■Wiilüi 9A
2 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Januari 1918.
11. adres van Mr. T. Biuuerts, tot September
1917 wethouder dezer gemeente, om hem als zoo
danig overeenkomstig artikel 2 der verordening,
regelende de pensionneering van wethouders (ge
meenteblad 1914 no. 19 en 1917 no. 39pensioen te
verleenen.
A\ ordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies.
12. dat Burgemeester en Wethouders hebben ge
gund:
a. bij openbare aanbesteding:
het onderhouden enz. van gordijnen in gemeente
gebouwen als:
perceelen 2, 3, 5, 15 en 17 aan N. Joustra, onder
scheidenlijk voor 54, 46 132.75, -ƒ 15 en 35.75;
perceelen 1, 4,6, 7. 8,9,11,13 en 14 aan J. Jeltema,
onderscheidenlijk voor 149, 14, 67, 43.50,
80, 58, 73 en 49;
perceelen 12 en 18 aan P. Koster, onderscheiden
lijk voor 88.50 en 70;
perceel 10 aan R. A. Gramsma voor 65
perceel 16 aan A. Ritsma voor 40;
het verrichten van behangerswerken in gemeen
tegebouwen aan P. Koster voor .1388;
het onderhoud en vegen der sehoorsteenen van
gemeentegebouwen aan de firma A. Bazzi en Co.
alhier a 0.30 per stuk;
het onderzoeken van bliksemafleiders op gemeen
tegebouwen aan J. H. Vrind voor 55;
het le perceel van het schoonmaken van glas
ruiten, hout- en cementwerken aan J. Barendsma
voor 280, terwijl perceelen 2 en 3 niet zijn gegund;
het onderhouden van kachels met pijpen enz. in
gemeentegebouwen aan G. Postma voor 3100;
alles betreffende den dienst 1918;
de levering van 1612 M. cementriolen van onder
scheidene afmetingen en 25 putten enz. aan N. V.
Werninks Betonfabriek te Leiden voor 8445.91
in totaal;
van 225 M. ronde cementriolen voor 310 in to
taal aan de N. V. Bouwmaterialen voorheen L. J.
de Vries en Co. te Leeuwarden;
b. bij openbare inschrijving de pacht van de
buffetten in het Beurslokaal en het afrekenlokaal
in de Waag voor het tijdvak van 1 Januari 1918
1 Januari 1921 aan D. Kleisma alhier voor 1481
per jaar.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
II. De Voorzitter deelt mede, dat de heer
Schoondermark den Raad eene mededeeling
wenscht te doen omtrent de wijze, waarop uitvoe
ring zal worden gegeven aan het besluit van den
Raad omtrent de schoolvoeding.
De heer Schoondermark (wethouder) is van
meening dat de Raad erop gesteld zal zijn te we
ten, op welke wijze de 12.000.toegestaan voor
kindervoeding en -kleeding, zal worden besteed.
Het ligt in de bedoeling de kwestie der voeding op
de volgende wijze te regelen. De ouders worden
in de gelegenheid gesteld bij de hoofden van scholen
aan te vi-agen om hunne kinderen in de termen voor
kindervoeding te dóen vallen. De lijsten, die daar-
van worden opgemaakt, worden aan Burgemeester
en Wethouders toegezonden. Dit college beslist
wie voor kindervoeding in aanmerking komen. Is
de beslissing gevallen, dan wordt daarvan mede-
deeling gedaan aan eene Commissie, die zich bereid
heeft verklaard controle uit te oefenen. Die con
trole zal daarin bestaan, dat wordt nagegaan of de
bons voor het verstrekte voedsel worden ingeleverd.
Men denkt dat op de volgende wjjze te doen. Heden
avond zal daaromtrent een besluit worden geno
men. Men zal van de ouders een bon vragen voor
voedsel voor een week, b.v. voor 4 K.G. aardap
pelen. Als de kinderen dan 3 K.G. hebben gebruikt,
krijgen zij een bewijs dat zij nog 1 K.G. aardappelen
kunnen krjjgen. Zoo is het thans ingericht bij de
hulp-keuken. Een andere manier van handelen is
de wijze, waarop de schoolvoeding in Hilversum is
ingericht. Daar worden elke week de bons ingele
verd voor het volle pond. Dat loopt over 3 weken
en dan behoeven de kinderen de 4e week geen bons
mee te nemen. De directeur van het levensmidde
lenbureau geeft aan die methode de voorkeur, want
bij de eerstgenoemde heeft men splitsing van bons
en dat is zeer lastig.
Als nu het kind de bons heeft ingeleverd, ont
vangt het een kaart, ten bewijze dat het de bons
heeft ingeleverd. De tweede week wordt de kaart
verwisseld voor een van een andere kleur. Daar
voor is de commissie van controle. In de gymna
stieklokalen zal gelegenheid worden gegeven om te
eten. Er kunnen scholen zijn waar 4 a 5 kinderen
voor schoolvoeding in aanmeiking komen. Daar
voor kan echter geen tafel worden aangericht en
deze kinderen zullen dan ook naar een andere school
worden verwezen. Er zal geen onderscheid worden
gemaakt tusselien het openbaar en bijzonder on
derwijs. Het voedsel, door St. Anthoon verstrekt,
zal rouleeren. St. Anthoon geeft 360 a 350 porties
per dag. Om nu te zorgen, dat elk kind daarvan
gebruik kan maken, krijgt een deel der kinderen
één week dit voedsel en de anderen dat van de Cen
trale keuken. Een volgende week krijgt een ander
deel het voedsel van St. Anthoon enz. Het eten uit
de centrale keuken wordt aan de scholen, die be
hoorlijk verwarmd zijn, gebracht in ketels van de
gemeente. In de lokalen staan tafels, waarop bor
den. Het ligt in de bedoeling, dat elk kind zijn
eigen lepel meeneemt. Dat is oixi het schoonhouden
en ook omdat die artikelen zoo duur zijn. De bor
den toch kosten 40 cent per stuk, maar het is de
gemeente gelukt de borden te koopen voor 15 cent
per stuk. Óp 1000 borden is dit een verschil van
250.Ook voor het aanschaffen van lepels zou
een belangrijk bedrag noodig zijn. Daarom moe
ten de kinderen hun eigen lepel meebrengen.
Verder kan spreker mededeelen, dat het in de
bedoeling van Burgemeester en Wethouders ligt om
1200.— te besteden voor kleeding. Deze 1200.
zijn toegestaan aan de commissie, die voor eenige
jaren in het leven is geroepen voor het verstrek
ken van kleeding aan behoeftige kinderen. Die com
missie zal voor de distributie zorg dragen. Spre
ker meent hiermede den Raad een denkbeeld te
hebben gegeven van de wijze, waarop de 12.000.
zullen worden besteed.
De heer Fransen heeft den heer Schoonder
mark hooren zeggen, dat de kinderen zich voor
kindervoeding kunnen opgeven bij de hoofden van
scholen, die aan Burgemeester en Wethouders de
lijsten inzenden, waarna dat college beslist. Spre
ker vraagt of Burgemeester en Wethouders daar
voor een bepaald systeem hebben vastgesteld, b.v.
naar den aanslag in de belasting of dat de beslis
sing willekeurig is.
De Voorzitter kan den heer Fransen antwoor
den, dat de beslissing niet willekeurig wordt ge
nomen, maar dat het ook niet in de bedoeling ligt
een vaste inkomensgrens vast te stellen. Burge
meester en Wethouders zullen ieder geval op zich
zelf doen onderzoeken.
III. De Voorzitter heeft thans nog eene mede-
deeling te doen. Die mededeeling kan meteen die
nen als antwoord op een door den heer Nijholt ge
stelde vraag. Het betreft het scheuren van gras
land.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Januari 1918. 3
Het Centraal Pachtbureau van de Friesche
maatschappij van Landbouw heeft in het eind van
November 1917 een verzoek gericht tot de eigenaren
van landerijen in Friesland om, aangezien Neder
land in tie komende jaren hoogstwaarschijnlijk op
eigen voedselvoorziening zal zijn aangewezen, zoo
veel mogelijk grasland te laten scheuren en in
bouwland om te leggen. Op grond hiervan hebben
wij, na ons te hebben laten voorlichten door onzen
deskundige, den heer Palsma te Huizum, ons bo
vendien gewend tot den heer T. ,1. Hoogterp te
Tzummarum, een deskundige op landbouwge
bied, met het verzoek te willen nagaan welke der
aan de gemeente Leeuwarden toebehoorende lan
derijen geschikt waren om van grasland in bouw
land om te zetten. Daar bij dit onderzoek gebleken
is, dat, behalve de door ligging en samenstelling
van den grond geheel ongeschikte terreinen, van
de andere enkele geschikt waren te achten, heb
ben wij gemeend het scheuren van deze laatste te
moeten bevorderen. Waar door deze bewerking
het land meer oplevert, doch daarentegen armer
wordt in productievermogen, is het billijk de huur-
som te verhoogen, welke verhooging bedraagt als
volgt: eerste jaar 100 van de huur, tweede jaar
89 derde jaar 60 "/c en zoo vervolgens. Hierte
genover ontvangen de pachters de door het Rijk
uitgeloofde scheurpremie, die beloopt voor haver
7.50 per 100 K.G., maximum 175.— per H.A.;
voor erwten 7.50 per 100 K.G., maximum 175.
per H.A.; voor bruine boonen en witte boonen
7.50 per 100 K.G., maximum 175.per H.A.
De betrokken pachters hebben bijna allen hunne
medewerking op de gestelde voorwaarden toege
zegd. Bovendien is met hen overeengekomen, dat
de te telen gewassen, welke uitsluitend bestemd
moeten zijn voor menschel ijk voedsel, door Burge
meester en Wethouders jaarlijks zullen worden op
gegeven. Aangezien bij uitstel van de te nemen
maatregelen de geschikte tijd tot scheuring voor
bij zou zijn gegaan, hebben wij gemeend een en an
der buiten Uwe machtiging te moeten regelen.
De voor scheuring aangewezen terreinen zijn:
1. het perceel G no. 7740, in huur bij S. Tijsma,
groot 1.71.60 H.A.;
2. het perceel der zathe op Kleyenburg, G no.
9019, groot 0.51.34 H.A., in huur bij R. E. van dei5
Weide;
3. het perceel van de „Magere Weide", D no.
1150, groot 3.23.00 11.A., in huur bij J. Nieuwland;
4. de perceelen D no. 1022, I) no. 1023, te zamen
groot i)l.m. 4.25.ÜO H.A., in huur bij G. Staphorsius;
5. de perceelen G no. 4775 en 3646 en gemeente
Huizum A no .825, te zamen groot ongeveer 4.75.00
H.A., tot dusver in huur bij J. Postma;
6. de perceelen F no. 2590 en een gedeelte van F
no. 2589, te zamen groot pl.m. 0.75.00 H.A., tot dus
ver in huur bij de wed. G. P. Klopma.
Alle pachters gingen daarmee accoord. Een even
wel heeft later bezwaren gemaakt, maar spreker
gelooft dat die daarop wel zal terugkomen. Het
ligt in de bedoeling zoo spoedig mogelijk met liet
scheuren te beginnen, omdat het nu de geschikte
tijd is.
De heer Njjholt dankt voor de verstrekte inlich
tingen, die een antwoord zijn op de door hem inge
zonden vraag. Het is spreker daaruit gebleken, dat
het verwijt, dat door niemand minder dan den heer
Rauwerda tot de gemeente is gericht, geheel on
verdiend' is .Het doet spreker genoegen, dat om
trent de voorwaarden het advies is ingewonnen
van het Centraal Pachtbureau. Dit acht spreker de
juiste weg. Als er pachters zijn, die er niet mee ac
coord gaan, dan wijst dit weer een keer meer op
het feit, dat de vakorganisatie der boeren niet in
staat is inzake liet pacht vraagstuk de belangen dei
boeien te behartigen.
De Voorzitter doet nog opmerken, dat de deskun
dige Hoogterp de boeren heeft gevraagd of zij zelf
in staat zijn deze zaak ter hand te nemen. Hij heeft
hun aangeboden hun behulpzaam te zijn. Door allen
echter is die hulp afgewezen.
De mededeeling wordt voor kennisgeving aan
genomen en tevens besloten het gebruik van de ter
reinen D 1022 en 1023 voor militaire oefeningen op
te zeggen.
IV. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om hen te machtigen tot aankoop van een sleepboot
en een vrachtschip ten behoeve van den gemeente
dienst.
2. Alsvoren tot aanvulling van het raadsbesluit
van 13 Maart 1917, no. 105R/61, betreffende het
verleenen van een toeslag op de werkloozenuit-
keering, enz.
3. Alsvoren om hen te machtigen in rechten de
ontbinding te vorderen van onderscheidene huur
overeenkomsten omtrent gedeelten van het perceel
Groot Sehavernek no. 9 en houten hulpwoningen
aan den Poppeweg.
De stukken 13 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
.4 Alsvoren tot voorloopige vaststelling van
den 14en staat van openbare tot den gemeenten-
dienst van allen bestemde waterstaatswerken, niet
in onderhoud bij liet Rijk, de Provincie of bij water
schappen.
5. Alsvoren om aan W. Bakker op zijn verzoek
eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan
gemeenteschool no. 12.
6. Alsvoren tot goedkeuring van de rekening der
Woningvereeniging „Leeuwarden" omtrent de ex
ploitatie van gemeentewoningen in 1916.
De stukken 4—6 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
7. Alsvoren tot wijziging der verordening op
de gemeentelijke arbeidsbeurs (gemeenteblad 19*19
no. 13 en 1913 no. 31).
8. Alsvoren tot aanleg van een nieuwe Alge-
meene Begraafplaats op een gemeentelijk terrein
aan het Schapendijkje.
9. Alsvoren tot vaststelling van eene verorde
ning betreffende het gebruik en de inrichting van
het gebouw „het Princessehof".
De stukken 79 worden gedrukt als bijlage tot
liet raadsverslag, bij de leden rondgezonden om te
zijner tijd te worden behandeld.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
lieden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. (agenda no. 2) Benoeming van een curator van
het gymnasium, wegens periodieke aftreding van Dr. J.
C. Schreuder.
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer
dr. J. C. Schreuder.
2. (agenda no. 3) Benoeming van een lid der Com
missie voor het ontwerpen van strafverordeningen, vaca-
ture P. A. de Haan.
Uitgebracht zijn 21 stemmen, te weten:
op den heeer S. Dijstra, 20 stemmen,
J. A. Collet 1 stem.
De heer S. Dijstra is alzoo benoemd.
3. (agenda no. 4) Benoeming in het Bestuur van het
Nieuwe Stadsiceeshuis van 6 leden wegens bedanken
met 1 Januari 1918 van mevr. M. L. Burger-Suringar,
mevr. J. H. Kolff-de Groot, mevr. M. C. Stoop-Seeuwen,
mr. J. A. Hingst, mr. M. Goslings en W. Wachter.
De beraadslaging wordt geopend.