66 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maart 1918
Burgemeester en Wethouders der gemeente Fra-
neker hebben by missive van 7 Juli 1917 het ver
zoek tot ons gericht mede te willen werken om
twee wegen, gelegen in bovengenoemde gemeente,
die ten name van Leeuwarden en Harlingen staan,
ten name der gemeente Franeker te doen stellen.
De eene weg, ten oosten der plaats, is ongeveer
800 M. lang en kadastraal bekend sectie B no. 909:
de andere, genaamd de „Laene", is meer in de kom
van Franeker gelegen en is kadastraal bekend
sectie D no. 1604.
Beide wegen maken een gedeelte uit van den
trekweg, die op voorstel van Harlingen in de ja
ren 1045 en 1640 tusschen deze gemeente en Leeu
warden op gemeenschappelijke kosten is aange
legd.
De „Laene" en ook een gedeelte van het eerstge
noemde wegvak worden echter sedert lang als
trekweg niet meer gebruikt; vooral de Laene is in
den loop der jaren geheel van gedaante veranderd,
waarschijnlijk doordat de omwonenden door be
bouwing stukken van den weg bij hun erf hebben
aangetrokken. Het is thans voor de gemeente Fra
neker van belang, in hoofdzaak voor de naleving
harer bouwverordening, om beide wegen op haar
naam te hebben.
Indien de thans bestaande trekweg als zoodanig
ook in de toekomst in stand blijft, heeft onze ge
meente geen bepaald belang bij het te haren naam
staan der beide wegen. Een overdrachtssom van
1.per wegvak is dus voldoende geoordeeld.
Wat het onderhoud betreft, dit maakt voor Leeu
warden geen verschil, daar dit volgens overeen
komst bij Harlingen behoort.
Aangezien op grond van het bovenvermelde
ook de gemeente Harlingen hare medeverking tot
deze transactie moest verleenen, hebben wij haar
gemachtigd ook namens ons overleg met Burge
meester en Wethouders van Franeker te plegen.
Bij missive van 28 December/5 Januari, no. 339 B
is van het gemeentebestuur van Harlingen het be
richt ontvangen dat aan den raad dier gemeente
zal worden voorgesteld tot overdracht van bedoelde
stukken grond over te gaan, tot aankoop waarvan
de gemeenteraad van Franeker, met aanneming der
door de gemeentebesturen van Harlingen en Leeu
warden gestelde voorwaarden, in zijne vergadering
van 29 November 1917 reeds besloten heeft. Noodig
is dan thans nog een besluit van Uwen Raad.
Onder overlegging van de adviezen van den Di
recteur der Gemeentewerken, onderscheidenlijk
van 11 Augustus en 5 October 1917, hebben wij de
eer U voor te stellen te besluiten:
aan de gemeente Franeker in eigendom over te
dragen:
lo. een gedeelte van den oorspronkelijken trek
weg LeeuwardenHarlingen ten oosten van de
kom der gemeente Franeker, kadastraal bekend
sectie B no. 909, lang ongeveer 800 meter;
2o. den weg genaamd de „Laene", kadastraal
bekend sectie 1) no. 1664, 17 A. en de kadastrale
perceelen 1127, erf 03 A. 10 c.A., 1662, tuin 45 e.A.,
1663, schuur en erf 75 c.A. en den mede-eigendom
in de nummers 1125, erf voor 01 A. 60 c.A. en 1282,
huis en erf voor 45 e.A., alle in sectie D,
en zulks onder de volgende voorwaarden:
o. dat de overdracht in eigendom plaats vindt
tegen eene som van 1.— voor ieder der beide weg-
vakken;
b. dat op het af te stane gedeelte onder lo ge
noemd, dat nu als trekweg wordt gebruikt, door de
gemeente Franeker nimmer iets wordt opgericht,
of aan den weg in zijn geheel nimmer veranderin
gen worden aangebracht, die naar het oordeel van
de gemeentebesturen van Leeuwarden en Harlin
gen hinderlijk zijn voor de bestemming van dien
weg;
c. dat ten behoeve van de archieven der gemeen
ten Leeuwarden en Harlingen kosteloos een geze
geld afschrift van de koopacte worde geleverd, ter
wijl voorts alle kosten, op de overdracht vallende,
komen ten laste van de gemeente Franeker.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
koop van het gebouw thans bestemd voor de turfdra-
gerswacht aan O. 8. Bergmanalhier.
Dit voorstel luidt als volgt:
Het aan de gemeente toebehoorende perceel Rei
gerstraat no. 1, in gebruik als turfdragerswacht,
wordt als zoodanig slechts weinig meer gebruikt
Op dit huisje is door O. S. Bergman, caféhouder
aan den Wirdumerdjjk alhier, wiens zaak aan de
achterzijde grenst aan het bovengenoemde perceel,
een bod gedaan. Hij heeft er mede ingestemd het
pand te koopen voor de som van 1300.onder de
voorwaarde dat een bijbehoorende regenbak, die in
de openbare straat gelegen is, niet in den even-
tueelen verkoop zal begrepen zyn.
Om de bovenvermelde reden komt het ons voor
dat het in het belang van de gemeente is op de
transactie in te gaan.
Mocht metterdaad blijken dat later aan een ge
bouw voor de turfdragers nog behoefte bestaat,
dan zal altijd nog een perceel als wacht voor het
gilde kunnen worden aangewezen.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten:
het perceel Reigerstraat no. 1, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie B, no. 2876, als huis.
groot 26 centiaren, thans nog aangewezen als turf
dragerswacht, voor de som van dertien honderd
gulden te verknopen aan Oenze Samuel Bergman,
caféhouder alhier, met dien verstande, dat de bij
het perceel behoorende regenbak eigendom van de
gemeente blijft en onder de verder door Burgemees
ter en Wethouders te stellen voorwaarden.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tieiiiersma zegt, naar aanleiding van
het ingekomen adres van Gebr. Feldhaus, dat het
niet onmogelijk is dat er meer gegadigden zijn.
Daarom zou spreker Burgemeester en Wethouders
willen machtigen het pand publiek te verkoopen.
Dan hebben alle liefhebbers de gelegenheid om te
bieden.
De heer Fransen wil ook anderen de gelegenheid
geven het pand te koopen, maar hij wil geen pu
blieke verkooping. Hij zou erop willen laten in
schrijven.
De heer Peletier kan zich bij de vorige sprekers
aansluiten. Hij vindt het echter beter het voorstel
te renvoyeeren aan Burgemeester en Wethouders
met verzoek prae-advies te willen uitbrengen over
het adres van Gebr. Feldhaus.
De Voorzitter meent dat dit te omslachtig is. Het
aanbod van Bergman komt neer op een prijs van
50_ per M2. Die prijs leek Burgemeester en Wet
houders bevredigend en er was dan ook geen aan
leiding voor Burgemeester en Wethouders om dit
voorstel niet te doen. Nu er evenwel een adres inge
komen is van Gebr. Feldhaus, die het pand ook
wel willen koopen, kan spreker zich begrijpen dat
de heer Tiemersma publieken verkoop voorstelt.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maart 1918 67
De heer Schoondermark Wethouder) wil een
vraag stellen. Hij kan zich voorstellen dat de Raad
anders redeneert dan Burgemeester en Wethou
ders, want hun was bij het doen van het voorstel,
het adres Gebr. Feldhaus onbekend. Nu zegt de
heer Fransen: ik wil niet publiek verkoopen, maar
op het pand laten inschrijven. Zit daarbij dan
■vraagt spreker de bedoeling voor, dat de hoogste
inschrijver eigenaar wordt? Het is den Raad te
doen om zooveel mogelijk geld te maken, maar wat
is dan de beste weg, vraagt spreker, publieke ver
koop, of bij inschrijving verkoopen, met de bedoe
ling dat de hoogste inschrijver eigenaar wordt.
De heer Fransen meent dat inschrijven het
beste is.
De heer Schoondermark Wethouder) wjjst erop
dat de kans dan bestaat, dat wij weer hetzelfde
krijgen. Als b.v. A, B en C inschrijven en A schrijft
het hoogst b.v. 2000.dan kan C, zulks verne
mende, wel komen met een hooger bod.
De heer Dijkstra: „dat kan niet".
Den heer Tiemersma wil het voorkomen, dat pu
blieke verkoop de beste weg is. Hij wil Burgemees
ter en Wethouders machtigen tot publieken ver
koop van het pand over te gaan en doet daartoe
het voorstel.
De Voorzitter: „ik geloof ook dat dit het beste is".
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel-Tiemersma.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
lenging van het recht van opstal op een perceel grond
aan den Harlingertrekweg aan de Wed. J. N. Schuur
man s-Hillebr and.
Dit voorstel luidt als volgt:
By raadsbesluit van 26 October 1897 werd aan
J. N. Schuurmans voor den tijd van 20 achtereen
volgende jaren recht van opstal verleend op de per
ceelen, kadastraal bekend sectie D nos. 6f3 en 614
aan den Harlingertrekweg tegen een recognitie van
J 12.50 per jaar .Dit recht is blijkens de van de over
eenkomst opgemaakte akte 31 December 1917 ver
vallen. De grond diende tot oprichting van een fa
briek en bewaarplaats van vuurwerken.
-'hans vraagt de weduwe van den oorspronke
lijken opstalhouder als zijn rechtverkrijgende ver
lenging wederom met 20 jaren.
Terecht merkt de Directeur der gemeentewerken,
over dit verzoek gehoord, op, dat het, bij de tegen
woordige ontwikkeling der stad ook naar de zijde
van genoemden weg, niet in het gemeentebelang
is hef recht op den grond voor zoo'n lang tijdsver
loop uit handen te geven. Wij deelen dit gevoe
len, doch dan ondergaat de waarde van het recht
ook een vermindering. Is zy, naar de Directeur be
rekent, thans wel te stellen op een jaarlijksche ver
goeding voor de gemeente van 33.75 (dat is vol
gens een grondwaarde van 1,25 per c.A.), als het
recht tot wederopzeggens toe verleend wordt met
een korten opzeggingstermijn, dan mag, meenen
wij, niet meer dan 25.per jaar, dat is het dub
bele van de vorige recognitie, gevraagd worden.
Adressante heeft met den voorslag om het op
stalrecht onder deze bepalingen te aanvaarden, ge
noegen genomen, zoodat wij de eer hebben U voor
te stellen te besluiten:
aan P. J. M. Hillebrand, wed. J. N. Schuurmans
te Leeuwarden, gerekend met ingang van 1 Januari
1918 tot wederopzeggens toe, met inachtneming
door haar en door de gemeente van een opzeggings
termijn van zes maanden, tegen betaling van een
jaarlijksche recognitie van 25.—, het recht van
opstal te verleenen op den grond van de perceelen,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie I),
nos. 61'3 en 614 (thans nos. 1186 en 1187) gelegen
aan den Harlingertrekweg, onder de voorwaarden,
voor zoover nog naar het oordeel van Burgemeester
en Wethouders toepasselijk, van de met wijlen haar
echtgenoot J. N. Schuurmans gesloten overeen
komst, verleden den 30 December 1897 voor den
toenmaals te Leeuwarden gevestigden notaris Mr.
H. Albarda en overgeschreven ten hypotheekkan-
torc aldaar den 24 Januari 1898, deel 1125, no. 4.
Mef algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van bepalingen van uitgifte betreffende
bouwterreinen aan den weg Achter de Hoven (bijlage
no. 13).
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet-
houdeis.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van het verslag omtrent de wijze, waarop
het op de gemeentebegrooting voor 1917 toegestaan bedrag
voor het in art. 35 der Leerplichtwet omschreven doel
is besteed.
Dit voorstel luidt als volgt:
Krachtens artikel 11 van het Koninklijk besluit
d.d. 19 November 1900, Staatsblad 202, tot vaststel-,
ling van de regelen, waarnaar de Gemeenteraad be
voegd is aan schoolgaande kinderen ter bevorde
ring van schoolbezoek voeding en kleederen te ver
strekken of met dat doel subsidie te verleenen, is
Uwe Vergadering verplicht vóór den 1 Maart e.k.
aan Gedeputeerde Staten verslag uit te brengen
aangaande de wijze, waarop het op de gemeente
begrooting voor 1917 toegestane bedrag voor het in
artikel 35 der Leerplichtwet omschreven doel is
besteed.
Naar aanleiding van die bepaling hebben wjj de
eer U hiernevens het ontwerp van het bedoelde
verslag aan te bieden.
Wy stellen U voor te besluiten:
1. het ontwerp in den aangeboden vorm vast te
stellen;
2. afschrift daarvan te doen toekomen aan Ge
deputeerde Staten en aan den Districts-School-
opziener.
i;
Verslag ingevolge het bepaalde bij artikel 11 van
het Koninklijk besluit d.d. 19 November 1900,
Staatsblad no. 202, tot vaststelling van regelen,
waarnaar de gemeenteraad bevoegd is aan school
gaande kinderen, ter bevordering van het school
bezoek, voeding en kleeding te verstrekken of met
dat doel subsidie te verleenen.
Op grond van artikel 35 der Leerplichtwet is bfj
raadsbesluit van 27 Augustus 1901 no. 5, gewijzigd
bij raadsbesluit van 9/10 November 1915 no. 367R/
202, een regeling getroffen, die is goedgekeurd by
resolutiën van Gedeputeerde Staten d.d" 19 Decem
ber 1901 no. 71 en 23 December 1915 no. 88.
In verband hiermede zijn op de goedgekeurde be
grooting voor het jaar 1917 toegestaan voor:
a. kosten van rechtstreeks van gemeentewege
verstrekte voeding en kleeding aan behoeftige
schoolkinderen 1000.