Vergadering van Dinsdag 18 December 1917.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 18 December 1917. 359
Tegenwoordig 24 leden, te weten de heeren: Zanü-
stra, Dijkstra, Berghuis, Attema, Tiemersma, Col-
let, Tulp, Cohen, van Weideren baron Rengers, de
Vos, Schaafsma, Nijholt, Oosterhoff, de Haan,
Koopmans, 1 lijstra, Haverschmidt, Fransen,
Sehoondermark, Peletier, Hiemstra, Beekhuis, van
Sloterdijek en Menalda.
Afwezig zonder kennisgeving de heer Terpstra.
Voorzitter: de heer nir. J. A. X. Patjjn, Burge
meester.
I. Het verslag van de vergadering van Dins
dag 13 November wordt vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedge
keurd de raadsbesluiten d.d. 13 November 1.1. tot
ontbinding van de met (1. Nieuwland gesloten huur
overeenkomst voor het koetshuis bij Baensein met
weiland enz. en tot verhuring van het perceel
Noordvliet 191 aan den door Burgemeester en Wet
houders meest geschikt geachten persoon;
2. dat de Minister van Staat, Minister van Bin-
nenlandsehe Zaken, heelt goedgekeurd het raadsbe
sluit van 13 November 1.1. tot tijdelijke benoeming
van G. Quast als leeraar in de geschiedenis aan het
gymnasium alhier.
De mededeelingen 1 en 2 worden voor kennisge
ving aangenomen.
3. rapport der Commissie, belast geweest met
het onderzoek van eene wijziging der begrooting
voor het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1917;
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
4. rapport naar aanleiding van de toezegging,
gedaan in de raadsvergadering van 23 Mei 1916,
omtrent het onderzoek van het gas der gemeente
lijke gasfabriek.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
5. amendement van den heer S. Nijholt op liet
voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging der verordening op de heffing van een lioof-
delijken omslag op het inkomen, luidende:
„De stijging waarmee het percentage van het ac
cres opklimt, wordt gebracht van 0.04 op 0.08, te
beginnen bij het eerste accres na het belastbaar in
komen van 2000.
Wordt behandeld bij liet betrekkelijk voorstel dat
heden aan de orde is gesteld.
6. adres van W. Dijkstra en andere redders bij
de brandweer, waarbij verzoeken worden geuit om
trent verhooging van het jaarloon ad 10.tot
20.en van de vergoeding voor oefeningen, uit
rukken bij brandalarm enz.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van afdoening.
7. dat Burgemeester en Wethouders bij open
bare inschrijving hebben gegund aan S. Boonstra
alhier de door de Stadsreiniging verzamelde groen-
tenafval en aardappelschillen voor veevoeder, vgor
4.20 per 100 K.G.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
III.. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
betreffende de verdeeling der gemeente in kieskrin
gen en stemdistricten in verband met de gewijzigde
bepalingen der Kieswet (bijlage 45).
2. Prae-advies van Burgemeester eu Wethou
ders op het rapport der commissie ad hoe, ingesteld
bij raadsbesluit dd. 11 Januari 1916, tot het onder
zoeken van en c.q. doen van voorstellen, betreffen
de verbetering of verplaatsing van het tehuis voor
dakloozen.
De stukken 1 en 2 hebben ter visie gelegen om
nog heden te worden behandeld.
3. Voorstel van Burgemeesteren Wethouders
om het perceel Berlikumermarkt no. 13 van 12 Mei
1938 tot 12 Mei 1919 1e verhuren aan L. Eygelaar
alhier.
4. Alsvoren tot wijziging van liet raadsbesluit
van den 9 October 1.1. no. 432R/233 betreffende over
neming van de Bisschopstraat.
5. Prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders op het adres van de Directrice en leeraressen
der school van M. O. voor meisjes tot herziening
van hare jaarweddenregeling.
6. Alsvoren op het adres van A. K. Wassenaar
om wederinhuring van de villa „Baensein" aan den
Harlinger straatweg.
De stukken 3-6 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
Het voorstel sub 5 zal als bijlage gedrukt en bij
de leden worden rondgezonden.
IV. Rapporten.
De heer Fransen rapporteert dat de Commissie,
belast geweest met het onderzoeken van de begroo
ting van ontvangsten en uitgaven van het Nieuwe
Stads Weeshuis, dienst 1918, geene aanleiding
heeft gevonden tot het maken van op- of aanmer
kingen. Zij stelt derhalve voor de begrooting goed
te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van
26.691.67.
De Voorzitter deelt mede, dat dit rapport door
omstandigheden niet eerder is uitgebracht. Het
heeft ook niet ter visie gelegen. Indien echter nie
mand verlangt, dat het tijdens de raadszitting ter
visie ligt, stelt spreker voor het te behandelen als
punt 5 der agenda, zooals het er ook op voorkomt.
Hij dankt de commissie voor den door haar ver
richten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1 agenda no. 2). Benoeming in het bestuur van het
Nieuwe Stads Weeshuis:
a. van 6 leden wegens liet bedanken met 1 Januari
1918 van mevr. L. BurgerSuringar, mevr. JH.
Kolft'—de Groot, mevr. M. C. StoopSeemven, mr. J.
A. Hingst, mr. M. Goslings en W. Wachter.
b. van een lid wegens periodieke aftreding met 1
Januari 1918 van mr. T. Binnerts.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Sehoondermark (wethouder) zegt, dat in
de vorige vergadering, toen deze zaak aan de orde
was, op- en aanmerkingen zijn gemaakt over het
feit, dat de benoeming zou plaats hebben zonder
aanbeveling. Nu staat de Raad weer voor hetzelfde
feit. En als de Raad nu zoo benoemt, wijkt hij daar
mee af van de usance. Hij krijgt toch voor eene der
gelijke benoeming altijd eene aanbeveling en zal
dat nu op eigen houtje doen. Spreker vindt dat niet
juist en hij zou dan ook met de benoeming willen
wachten tot Januari. De meerderheid van het col
lege van voogden toch weigert, naar spreker heeft
vernomen, mede te werken tot het opmaken eener
aanbeveling. Na 3 Januari blijft de minderheid
over. Die is dan alleen en kan dan eene aanbeveling
indienen.
De heer Hiemstra (wethouder) meent dat dit niet
veel zal helpen. Hij gelooft, naar hij is ingelicht,
niet, dat de minderheid eene aanbeveling zal indie
nen. Die meent dit niet te kunnen doen. Waar de
meerderheid nu niet wil meewerken, zal uitstel niet