306 Verslag van de handelingen van d«n gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1917.
deeling, en hij heeft de ervaring dat de Burge
meester de opmerkingen altijd noteert of schrifte
lijk bevestigt.
Zonder reclame bereikt men op die wijze het
zelfde effect, hoewel spreker erkent dat het pu
bliek, dat verzot is op interpellaties en ingezonden
stukken, er by te kort komt. Toch zou spreker lie
ver zien dat de Voorzitter meer gebruik maakte
van zijn recht om eerst 14 dagen later op interpel
laties te antwoorden; wanneer de interpellant prijs
stelt op een gedocumenteerd antwoord, kan dit
uitstel hem niet anders dan aangenaam zijn.
In de tweede plaats een paar opmerkingen over
het verslag van rapporteurs.
Spreker acht het een slechte gewoonte bij de be
handeling te herhalen de vragen in de sectiever
gadering gesteld, maar het rapport bevat sprekers
vragen in telegramstijl, zoodat degene, die namens
Burgemeester en Wethouders de Memorie van Ant
woord schreef, daarmee verlegen was. Sprekers
opmerking is geweest dat het jaarverslag een be-
denkelijken omvang heeft gekregen zonder daar
bij in belangrijkheid te winnen. I)it vindt zijn oor
zaak in de menigte tabellen, die aan het verslag
zyn toegevoegd; alleen bij Arbeidsbeurs, Gasfa
briek en Hoofdelijken omslag telt spreker er 41,
meerendeels groote uitslaande vellen. De Hoofde
lijke omslag maakt het het ergst; deze heeft 25
tabellen en wat staat er nu op zoo'n tabel? Spreker
toont een uitslaand blad waarop niet anders staat
dan dat er geen enkele forens is met 6 kinderen en
een dito waarop alleen het ieit vermeld staat dat
er één forens is met S kinderen. Spreker houdt veel
van statistieken, maar hij wil die bewaren in hef
archief van de betreffende administratie en ze voor
den dag halen als er aan een nieuwe verordening
gewerkt wordt, maar acht ze niet belangrijk ge
noeg' om ze elk jaar zoo uitvoerig te laten drukken.
Ook met de verspreiding van het dikke boek kon
men wat zuiniger zijn; het. is onnoodig dat ieder,
die een paar regels copy levert, een exemplaar ont
vangt.
Dan staat er onder volgnummer 111, waarmee
het niets te maken heeft, dat. een lid registratie
verzoekt van oude gebouwen. Burgemeester en
Wethouders hebben die zinsnede niet kunnen be
grijpen omdat zij de samenvatting is van het vol
gende: spreker heeft namelijk de vraag gesteld of
men den tyd niet gekomen acht om over te gaan
van gemeentewege of met gemeentesubsidie tot in-
ventariseering van nog aanwezige oudheden als
17de en 18de eeuwsche gevels, smeedwerk, gevel-
steenen, gangportieken, schoorsteenmantels enzoo-
voorts, die gaandeweg verdwynen maar nog in
mooie exemplaren aanwezig zijn, op den voet zoo-
als dat in sommige steden, het laatst in Rotter
dam, en reeds eerder door Weissman en van Arkel
in Noord-Holland is geschied. Daarvoor is de sa
menwerking noodig van drie menschen, een teeke
naar of fotograaf, de archivaris voor de historie
der huizen en een uitgever. Spreker weet heel goed
dat velen daar niets voor gevoelen, maar hy meent
in den Voorzitter een medestander te zien. Sprekers
gevoelen is dat, wanneer men niet te kort schiet
in belangstelling voor het heden, het. zeker aan
beveling verdient zijn aandacht te schenken aan
het weinige dat er nog rest uit den tijd onzer voor
ouders, zonder wier bestaan geen onzer lid zoude
zijn van dezen gemeenteraad.
Spreker beveelt den Voorzitter deze zaak ter
overweging aan.
De heer KOopmans is het lid, dat in de sectie wel
hulde heeft gebracht aan Burgemeester en Wet
houders. In een overigens aangename vergadering
heeft hij gemeend de medeleden; die het beleid van
Burgemeester en Wethouders meenden te moeten
laken, er op te mogen wijzen, dat er ook nog wel
iets te hunne gunste kan worden gezegd en men
wel in acht moest nemen dat de toestanden zeer
bezwaarlijk zijn en er in deze tijden veel van hunne
werkkrachten wordt gevergd. In het bijzonder is
dit het geval met den Voorzitter, die als het ware
met werk overladen, toch alles flink aanpakt en
wat hij doet ook goed doet. Nu mag men wel be
weren, dat de Voorzitter wel eens wat kort aange
bonden is, spreker wil dit niet ontkennen, maar
het is waarschijnlijk de fout van zijn deugden en
mocht hij dientengevolge eens op minder vriende
lijke wijze uitvallen, hij doet dit toch zonder aan
zien des persoons. Dit heeft hij in de sectie gezegd
en meent het nu nog wel eens in het openbaar te
mogen herhalen.
De heer de Haan heeft in de Memorie van Ant
woord met bijzonder genoegen gelezen, dat een
voorstel tot regeling van den Hoofdelijken omslag
gedrukt is, bij de leden zal worden rondgezonden
en te zijner tijd zal worden behandeld. Spreker
vertrouwt dat daarbij wordt voldaan aan den door
hem uitgesproken wensch, dat dit punt zoo tijdig
ter sprake zal komen, dat die wijziging het volgend
jaar in werking zal kunnen treden. Uit de Memo
rie van Antwoord is spreker verder gebleken, dat
een adres van den Bond ter behartiging der Be
langen van het kiml om het rooken bij kinderen
tegen te gaan, door Burgemeester en Wethouders
is ontvangen. Het advies der Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwijs dateert van 26 Sep
tember 1.1. en de stukken zijn nog bij Burgemeester
en Wethouders in overweging.
Spreker wenscht er op te wijzen, dat een der ook
in ons land bestaande misstanden., waarop geluk
kig den laatsten tijd meer de aandacht wordt ge
vestigd, is rooken der kinderen. Uit de on
derwijzerskringen gaan telkens stemmen op, om
maatregelen tegen dit kwaad en in verschillende
gemeenten zijn' reeds van overheidswege voor
schriften vastgesteld ter beteugeling van dit euvel.
Het wordt urgent op dit stuk niet langer werke
loos toe te zien, maar liever over te gaan tot een
krachtig ingrypen. Het kwaad toch, door het rooken
van onvolwassenen gesticht, is grooter dan menig
een wel meent of vermoedt en heeft reeds zoodani-
gen omvang aangenomen, dat op een van zelf weer
verdwijnen geen hoop meer bestaat. Op genees
kundige gronden alleen is reeds een rookverbod te
verdedigen, omdat by jeugdige personen het nico
tine vergif zoowel de gezondheid als de zeden aan
tast, de ontwikkeling tegenhoudt en het geestelijk
evenwicht verstoort.
Houdt men, zooals met spreker het geval is, meer
rekening met onderwijsbelangen, dan moge er aan
worden herinnerd, dat bij onderwijzers en ook bij
beoefenaars van sport de overtuiging bestaat, dat
het gebruik van tabak schadelijk is en bovendien
te verwerpen, daar het voor het kind onnatuur
lijke prikkels oplevert. Deze prikkels voeren tot
misbruik van alcohol en vroegtijdige criminaliteit;
welk verband in vele gevallen door de vereeniging
Pro Juventute is aangetoond.
Een groot deel der misdaden toch, begaan door
jeugdige personen, mag worden gesteld op reke
ning van de snoepzucht, het bioscoopbezoek en liet
rooken, voor dit laatste, omdat het vergif der ciga
rette de zedelijke krachten van het organisme ver
nietigt.
Naast deze genoemde lichamelijke en geestelijke
nadeelen van het individu veroorzaakt dit rooken
ook nog economische schade voor de maatschappij,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 November 1917. 307
daar hierbij geld wordt verspild voor nadeelige ge
notmiddelen. De ervaring heeft geleerd, dat, ter
wijl in liet algemeen het rooken eenigszins afneemt,
daarvan juist door kinderen in vrij sterke mate
wordt gebruik gemaakt.
Intusschen is gebleken, dat het particulier initia
tief onmachtig is het kwaad te doen ophouden, of
althans beduidend te verminderen, vandaar dat op
overheidsbepalingen moet worden aangedrongen.
Doch steeds zal het particulier initiatief aanvullend
moeten blijven werken, daar met verordeningen of
wettelijke bepalingen niet bereikt kan worden het
rooken binnenshuis en geen afdoende middelen
denkbaar zijn, die het zich verschaffen van tabak
zouden kunnen beletten.
In Engeland bestaat reeds sedert 1908 de Child
ren's Act, waarin bepalingen zijn opgenomen om
het rooken door de jeugd tegen te gaan. Strafbaar
wordt gesteld niet alleen het verkoopen van tabak,
sigaren of sigaretten aan personen beneden1 den
leeftijd van 16 jaar, maar ook van sigarettenpapier,
waardoor althans ten deele het zelf vervaardigen
ondervangen wordt. Overigens zijn spreker geen
wettelijke voorschriften uit het buitenland bekend,
wel weet hij dat in Duitschland in tal van school
reglementen verbodsbepalingen van die strekking
voorkomen.
Te Rotterdam is bij een, in 1914 door de Afdee-
ling van den Bond van Nederl. Onderwijzers inge
steld onderzoek gebleken, dat zelfs van de 6-jarige
kinderen 6.9 geregeld, 18.9 nu en dan rooken;
bp de 13-jarigen waren deze cijfers tot 26 en 72.6
gestegen en in totaal rookten van 10.582 kinde
ren van 6 tot 13 jaar niet minder dan 19.8 ge
regeld en 30 nu en dan, totaal 58.8 De Com
missie voor de Strafverordeningen stelde daarom
voor het gewone verbod uit te vaardigen voor den
verkooper van tabaksartikelen, om in de uitoefe
ning van zijn bedrijf aan kinderen beneden 16 jaar
tabak, sigaren of sigaretten te verkoopen, ten ge
schenke aan te bieden of op andere wijze te ver
strekken. Daar het bij de rechtspleging, zoo als die
in ons land bestaat, weinig nut heeft steeds meer
kinderen met den strafrechter in aanraking te
brengen, werd een verbod aan het kind achterwege
gelaten.
Voorts zijn, voor zoover spreker heeft kunnen
nagaan, in de laatste jaren gemeenteverordenin
gen met verbodsbepalingen van dien aard tot stand'
gekomen, o.a. te Bussum, den Helder, Gouda, Lei
den, Middelburg,, Nijmegen, Utrecht en ATaardin-
gen.
Gaarne beveelt hij dit onderwerp aan Burge
meester en Wethouders ter nadere overweging
aan.
De heer Nyholt wil in de eerste plaats verklaren
dat hij in tegenstelling met den heer Haverschmidt
de tabellen uit het gemeentelijk jaarverslag niet
gaarne zou willen missen. Spreker meent dat er
door Burgemeester en Wethouders nooit te veel
tabellen kunnen worden verstrekt. De leden van
den Raad moeten op de hoogte zijn van de toestan
den en zaken en daarom moeten zij zooveel moge
lijk worden ingelicht. In verband daarmee staat
sprekers opmerking over de gemeenterekening.
Door de rapporteurs is sprekers opmerking onvol
ledig overgenomen en dat is misschien de oorzaak
dat het antwoord van Burgemeester en Wethou
ders er gedeeltelijk naast ligt. Burgemeester en
Wethouders toch zeggen dat. de gemeenterekening
niet kan worden veranderd, want dat zij volgens
bepaalde voorschriften wordt samengesteld. Spre
ker weet niet of Burgemeester en AVethouders op
die voorschriften invloed kunnen uitoefenen. Maar
wel kunnen zij naast de rekening door afzonder
lijke overzichten inlichtingen verschaffen, die van
belang zyn voor de beoordeeling.
Als men toch de rekening der gemeente nagaat,
met haar massa cijfers, wordt de beoordeeling van
den financieelen toestand moeilijk. Men heeft er
doorheen eene kas- en eene bedryfsrekening over
aan- en verkoop van grond en huizen. Daaruit is
het echter moeilijk te beoordeelen of de gemeente
financieel voor- dan wel achteruit gaat. Nog moei
lijker wordt die beoordeeling over een reeks van
jaren. Burgemeester en Wethouders hebben nu wel
een poging gedaan om het duidelijker te maken,
door eene scheiding te maken tusschen gewoon en
buitengewoon, ,maar het is spreker niet duidelijk
hoe men op den duur daaruit den stand van zaken
kan nagaan. Daarom heeft spreker zijne opmer
king gemaakt. Het eenvoudigste zou zyn, als Bur
gemeester en Wethouders elk jaar een overzicht
gaven van de bezittingen en schulden der gemeen
te. Dat is iets, maar nog niet alles. Beter zou het
zijn een afzonderlijken staat te maken van de in
komsten en uitgaven uit den aan- en verkoop van
huizen voortspruitende en die staat naast de reke
ning over te leggen. Of daarvoor een afzonderlijk
grondbedrijf noodig is, weet spreker niet. Tegen
over een gemeentelijk grondbedrijf, met de uitge
sproken bedoeling de aflossing en andere lasten af
te wentelen op de toekomst staat spreker nog
scpetisch en hij weet nog niet of hij daar wel voor
zou zijn, als het werd voorgesteld. Het zou echter
een groote verbetering zijn, als de inkomsten en
uitgaven uit aan- en verkoop van grond en gebou
wen in een afzonderlijke administratie werden on
dergebracht.
Het tweede punt, dat spreker wenscht te behan
delen, is het tekort, van de Middelbare Meisjes
school. Dat tekort was het vorig jaar ruim 11.000,
zonder daarbij de huur van het schoolgebouw te
rekenen. Het aantal leerlingen dat er jaarlijks af
komt, bedraagt 9 a 10, zoodat iedere leerling de ge
meente 14 a 1500.kost. Was nu die school van
een zoo overwegend belang dan zou het niet zoo
erg zyn. Maar dat is ze niet. Het is een soort luxe
school.
Wel is het karakter der school in den loop der
jaren eenigszins veranderd, maar de school her
innert nog steeds aan een kostschool voor jonge
juffrouwen, zooals ze volgens de Handelingen,
waarnaar de Memorie van Antwoord verwijst,
vroeger werd genoemd. Zij kan niet met de andere
scholen op een lijn worden gesteld. Waar dit zoo
is gaat het niet op dat de school alle jaren een te
kort oplevert. Er schijnt, evenwel in en buiten Leeu
warden aan de school behoefte te bestaan. Ten
minste zij is goed bezocht. Daarom zal het niet goed
zijn haar op te heffen. Het teekent toch belang
stelling, dat. het aantal leerlingen ongeveer 100
bedraagt. Waar het echter een luxe school is, die
niet opleidt voor het productieve leven, is het ge-
wenscht dat zij, die er gebruik van maken, een
groot deel van het schoolgeld betalen. Dit stand
punt neemt spreker niet in ten opzichte van de
andere scholen. Daaraan heeft de maatschappij
meer. Spreker zal over het onderwijs aan de school
niet uitweiden, dat. is bekend genoeg in Leeuwar
den. Om het groote tekort op de school jets te ver
kleinen, is hij zoo vrij de volgende motie voor te
stellen:
„de Raad besluit het schoolgeld voor het onder
wijs aan de Middelbare Meisjesschool te verhoo-
gen bij een aanslag van den schoolgeldplichtige in
den hoofdelijken omslag naar een inkomen tot en
met 450(1.met 25.per jaar, boven 4500.
en voor hen, die buiten de gemeente wonen, met
50.per jaar.