370 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag ld December 1917 dat het verstandiger is het aan de Regeering over te laten om de hoogere klasse in de toekomst zwaar der te belasten. Spreker zal tegen het amende ment stemmen. De heer Dystra acht met den heer de Haan ue toe lichting tot het amendement-Nijholt zeer mager. De heer Nijholt heeft alleen gezegd een kleine ver hooging niet onbillijk te achten. Spreker meent dat hij daarmee niet kan volstaan en dat de noodza kelijkheid moet worden aangetoond. Noch de bil lijkheid, noch de noodzakelijkheid van verhooging is aangetoond en spreker zal dan ook tegen het amen dement stemmen. De heer Nyhoit is het met de hoeren de Haan en Dystra gedeeltelijk eens, dat de toelichting mager is. Hij heeft echter gedacht aan het dure druk ken en is begonnen te bezuinigen, daar hij van meening is haar hier goedkooper te kunnen aan vullen. De inkomens van 3500.tot €500. zyn door het voorstel van Burgemeester en Wet houders aanmerkelijk verlicht. Spreker meent ech ter dat er geen reden is om de inkomens van 3500 en daarboven zoo sterk te ontlasten, aangezien het gevolg ervan is, dat een groot deel der belasting moet worden opgebracht door de allerhoogste in komens. Veranderen de tijden en maken de oor logswinstmakers niet meer zulke goede zaken, dan zal het gevolg zyn, dat het percentage vlugger moet worden verhoogd, zoodat ook de allerlaagste klasse weer meer moet opbrengen. Aanneming van sprekers amendement, dat 15 a 20.000 zal opbrengen, voorkomt dat gedeeltelijk. De heer do Haan heeft gezegd, dat hierdoor meer zal wor den gevraagd dan er noodig is. Dit is voor spreker nog de vraag. De Wethouder van Financiën heeft toch meegedeeld, dat het alle jaren meer moeite kost om de begrooting sluitend te maken. Er zijn nu weer enkele posten uitgetrokken, o.a. voor schoolvoeding en er zullen wel meer tegenvallers komen. Spreker meent dan ook dat het wel goed zal zyn den post „Onvoorzien" te verhoogen. Daar om stelt spreker voor iets meer uit den Hoofdelij- ken Omslag te halen. Hij vond het daarom goed de inkomens van 3500.tot 6500.niet zoo veel te ontlasten als Burgemeester en Wethouders voorstellen. Daarom heeft hij zijn amendement in gediend. De Voorzitter doet opmerken, dat voor hem dit goeds in liet amendement-Nijholt zit: Volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt de vry aanzienlijke ontlasting der lagere klassen verhaald op 3der belastingbetalers. Tot €000.worden de inkomens door Burgemeester en Wethouders ontlast. Slechts 3J/4 der belas tingbetalers zijn aangeslagen boven de 6000. en betalen nu zoowat evenveel belasting als de tK>:,/4 beneden die grens. Spreker meent dan ook dat het wel goed zal zijn den zwaarsten last over meer schouders te verdeelen. De heer Berghuis (wethouder) dankt den heer de Haan voor diens vriendelijke woorden aan het adres van Burgemeester en Wethouders en den betrok ken ambtenaar, aan welk laatste hij zich gaarne namens Burgemeester en Wethouders aansluit. Wat het amendement-Nijholt betreft, dit heeft ook bij Burgemeester en Wethouders een punt van be spreking uitgemaakt, doch de meerderheid van Burgemeester en Wethouders bleef aan het oor spronkelijk voorstel de voorkeur geven. Van boven 2000.af het accres percentage in plaats van met 0.04 met 0.08 te laten opklimmen, heeft twee belangrijke gevolgen. In de eerste plaats verhooging van den belastingdruk op die inkomens en in de tweede plaats eerdere eindiging van de progressie. Wel worden ook de hoogere inkomens meerder belast, maar de geschatte meerdere opbrengst ad 15 a 20.000.zal, waar het aantal hooge in komens zeer gering is, in hoofdzaak worden ge dragen door de middenstanders. Mocht later die meerdere ojrbrengst noodzakelijk blijken, dan kan dit door verhoogde percentage worden gevonden, dat alsdan gelijkelijk drukt. Waar de progressie zal ophouden, of bij het amendement van den heer Nijholt reeds bij ruim 4000.of by het voorstel van Burgemeester en Wethouders bij 7000. is in zekeren zin een willekeurige greep. Waar de levensstandaard bij allen is gewijzigd, lijkt het Bur gemeester en Wethouders gewenscht ook liet eind punt dier progressie te verplaatsen naar een hon ger inkomen, daarbij in acht nemende dat ook de ryksinkomstenbelasting, zy het dan ook klassege wijze, tot 20.000.inkomen zelfs de progressie doorvoert. Waarom inkomens van 5ÜOO.reeds meer be lasting moeten betalen dan tot dusver, kan de een niet, de ander wel onbillijk vinden. De meerderheid van Burgemeester en Wethouders vindt eene, zij het ook geringe ontlasting billijk, ook in aanmer king nemende de haar inziens groote ontlasting der lagere inkomens. Hoe men echter kan stryden voor een mindere ontlasting van betrekkelijk lage in komens van de zijde waarvan het amendement den Baad heeft bereikt, is de meerderheid van Burge meester en Wethouders totaal onbegrijpelijk. Nog wordt gemeend dat eene vergelijking van het thans geldend tarief met het nieuwe tarief mank gaat. Wel kan het lijstje dienen om te laten zien, in hoever de nieuwe voorstellen de lagere in komens ontlasten, maar verder niet. Men zou even goed het lijstje van een niet-progressieve belasting kunnen aanhalen en zeggen: waar is het nu goed voor bij invoering van een progressieve belasting de menschen, die het betalen gewoon zijn, minder te doen betalen. Het verder doorvoeren van de pro gressie heeft het natuurlijk gevolg dat velen min der betalen. De Raad heeft dus straks bij de stem ming over het voorstel van den lieer Nijholt te beslissen of hij een zeer beperkte of meer doorge voerde progressie wenscht. Aan den Raad dus straks de beslissing waar geoordeeld zal worden dat de betaling van liet maximum percentage zal beginnen. Had de gemeentewet de progressie niet beperkt, welke beperking bij eventueele wijziging z.i. wel geheel of ten deele zal vervallen, zoo zou spreker niet geschroomd hebben aan het college van Burge meester en Wethouders een voorstel met nog ver der doorgevoerde progressie te hebben voorgelegd. Wil men hem dan toevoegen, dat dit had kunnen verkregen worden, door de opklimming van het accrespercentage nog langzamer te doen plaats lebben, dan zou hij daarop antwoorden, dat ge- racht is met hetzelfde percentage een zooveel mo gelijk gelyke opbrengst te verkrijgen. De heer Koopmans heeft met genoegen kennis genomen van dit ontwerp. Ook hem is het geble ken, dat het in ieder opzicht goed is uitgewerkt en aan de eischen, die aan eene billijke verdeeling van den belastingdruk mogen worden gesteld, be antwoordt. Juist de lagere inkomens worden niet onbelangrijk ontlast, terwijl ook de inkomens van 2000.tot 7000.iets minder zullen hebben te totalen dan thans. En onder deze aanslagen bevin den zich juist de ambtenaren, verder vertegen woordigers van handel en nijverheid, de midden Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 December 1917 377 stand. Het amendement van den heer Nijholt, dat juist deze inkomens meer zal belasten, acht hy dan ook niet gewenscht. Blijkt bij het voorstel van Bur gemeester en Wethouders dat het totaal bedrag der belasting vermeerdering behoeft, dan verhoo- ge men het percentage, waardoor de heffing over alle geledingen der belastingbetalers plaats vindt. De heer de Haan blijft bij zijne oorspronkelijke meening, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders het meest aannemelijk is. Het stand punt van den heer Nyhoit is nu, hij heeft ver dienstelijk werk verricht dat de inkomens van 2000.tot 7000.wel iets zwaarder kunnen worden belast. Spreker meent dat zulks niet moet gebeuren. Die menschen hebben zekere verplich tingen en kunnen hun levenswijs niet zoo maar veranderen. Hij is van oordeel dat het Rijk er wel voor zal zorgen dat deze inkomens in de algemeene belastingen zwaarder worden getroffen. De heer Tulp kan zich niet met het amendement- Nijholt vereenigen. Hij kan zich niet voorstellen, dat er van sociaal-democratische zijde een derge lijk voorstel komt om de inkomens van 2000.- - af zwaarder te belasten. De Raad heeft niet alleen zorg te dragen voor de handarbeiders, maar ook voor de menschen, die op een andere wijze den kost verdienen. Spreker meent dat het niet aan gaat de inkomens van 2000.zwaarder te belas ten en kan dan ook niet met het amendement mee gaan. De heer Nijholt moet nog iets zeggen. Hij heeft deze verordening met genoegen ingezien. Het geeft een heele verbetering. De heer Tulp nu zegt dat hij niet begrijpt dat er van sociaal-dempcrati- sche zijde een dergelijk amendement komt. Spre ker meent dat het juist van dien kant moet komen omdat door de iets hoogere opbrengst voorkomen wordt dat het percentage spoedig moet worden verhoogd, tengevolge waarvan de lagere inkomens ook meer moeten betalen. De gemeente heeft bo vendien in de toekomst veel geld noodig voor het abattoir, reinigingsdienst, verruiming der binnen stad, sclioolartseninstituut enz. Daarnaast zal de 0. W. afnemen en dientengevolge moet het percen tage sterk verhoogd worden. By aanneming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal dat eerder het geval zyn dan bij aanneming van sprekers amendement. Daarom heeft spreker het ingediend. De Wethouder van Financiën heeft ge zegd dat hij gaarne de progressie verder zou door voeren. Spreker wil dat ook wel. Hij wil evenwel de bestaande progressie niet verder uitstrekken. Dat is heel iets anders. Als er geen wettelijke grens be stond zou hij de progressie willen doorvoeren tot het einde, Men zegt nu dat het niet aangaat de inkomens boven 2000.zwaarder te belasten. Spreker heeft het uitgerekend en het valt mee. By 3000.— inkomen scheelt het 1.bij 4000. 7.met het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Bij 5000.is de aanslag gelijk als hel thans geldend tarief. Deze verschillen bestaan bij een hoogere opbrengst van 15.000.a 20.000. Wil men dat geld niet, dan zou het percentage ver laagd kunnen worden, waardoor de lagere inko mens minder betalen, en ook de hier genoemde verschillen kleiner worden. Spreker beveelt zyn amendement aan. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behan deling der verordening op de heffing. De artikelen 14 worden onveranderd aange nomen. Aan de orde is artikel 5, met het amendement- Nyholt. Het amendement-Nijholt wordt verworpen met 16 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Zandstra, Dijkstra, Tiemersma, Collet, Nijholt en Hiemstra. Tegen de heeren: Berghuis, Tulp, Cohen, van Weideren baron Rengers, de Vos, Oosterhoff, de Haan, Koopmans, Dystra, Haverschmidt, Fransen, Schoon dermark, Pelotier, Beekhuis, van Sloterdyck en Menalda. De heer Attema heeft intusschen de vergadering verlaten. Artikel 5 wordt onveranderd vastgesteld. De artikelen 68 worden onveranderd vastge steld. Aan de orde is artikel 9. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen zegt dat voor onderhoud en assurantiekosfen 15 mag worden afgetrokken. Op het oogenblik en nog jaren na deze, zullen de kosten veel hooger zijn. Wanneer men bedenkt, dat alle materialen, voor onderhoud benoodigd, verba zend in prijs zijn gestegen en ook de arbeidsloon en zeer omhoog zijn gegaan, dient dit percentage voor aftrek van de bruto huuropbrengst te worden verhoogd. Spreker stelt voor die op 20 te stellen. De heer Berghuis (wethouder) geeft toe dat dit wel zoo zal zijn. Het is evenwel moeilijk, zegt spre ker, in eene verordening rekening te houden met abnormale tijden. Hij gelooft dat 15 voldoende is, te meer daar er in deze dure tijden ook wel min der aan zal geschieden. De beraadslaging wordt gesloten. Met 13 tegen 9 stemmen wordt het amendement- Fransen verworpen. Vóór stemmen de heeren: van Weideren baron Rengers. de Haan, Koopmans, Dystra, Haver schmidt, Fransen, Peletier, Beekhuis en Menalda. Tegen de heeren: Zandstra. Dijkstra, Berghuis, Tiemersma, Collet, Tulp, Cohen, de Vos, Nijholt, Oosterhoff, Schoondermark, Hiemstra en van Slo terdyck. Artikel 9 wordt onveranderd vastgesteld. De artikelen 1016 worden onveranderd vast gesteld. Aan de orde is artikel 17. De beraadslaging wordt geopend. Den heer Menalda is dit artikel niet geheel duide lijk. Spreker ziet er niet in dat de aangeslagenen kunnen reclameeren tegen de navordering. Is dat wel de bedoeling? Het volgt ook niet uit artikel 18. Als spreker artikel 265 der Gemeentewet leest, twij felt hij dat daaruit volgt het recht van reclame tegen de navordering. De heer Berghuis (wethouder) wijst erop dat de gemeente eene vordering op de gewone wyze in stel! legen den betrokken belastingbetaler. Als deze oordeelt dat hij het nagevorderde bedrag niet schuldig is, en zich tegen de betaling daarvan wil verzetten, dan moet zyn advocaat het maar uit vechten. De heer Menalda zegt dat de navordering is eene completeering van den aanslag. Spreker meent dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 10