waarde van een pand te weten te komen, zich af vragen: wat is een billijke huur. En nu meenen zij, dat in dit geval 550.een billijke huur is. Er is dus geen gebruik gemaakt van de abnormale om standigheden en het prae-advies is ook niet in strijd met dat van voor drie jaar. Spreker moet liet denkbeeld van den heer Ha- versehmidt om de villa nu van de hand te doen ont raden. Zelf is hij niet debet aan den koop en hij kan dan ook gerust verklaren, dat hij den koop van „Baensein" de gelukkigste koop noemt, welke de gemeente ooit heeft gedaan. De gemeente heeft de villa goedkoop gekocht. Het land er omheen heeft in de toekomst groote waarde. Pin de gemeente staat op het punt die waarde te realiseeren. De Harlinger straatweg wordt gerioleerd en spreker is ook van oordeel, dat er gas- en waterleiding moet komen. Voor de strook grond langs den weg gelegen, zal de gemeente een mooien prijs kunnen bedingen. Daarom acht spreker het niet verstandig de villa nu te verkoopen. Als de gemeente gebruik wilde maken van de abnormale omstandigheden, zou zij de huur nu hebben moeten doen eindigen, en dat wil de heer Haverschmidt zelf niet. En dat is voor de gemeente ook geen juist standpunt. De villa zelf zal, als er wordt gebouwd, als villa kunnen blij ven. Zij moet dan ook niet worden verkocht. Komt er gas- en waterleiding en eene rechtstreeksche verbinding met het station, dan zal de gemeente een mooie huur kunnen maken. Zij ligt in een gedeelte der gemeente, dat binnenkort in exploitatie komt. Het is mogelijk dat 550.te laag is, maar men moet toch ook eenigszins rekening houden met de door den heer Wassenaar te berde gebrachte bezwa ren. Spreker is overtuigd dat 550.niet te hoog is. De heer Haverschmidt stelt voor „Baensein" voor één jaar te verhuren tegen den ouden huurprijs. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Haver schmidt voorstelt de villa voor één jaar te verhuren vooi' de bestaande huur. Spreker vraagt: wat denkt de heer Haverschmidt daarmee te bereiken? Denkt hij over een jaar meer te maken? Spreker gelooft overigens niet dat er bij Burge meester en Wethouders bezwaar bestaat de huur met één .jaar te verlengen. Hij ziet er echter geen groot voordeel in. De heer Peletier wil wel het amendement-Haver- schmidt steuneh, met dien verstande, dat hij de huur wil verlengen van jaar tot jaar. De gemeente kan dan te allen tijde over de villa beschikken. De heer Haverschmidt kan zich wel met dit voor stel vereenigen en hij trekt zijn voorstel in. De Voorzitter voelt meer voor het amendement- Peletier dan voor dat van den heer Haverschmidt. Spreker deelt mede, dat Burgemeester en Wethou ders het amendement-Peletier overnemen. De heer Nijholt is niet tegen het amendement- Peletier. Hij gelooft ook niet dat de huur te hoog is. En hij kwam ook niet op tegen de te hooge huur, maar tegen de motiveering. Het ging bij hem dan ook meer om het spel dan om de knikkers. En het spel dat Burgemeester en Wethouders spelen, her innerde hem aan het spel, dat door de huisbazen wordt gespeeld. Dat beviel hem niet. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders, zooals dat is gewijzigd. Het amendement- Haverschmidt is hierdoor vervallen. Dit prae-advies luidt als volgt: Een tot Uwe Vergadering gericht verzoek der vereeniging „Nosokomos", ingekomen 22 Juni 1917, tot verbetering van de rechtspositie van ver plegers en verpleegsters, werd 27 Juni d.a.v. in onze handen gesteld om prae-advies. Een soortge lijk verzoek van dezelfde vereeniging is in de ver gadering van 24 Maart 1914 voor kennisgeving aan genomen. Sinds is in de positie der verpleegsters in het Stadsziekenhuis, de eenige gemeentelijke in richting waar dergelijk personeel werkzaam is, in zooverre verbetering gekomen, dat haar een jaar- lijksche vacantie van een en twintig dagen is toege staan, met een vacantiegeld van 1.— per dag. Waar de verpleegsters in dat ziekenhuis uitsluitend leerlingen zijn, die voor haar diploma werken, en vele der geuite wenschen punten betreffen die hier reeds geregeld zijn, komt het ons voor dat er geen termen zijn, in te gaan op het verzoek, dat overi gens, voor zoover het de salarisregeling behandelt, zich bepaalt tot hoofd- en gediplomeerde verpleeg sters. Bovendien hebben ons nimmer van de zijde van de Commissie van Beheer over het Stadszieken huis opmerkingen over min gewenschte toestanden aldaar bereikt. Ook het advies van die Commissie, d.d. 16 November 1917, dat wij over het onderwer- pelijke adres verzocht hebben, raadt tot afwijzing ervan. Wij hebben dus de eer U voor te stellen te be sluiten aan bovengenoemde vereeniging te doen be richten, dat afwijzend op haar verzoek moet wor den beschikt. De beraadslaging wordt geopend. De heer Schaafsma kan zich met de strekking van het prae-advies niet vereenigen. Bij het lezen ervan heeft spreker den indruk gekregen, gezien wat hy zoo nu en dan hoort over de werktijden in het ziekenhuis, dat de toestand daar niet is zooals dat moet. Het doet hem genoegen uit den brief van de Commissie van Beheer te hebben vernomen, dat deze van meening is, dat de toestand veranderd moet worden, als er gediplomeerde verpleegsters komen. Het verwondert spreker dan ook, dat de Commissie van Beheer een afwijzend prae-advies voorstelt op grond dat er geen gediplomeerde ver pleegsters en geen hoofdverpleegster, maar alleen leerlingen werkzaam zijn. Als nu de zaak toch klemt voor gediplomeerden, hoeveel te meer klemt zij dan voor leerlingen. Die hebben toch niet alleen hun werk in het ziekenhuis te verrichten, maar zij heb ben ook hunne studie voor het diploma. Spreker zal tegenstemmen om uitdrukking te geven aan sprekers meening, dat de zaak der verpleegsters verbetering behoeft in de door Nosokomos aange geven richting. Zij vragen niet te veel, waar zjj 2.per dag vacantiegeld vragen. In het prae- advies wordt gezegd, dat de toestand al verbeterd is, want dat de verpleegsters drie weken vacantie krijgen met 1.per dag toelage. Spreker meent, dat de ziekenverpleegsters een mooie, maar moei lijke taak hebben en dat zij wel recht hebben op 4 weken vacantie, terwijl het bovendien noodzake lijk is de leerling-verpleegsters te dien opzichte en ten opzichte van het vacantiegeld gelijk te stellen met de gediplomeerden. Burgemeester en Wethouders zeggen, dat de Commissie van Beheer het college nooit, heeft ge wezen op misstanden in liet ziekenhuis. Spreker kan zich dat voorstellen. De Commissie van Beheer is verantwoordelijk en zal niet met klachten over minder gewenschte toestanden bij Burgemeester en Wethouders komen aandragen. Burgemeester en Wethouders zouden dan zeggen: waarom heeft de Commissie dan geen verbeteringen aangebracht. Dezer dagen heeft spreker gehoord, dat de nacht dienst in het ziekenhuis door ongediplomeerde]! wordt gedaan. Hij heeft gedacht dat zulks niet mo gelijk is. Uit het prae-advies evenwel is hem geble ken, dat het wel het geval is. Spreker noemt dat onverantwoordelijk.. Hij meent dat men de zieken niet mag overlaten aan ongediplomeerde verpleeg sters. Ook die toestand moet worden verbeterd. Hij hoopt dat de Commissie van Beheer zoo spoedig mogelijk ook daarin zal voorzien. De lieeren Zandstra en Hiemstra zijn intusschen ter vergadering verschenen. De heer Oosterhoff (wethouder) heeft den heer Schaafsma hooren zeggen, dat de Commissie van Beheer heeft geschreven dat verschillende wen schen van Nosokomos moeten worden vervuld. Spreker meent dat dit niet geheel juist is. De Com missie wijst alleen op de wenschelijkheid om, als het komt tot de benoeming van gediplomeerde ver pleegsters, eenige dier bezoeken nader te overwe- gen. De redeneering van den heer Schaafsma, dat de leerlingen met de gediplomeerden moeten worden gelijk gesteld, gaat niet op. Nosokomos denkt er ook zoo over. Die vereeniging tooh vraagt geen salaris- verhooging voor de ongediplomeerden. Tusschen beide categorieën.bestaat een voor de hand liggend groot verschil. Van de gediplomeerden toch ont vangt de gemeente alleen diensten, terwijl zij aan de leerlingen een dienst bewijst door hen de gele genheid te geven zich te bekwamen voor hun diplo ma. Spreker moet er den heer Schaafsma bovendien op wijzen, dat er in den laatsten tijd nog al verbe teringen zijn aangebracht. Er wordt immers reeds vacantie met vacantie geld gegeven, terwijl de rusttijden grootendeels vol doen aan het verzoek van Nosokomos. De zusters, die een week dagdienst hebben gehad krijgen zoo veel mogelijk een geheelen dag rust, terwijl die rusttijd voor de zusters, die den nachtdienst heb ben gehad, U/2 dag bedraagt. De heer Schaafsma heeft verder gezegd, dat het wel nooit zal voorkomen dat de Commissie van Be- heeer Burgemeester en Wethouders op misstanden wijst, omdat zij verantwoordelijk is. Die redeneering gaat niet op, want het is toch niet onmogelijk dat er missanden ontstaan geheel buiten de schuld der Commissie. Die misstanden zou zjj dan toch wel aan Burgemeester en Wethouders kunnen opgeven. Als de Commissie dan ook niet voorstelt om verande ringen aan te brengen, dan mag daaruit veilig de conclusie worden getrokken, dat de toestand in het ziekenhuis niet zoo heel veel te wenschen overlaat. Wat den nachtdienst door ongediplomeerden be treft, als regel werken er in het ziekenhuis ongedi plomeerde zusters, want zoodra zii hun diploma hebben gehaald, verlaten zij de inrichting. Gediplo meerden kunnen daarvoor dus niet worden aange wezen. Als er echter enrstige gevallen zijn, wordt de nachtdienst niet aan pas beginnende leerlingen overgelaten, maar doen de zusters dienst, die bin nenkort hun examen zullen doen. En dan is er geen zoo groot verschil meer met gediplomeerden. Bo vendien doet de directrice altijd dienst als hoofd- vernleegster en is zij steeds beschikbaar. De heer Schaafsma moet nog eene enkele opmer king maken. Het doet hom genoegen, dat er zooveel overeenstemming bestaat tusschen de Commissie van Beheer en het bestuur van Nosokomos. De con clusie die de wethouder Oosterhol'f trekt, dat de toestand in het ziekenhuis in orde is, als de Com missie van Beheer met met klachten bij Burgemees ter en Wethouders komt, gaat in hare algemeenheid echter niet op. Spreker gelooft dat de wethouder overdrijft. Het maakt toch verschil of men is be stuurder of iemand die dienst doet in de inrichting. Spreker vindt het niet goed dat er alleen leerlingen werkzaam zijn en hij dringt op eene spoedige reor ganisatie aan. Vooral de nachtdienst moet door ge diplomeerden worden gedaan in het belang der patiënten. De heer Oosterhof f heeft er zich gemak kelijk afgemaakt door te zeggen dat Nosokomos niet over de leerlingen schrijft. Dat is nu best mo gelijk. Die vereeniging vraagt evenwel nu niet naar het loon, maar naar de regeling der rechtspositie. En daar behooren de leerlingen ook bij. Verder wil spreker doen opmerken, dat hij liet niet goed vindt, dat de leerlingen den geheelen dag dienst doen. Zij moeten ook tijd hebben voor bare studie. Spreker hoopt dat de Commissie van Beheer spoedig iets van zich zal laten hooren. De heer Zandstra schaart zich aan de zijde van den heer Schaafsma. Hij zal tegen het prae-advies stemmen en vraagt of er ook gelegenheid bestaat om een voorstel te doen tot verhooging van het vacantiegeld. De Voorzitter hoort zeggen, dat dit niet aan de orde is. Spreker meent dat deze kwestie wel aan de orde is. Waar echter de salarisregeling geschiedt door de Commissie van Beheer in overleg met Bur gemeester en Wethouders, behoort dit niet tot do bevoegdheid van den Raad. De heer Zandstra wil de Commissie van Beheer in overweging geven het vacantiegeld op 2.te brengen. Voor 1.kunnen de verpleegsters in den tegenwoordigen tijd nergens meer terecht. De beraadslaging wordt gesloten. Met 15 tegen 8 stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou- ders. Vóór stemmen de heeren: Menalda, Beekhuis, Sekoondermark, Cohen, Dijstra, Berghuis, Peletier, de Haan, Oosterhoff, Fransen ,Tulp, van Weideren baron Rengers, Haverschmidt, de Vos en Attema. Tegen de heeren: Nijholt, Collet, Dijkstra, Zand stra, Hiemstra, Tiemersma, Schaafsma en Terpstra. Algemeene beschouwingen worden niet gehou den. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behan deling van ontwerp 1 (onderdeel a van het voor stel). De artikelen IVil worden onveranderd vast gesteld, daarna de verordening in haar geheel, even als ontwerp 11 en ten slotte onderdeel b van het voorstel. Versing van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Januari 1918. 9. (agenda no. 10) Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het hoofdbestuur van „Nosokomos"Neder/andsche Vereeniging tot bevordering der belangen van verpleegsters en verplegers, \paarbij onderscheidene verzoeken worden gedaan ten opzichte van de rechtspositie en dienstvoorwaarden der verpleeg sters en leerlingen in de gemeentelijke inrichtingen tot verpleging van zieken. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Januari 1918. 9 10. (agenda no. 11) Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de Directrice en de leeraressen aan de school van Middelbaar Onderwijs voor meisjes, tot herziening van hare jaarweddenregeling (bijlage 42 van 1917). 11. (agenda no. 12) Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen tot aankoop van een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 5