156 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 2d Mei 1918 herzien. Zoolang de toestand is gelijk in de circu laire van het Rijksbureau is uiteengezet en blijkens mededeeling van het Centraal verrekenkantoor voor brandstoffen nog steeds de kolenpryzen voor het zomerseizoen niet gefixeerd zijn, lijkt het ons wensehelijk niet alleen voor de maanden April en Mei, zooals de Directeur en de Commissie aanra den, maar voorloopig voor langer de prijzen zooals zij in de verordening zijn opgenomen, gelijk te laten. Wij stellen U dus voor te besluiten: de in de verordening op de levering en den prijs van het gas en de electriciteit, zooals zij laatstelijk is gewijzigd bij raadsbesluit van 5 Februari 1.1., en in haar doorloopenden tekst is opgenomen in ge meenteblad 1918 no. 10 bepaalde tarieven voor het gas voorloopig onveranderd te laten behalve dat met ingang van 1 Juni e.k. worden gewijzigd in artikel 4: onder lb de cijfers 24, 30, 40 en 50 in onderschei denlijk 48, 60, 80 en .100; onder 2 het cijfer 50 in 100; onder 3 de cijfers 37, 40, 45 en 50 in onderschei denlijk 74, 80, 90 en 100. De beraadslagingen worden geopend. De heer de Haan wenscht naar aanleiding van dit voorstel een opmerking te maken omtrent de gasrantsoeneering. Toen in Maart liet algemeen rantsoen werd vastgesteld door het kolen-distribu- tiebureau, werden minimum-rantsoenen bepaald voor liet tydvak van 1 April tot 1 October, en naar sprekers meening was dit een voorschrift, waar Burgemeester en Wethouders niet beneden moch ten gaan. Nu werd den 29 April in de bladen een adverten tie van Burgemeester en Wethouders opgenomen omtrent het rantsoen voor de maand Mei. De Leeu warder Courant vestigde er toen de aandacht op, dat deze rantsoenen 2 stère minder bedroegen dan het minimum van de rijksrantsoenen, en by infor matie aan de gasfabriek vernam de redactie, dat er een vergissing in 't spel was. Toch is die vergissing niet hersteld. Spreker is van meening, dat geen gemeente het recht heeft te gaan beneden het minimum, dat door het rijksbureau is vastgesteld. Wel mag een ge meente tlie door bijzondere omstandigheden daar toe in staat is, meer geven, doch minder is naar spreker altijd gedacht heeft, niet geoorloofd. En nu is Avel op 3 Mei j.l. een nieuwe circulaire van het rijksbureau gekomen, dat alsnog 20 pCt. moet wor den bespaard, maar de directeur zegt daarbij, dat naar zijn oordeel dit mogelijk zal zyn zonder de minimum-rantsoenen voor kookgas te verlagen. Spreker gelooft dat, als de minimum-rantsoe nen gewijzigd zullen worden, deze wijziging moet uitgaan van het rijksbureau. Nu zijn de Leeuwar der ingezetenen 2 stère lager gerantsoeneerd dan de inwoners van andere gemeenten in ons land, en dientengevolge zullen de meesten minstens twee stère oververbruik moeten betalen. Dit brengt het groot gevaar met zich, dat rustige burgers dezer gemeente kunnen worden afgesneden, niettegen staande zij meenen op meer recht te hebben, vol gens de bepalingen van het rijksbureau. De rant soenen voor Juni zijn nog niet bekend, maar bij spreker ontstaat vrees, dat, nu Burgemeester en Wethouders gezien hebben dat dit kan, zij ook over Juni zullen lager gaan, en ook over Juli in deze maand valt ook de kermis die veel gas afneemt en bijgevolg zullen de inwoners van Leeuwarden te zeer worden beperkt in hun verbruik. Het mini mum is al zóó laag, dat er niet op bezuinigd kan worden. In die maanden zullen de ingezetenen, die geen toeslag van de gemeente op liet algemeen rantsoen ontvangen, volgens dit voorstel, voor over verbruik 1.per stère moeten betalen, en daar om wenscht spreker eenige zekerheid, dat Burge meester en Wethouders niet zullen gaan beneden het minimum. Of zijn de ingezetenen aan de wille keur van Burgemeester en Wethouders overge laten? De hoer Oosterhoff (Wethouder) merkt op dat een gedeelte van wat de heer de Haan naar voren bracht, juist is. Bij de vaststelling van de rantsoe nen voor Mei is een abuis begaan, doordat het rantsoen te laag is aangegeven, maar dat was nog niet goed bekend, of de aanschrijving van het Rijks bureau van den 3en Mei kwam, met de mededee ling dat de kolenlevering met 10 pCt. moest wor den verminderd. Burgemeester en Wethouders zijn toen van meening geweest, dat zij de verlaagde rantsoenen moesten laten zooals ze waren. Later heeft liet Rijksbureau het kolenrantsoen nog met 20 pCt. verminderd, en het schreef daarbij, dat zijns inziens de rantsoenen voor kookgas niet behoefden te worden verminderd, maar Burgemeester en Wet houders hebben daaromtrent een andere meening. Er is hier reeds een tekort van 17.000 M:|. Bur gemeester en Wethouders zagen geen kans om de gasrantsoenen liooger te stellen dan waarop ze eerst abusief waren vastgesteld. De opvatting van den heer de Haan, dat Burge meester en Wethouders niet het recht zouden heb ben, om beneden de door het rijksbureau aangege ven hoeveelheden te gaan, kan het college niet deelen. De meening van het rijksbureau dat het zonder rantsoenverlaging wel kan, is abusief geble ken, en een bepaald verbod is niet gegeven. De Voorzitter: Het kolenbureau heeft ons niets te verbieden. De heer Oosterhoff (Wethouder). In ieder geval is van een dergelijk verbod niets gebleken. Tengevolge van het laat bekend worden van de verscherpte kolenrantsoeneering, wordt voorge steld de prijsverhooging voor oververbruik niet met Mei maar met Juni te doen aanvangen. Ook zullen over de maand Mei de bepalingen niet in al hun gestrengheid worden toegepast. Over Juni zal evenwel zonder eenig pardon tot afsnijding worden overgegaan. Een opmerking wil spreker nog maken naar aan leiding van het betoog van den heer de Haan, en wel waar die sprak over de kermis. In een berichtje in de Leeuwarder Courant werd daar ook op ge wezen, doch degenen die meenen dat de ingezetenen meer zullen worden geknepen om de kermis, zijn daar absoluut abuis mee. Het verbruik van de ker mis is in verhouding tot het geheel betrekkelijk klein. Het komt neer op de hoeveelheid van één dag, en deze hoeveelheid kan door rantsoeneering nog wel worden verminderd. Hierdoor zal aan geen van de ingezetenen minder gas behoeven te worden ver strekt. Om deze reden behoeft de gemeente de ker mis, die toch van belang is voor tal van ingezetenen, niet tegen te gaan. De lieer Schaafsma is van meening, dat door het late bekend worden van de rantsoenen de men- sehen niet met de hoeveelheid toe kunnen. Daarom heeft hij met genoegen vernomen, dat de bepalin gen deze maand nog niet in al hun gestrengheid zullen worden toegepast. Spreker vraagt evenwel, of de menschen allen over dezelfde kam gescho ren moeten worden, en of niet de recidivisten spe ciaal strenger behandeld kunnen worden. Of is het oververbruik zoo groot, dat geen bepaalde uitzon deringsmaatregelen kunnen worden getroffen? Ook vraagt spreker, of er niets aan te doen is, om het warmtevermogen van het gas te verbete Yerslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Mei 1918 157 ren. Of het komt door de vermenging van water stofgas met koleugas, weet spreker niet, maar zeker is, dat het warmtevermogen tot de helft is terug gebracht. Is het ook mogelijk dat door een andere vermenging dit verbetert? Als straks de winter aankomt, en de avonden weer lang worden, zal er veel meer gas voor ver lichting gebruikt moeten worden. Is het nu ook ge- wensclit, om voorzorgen te nemen, door een nood verlichting? Men zou hijv. in navolging van Am sterdam kunnen trachten alle inwoners die het wil len hebben, een aansluiting aan het electrisch licht te verschaffen, dan behoeven ze althans van den winter niet in het donker te zitten. Wel zegt de een dat er geen kabel is, en de ander dat het aan bin nenleiding mankeert, maar Amsterdam heeft voor dit doel 4'j millioen uitgetrokken. Daar ziet men dus naar 't schijnt wel kans om buiten- en binnen leiding te krijgen. Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders ook hier geen moeite zouden wil len doen in deze richting. Ook ten opzichte van de straatverlichting zou in dezen iets kunnen worden gedaan, en deze middelen tezamen zouden een aar dige besparing van gas medebrengen. De heer de Haan is ook na de woorden van den Wethouder onverzwakt in zijn meening, dat de re gelen van het Rijkskolenbureau geldende zijn. De Voorzitter: Het kolenbureau heeft geen rege len vast te stellen voor Leeuwarden. De heer de Haan blijft er bij dat de regelen van liet kolenbureau moeten worden nagevolgd. Dat is een voorschrift, en daar mag niet van worden afge weken. Elke gemeente moet een zoodanig stelsel van rantsoeneering invoeren, dat aan eiken ver bruiker het minimum rantsoen is gewaarborgd. De heer Hiemstra (Wethouder). Als 't er niet is? De lieer de Haan. Wacht maar, dat komt straks nog. De gemeenten hebben wel liet recht om iets hoven die minima te geven, zooals ook Leeuwarden over April gedaan heeft, maar naar mijn overtui ging regelt de directie zelf de minimum-rantsoe nen voor liet geheele land, en hebben de gemeente besturen niet de bevoegdheid om minder te geven dan door het kolenbureau is bepaald. Spreker betreurt het, dat zijn omstandigheden hij heeft namelijk tot dusverre geen oververbruik het niet toelaten om als gasverbruiker te proce- deeren tegenover de gemeente. De heer Oosterhoff (Wethouder) antwoordt dat Burgemeester en Wethouders het met de opvatting van den heer de Haan niet eens zyn. Wat aangaat de opmerking van den heer Schaaf sma omtrent de kwaliteit van het gas, Burgemeester en Wethouders moeten toegeven, dat die kwaliteit ontzettend veel te wenschen overlaat. Dat ligt even wel aan het materiaal dat men te verwerken krijgt. De fabriek zon ontvangen voor de helft Limburg- sche kolen, voor 1/4 Duitsche kolen en voor 1/4 bruinkolen. De Duitsche kolen zijn evenwel wegge bleven, zoodat men alleen Limburgsche kolen had, dat geen gaskolen zijn, en bruinkolen die voor 50 pCt. water bevatten. Als men dat weet, moet men werkelijk dankbaar zijn, dat daar nog gas uit ge stookt wordt. Wat de calorische waarde van het gas betreft, deze is van 4900 tot 4100 achteruit ge gaan, dus niet met de helft. Omtrent het aanleggen van een electrische nood verlichting deelt spreker mede, dat plannen wor den ontworpen om de straatverlichting geheel door electriciteit te doen geschieden. Er worden in de stad een tachtig punten uitgezocht waar men, met medewerking van particulieren, een noodverlich ting met spanleiding hoopt te kunnen aanbrengen. Er is een groot bezwaar om de electrische verlich ting uit te breiden tot de particuliere huizen, en dat is het bezwaar van het materieel. In Amster dam heeft men zeker vroeger een groote opslag van materieel gemaakt, maar Burgemeester en Wethouders zien geen mogelijkheid om hier een dergelijke noodverlichting te doen aanleggen. De electrische straatverlichting zal evenwel binnen niet al te langen tyd tot stand komen. De Voorzitter zet uiteen wat naar zijn meening de bevoegdheid is van den directeur van het kolen bureau. De rijksbui eaux matigen zich tegenwoordig wel vaak in meerdere mate zeker gezag aan, maar spreker zou wel eens willen zien, wat de directeur, indien de Staat aan de gemeente kolen verkoopt, nog zou te zeggen hebben over de wijze waarop de gemeente die kolen wenscht te verstoken. Men spreekt van een resolutie, doch spreker stelt vast, dat de ambtenaren geen bevoegdheid hebben om voorschriften te geven aan welke de gemeente zich in gevallen als deze zou moeten houden. Als een gemeente meer gas afgaf dan het kolenbureau op gaf, en ze kwam dan om meer kolen vragen, dan zou het kolenbureau kunnen zeggen: Had dan maar minder gegeven. Maar als wij géén meer gas heb ben, dan kan de directeur van het kolenbureau, al ging hij op zijn kop staan, daar niets aan veran deren. En dan kon hij wel decreteeren dat er meer gas gestookt moet worden, maar indien dit nu een maal niet te doen is? Men moet zich niet door den vorm laten impo- neeren, teminder waar er naar spreker gelooft, niet de bedoeling bij voorzat om een dergelijk voorschrift te geven. De lieer Peletier is van oordeel, dat de heer de Haan een formeel juist standfmnt inneemt. In het algemeen is de bedoeling van het publiceeren van de minima door het kolenbureau, dat dit zijn de al- gemeene regelen waarnaar gas zal worden geleverd. Doch spreker merkt op, dat Leeuwarden niet heeft gekregen, het haar toegewezen kwantum ko len. Heeft de gemeente zich nu genoeg laten hoo ien, en aangedrongen op het zenden van het ge heele kwantum? Juist de beste kolen bleven weg. Formeel staat spreker aan de zijde van den heel de Haan. Maar dikwijls zijn de rantsoenen op pa pier in de praktijk niet mogelijk. En dan is er geen rechtsgrond om meer te vragen. Zelfs zijn er gas fabrieken stop gezet, omdat ze in het geheel niets kregen. Kan, zoo vraagt spreker, niet met meer ernst geprotesteerd worden, opdat niet de gemeen te het kind van de rekening wordt tengevolge van de tekorten van Den Haag? De Voorzitter deelt mede, dat het niet de kwestie is dat de gemeente niet krijgt waarop ze recht heeft, maar dat dit vaak te laat komt. Overigens is den heer Peletier uit de brandstof- fencommissie bekend, dat dezerzijds op levering- wordt aangedrongen, zooveel men kan. De heer Oosterhoff (Wethouder) merkt op, dat hier oogenblikkelijk is gereclameerd. Het gebeurt evenwel vaak, dat men niet eens antwoord krijgt. De heer de Haan stelt vast, dat wij dus nog niet weten welke rantsoenen voor Juni en Juli zullen worden verstrekt. Burgemeester en Wethouders hebben liet te zeggen en de ingezetenen hebben zich daaraan te onderwerpen. Zou nu niet de brandstoffencommissie de inge zetenen in de gelegenheid kunnen stellen, om een extra-rantsoen brandstoffen te nemen? In de aan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 5