374 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 December 1917 weet wel wat je doet, je hebt hier te doen met een sociaal-democratisch voorstel. De heer Selioonderinark (wethouder) zegt dat de heer Beekhuis eene verkeerde conclusie trekt. Uit het feit, dat kinderen van 6—14 jaar gevoed zul len worden, leidt hij af dat het voorstel der meer derheid van Burgemeester en Wethouders seliool- voeding beoogt. Die conclusie is niet goed De Voorzitter: „waarom niet!" De heer Schoondermark (wethouder)„de reden, dat de jongere en oudere kinderen er niet bij wor den genomen is, dat het anders te duur wordt. Zou men die er ook bij nemen, dan zou men zoo lang zamerhand wel de geheele gemeente kunnen voe den. De meerderheid van Burgemeester en Wet houders heeft aldus geredeneerd. Als wij de kinde ren van 614 jaar helpen, doen wij een goed werk. De kleine huishoudens met kleine kinderen moeten zich zelf helpen. Als de gemeente echter de groote kinderen aan voedsel helpt, dan is dat ook van in vloed op de kleinen. Men moet dan ook beslist niet beweren: wat jullie voorstellen is en blijft school- voeding. Daarom heeft spreker hierop iiitdrukke- lijk willen wijzen." De heer Schaafsma heeft intusschen de vergade ring verlaten. De Voorzitter moet naar aanleiding van de op merking van den heer Hiemstra nog een enkel woord zeggen. De heer Hiemstra heeft de loop der zaken met de centrale keuken niet juist weerge geven. Die is heel anders dan de Wethouder heeft medegedeeld. In die zaak was van een principe geen sprake; niemand was er tegen, want de op richting was noodzakelijk door brand,stoffenge- brek. Hier is integendeel wel een principieele kwestie. De kwestie der centrale keuken is plotse ling opgekomen en spreker meent dat ze vóór Sep tember in het college van Burgemeester en Wet houders is besproken, maar een besluit was niet genomen. Vertraging is toen nog ontstaan, doordat do persoon, die de commissie voor de directie op het oog had, vóór de benoeming tot directeur te Arnhem werd benoemd. In sprekers vacantie heeft hij toen een brief gekregen van den Direc teur der Eleetrische Centrale, die hem mededeel de, dat de ketels enz. direct moesten worden be steld. Die brief is door spreker naar de Wethou ders opgezonden, maar bij sprekers terugkomst was er nog niets aan gedaan De heer Hiemstra: „omdat de Wethouders er niets van wisten". De Voorzitter: „zij wisten er evenveel van als ik zelf. Dit is de waarheid". Daarom heeft spreker bij zijn terugkomst gezegd: laat ons de ketels enz. bestellen. Dat was de oorzaak, waarom toen zoo haastig moest worden ingegrepen. De heer Dijkstra heeft gezegd dat de percents gewijze belooning der karrijders de oorzaak is, dat er zooveel meer witte- dan bruinbrood wordt ge geten en hij baseert die bewering op het feit dat bij Excelsior eene andere regeling voor de karrijders bestaat en dat aan die coöperatie meer bruin- dan wittebrood wordt gebakken. Oppervlakkig bezien is iets voor die bewering te zeggen. Spreker kan echter niet aannemen, dat de karrijders het in de hand hebben te beslissen wat het publiek moet eten. In Amsterdam, waar men voor de belooning der broodbezorgers hetzelfde systeem toepast, is de verhouding tusschen bruin- eii wittebrood anders dan hier. Den heer Schoondermark heeft spreker geen laksheid verweten. Wat spreker heeft gezegd treft niet alleen den heer Schoondermark, den ver dediger van het meerderheidsvoorstel, maar de ge heele meerderheid van Burgemeester en Wethou ders en den Raad evenzeer, wanneer die op het oogenblik een zoo gewichtig besluit neemt, zonder een klasse Ahnung te hebben over de beteekeuis ervan. Spreker blijft erbij dat de meerderheid van het college een onvoldragen voorstel in den Raad heeft gebracht. De sociaal-democraten zijn natuur lijk vóór dit voorstel, als voorstanders van school- voeding en -kleeding en wat er verder met de maat schappij gebeurt, gaat hun niets aan.. De heer Dykstra: „zoo erg is hot niet". De Voorzitter vervolgt en zegt dat de sociaal democraten zich in elk geval niet bekommeren over de gevolgen hunner theoriëen, daar zij een anderen vorm der maatschappij wenschen en alle zaken onder geheel andere verhoudingen bezien. Zij maken de gevolgen voor de maatschappij ge heel ondergeschikt aan de voeding der arbeiders. Spreker meent dat dit een heel ander standpunt is dan dat van de meerderheid. Spreker wil erop wijzen hoe de burgemeester van Zaandam zich ge drukt gevoelt door den financieelen toestand zijner gemeente De heer Dijkstra: „dat hebben de liberalen ge daan". De Voorzitter vervolgt en wijst erop dat men, als over een paar jaar de belastingen enorm moeten worden verhoogd, naar het nu genomen besluit zal zien en dat de meerderheid dan zal zeggen: hoe hebben wij dat toen kunnen doen! Spreker heeft dit vooruit in den Raad willen zeggen. De heer Hiemstra (wethouder) doet opmerken, dat de sociaal-democraten in Zaandam den faillie ten boedel van de liberalen hebben overgenomen. Alle partijen zijn echter met het socialistisch be stuur zeer tevreden. Dit bestuur treft, wat de fi nanciën betreft geen blaam, omdat de toestand, waarin zich die bevinden, niet het gevolg is van maatregelen, door dat bestuur genomen. De Voorzitter heeft nog over de centrale keuken gesproken. Het besluit tot oprichting ervan is reeds een paar maanden geleden genomen, maar de Raad heeft ten opzichte der exploitatierekening nog maar pas cijfers onder de oogen gehad en toen de Raad liet voorstel betreffende die keuken aannam, kende hij de gevolgen van dat besluit ook niet. Toen spreker in September in het college van Bur gemeester en Wethouders kwam, was er door dit college nog geen besluit genomen. De heer de Vos zal tegenstemmen omdat hij over tuigd is dat hetgeen de Voorzitter heeft medege deeld, volkomen juist is en omdat hjj van oordeel is dat deze ten opzichte van deze zaak het eenige juiste standpunt inneemt. De Voorzitter deelt mede dat onderdeel A van het voorstel der meerderheid vervalt, nu het voorstel- Zandstra-Schaafsma is ingetrokken. Hij zal het voorstel-Peletier als een amendement op het meer derheidsvoorstel beschouwen en vraagt of dit amendement ook ondersteund wordt. Dit amendement wordt niet ondersteund en het maakt derhalve geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De beraadslaging wordt gesloten. Met 1.3 tegen 10 stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Vóór stemmen de heeren: Zandstra, Dijkstra, Berghuis, Attema, Tiemersma, Collet, Tulp, Co- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 December 1917 .Do hen, Nyholt, Oosterhoff, de Haan, Schoonder mark en Hiemstra. Tegen de heeren: van Weideren baron Rengers, de Vos, Koopmans, Dijstra, Haverschmidt, Fran sen, Peletier, Beekhuis, van Sloterdyek en Me- nalda. De heer Schoondermark (wethouder geeft te kennen, dat het, nu dit besluit is gevallen, en het amendement-Peletier niet is ondersteund, wel voldoende is gebleken dat, als deze abnormale tij den voorbij zijn, de meerderheid van den Raad niet mee zal gaan met de partij, die schoolvoeding en -kleeding wil. De heer Peletier: „zeer juist". 10 agenda no. 11). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het rapport der Commissie ad hoe, in gesteld hij raadsbesluit d.d. 11 Januari 1916, tot het onderzoehen van en c.q. doen van voorstellen betreffende verbetering of verplaatsing van het tehuis voor dakloozen. Dit prae-advies luidt als volgt: U dienende van het verlangde prae-advies op het voorstel der Raadscommissie betreffende de verbetering of verplaatsing van het Tehuis voor Dakloozen,ingesteld bij raadsbesluit van 11 da- nuari 1916, hebben wij de eer V te raden: I. het voorstel, wat de onderdeelen 1—3 en o6 betreft, onveranderd aan te nemen en ten opzichte van het vierde punt te besluiten Burgemeester en Wethouders te machtigen gegadigden op te roepen voor de betrekking van Directeur van het Tehuis en inmiddels den tegenwoordigen Directeur tijde lijk als zoodanig te eontinueeren; II. de Raadscommissie voornoemd onder dank betuiging van de haar verstrekte opdracht te ont heffen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Peletier wil een enkele opmerking ma ken en wol deze, dat de commissie accoord gaat met de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde wijziging, welke Burgemeester en Wethouders voorstellen. De Voorzitter hoort met genoegen, dat de Com missie zich kan vereenigen met de door Burge meester en Wethouders voorgestelde wijziging, hoewel het voorstel der commissie niet op hun verzoek in handen van Burgemeester en Wethou ders is gesteld om advies. Het bewyst, dat men het wel eeps kan zijn, ook al wordt ongevraagd prae- advies gegeven. De lieer van Sloterdyek vraagt of het de bedoe ling is den tegenwoordigen directeur niet als lijde lijk ambtenaar te eontinueeren, maar om hem aan te stellen. De Voorzitter antwoordt dat het de bedoeling is den tegenwoordigen directeur tijdelijk te behou den. Het bedrijfje der Philantioop wordt voor re kening der gemeente voortgezet en deze directeur is met het bedrijf bekend. De heer van Sloterdyek heeft daartegen geen bezwaar. Hij hoopt echter dat het tijdelijk, zeer tij delijk zal zijn, want de tegenwoordige directeur is totaal ongeschikt, voor zijne betrekking. De heer Tiemersma wil iets zeggen als secretaris der commissie ad hoe. Het is hem bekend, dat het bestuur van de Philantroop ten volle tevreden is over den directeur. Hij meent dat te moeten zeggen. De heer Peletier wil in aansluiting aan het door den lieer Tiemersma gesprokene iets voorlezen uit het jaarverslag van de Philantroop: „nadat de re organisatie, waarvan boven gesproken is, liad plaats gevonden, gaat de inrichting flink vooruit. Onze directeur, de heer Siegers, is tot onze volle tevredenheid werkzaam en blijkt steeds meer de rechte man op de rechte plaats, nu hij zelfstandig kan optreden." 'Spreker meent dit in antwoord aan den heer van Sloterdjjck te moeten zeggen. De heer van Sloterdyek heeft de rekening en verantwoording van „de Philantroop" over .1916 nagezien en geconstateerd, dat die niet netjes in orde was. De heer Tulp wil den heeren in overweging geven om, als zij iemand willen bespreken, die hier ter stede solliciteert, dit te doen in besloten zitting en niet in het openbaar. Hij protesteert dan ook tegen de handelwijze van den heer van Sloterdyek. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorste] van Burgemeester en Wet houders. De Voorzitter heeft den Raad eene mededeeling te doen in eene besloten zitting. Hij laat de deuren sluiten. Na heropening komt aan de orde: De beraadslaging wordt geopend. De heer de Haan heeft met ingenomenheid ken nis genomen van het flinke stuk werk, dat door Burgemeester en Wethouders en den betrokken ambtenaar is gereed gemaakt en den Raad is voor gelegd. Hjj meent dat hun een woord van dank daarvoor wel toekomt. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders beantwoordt volkomen aan de verwachtingen en wenschen, door hem het vorig jaar, betreffende den verhoogden aftrek voor levensonderhoud en kin deraftrek, uitgesproken, en waardoor de hoogere klassen iets zwaarder worden belast. Ook hebben Burgemeester en Wethouders nog andere wijzigin gen aangebracht, o.a. de verandering van den naam in plaatselijke directe belasting op het inkomen. Ook die wijzigingen kunnen sprekers goedkeuring wegdragen. Geheel anders staat spreker tegenover het amen- dement-Nijholt. Dit lid heeft dit belangrijk, dege lijk werk willen wijzigen, en wel zoo dat de op brengst hooger zal worden en waardoor de hoogere inkomens nog zwaarder worden belast. Het spijt spreker dat dit amendement is ingekomen. Spre ker twijfelt eraan of, als het mocht worden aange nomen, de Koninklijke goedkeuring wel op de ver ordening zal worden verkregen. Het is toch ten volle bekend hoe moeilijk het is eene verhooging der gemeentebelasting te krijgen, die niet strikt noodig is. Bovendien is spreker van oordeel, dat de motiveering van het amendement-Nijholt on volledig is. Hoewel spreker het niet onbillijk vindt de menschen met boven de 5000.inkomen iets meer te laten betalen, had er moeten worden aan getoond. waarom dat gewenscht is. Spreker meent 11 (agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordeningen op de hef fing en invordering van een hoofdelijken omslag naar het inkomen (bijlage no. 43) met het amendement Nijholt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 9