y v f w*° 32 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Febrari 1918 Spreker wijst erop, dat dit in de nota rdet wordt gezegd. Daar staat toch: „de tegenwoordige kwaliteit van de steenkolen „als basis aannemende, zal 29 M3. gas per 100 K.G. „kolen worden verkregen; thans schijnt die kwali teit plotseling zooveel verbeterd te zijn, dat men „zelfs eene berekening durft maken waarby de op brengst wordt gesteld op 32 M3. per 100 K.G. kolen „of ruim 10 hooger". Er wordt dus niet gezegd dat als basis wordt aangenomen een opbrengst van 32 M3. gas per 100 K.G., maar dat zelfs van een zoo hooge gasop brengst een berekening is overgelegd. Het ant woord der commissie is dan ook niet geheel juist. In de nota wordt nog gewezen op den indruk, welke de gaskwitantie over December op het pu bliek zal maken in verband met de gasbesparing. De commissie echter schrijft: „dat de besparing op gas door de ingezetenen nog „grooter zal worden dan in December, is niet denk baar". Zij schreef dit op 18 Januari. Maar toen waren de kwitanties over December nog niet uitgeschre ven en kon de commissie nog ge,en oordeel vormen over de uitwerking dier kwitanties. Spreker heeft gemeend de nota in bescherming te moeten nemen tegen de z. i. zeer onjuiste critiek. De heer Peletier blijft de nota onbelangrijk en misleidend noemen. Hij zal er niet verder over uit weiden, omdat de prijs van het ammoniak-water bijna geen invloed uitoefent op den gasprijs. Dat kan een onderdeel van een cent verschil maken. Het rendement gas is daarentegen wel van invloed, want bij een rendement van 32 M3. wordt de kost- prijs 2 cent lager. De Voorzitter mag nu de nota zoo interpreteeren dat wat erin staat waar is, maar bij den onbevooroordeelden lezer wordt de indruk gewekt, dat als basis is aangenomen een rendement van 32 M::. per 100 K.G. kolen. En dat is onjuist, daar als basis is aangenomen een opbrengst van 29 M3. gas. Als bij de berekening was uitgegaan van 32 M3., zou de kostprijs 14tv cent zijn. De Voorzitter zegt dat er in de nota drie punten worden aangeroerd. En op alle drie heeft de nota gelijk. Spreker beroept zich op den prijs van het ammoniakwater. Die is noch vastgesteld door het Bykskolendistributiebureau, noch berekend naar den tegenwoordig geldenden prijs. De prijs van dat biiDroduct toch wordt voorgesteld door de kolen- commissie uit de vereeniging van gasfabrikanten en zal wellicht nooit worden gemaakt. Verder staat niet in de nota, dat als basis is aangenomen een rendement van 32 M3„ maar er staat: dat de kwa liteit der kolen nu plotseling zooveel verbeterd schynt, dat men eene berekening durft m a- ken naar een opbrengst van 32 M3. Als men den brief van de commissie erbij heeft, kan men denken dat de Directeur 32 M3. als basis heeft aangenomen, maar in de nota staat zulks niet. En ten slotte is het ook juist, wat in de nota is ge zegd over de uitwerking van de kwitanties over December. De lieer de Haan wijst erop, dat de commissie voor de lichtfabrieken, naar aanleiding van het rap port van den directeur, door dezen ambtenaar ge heel zelfstandig samengesteld, eenstemmig is geko men tot een kostprijs van het gas van 16V2 cent per M3. En zij is tevens overtuigd dat het beter is om den prijs voor de consumenten iets hooger te ne men en vast te stellen op 18 cent. In den laatsten tijd nu komt het dikwijls voor dat de adviezen der commissie van bijstand voor de lichtfabrieken door Burgemeester en Wethouders niet worden gehono reerd en zij anders over de zaken deuken. Dat kan alleen gebeuren als de Wethouder, die voorzitter is van de commissie en die hare adviezen heeft te ver dedigen, een anderen kijk op de dingen krijgt. En nu is de nota van de afdeeling Financiën niet die nende om een beteren indruk te krijgen. Bij de stukken lag ook een nader schrijven van den directeur, waarin deze mededeelt dat de prijs van de teer is verhoogd van 3.35 per 100 K.G. tot j 5.68 en dat daardoor over een vol jaar gerekend, de inkomsten der fabriek met 11.366.kunnen worden verhoogd. Ten einde nu zoo voorzichtig mogelijk te zijn, acht de commissie voor de licht fabrieken het wenschelyk, te meer daar het gasbe drijf een monopolistisch karakter heeft, den prijs van het gas zoo aannemelijk mogelijk te maken. Burgemeester en Wethouders nu vergeten dat de prijs voor het oververbruikte gas gelijk blijft en dat dit een beduidend bedrag oplevert. Spreker weet niet hoe hoog de opbrengst daarvan is over Decem ber, maar het moet een belangrijke som zijn. De commissie wil nu eerst den grondprijs van liet gas doen vaststellen en daarna den bijslag regelen. Spreker wil nog eene opmerking maken. Burge meester en Wethouders zeggen dat ingezetenen met inkomens van meer dan 2500.wel den vol len gasprijs kunnen betalen. Men moet echter niet uit liet oog verliezen dat de ingezetenen, de belas tingbetalende burgers n.L, ook een belangrijk deel van den aftrek betalen, welke uit de gemeentelijke fondsen wordt bekostigd voor hen, die op het oogen- blik geacht worden niet den vollen prijs te kunnen voldoen. Dat is een indirecte belasting op het gas. Het lijkt heel mooi dat het wordt geput uit het eene zakje en overgebracht in het andere, maar het moet betaald worden. De gasfabriek zal als melkkoe wpr- den gebruikt om tot eene betere afschrijving te ko men. Spreker heeft sedert de vorige vergadering de stukken thuis gekregen met voorstellen om de afschrijving te veranderen. Hij meent dat het beter is daarmee rustiger tijden af te wachten. Als spre ker toch onze tegenwoordige afschrijving vergelijkt met die van andere fabrieken, dan maakt die hier geen slecht figuur, al wordt onze afschrijving wel eens als absurd voorgesteld. Het komt spreker ech ter gewenseht voor in dezen abnormalen tijd daarin geen verandering aan te brengen. De heer Hiemstra (Wethouder) wijst erop dat de heer de Haan een felle philippiea heeft gehouden tegen het maken van het gas tot een belastingob ject. Zoolang spreker in den Baad zit heeft hij en voor dien tijd de sociaal-democratische fractie altijd gepleit tegen het systeem van eene indirecte belas ting in den gasprijs. Zij hebben altijd gezegd dat er eene gasbelasting wordt geheven, ook door het be talen van retributie aan de gemeente voor het heb ben van buizen in gemeentegrond. Wanneer zij hun stem daartegen verhieven, dan was die stem altijd als die eens roependen in de woestijn. Nooit zijn zij in hun pogen gesteund. Nu er evenwel kans bestaat dat door de heeren met meer dan 2500.— inkomen 1 a 11 o cent te veel zal moeten worden betaald, zeggen de heeren: wij willen niet langer liet gas als belastingobject gebruiken, dat is onbillijk en immo reel. Spreker wil erop wijzen dat in dezen abnormalen tijd wat meer ruimte gewenseht is. Wij weten bo vendien niet welken prjjs over drie maanden moet gelden. Hij begrijpt <lit plotselinge verzet nu niet. De heer Oosterlmff (Wethouder wil eerst een enkel woord zeggen naar aanleiding van de nota. Hij wil erop wijzen dat de inhoud dier nota op hem niet zulk een indruk heeft gemaakt, dat liij daar door voor een gasprijs van 20 cent zal stemmen. Hij Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Februari 1918. 33 heeft daarvoor andere motieven. Een van de opmer- kingen, in de nota gememoreerd, is door den heer Peletier niet beantwoord, n.l. de beweerde onjuist heid uit den brief der commissie, dat de lagere prijs weder een grooter gebruik zou geven en den kost prijs dus zou doen dalen. Nu is er gezegd, dat de menschen de kwitanties over December nog niet hadden betaald en daardoor nog niet op de gedachte hadden kunnen komen meer te moeten besparen. Het feit van de motie echter, waarbij Burgemeester en Wethouders werden uitgenoodigd den gasprijs te herzien, heeft reeds uitwerking gehad. Want in de eerste helft van Januari is niet zooveel bespaard als in December. De lieer Peletier heeft de opmerking gemaakt dat hij niet tevreden is over het beleid van Burgemees ter en Wethouders ten opzichte van de regeling van de gasprijzen. Die ontevredenheid schijnt daar door veroorzaakt, dat Burgemeester en Wethouders niet altijd meegaan met de adviezen der commissie. Spreker meent dat de opvatting van den heer Pele tier te dezen opzichte niet volkomen juist is. Als Burgemeester en Wethouders zich de vrijheid voor behouden af te wijken van de adviezen der commis sie, dan is dat toch geen grond om te klagen over het beleid van het college. De heer Peletier heeft verder opgemerkt dat er, als de Baad den grond prijs van 'liet gas vaststelt op 18 cent, reeds een speling is van D/a cent. Naar spreker meent is die P/2 cent speling echter alleen voorgesteld met het oog oj) de onbekendheid met het verbruik en daar uit voortspruitende schommelingen in den kostprijs. Met andere eventualiteiten is daarbij geen rekening gehouden. Burgemeester en Wethouders nu hebben gemeend dit wel te moeten doen en hebben daarom rekening gehouden met den duurtebijslag, de gasbe sparing, den onzekeren kolenprijs en andere facto ren, die van invloed kunnen zijn. De loonsverhoo- ging op zich zelf mag niet van zooveel invloel zijn, het is toch één van de factoren, die invloed uit oefenen. Er is gesproken over een mogelijk minder verbruik. Eu de lieer Peletier antwoordt: als het ge bruik vermindert, verhoog dan eenvoudig het rant soen. Maar, zegt spreker, dat is niet mogelijk. De gemeente is gebonden door de Bijkskolendistributie. Er is eene verdeeling van het beschikbare gas ge maakt over de 6 wintermaanden en hoe verder het nu naar het laatst loopt, hoe moeilijker het is meer te geven dan de eenmaal bepaalde hoeveelheid. De gemeente heeft dat niet in haar hand. De kolenprijs blijft altijd eenigermate onzeker. En waar nu als basis de laagste prijs is genomen, is er geen aanleiding om te zeggen: die prijs zal nog wel lager kunnen worden. Er is meer kans dat die prijs hooger zal worden en daarom hebben Bur gemeester en Wethouders een ruimer marge geno men dan V/j cent. De heer Peletier heeft gezegd dat de marge in normale tijden ook niet hooger is dan P/2 cent. Voor normale tijden is die marge ook inderdaad voldoen de, maar 1111 meenen Burgemeester en Wethouders beter te doen met die marge iets hooger te stellen. De heer Peletier meent verder dat het overver- bruik een meevaller zal zijn. Het is echter de groote vraag of de gemeente daarop wel te veel mag reke nen. Omdat de prijs voor het oververbruik gelijk blijft, kan er niet op worden gerekend dat daaruit zooveel meer zal worden gehaald. Verder heeft de heer de Haan enkele opmerkin gen gemaakt. Onder anderen heeft dit raadslid be weerd dat Burgemeester en Wethouders van de gasfabriek een melkkoe willen maken. Het resul taat van 1917 zal den Baad wel doen inzien dat het dan een slechte melkkoe is, ten minste een melkkoe die melk geeft van slechte kwaliteit. Hij zegt verder dat de winst die Burgemeester en Wethouders wil len nemen, zoo groot is, dat men niet gaarne zou zien dat een koopman zooveel nam. Spreker zou niet graag de kooplui den kost willen geven, die meer winst maken dan 20 Dit lijkt spreker een matige winst. De heer de Haan heeft verder de opynerking gemaakt dat de ingezetenen met 2500.inkomen den vollen gasprijs niet kunnen betalen. Toen de vorige keer de gasprijs voor die ingezetenen is vast gesteld op 25 cent, is die opmerking niet gemaakt. En nu die prijs 5 cent lager wordt, is er zeker geen reden 0111 de grens te veranderen. De heer Peletier zegt dat de heer Oosterlmff het in hoofdzaak heeft gehad over het verbruik. Men kan daarover van meening verschillen, maar spre ker is van oordeel dat de gemeente het verbruik in de hand heeft door het rantsoen te vergrooten. De heer Oosterhoff beweert dat zulks niet kan, om dat de gemeente dan in conflict komt met de Bijks kolendistributie. Spreker meent dat dit niet juist is. De gemeente is één afnemer en kan het haar toege wezen kwantum verdeelen zooals zij dat zelf wil. Het gevolg daarvan is ook, dat deze gemeente deze, een andere gemeente eene andere regeling heeft. Als het verbruik achteruitloopt, kan, meent spreker, het rantsoen worden verhoogd De Voorzitter: „dat kan pas twee maanden later gebeuren". De heer Peletier meent dat dit altijd te verdiscon- teeren is. Hij acht het geen bezwaar om, als het ge bruik afneemt, daaraan door een grooter rantsoen tegemoet te komen. De 'heer Oosterhoff heeft ge zegd dat sprekers bewering omtrent het beleid van Burgemeester en Wethouders ongegrond is, omdat die alleen berust op het niet opvolgen door Burge meester en Wethouders van de adviezen der com missie voor de lichtfabrieken. Als dat zoo was had de heer Oosterhoff gelijk. Maar hij acht het een minder gelukkig besluit dat, Burgemeester en Wet houders hebben in de vorige vergadering een gas- prys van 25 cent voorgesteld, terwijl zij nu, onder gelijke omstandigheden voorstellen dien Oprijs te bepalen op 20 cent De Voorzitter: „de Baad heeft dien prijs vast gesteld op 25 cent en zeer kort daarna besloot hij tot verlaging van dien prijs. De heer Peletier vervolgt en zegt dat het college willens en wetens een gasprijs heeft vastgesteld met een marge van 5 cent. Spreker noemt dat geen gelukkig denkbeeld. Vroeger was de gemiddelde winst 25.000.of op eene productie van 4.000.000 M3. nog geen cent per M3. Spreker meent dat dit niet moet worden uitgebreid, waar de gemeente ook nog inkomsten heeft uit de retributie. De winst marge moet niet grooter worden gemaakt dan de commissie heeft voorgesteld. De heer Tulp had zich niet in deze discussie wil len mengen. Als hij nog lid van de commissie voor de lichtfabrieken was geweest, dan had hij het amendement dier commissie gaarne mee ondertee kend. Spreker wil echter een vraag stellen naar aanleiding van de berekening van den gasprijs voor winkeliers over December. Deze winkeliers zijn met 26 M3. gerantsoeneerd. Spreker heeft over die maand 72 M3. gebruikt, waarvan 26 M3 voor zijn winkel. En nu zou hij denken dat hij voor die 26 M3. den prijs moest betalen, w7elke daarvoor is vastge steld, maar hem is slechts 6 M3. naar 20 cent bere kend en de rest naar 25 cent. Hij zou gaarne weten hoe dit zit, want hy heeft z. i. 20 x 5 cent teveel betaald.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 5