X
""-rf *n
34 erslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Februari 1918.
De heer Schaufsiua: „zij weten wel waar zij moe
ten zijn".
De lieer Koopmans wil als lid der commissie voor
de lichtfabrieken en medeonderteekenaar van het
amendement zijn standpunt even toelichten. Hij is
het niet geheel eens met de heeren Peletier en de
Haan. Hij is van oordeel dat deze heeren hun be
toog wat te breed hebben opgezet. In de vergade
ring van die commissie heeft spreker gemeend dat
eene verhooging van de kostprijs met IV2 cent vol
doende is. I11 het algemeen kan spreker zich met de
opvatting van den Voorzitter vereenigen, dat in
normale tijden voor een behoorlijke reserve moet
worden gezorgd. Wij leven 1111 evenwel in een ab-
normalen tijd en daarom vindt spreker dat de ge
meente met een marge van D/2 cent wel toe kan.
Komt er een andere tijd, dan moet de regeling
nauwkeurig worden bestudeerd. Dan kan ook de
afschrijving en den vorm daarvan ter sprake ko
men. De gasp rijs wordt voor 3 maanden vastgesteld.
Spreker hoort van den heer Hiemstra dat de gas-
prijs bij de begroeting is vastgesteld op 25 cent.
Maar (lie prijs was gebaseerd op een kolenprijs
van 70.
De heer Hiemstra (Wethouder;: „men moet Bur
gemeester en Wethouders niet verwijten, dat zij 5
cent te veel vragen".
De heer Koopmans: „de prijs van 25 cent was ge
baseerd op een kolenprijs van 70.Toen men
wist dat die prijs niet hooger werd dan 59.— is
voorgesteld den prijs te bepalen op 20 cent.
De heer Oosterhoff (Wethouder) herhaalt, dat de
heer Peletier het met de rantsoeneering toch inder
daad mis heeft. Er is eene berekening gemaakt van
wat ]Jer maand kan worden verbruikt en iedere
maand wordt dan ook een zeker kwantum gerant
soeneerd en daar kan men niet boven gaan, omdat
dan in andere maanden weder bekrompen zou moe
ten worden. De resultaten van de bezuiniging zijn
bovendien pas bekend, lang nadat de maand is af-
geloopen. De heer Peletier heeft gezegd dat Bur
gemeester en Wethouders de vorige keer een prijs
hebben vastgesteld met een winstmarge van
cent. Dat is onjuist. Burgemeester en Wethouders
hebben het standpunt ingenomen, dat de kolenpry-
zen geheel onzeker zijn en dat men, om zeker te
zijn de hoogste polenprijzen als basis moest aanne
men. Nu is het heel anders, daar nu de laagst be
kende kolenprijzen als basis zijn aangenomen. En
die zullen zeker niet lager worden. Daarom hebben
Burgemeester en Wethouders een grooter marge
genomen. Wat de door den lieer Tulp te berde ge
brachte kwestie betreft, spreker kan die hier thans
niet beoordeelen. Als de heer Tulp hem de kwi
tantie wil ter hand stellen, zal hij de zaak onderzoe
ken.
De lieer de Haan wenscht nog eene opmerking te
maken. De heer Oosteithoff heeft gezegd dat spre
kers argument van de dubbele belasting bij den
hoogeren gasp rijs voor de ingezetenen, die boven de
2500.zijn aangeslagen,in verband met de be
langrijke reductie op dien prijs voor de minder ge
goeden, meer zin zou gehad hebben in de November
vergadering, toen de gasprijs op 25 cent per M3.
werd voorgesteld. Hij was daarvoor toen echter niet
in de gelegenheid.
Op sprekers verzoek is indertijd het punt van
den gasprijs op no. 1 der agenda geplaatst omdat
hij om 31/2 uur moest vertrekken. Hij wilde graag
aanwezig zijn bjj de stemming over het amende
ment der commissie om den prijs op 20 cent te be
palen. Dit amendement is gevallen. E11 dat heeft in
de gemeente ontstemming gewekt. Nu verwijt de
heer Hiemstra spreker, dat hij thans anders over
den gasprjjs denkt dan vroeger. Spreker wil den
lieer Hiemstra verwijzen naar het door dezen op
12 Juni 1917 gesprokene, toen hij heeft gezegd:
„Spreker is een tegenstander van het maken van
„winst uit een gemeentelijk bedrijf". En op een an
dere plaats in diezelfde zitting:
„leder, dat is spreker standpunt, moet den kost-
„prijs betalen, ook de arbeiders".
De heer Hiemstra schijnt dan ook al op zijne opi
nie van Juni 1917 teruggekomen te zijn. Dat is
mogelijk, want wij leven in een abnormalen tijd. De
mensehen met een vast inkomen kunnen in deze
moeilijke omstandigheden de hooge gasprijzen niet
betalen. Spreker blijft erbij dat liet gewenscht is
den prijs op 18 cent terug te brengen. Van de drie
maanden, waarvoor deze zal gelden, is reeds één
0111. Mocht verandering in den prijs noodig zijn dan
kan die worden herzien binnen twee maanden.
De Voorzitter zal het amendement-Peletier c.s. in
stemming brengen. Hij vraagt wat de bedoeling is
van den heer Peletier.
De heer Peletier: „0111 in A, A la te lezen in plaats
van 20 cent, 18 cent".
Dit moet echter geheel afzonderlijk en afgeschei
den van den bijslag worden behandeld, zegt spreker.
Er ligt toch een amendement klaar 0111 in plaats
van den door Burgemeester en Wethouders voorge
stelden bijslag van 10, 8 en 4 cent, te lezen 8, 6 en
2 cent.
De heer de Haan wijst erop dat de bedoeling van
dit amendement is 0111 de prijzen overigens te la
ten zooals die door Burgemeester en Wethouders
zijn voorgesteld.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement-Peletier c.s. wordt aangenomen
met 19 tegen 0 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Zandstra, Dijstra, Tulp,
Cohen, Attema, Peletier, de Vos, Menalda, Koop-
mans, Haverschmidt, Collet, Sdhaafsma, Fransen,
Nijholt, van Sloterdijck, Tiemersma, Terpstra, Dijk
stra en de Haan.
Tegen stemmen de heeren: Berghuis, Oosterhof f,
van Weideren baron Rengers, Beekhuis, Hiemstra
en Schoondermark.
De heer Peletier stelt mede namens de heeren
Fiemersma, Koopmans en de Haan het volgend
amendement voor:
in A 1 2, 2e lid te lezen:
voor zaken en bedrijven voor de hoeveelheid bo
ven het rantsoen toegestaan 20 cent.
Spreker wijst erop dat aan zaken en bedrijven gas
wordt geleverd voor 16 cent per M3., omdat daar
groote kwantums gas gebruikt worden. Dat is een
juist principe, maar Burgemeester en Wethouder-
verlaten dat geheel door voor de hoeveelheid, boven
het rantsoen toegestaan, 25 cent te laten betalen.
Het kwantum, dat boven het rantsoen is toegestaan
is ook rantsoen. Het verhoogde rantsoen wordt im
mers slechts toegestaan, indien daarvoor gegronde
reden zijn. En het betreft hier geen strafbepaling
zooals bij oververbruik. De prijs daarvoor kan op
50 cent blijven bepaald.
De heer Oosterhoff (Wethouder) zegt dat het
oververbruik, waarvoor 50 cent per M3. moet wor
den betaald, kan worden uitgeschakeld. Dat is straf.
De heeren Peletier c.s. willen, nu voor het meer
dere dat wordt toegestaan en waarvoor Eurge-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Februari 1918 35
meester en Wethouders 25 cent willen laten betalen,
20 cent per M3. heffen. De heer Peletier zegt, dat,
als men liet eerste kwantum beneden den kostprijs
levert, men in die lijn moet blijven. Burgemeester
en Wethouders vinden die redeneering niet juist.
Zij willen het absoluut noodige, het kwantum waar
men niet buiten kan, voor een lageren prijs leve
ren. maar voor wat daarboven gaat daarentegen
juist een prijs boven den kostprijs vragen.
De heer Koopmans meent dat de heer Oosterhoff
de zaak niet juist inziet. Als het dezelfde personen
betrof zou hot zijn als de heer Oosterhoff zegt. Het
betreft echter verschillende personen.
De heer Peletier zegt: gesteld dat iemand bij Bur
gemeester en Wethouders klaagt dat zijn rantsoen
te klein is en hem wordt iets meer toegestaan. Dan
zal hij voor dat meerdere 25 cent moeten betalen.
Spreker vindt dat niet billijk.
De heer Oosterhoff (Wethouder heeft heel goed
begrepen, dat het niet altijd dezelfde personen be
treft. Mensehen die niet met hun kwantum toe
kunnen, kunnen iets meer krijgen. Het is dan niet
onbillijk dat daarvoor iets meer wordt betaald.
De heer Haverschmidt stelt voor A 2 aldus te
lezen
„voor zaken en bedrijven, ziekenhuizen en instel
lingen van weldadigheid voor de maandelijksehe
„hoeveelheid enz."
Burgemeester en Wethouders nemen dit amende
ment over.
De heer Haverschmidt wil dan nog een amende
ment indienen, dat Burgemeester en Wethouders
ook wel kunnen oyernemen 0111 nl. nog op te nemen
„Kerken".
De heer Hiemstra (Wethouder) heeft hiertegen
bezwaar. Dan kunnen ook de schouwburgen wel ko
men. Spreker zou het woord „kerken" er liever niet
in hebben.
De heer Seliaafsma dient een amendement in 0111
in plaats van „kerken" te lezen: „verenigingsge
bouwen".
Het amendement-Peletier c.s. wordt aangenomen
met 22 tegen 3 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Schoondermark, Tie
mersma, Terpstra, Dijkstra, de Haan, Zandstra,
van Weideren baron Rengers, Dijstra, Tulp, Cohen,
Attema, Peletier, de Vos, Menalda, Koopmans, Ha
verschmidt, Collet, Seliaafsma, Fransen, Beekhuis,
Nijholt en van Sloterdijck.
Tegen de heeren: Berghuis, Oosterhoff en Hiem-
stra.
De heer Tulp: „dan ook gymnastiek- en zangver-
eenigingen. Waar is, vraagt spreker, de grens.
De heer Haverschmidt trekt zijn amendement in,
waardoor het amendement-Sehaafsma is vervallen.
De heer de Haan neemt het amendement van den
lieer Haverschmidt over.
De heer Beekhuis vreest dat er verwarring
heerscht. Spreker vraagt of het niet beter is aan
Burgemeester en Wethouders over te laten om 11a
te gaan of er ook anderen zijn, die er behoefte aan
hebben. I11 de volgende vergadering kan er dan
over worden gestemd.
De Voorzitter acht het gewenscht deze zaak he
den af te doen. Dat kan wel. Hij ziet geen enkele
reden, waarom verenigingsgebouwen gas tegen
een lager tarief moeten hebben.
De heer Koopmans meent dat er niets tegen is.
Er is geen sprake van een goedkooper tarief, maar
alleen dat voor liet meerdere iets minder zal worden
betaald.
De heer Schaafsma doet nu zijn sub-amendement
herleven.
De heer de Vos doet opmerken dat een kerk een
verenigingsgebouw is en dat, als het amendement-
de Haan wordt aangenomen, de verenigingsgebou
wen er vanzelf onder vallen.
De Voorzitter meent daarom dan ook dat het
amendement-de Haan eene verdere strekking heeft.
De heer Njjholt vraagt waaronder de kerken bij
de tegenwoordige regeling worden gerangschikt.
De Voorzitter: „onder de gewone afnemers".
Het amendement-Sehaafsma wordt verworpen
met 17 tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Dijkstra, de Haan,
Dijstra, Koopmans, Schaafsma, Fransen, Nijholt en
Tiemersma.
Tegen de heeren: Terpstra, Berghuis, Ooster
hoff, Zandstra, van Weideren baron Rengers, Tulp,
Cohen, Attema, Peletier, de Vos, Menajda, Haver
schmidt, Collet, Beekhuis, Hiemstra, van Sloter
dijck en Schoondermark.
Het amendement-de Haan wordt verworpen met
15 tegen 10 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: van Sloterdijck, Oos
terhoff, de Haan, Dijstra, Cohen, Attema, de Vos,
Koopmans, Haverschmidt en Fransen.
Tegen de heeren: Beekhuis, Nijholt, Hiemstra,
Schoondermark, Tiemersma, Terpstra, Dijkstra,
Berghuis, Zandstra, van Weideren baron Rengers,
Tulp, Peletier, Menalda, Collet en Schaafsma.
Onderdeel A van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders wordt met algemeene. stemmen vast
gesteld.
Aan de orde is onderdeel B.
De heer Peletier dient hierop het volgende amen
dement in:
te lezen in plaats van 10, 8 en fi cent", „8, 4
en 2 cent".
Spreker deelt mede dat het de bedoeling is het
voorstel van Burgemeester en Wethouders intact
te laten. Dat is door de aanneming van het amende
ment op onderdeel A uit zijn verband gerukt.
Burgemeester en Wethouders nemen dit amende
ment over.
Het amendement-Peletier c.s. wordt verworpen
met 15 tegen 10 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Peletier, Menalda,
Koopmans, Haverschmidt, Beekhuis, van Sloter
dijck, Schoondermark, Oosterhoff, de Haan en van
Weideren baron Rengers.
Tegen de heeren: Cohen, Attema, de Vos, Collet,
Schaafsma, Fransen, Nijholt, Hiemstra, Tiemer
sma, Terpstra, Dijkstra, Berghuis, Zandstra, Dijstra
en Tulp.
De heer Zandstra zegt dat, als twee gezinnen gas
gebruiken over één meter, de gasprijs wordt bere
kend naar den hoogst-aangeslagene in den Hoofde-
lijken Omslag. Hij verzoekt in het vervolg ieder te
laten betalen naar zijn eigen aanslag. Nu er woning
nood is, kan het gebeuren dat er mensehen bij an
deren moeten inwonen.
De heer Oosterhoff (Wethouder) doet opmerken
dat de voorstelling van den heer Zandstra onjuist
is. De gasprijs wordt niet bepaald naar den hoogst-
aangeslagene, maar naar dengene, op wiens naam
de meter staat ingeschreven. Dat kan ook evengoed