178 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juli 1918
ding van de heeren Jac. Marcus, P. A. Silver
gieter Hoogstad en K. E. Brunger.
He aanbeveling luidt als volgt:
Jac. Marcus; P. A. Silvergieter Hoogstad; K.
E. Brunger; A. OohenJ. OosterhoffA. Coets.
2. Voorstel van Burgemeesters en Wethouders
tot het aangaan van eene geldleening ad lüU.OUO
met het Weduwen- en Weezen fonds van Europee-
«che Burgerlijke Ambtenaren in N-ed.-Indië.
3. Prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders op het adres van de „Woningvereeniging
Leeuwarden" tot het verleenen van steun voor liet
bouwen van 130 woningen aan het Cambuurster-
pad.
4. Alsvoren op het adres van de woningstich
ting „Patrimonium" om haar ten behoeve van hare
bouwplannen aan den weg Achter de Hoven in
koop af te staan een gedeelte van het kadastrale
perceel sectie G no. 3637 en voorts voor dien bouw
steun te verleenen.
5. Alsvoren op het adres van het Friesch
Groningsch Tramwegcomité voor den aanleg van
tramlijnen om te mogen vernemen, welk bedrag
door de gemeente Leeuwarden kan worden be
schikbaar gesteld voor de aan te leggen lijnen
Veen woudenKollumAduard en Veenw ouden
(Hardegarijp)ZuidhornAduard.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der gemeentebegrooting en tot het
doen van een reohtstreeksch-e uitgaaf uit den post
„Onvoorziene uitgaven", beide dienst 1918.
De punten 16 hebehn ter visie gelegen om
nog heden te worden behandeld.
7. Alsvoren om de huurexp-l-oitatie van 101 wo
ningen aan den Hollanderdijk op te dragen aan de
Vereeniging voor Volkshuisvesting alhier.
8. Aanbeveling van Burgemeester en Weihou
ders voor de benoeming van een lid der commissie
tot wering van schoolverzuim uit de meerderjarige
inwoners der gemeente (art. 22, 2e lid, onder 4) va
cature D. R-oorda.
De aanbeveling luidt als volgt:
Y. Tysm-a, rustend landbouwer, alhier; F. Rom-
merts, directeur der Coöp. Handelsdrukkerij, alhier.
De punten 7 en 8 zullen eene volgende vergade
ring worden behandeld.
De heer Zandstra brengt rapport uit omtrent
liet onderzoek van een door voogden van de Stad-s-
armenkamer gevraagde machtiging tot af- en
overschrijving van en op de begrooting van inkom
sten en uitgaven dier instelling, dienst 1917. Het
onderzoek gaf geen aanleiding tot op- of aanmer
kingen, waarom de commissie voorstelt de ge
vraagde machtiging te verleenen.
Behandeling van dit. rapport in een volgende
vergadering.
VL Wordt overgegaan tot behandeling der
voor heden op den oproepingsbrief vermelde pun
ten.
1 (agenda no. 2). Het opmaken van een opgave voor
de benoeming van drie leden van het college van zetters,
ter verulling der vacatures, die met 1 Januari 1919
zullen ontstaan door periodieke aftreding, van de heeren
Jac. Marcus, P. A. Silvergieter Hoogstad en K. E.
Brunger.
Met algemeene (20) stemmen worden als eerste
drie candidaten op de opgave geplaatst de heeren
Jac. Marcus, P. A. Silvergieter Hoogstad en K. E.
Brunger, terwijl de opgave wordt aangevuld met
de namen der heeren A. Cohen, J. Oo-sterhoff en
A. Coets, die respectievelijk 19, 19 en 20 stemmen
krijgen. Op elk der heeren Söhaafsma en Schoon-
dermark is 1 stem uitgebracht.
2 (agenda no. 3). Benoeming van een hoofdonder
wijzeres aan gemeente-bewaarschool no. 5, vacature mej.
J. Rijkmans.
Met algemeene (19) stemmen wordt benoemd
mej. J. de Zee, hoofd van de Fröbelschool te
Assen.
De Voorzitter merkt op, dat er één stem minder
is uitgebracht dan er namen op de presentielijst
staan. Omdat evenwel alle uitgebrachte stemmen
op Mej. de Zee zijn vereenigd, en de ontbrekende
stem dus geen invloed op de stemming heeft, stelt
spreker voor de stemming niet over te doen.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stem
men besloten.
3 (agenda no. 4). Benoeming van een tijdelijk leeraar
in de oude talen aan het gymnasium, voorloopig voor
den tijd van één jaar, vacature mej. J. G. H. Hovens
Greve.
Met algemeene (20) stemmen wordt benoemd G.
Italië, cand'idaat in de klassieke letteren te Rot
terdam.
4 (agenda no. 5). Benoeming van een lid der com
missie van administratie der Stads Bank van Leening,
vacature O. Plantenga TBzn.
Met 16 stemmen wordt benoemd Th. H. v. d.
Meiden (oud-notaris)op S. Tromp Visser zijn 4 1
stemmen uitgebracht.
5 (agenda no. 6). Rapport der commissie, belast ge
weest met het onderzoek van de rekening der Stads
Bank van Leening, dienst 1917.
De conclusie van het raoport, strekkende tot on
veranderde goedkeuring der rekening, wordt met
algemeene stemmen aangenomen.
6 (agenda no. 7). Rapport der commissie belast ge
weest met het onderzoek van de rekening der Kamer
van Koophandel en Fabrieken, dienst 1917.
De conclusie van het rapport, strekkende tot
goedkeuring der rekening, wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
7 (agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het aangaan van eene geldleening ad
f 100,000 met het weduwen- eu weezenfonds van Euro-
peesche Burgerlijke ambtenaren in Ned.-Lndië.
Dit vorstel luidt als volgt:
Er doet zich de gelegenheid voor om een gedeelte
der vlottende schuld van de gemeente in eene lee
ning op langen termijn om te zetten.
Van de Directie van het Weduwen- en Weezen
fonds van Europeesche Burgerlijke Ambtenaren in
Nederlandsch-Ind-ië is n.l. het aanbod ingekomen
aan deze gemeente op langen termijn te leenen een
bedrag van 100.000 a 4j/2 tegen den koers van
96i/2
Onder de tegenwoordige omstandigheden zijn
wij van meening, dat dit aanbod moet worden aan
vaard, waarom wij F vaststelling van bijgaand
ontwerp-bestu it voorstellen.
ONTWERP t
De Raad der gemeente Leeuwarden,
Overwegende dat het wemschelijk is de vlottende
schuld der gemeente in eene leening op langen ter
mijn om te zetten;
Gezien het vorstel van Burgemeester en Wethou
ders;
besluit
met het Weduwen- en Weezenfonds- van Euro-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juli 1918. 179
peesehe Burgerlijke Ambtenaren in Nederlandsch-
lndië eene onderhandsche geldleening ad 100.000
aan te gaan tegen den koers van 96/2 en een
rente van 41/2
De storting van gemeld bedrag zal moeten ge
schieden op 1 Augustus 1918.
Onverminderd de bevoegdheid der gemeente om
na verloop van 5 jaren te allen tijde tot ver
vroegde, geheele of gedeeltelijke aflossing over te
gaan, zal jaarlijks op 1 Augustus, te beginnen met
het jaar 1919, worden afgelost:
de eerste vijf jaren ten minste f 1200 per jaar
volgende 1500
n n n n jj n 1600
n n n n 1900 n n
m n t> n 2300
n i> n n n n tt 2900
n tl r n II 3600
p000
f) ff ff ff ff ff ff yy yy
Het bedrag der renite en aflossing wordt jaar
lijks op de begrooting van inkomsten en uitgaven
der gemeente uitgetrokken en pit de gewone in
komsten der gemeente bestreden.
De betaling van de rente geschiedt telken jare
op 1 Augustus, voor liet eerst op 1 Augustus 1919.
De betaling van rente en aflossing zal geschie
den op behoorlijk geteekend bevelschrift tot be
taling.
De kosten van de acte, in, tweevoud, zegel en re
gistratie komen ten laste van de gemeente Leeu
warden.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aan»
genomen.
8 (ageuda no. 9). Prae-advies van Burgemeester en
Wethouders op het adres van de hoofddirectie van het
instituut voor doofstommen te Groningen om een bijdrage
uit de gemeentekas voor iederen leerling, die op de gun
stigste voorwaarden in het instituut is opgenomen.
Dit prae-advies luidt als volgt:
Bij Uw besluit van 11 Juni j.l. werd in onze
handen om prae-advies gesteld een adres van de
hoofddirectie van het Instituut voor Doofstommen
te Groningen, waarbij, onder mededeeling dat de
rekening over de laatste jaren groot-e tekorten aan
wijst, waarvan toeneming en geen afneming is te
voorzien, en van enkele cijfers betreffende de kos
ten van verpleging, voor eenige jaren, ten hoogste
9 of 10, 100.of circa het zesde gedeelte van de
uitgaven-, omgeslagen per kind, gevraagd wordt
voor iederen leerling, (thans 5) die op de gunstig
ste voorwaarden is opgenomen, zoolang de ouders
of voogden gedurende den onderwijstijd van het
kind in deze gemeente woonachtig zijn.
Het gaat met dit- adres als met meer dergelijke,
die in den laatsten tijd bij U inkomen, men staat
sympathiek tegenover de zaak en kan toch geen
aanleiding vinden tot reehtstreeksche hulpverlee-
ndng uit de- gemeentekas. Sympathiek, omdat het
verzoek afkomstig is van instellingen, die tege
moet komen aan de behoefte die bestaat aan verple
ging van onbemiddelden, wier toestand een speciale
behandeling vereischt. De betrokkenen kunnen die
zelve niet betalen eu ook de gemeente kan bij hare
geneeskundige armenverzorging niet zoover gaan
dat zij inrichtingen voor dergelijke zieken beschik
baar -heeft, maar wat wel mogelijk is, en in die rich
ting wordt den laatsten tijd meer en meer gestuurd
wij wijzen op Uwe besluiten ten- aanzien van de
vereeniging „de Macht van het kleine" (Handelin
gen 1916 blz. 338) en laatstelijk van het sanatorium
Heroma State te- J-our-e van 11 Juli 1.1. is, dat de
gemeente, zoo daart-oei bijzondere aanleiding bestaat,
geldelijk helpt en de opneming van patiënten mo
gelijk maakt, die anders bij gebreke aan reeht
streeksche gemeentelijke verzorging de voor hun
toestand juiste behandeling zouden moeten missen.
In dien vorm zouden wij ook hier willen tegemoet
komen en stellen U dus voor ten aanzien van het
onderhavige adres een soortgelijk besluit te nemen
als is geschied den 11 Juni 1.1. met betrekking tot
Herema State.
Wij geven U dus in overweging:
1-o. aan adressante te doen weten dat haar ver
zoek van 7 Juni 1918 om een gemeentelijk subsidie
gedurende eenige jaren van 100.per jaar voor
iederen leerling, die op de gunstigste voorwaarden
is opgenomen, zoolang de ouders of voogden gedu
rende den onderwijstijd van het kind hier woonach
tig zyn, in den vorm waarin het is gedaan niet kan
worden ingewilligd, doch -dut Burgemeester en Wet
houders zijn uitgenoodigd om in voorkomende ge
vallen, wanneer de Hoofddirectie zich tot ben wendt
om een bijdrage uit de gemeentekas, zoo daartoe te
hunner beoordeeling bijzondere -aanleiding bestaat,
de medewerking der gemeente toe te zeggen;
2-o. het adres in onze handen te stellen ter af
doening.
De heer Zandstra zegt: Toen ik het voorstel van
Burgemeester en Wethouders in handen kreeg en
las, -dacht ik, dat Burgemeester en Wethouders
zich vergisten door deze aanvraag op één lijn te
stellen met die van Herema-State. Ik meen dat die
vergelijking niet opgaaf. De wijze, waarop -een ver
pleegde in Herema-State komt, is een heel andere
dan waarop leerlingen worden toegelaten tot liet
instituut te Groningen. Het instituut voor doof
stommen te Groningen, dat al jaren bestaat, is be
kend als een inrichting, welke- veel en op nuttige
wijze iets kan presteer-en. Tegenover die inrichting,
die gedurende vele jaren ook personen vanhier gra
tis verpleegde, past een andere houding clan wat
nu wordt voorgesteld. Wij meeoen, dat de gemeente
mee verantwoordelijk is voor de opleiding van
doofstommen, en ook aan het Instituut verplich
tingen heeft, nu de inrichting niet meer als voor
heen -op onbekrompen wijze de verpleegden kan
helpen en genoodzaakt is om elders hulp te zoeken.
De tijdsomstandigheden zijn oorzaak, dat -de reke
ning niet meer sluitende kan worden gemaakt en nu
is het van de gemeente niet- te veel ge-vraagd, dat
zij 1/i0 deel van- de- kosten voor haar rekening
neemt.
Spreker stelt voor, aan -het Instituut van 1 Ja-
nauari 1918 af tot wederopzeggings toe 100 voor
ieder kind uit Leeuwarden, dat -o-nder de gunstigste
voorwaarden is opgenomen, te verstrekken, zoo
lang de ouders of voogden gedurende den onder
wijstijd van het kind in deze gemeente woonachtig
zijn-. Wij hebben zegt- -spreker nog niet op gel
delijke wijze getoond, dat wij instemmen met het
werk van de inrichting. D-oor deze toezegging
kunnen wij dit blijk van- -sympathie op de beste
wijze t-ot uitdrukking brengen-. Zij verdient het,
omdat zij Leeuwarden niet alleen ontlast van de
zorg voor deez ongelukkigen, maar ook omdat zij,
door haar inrichting voor doofstomme kinderen
open te stellen, voorziet in e-en behoefte, waarin
Leeuwarden zelf onmogelijk kan voorzien.
De Voorzitter merkt op, dat de -heer Zandstra
niet. heeft duidelijk gemaakt het groo-te verschil
tussdhen deze instelling en- Herema-State. Het In
stituut heeft de gemeente verplicht door de gratis
opneming gedurende tal van jaren van ingezete
nen, maar hetzelfde is het geval met Herema-
State. Er' bestaat hier niet, zooals bijv. ten op
zichte van de krankzinnigen, een wettelijke ver
plichting. Spreker gevoelt niet het principieele
ver-schil tusschen het geval Herema-State en dit
geval.