aan nog slechts voor een gedeelte tegemoet komt.
De kosten zullen zijn buiten den grond 108.450.
met den grond 120.150.—,. en wel verdeeld als
volgt
type A' 6 woningen 24.900.
A' 1 woning 4.300.
B 4 woningen 16.800.
B' 2 8.900.-
C 5 22.750.—
1) 8 30.800.-
Totaal 108.450.—
terwijl voor elke woning de grond gemiddeld op
450.komt.
De huurprijzen zullen voor de verschillende ty
pen bedragen onderscheidenlijk 230.237.
228.—, 240.—, 251.— en 213.—.
De exploitatierekening ziet,er als volgt uit:
De woningen bevatten alle op den beganen grond
een woon-, een slaapkamer en een keuken, boven
twee slaapkamers en ,een zolder.
De commissie voor de openbare werken en de
schoonheidscommissie stemmen, behoudens eenige
opmerkingen van bijkomstigen aard, waarmede
wellicht bij de uitvoering rekening ware te hou
den, hiermede in. Aan het Koninklijk Nationaal
Steuncomité zijn de plannen, met verzoek om de
gebruikelijke tegemoetkoming van 25 bereids
toegezonden.
\Vij meenen dat ook voor de gemeente ia de ge
geven omstandigheden alle aanleiding is dezen,
bouw t'er hand te nemen en hebben dus de eer 1
voor te stellen te besluiten:
Burgemeester en Wethouders een crediet te ver-
leenen van 108.450.voor den bouw van 26 wo
ningen aan een zijstraat van de Bleeklaan, volgens
de plannen en begrootingen van den Directeur
der Gemeentewerken, ingezonden bij schrijven van
13 Februari 1918 no. 222/86a en hen te machtigen
daartegenover in ontvangst te nemen een bedrag
van 25 dier kosten, zoo dit subsidie door het Ko
ninklijk Nationaal Steuncomité 1914 wordt ver
strekt, Wordende zij voorts gemachtigd om, naar
aanleiding van het advies van de schoonheidscom
missie en de mogelijk door het Steuncomité te stel
len voorwaarden, de vereischte kleinere wijzigin
gen in de plannen aan te brengen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tiemersina kan zich best met het voor
stel vereenigen. Waar spreker evenwel in den aan
hef leest: de sehaarschte aaii woningen van deze
soort is hier van een zoodanigen omvang, dat de
gedachte aanbouw daaraan nog slechts voor een
gedeelte tegemoet komt, zou spreker Burgemees
ter en Wethouders in overweging willen geven
zich niet te beperken tot 26 woningen, maar om
een stapje verder te gaan. De opzet van het voor
stel is van dien aard dat het tot bouwen aanmoe
digt. Als wij ons nu tot ^6 bepalen, zullen wij over
een paar maanden toch moeten aanpakken en in
dien tijd zijn de bouwkosten waarschijnlijk alweer
1000.hooger. Spreker wil daarom in overwe
ging geven meer te bouwen dan 26.
De heer Fransen kan zich natuurlijk wel met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders ver
eenigen. Hy vraagt echter of zij van plan zijn den
bouw publiek aan te besteden of dat zij het werk
in eigen beheer willen uitvoeren. Als men het werk
aanbesteedt en dit in verband met de vraag door
den heer Tiemersina gedaan, dan weet men onmid-
delijk de kosten. Bij uitvoering ia eigen beheer is
dat niet het geval. Dan komt er altijd nog veel
achteraan en zijn de huizen gereed voor men weet
wat de bouwkosten zijn. Spreker meent dat het in
het belang der zaak is direct de kosten te weten en
dus publieke aanbesteding te houden.
De Voorzitter doet opmerken, dat de Directeur
der Gemeentewerken in het algemeen bezwaar
heeft tegen openbare aanbesteding. De aannemers
toch zijn door de omstandigheden genoodzaakt een
groote post voor risico op de begrooting te zetten,
tengevolge waarvan het werk zeer duur wordt.
Spreker gelooft evenwel, dat de directeur wel van
plan is voor te stellen het weer eens te probeeren.
Hy zal er den directeur over spreken. Wat de op
merking van den lieer Tiemersma betreft om er
meerdere woningen bij te bouwen, terrein is er,
Die kwestie zal spreker ook in het college van Bur
gemeester en Wethouders ter sprake brengen. In
beginsel echter is er iets tegen. De woningen wor
den gebouwd met hulp vau het steuncomité en men
krijgt daardoor geen gezonde exploitatierekening.
Er moet veel bijbetaald worden om alle onkosten
te dekken. Wanneer het nu arbeiderswoningen be
treft, is het nog eenigszins een andere zaak, maar
deze woningen zijn bestemd voor tamelijk welge
stelde menschen. En dan gaat men er niet spoedig
toe over en vooral niet om op groote schaal te
bouwen. Spreker zal deze kwestie bij Burgemees-*-
ter en Wethouders ter sprake brengen.
De heer Haverschmidt maakt de opmerking dat
ook in de bouwcommissie sprake was van het bou
wen van een grooter aantal woningen. Zooals men.
weet geeft het Nationaal Steuncomité een tege
moetkoming van 25 waarvoor de gemeente zich
verplicht den huurprijs gedurende tien jaren on
veranderd te laten. Waar nu reeds veel hout wordt
aangevoerd en een overvloed van steen in het land
aanwezig is, waarvan de prijzen bovenmatig wor
den opgedreven, zou het niet vreemd zijn wanneer
men na enkele jaren veel goedkooper zou kunnen
bouwen en de thans voor tien jaar vast te stellen
huurprijzen te hoog zouden blijken te zijn ondanks
de subsidie. Dit gaf de commissie aanleiding het
bij deze 26 woningen te laten.
De heer Sehaafsma heeft in de Commissie voor
de Openbare werken den aanbouw van meerdere
woningen bepleit. Hij stond daar alleen, want de
andere leden vreesden voor eene daling der huur-
pi ijzen. Het steuncomité verleent hulp voor 1/4
deel in den vorm van een renteloos Voorschot.
Spreker meent dat met de huur geen rekening be
hoeft te worden gehouden. In de eerste vijf of tien
jaren zullen de bouwkosten niet zooveel dalen dat
zij met 1/4 deel zullen verminderen. Meer dan 3/4
deel behoeft dan ook niet te worden verkapitali-
seerd voor de rente. Nu de woningnood zoo groot
is en het steuncomité wil helpen, zou spreker Bur
gemeester en Wethouders ernstig in overweging
willen geven na te gaan of het niet mogelijk is
meer te bouwen. Hij gelooft niet dat de risico voor
de naaste toekomst zoo groot is.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter deelt mede, dat de Wethouder
Oosterhoff namens Burgemeester en Wethouders
nog een paar amendementen heeft in te dienen op
het voorstel.
De heer Oosterhoff (Wethouder) stelt namens
Burgemeester en Wethouders de volgende amen
dementen voor:
op art. I: om daaraan toe te voegen:
de duurtebijslag wordt niet toegekend aan hen,
die zijn aangesteld op eene belooning waarbij ter
beoordeeling van Burgemeester en Wethouders
met de heerschende abnormale tijdsomstandigheden
rekening is gehouden en
op art. 10: om daaraan toe te voegen:
Gemeenteambtenaren en werklieden by een to
taal bedrag lager dan 500.— of 12.— per week,
een bedrag door Burgemeester en Wethouders vol
gens door hen te stellen en aan den Raad mede te
deelen regelen, met het vorenstaande onder IIV
verband houdende te bepalen.
De heer Tulp heeft, mede namens de heeren de
os en Cohen de eer een sub-amendement op het
amerideinent-Schaafsma-de Haan-Dystra voor te
stellen. Het luidt:
de hoofdbijslag bedraagt voor:
III. gemeenteambtenaren vallende onder een
der groepen vermeld onder punt 2 letter a, b, c en d,
250.
IV. gemeenteambtenaren vallende onder een
der groepen vermeld onder punt 2 letter e 1.25.
De heer de Haan zegt dat in de vorige vergade
ring is gebleken, dat er geen algemeene instem
ming bestaat met het beginsel van Burgemeester
en Wethouders. Voor den byslag voor 1917 is ge
heel de Rijksregeling gevolgd. .En nu heeft spre
ker er zich over verwonderd, dat, waar de bijslag
van het Rijk over 1918 belangrijk hooger is dan
die over 1917, Burgemeester en Wethouders nu
niet willen geven wat het Rijk geeft, ja, dat zij
zelfs, in tegenstelling daarmee, den duurtebijslag
op den kop hebben gezet. Als de gemeente voor
traetenienten boven de 2000.eenige verlaging
zou willen geven, zou daar iets voor zijn te zeggen.
Maar uit de toelichting tot het voorstel van Bur
gemeester P'i Wethouders blijkt dat ambtenaren
met een inkomen van 1300.en dat zijn geen
kapitalisten, minder byslag krijgen dan het Rijk
bij zoo'n traetement geeft. Dat nu is de aanleiding
geweest tot de indiening van het amendement-
Dijstra-de Haan.
Toen er evenwel van andere zijde ook een amen
dement werd ingediend, is het tijdens die verga
dering uit de debatten gebleken, dat het wensche-
hjk zou zijn overleg te plegen, ten einde de discus
sies te bekorten.
Dat overleg heeft geleid tot het gemeenschappe
lijk amendement-Dystra-de Haan-Sehaafsma, het
welk 'den 27sten Februari bij den Voorzitter is in
gediend. Tengevolge daarvan zijn de op 26 Febru
ari ingediende amendementen ingetrokken. Spre
ker heeft aan dit amendement niet veel toe te voe
gen. Het strekt om de werklieden een duurtebijslag
te verzekeren van 5.per week en voor de amb
tenaren de Rijksregeling toe te passen, die evenwel
ook voor de inkomens beueden 1333.op het
maximum, zijnde 200.gesteld is. De voorstel
lers hebben, omdat er onzekerheid kon bestaan tot
welke categorie 'de politieagenten belmoren, doen
uitkomen dat zy die bij de gemeentewerklieden
rekenen. Dit is alles wat spreker te zeggen heeft.
De heer Schaafsma heeft tegen de door den heer
Oosterhoff ingediende amendementen geen be
zwaar. Hij was juist van plan om voor te stellen
de regeling van den byslag voor hen die minder
dan 500.verdienen, aan Burgemeester en Wet
houders over te laten, daar hij wel voelt dat het
niet aangaat om aan hen, die minder 'dan dat be
drag verdienen een byslag van 200.te geven.
Hij heeft dus tegen het door Burgemeester en Wet
houders op art. 10 voorgestelde amendement geen
bezwaar, evenmin als tegen dat op art. 1.
Er is een amendement ingekomen van de heeren
Tulp c.s. Dat is hetzelfde als dat van spreker c.s.
in de vorige vergadering. Zij hebben evenwel de
250.— in 200 veranderd om een compromis te
krijgen. Spreker stemt voor het amendement-
Tulp c.s.
De heer Peletier kan zich ook niet vereenigen
met het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Zijn bezwaar daartegen is dat de hoofdbijslag te
ruggaat. Dat vindt hij een onjuist systeem en hy
is het dan ook niet eens met de bewering van Bur
gemeester en Wethouders, dat hun systeem niet
voor tegenspraak vatbaar is. Dat systeem berust
toch op deze stelling, dat de meesterknecht een
kleineren toeslag moet hebben dan de onder hem
werkzaam zijnde arbeiders. Spreker kan daarmee
niet meegaan en het spijt hem dan ook dat Burge
meester en Wethouders niet een voorstel hebben
ingediend, waaruit de teruggaande byslag verdwe
nen is. Uit een finaneieel oogpunt acht liij dat niet
zoo gevaarlijk.
Hij meent dat ten opzichte van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders in het college een
stemmigheid bestaat en hij acht zich niet verant
woord voor de ingediende amendementen te stem
men tenzij hij van den Wethouder van Financiën
verneemt dat zulks om de financiën wel geoorloofd
is. Spreker heeft de eer het volgende amendement
in te dienen:
de hoofdbijslag bedraagt voor:
I. gemeentewerklieden en politiedienaren le, 2e
en 3e klasse, vallende onder een der groepen ver
meld onder punt 2, letters a, b c en d f 3.80 per
week.
II. gemeentewerklieden en politiedienaren le,
2e en 3e klasse, vallende onder een der groepen
vermeld onder punt 2, letter e 1.90 per week.
III. gemeenteambtenaren vallende onder een
der groepen vermeld onder punt 2 letter a, b, c en
d 204.per jaar.
IV. gemeenteambtenaren vallende onder een
der groepen vermeld onder punt 2 letter e f 102.—
per jaar.
De op een na laatste alinea te doen vervallen.
De bedoeling hiervan is om niet meer te geven
dan Burgemeester en Wethouders willen, maar om
dan teruggaanden byslag te doen vervallen. Het
principe van Burgemeester en Wtehouders blijft
72 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maart 1918
Typen: AA1 BB1 C D
Bouwkosten f4150 f4300 f4200 f'4450 f4550 13850
Grond 480,, 480,, 410,, "410,, 540 410
Totaal f4630 f4780 f4610 14460 f5090 f4260
Af subs. (25%) 1030 1080 1050 „1110 1140 960
Blijft f3600 f3700 f3560 f3750 f3950 f3300
Rente kap. 5%
afschrijvingen f 180 f 185 f 178 f 187 f 197 f 165
Brandverzek. 2„ 2„ 2 2„ 2
Onderh. V, 21 22 21 23 23 20
Administratie 4„ 4„ 4„ 4 4„ 4
Grondlasten
10% reserve 23 24 23 24 25 22
Huurprijzen f 230 f 237 f 228 f 240 f 251 1 213
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Maart 1918. 73
17 (agenda no. 18). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van de regeling van den duurte
bijslag (Bijlagen 8 en 15).