeding reeds meer
en meer is ingeburgerd, de partijgenooten van den
heer Dijstra zich niet verzetten. In den Haag, waai'
by de behandeling van den post schoolvoeding en
-kleeding werd voorgesteld die ook uit te strekken
tot de bewaarscholen, hebben de heeren de Wilde
en Ankerman zich verzet. Dat verzet was geen prin
cipieel verzet. Zij verzetten zich hierom, omdat niet
alle kinderen daarin gelijkelijk zouden deeleu. De
wet op het Lager Onderwijs bepaalt toch dat ook
schoolvoeding en -kleeding kan worden verstrekt
aan de leerlingen der bijzondere scholen, maar niet
aan de bijzondere bewaarscholen. Deze aanleiding
tot een principieel verzet kon spreker begrijpen. Hij
acht het voorstel van den heer Dijstra dan ook ver
keerd en dat der sociaal-democraten, om den post
tot 25.000.te verhoogen, veel logischer. Daar
door wordt ook bereikt wat de heer Dijstra wenscht.
Met diens voorstel evenwel wordt het doel niet be
reikt.
De heer de Haan eerbiedigt volkomen de prin
cipieele bezwaren van den heer Dijstra. Hij kan ech
ter niet zoover gaan als deze en zal zich niet voor
de motie verklaren, omdat het bepaalde bij artikel
35 der Leerplichtwet zijne volkomen instemming
heeft.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel-Dijstra wordt verworpen met 18 te
gen 1 stem.
Vóór stemt de heer Dijstra.
Tegen de heeren: de Haan, Schaafsma, Collet,
van Weideren baron Rengers, Zandstra, Fransen,
Cohen, Koopmans, Dijkstra, Hiemstra, Menalda,
Tiemersma, Attema, Oosterhoff, Nijholt, Tulp, Ha
versehmidt en Beekhuis.
Volgno. 240 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos, 241243 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Zandstra stelt voor den post tot 1000.—
te verhoogen. Spreker behoeft over deze zaak niet
uit te weiden, daar dit al zoo dikwijls is gebeurd;
De meerderheid zal wel begrijpen hoe nuttig en
noodig de schoolreisjes zyn. De leerlingen krijgen
er beter kijk door op verschillende dingen als: de
zee, het bosch, de fabrieken enz. De reisjes zullen
zich dan ook niet meer kunnen bepalen tot den om
trek. Waar nu alles, ook het reizen, veel duurder is
geworden, moet, meent spreker, de post worden
verhoogd. Men kan wel zeggen dat de reisjes maar
stop gezet moeten worden, maar dat is nadeel ig
voor het onderwijs.
De Voorzitter zal niet met den heer Zandstra de-
batteeren over het nut. van schoolreisjes. Hij meent
evenwel dat dit nut niet zoo groot is, dat daarvoor
eene verhooging van den post met 700.onder
de huidige tijdsomstandigheden gewettigd is. De
financieele toestand van alle gemeenten wordt zeer
bedenkelijk en daarom geeft spreker den Raad ern
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1917 333
Voortgezet Woensdag 28 November 1917.
stig in overweging niet met het voorstel-Zandstra
mee te gaan.
De heer Zandstra is niet zoo zwaartillend als de
Voorzitter. De enkele guldens, die spreker vraagt,
zyn niet een groot bedrag, te meer niet, waar dat
wordt gegeven voor het onderwijs. Dat onderwijs
moet zoo best mogelijk zijn en dat is alleen mogelijk
als het wordt gegeven met de beste middelen. Wij
hebben een jong geslacht op te voeden en mogen
dat niet onthouden wat nuttig en noodig is. Een
goed onderwezen volk heeft de beste weerkracht en
als het onderwijs verbeterd wordt, beteekent dat
eeonomischen vooruitgang.
De heer Schaafsma gelooft dat deze kwestie ge
makkelijk is op te lossen, als de bedoeling voor zit
het reizen niet in te krimpen. Als Burgemeester en
Wethouders toch gemachtigd worden tot het doen
van die uitgaven, welke noodig zijn om het reizen
op denzeifden voet te kunnen voortzetten, zal het
geen 1000.behoeven te kosten.
Den heer Schoondermark (wethouder) verwon
dert. het niet dat er dit jaar weer over dezen post
wordt gesproken. Spreker heeft de overtuiging dal
men, als liet normale tijden waren, het niet bij
1000.zou laten. Het argument nu is dat alles
duur is, ook het reizen. Spreker moet den Raad er
even aan herinneren, dat de schoolreisjes niet zijn
bedoeld als leermiddel, maar als een verzetje. Als
leermiddel zou het een reusachtig duur leermiddel
zyn. De heer Krijgsman heeft indertijd beweerd,
dat de schoolreisjes even noodzakelijk zijn als de
griffel. Spreker heeft hem toen gewezen op het
verschil tusschen de twee leermiddelen. De griffel
is een goedkoop, de schoolreisjes zijn een zeer duur
leermiddel. Indertyd heeft de Raad dan ook ge
zegd: als amusement bedoeld, wil ik wel iets voor
schoolreisjes geven. In het begin was dat bedrag
200.nu al jaren 300.Spreker meent dat
het. daarbij moet blijven. Hij begrijpt niet hoe men
tot de berekening is gekomen van. 10(A).of het
moest zijn dat men van het principe afdwaalt. De
Raad heeft het principe amusement en niet leer
middel aangenomen. Wij allen moeten ons behelpen
en de reisjes behoeven zich ook niet altijd tot Arn
hem of Holland uit te strekken. De leerlingen kun
nen nu wel te Beetsterzwaag blijven. Spreker zou
het betreuren als het voorstel-Zandstra werd aan
genomen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 12 tegen 8 stemmen wordt het voorstel-Zand-
stra verworpen.
Vóór stemmen de heeren: Schaafsma, Collet,
Zandstra, Dijkstra, Hiemstra, Tiemersma, Nijholt
en Tulp.
Tegen de heeren: Dijstra, de Haan, van Weideren
baron Rengers, Fransen, Cohen, Koopmans, Me
nalda, Attema, Oosterhoff, Schoondermark, Ha
versehmidt en Beekhuis.
Volgno. 244 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 245251 worden onveranderd vastge
steld.
De heer Collet vraagt of het subsidie van de am
bachtsschool binnenkort ter sprake komt.
De Voorzitter: „ja, er is een adres".
Volgno. 252 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos, 253270 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend,
De lieer Schaafsma vraagt of het in Juni inge
komen adres van Nosokomos nog steeds bij de Com
missie voor het Stadsziekenhuis is.
De Voorzitter: „het is bij Burgemeester en Wet
houders ingekomen".
De heer Schaafsma: „Kan de Raad spoedig prae-
advies verwachten.!"
De Voorzitter: „ja".
De beraadslaging wordt gesloteu.
Volgno. 271 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 272 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 273 wordt vastgesteld zooals het bij Nota
van Wijziging is voorgesteld.
Volgnos. 274—283 worden onveranderd vastge
steld.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Dijkstra vindt het salaris van den Direc
teur te laag. Het salaris is nu 750950.plus
100.voor intercommunale bemiddeling. Het is
een geluk voor den directeur dat diens gezin klein
is. Het tegenwoordig salaris van dien ambtenaar
is nog beneden het loon van een veldarbeider en dat
is geen salaris voor een zoo verantwoordelijke po
sitie. Spreker stelt voor liet met 200.te ver
hoogen.
De Voorzitter wil erop wijzen, dat deze ambte
naar heel gelukkig heeft gediend. In den korten
tijd van zijn directeurschap is hij reeds meermalen
verhoogd. Bovendien heeft hij .100.als secreta
ris van het Werkloozenfonds. Spreker zal het voor
stel van den heer Dijkstra in stemming brengen.
De heer de Haan is het geheel met den heer Dijk
stra eens. Ook hem komt het voor dat het salaris
van den Directeur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs,
in verband met diens verantwoordelijke positie te
laag is. Dat het salaris al eenige keeren verhoogd is,
doet tot de zaak niets af. Daaruit volgt alleen, dat
het aanvangssalaris te laag was. Het komt spreker
voor, dat de toelichting in de Memorie van Ant
woord voorkomende, onjuist is. Er staat dat de Di
recteur 100.krygt als secretaris van het Werk-
loozenfonds. Dat houdt 1 Januari op, daar de Com
missie van Bestuur aftreedt en de toeslag van het
Rijk zal ophouden. Dan treedt de Commissie van
Advies op en wordt het salaris van den secretaris
door den Raad bepaald. Dan is het tijdstip daar om
het salaris van den Directeur der Arbeidsbeurs te
bespreken.
De heer Hiemstra (wethouder) zegt dat hij ver
leden jaar zelf vefhooging van liet salaris van den
Directeur heeft voorgesteld. Toen is er een onbillijk
besluit genomen. De fout kan nu worden hersteld.
Er is wel iets voor het door den heer de Haan ge
sprokene te zeggen, maar hij wil den Directeur toch
niet zoolang laten wachten. Als de Raad, indien
het salaris nu wordt verhoogd, later daarmee reke
ning houdt, wanneer er een nieuwe functie wordt
geschapen, is er voor wachten ook geen reden. Spre
ker zal vóór het voorstel-Dijkstra stemmen.
Volgno. 240. Kosten van rechtstreeks van gemeente
wege verstrekte voeding en kleeding aan behoeftige school
kinderen j' 1000.
Volgno. 244. Bijdrage in de kosten van schoolreisjes,
van gemeentewege georganiseerd f 300.—-
Volqno. 252. Subsidie ten behoeve van de Ambachts
school f 11000.
Volgno. 271. Onderhoud van gebouwen voor armen-
inrichtingen f 1.912.50
Volgno. 284. Gemeentelijke arbeidsbeurs f 1.813.70