182 Verslag van de handelingen van den ari 1917 van 3500 K.G. en 'het is niet zeker, of adressant zelf het cement niet bezat. Bovendien kon de gemeente op 8 Mei 1917 nog voor 60 per 1000 K.G. cement van het syndicaat ontvangen. Had de aannemer nu de zaak niet laten loopen, maar tijdiig medegedeeld in welke moeilijkheden hij was geraakt by het betrekken van cement, dan zou de gemeente hem cement hebben kunnen af staan voor laatstgenoemden prjjs. Van een groote sühade als nu geleden was dan geen sprake ge weest. Het is wenscheljjk bij de bepaling van de ver goeding voor adressant met deze omstandigheden rekening te houden, want het komt ons weï billijk voor hem eemigszins tegemoet te komen in de schade, welke hij, zij het deels door eigen schuld (het verzuim van cement tegen redelijken prijs te koopen, toen daarvoor gelegenheid bestond) ge leden heeft. Die vergoeding ware te bepalen op d'e helft van het verschil tusschen de som, waarvoor hij het benoodigde cement (8250 K.G.) nog op 8 Mei 1917 had kunnen koopen en die hjj bij zijne inschrij ving berekende 25.de 1000 K.G.), zijnde de helft van 35 per 1000 K.G. Het te vergoeden be drag wordt dan 81/., X 17.50 of 144.37V2. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten: adressant in beschikking op zijn adres in zijne geleden schade tegemoet te komen en hem te ver goeden de helft van het verschil tusschen de som, waarvoor hij het benoodigde cement nog had kun nen koopen en die, waarnaar adressant zyn in schrijving berekende, zijnde 8 7+X o of 144.37 Yj. De beraadslagingen worden geopend. De heer Terpstra, opmerkende, dat het principe om aan aannemers, die tengevolge van de tegen woordige tijdsomstandigheden schade lijden, ver goeding toe te staan, is aanvaard, is van meening, dat het door Burgemeester en Wethouders voorge stelde bedrag der schadevergoeding niet juist is. Er wordt voorgesteld een schadevergoeding te ge ven, berekend naar de helft van het prijsverschil van f 175 per 1000 K.G., waarvoor de aannemer het cement van de gemeente had kunnen betrekken. Spreker zou willen voorstellen het dubbele te ge ven. De gemeente zou hem cement hebben kunnen leveren tegen 3.per 50 K.G., doch de aannemer heeft het zelf gekocht voor 5.per '50 K.G. Aan nemende nu dat de prijs van. 3.juist is, daar is 'het niet juist gezien nu de geleden schade te hal- veeren. Nu moet de gemeente minstens tot een schadevergoeding, berekend naar een prijs van 3.per 50 K.G. gaan, en spreker stelt dus voor te lezen in plaats van een schade vergoed! ng van 144.3714 een schadevergoeding van 288.75. De Voorzitter antwoordt, dat in de toelichting tot het voorstel wordt uiteengezet, waarom Bur gemeester en Wethouders voorstellen het bedrag te halveeren. Dat is om het feit, dat de aannemer, zonder de gemeente er in te kennen, overgegaan is tot bestelling van de cement. Wat was er gebeurd! Toen de aannemer zonder cement zat, en hij niet wist waar het vandaan te halen, had de firma Ver meulen nog cement in voorraad. Daarom zijn Bur gemeester en Wethouders begonnen met te zeggen: „zie het op de firma te verhalen." Dat bleek niet mogelijk, omdat niet kon worden aangetoond hoe veel cement die firma Vermeulen nog had. Wel kon de firma aan toornen, dat de bestelling bij het Ned. Cementsyndieaat was geannuleerd. Was de aannemer aanstonds bij de gemeente ge komen, dan had men overleg kunnen plegen. Dan van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juli 1918. 'had de gemeente in de eerste plaats zelf de cement kunnn geven uit haar voorraad, ol' ook men had kunnen, overwegen, of het geraden was niet het werk ovort te gaan. In elk geval had de aannemer dan niet voor een veel te hoogen prijs de cement behoeven te koopen. Nu presenteerde hy ons later de rekening, en stelde hij ons zoo voor een fait accompli. Spreker ziet niet in, dat de gemeente nu genoodzaakt 'is, om de schade ten volle te vergoeden. Z. i. zou dat een zeer verkeerd antecedent zijn. De heer Tulp vraagt: Was het den aannemer bekend, dat de gemeente cement hadi. De Voorzitter: Dat gelloof ik niet. De heer Tulp meent, dat de aannemer in dezen met te groote overhaasting heeft gewerkt, door a tout prix de cement te bestellen. De Voorzitter: A tout prix, die de gemeente kon betalen. De heer Tulp: Ja, dat was zijn fout. De heer Terpstra merkt op, dat de voorzitter ge lijk zou hebben, indien spreker voorgesteld had de cement met 5.per 50 K.G. te betalen. Dat is evenwel niet het geval. De aannemer zat voor het feit, dat de bestelling was geannuleerd. En nu blijkt achteraf, dat hjj te vlug is geweest, en dat het beter geweest was, dat hij met de gemeente overleg had gepleegd, maar daarvoor lijdt hjj dan ook reeds 2.per 50 K.G. schade. Spreker meent, dat de gemeente verplicht is, tot 3.bij te betalen. Indien spreker voor stelde om tot 5.te gaan, dan was het juist wat de voorzitter zei. Dan zou de aannmer zelfs ook voor 10.hebben kunnen koopen, en zoo zelf nog wat er bjj verdienen. Maar dat is het ge val niet. Is men er evenwel in principe voor, om den aan nemer bij te springen, dan mag men niet beneden 3.-— gaan. De heer Schaafsma zegt, dat de voorzitter één kant van de medaille heeft laten zien, doch spreker wil den anderen kant toonen. De aannemer zat in moeilijkheid en heeft toen getracht cement te koo pen. Hjj slaagde voor 5.de 50 K.G. Wist Du Bois dat de gemeente cement had'? Zeker niet, an ders had hij 't wel gevraagd. Maar een andere vraag is: Wist de directeur van gemeentewerken, dat de aannemer in moeilijkheden zat? Waarom heeft hjj zich dan niet tot hem gewend? Spreker raadt aan het voorstel van den heer Terpstra aan te nemen. Dan moet de aannemer toch nog op ieder zakje 2.bijbetalen, en is hij dus nog tamelijk gedupeerd. Spreker gelooft niet, d'at er dan nog van het werk veel verdienste overblijft. De heer Tulp is van oordeel, dat de aannemer volkomen te goeder trouw was, en dat hjj meende te handelen in het belang van de gemeente. Men mag bij hem geen kwade trouw of minder goede bedoeling veronderstellen, terwijl hjj zich wel tot de gemeente moest wenden om eeniige schadevergoe ding. Het is dus gcwenscht om eenige clementie te gebruiken. De Voorzitter spreekt niet van kwade trouw. Men moet er evenwel ook rekening mee houden, dat de firma Vermeulen nog cement had. Men zegt zelfs zeer veel cement. De firma Vermeulen erkende zelf dat zjj nog eenige cement had; Dat had de aanne mer immers eerst ook kunnen probeeren. In plaats daarvan heeft hjj eenigszins royaal getracht zoo spoedig mogelijk elders aan cement te komen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juli 1918. 183 De aannemer heeft van zijn kant niet alles ge daan, om zoo goedkoop mogelijk het werk uit te voeren. Dat zijn factoren om niet de volle tegemoet koming te verstrekken, maar om te bepalen, dat hij ook zelf de helft van die schade zal hebben te dragen. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel Terpstra wordt in stemming ge bracht. Vóór stemmen de 'heeren: Dijkstra, Tiemersma, Zandstra, Schaafsma, Hiemstra, Terpstra, Collet en N ij holt. Tegen stemmen de heeren: De Haan, De Vos, Dijstra, Beekhuis, Haverschmidt, Tullp, Peletier, Cohen, Oosterhoff, Attema, Van Sloterdjjek en Schoondermark. Het voorstel is dus verworpen met 12 tegen 8 stemmen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarna met algemeene stemmen aangeno men. Dit prae-advies luidt als volgt: Door de „Woningvereeniging Leeuwarden" wordt bij adres d.d. 9 Maart 1917 de hulp der gemeente ingeroepen, teneinde haar in staat te stellen uit voering te geven aan haar plan tot den bouw van 130 woningen op een terrein aan het Cambuurster pad. Uit de overgelegde begroetingen bljjkt, dat de kosten voor den bouw geraamd worden op 500.000.tot welk bedrag een voorschot wordt gevraagd. Voor den benoodigden grond, diein eigen dom aan de vereeniging behoort, is reeds een voor schot verleend ten bedrage van 38876.50. Voorts wordt, door de Vereeniging een vaste jaarlijksche bijdrage uit de gemeentekas gevraagd, overeenko mende met het tekort op de exploitatie, hetwelk blijkens de overgelegde exploitatierekening wordt geraamd op 14408.36 per jaar. Wat betreft het verleenen van de gevraagde vaste jaarljjbsche bijdrage, meen en wjj, dat daartoe moeilijk kan worden besloten. Het verleenen van een bijdrage als hier bedoeld, zal behooren te ge schieden op de voorwaarden, die door het Rijk wor den gesteld ten aanzien van de eventueel uit 's Rjjks kas' aan de gemeente te verleenen bijdrage. Verder te gaan kan van de gJineente bezwaarlijk worden gevorderd. Ten aanzien van de door de Vereeniging inge zonden exploitatierekening kunnen wij ons niet ver eenigen met de daarin uitgetrokken huren en komt het ons voor dat op een tweetal uitzonderingen na, alle huurprijzen dienen te worden verhoogd. Wjj zouden de huren verhoogd willen zien als in onder- staanden staat is aangegeven: 5. A. 2.75 13.75 2.90 14.50 6. 2.75 16.50 2.90 17.40 10. 2.75 27.50 2.90 29.- 5. 2.60 13.- 2.85 14.25 3. 2.60 7.80 2.85 8.55 55. 2.50 „137.50 2.75 „151.25 4. AI 2.75 11.- 2.90 11.60 4. AI 2.60 10.40 2.85 11.40 AI 2.50 2.50 2.75 2.75 Transport. ƒ249.95 ƒ260.70 Transporteere ƒ249.95 /260.70 2. All 3.- 6.— 3.25 6.50 2. 2.85 5.70 3 6.— 4. 2.65 10.60 3.— 12.— 1. AIII 3.— 3.25 3.25 2. AIV 2.75 5.50 2.90 5.80 7. 2.50 17.50 2.75 19.25 1. E (winkel) „10.- 10.— 10.— 10.— 2. F 4.50 9.— 5. 10.— 2. F 4.- 8.— 5.— 10.-- 1. H 4.- 4.— 4.— 4.— 1. Hl 3.75 3.75 3.90 3.90 1. I 3.50 3.50 4.— 4.— 1. II 3.50 3.50 4.— 4.— 1. 3. I II 3.25 3.25 4.— 4.— K 3.75 11.25 4.25 12.75 1. KI 3.75 3.75 4.25 4.25 1. Kil 3.75 3.75 4.25 4.25 1. L 3.25 3.25 4.— 4 1. M 3.25 3.25 4.— 4.— 1. N 4.50 4.50 5.— 5.— 1. P 2.75 2.75 2.90 2.90 ƒ365.75 ƒ400.55 X52 p X 52 p. jaar ƒ19019 j. 20828.60 Hoewel volgens van haar ontvangen schrijven de Woningvereeniging niet is te vinden voor verhoo ging van de in hare exploitatierekening uitgetrokken huren, zijn wij van meening dat de huren, zooals die in bovenstaanden staat door ons zijn voorgesteld, zeer goed te bedingen zijn en niet te hoog moeten worden geacht. Ons voorstel volgende zal de exploitatierekening er als volgt uitzien: Annuiteit van 38876.50 4.446 1728.45 Idem van 500000.a 4.856 24280. Onderhoud 0.9 van de zuivere bouw kosten ad 485500.4369.50 Assurantie, waterleiding en grondbelasting (oorspronkelijk door de Woningvereeni ging berekend op 16.66, doch bij later ontvangen schrijven gebracht op 17.66) 130 X/17.66 2295.80 Oninbare huren en algemeene kosten max. 0.182% van 485500883.61 Samen 33557.36 Huuropbrengst20828.60 Te kort 12728.76 welk tekort naar de thans bestaande regelen geheel wordt gedekt door de rentevoetbijdrage en de mate- rialenprijzen-bijdrage. Aangezien in deze gemeente groot gebrek aan arbeiderswoningen bestaat, verdient het voorgenomen bouwplan de medewerking van de overheid en heb ben wij derhalve de eer U voor te stellen te beslui ten overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp. De Raad der gemeente Leeuwarden, Gelezen het adres d.d. 9 Maart 1918, van het be stuur der „Woningvereeniging Leeuwarden", als vereeniging uitsluitend in het belang van verbete ring der volkshuisvesting werkzaam, toegelaten bij Koninklijk besluit van 31 Maart 1905, No. 8, laat stelijk als zoodanig gehandhaafd bij Koninklijk be sluit van 18 Augustus 1906, No. 35, houdende, onder 10 (agenda no. 11). Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de Woningvereeniging „Leeuwarden" tot het verleenen van steun voor het bou wen van 130 woningen aan het Cambuursterpad. Getal Exploitatierekening Voorstel Burgemees ■wonin Woningvereeniging ter en Wethouders gen Type Weekhuur Totaal Weekhuur Totaal yj yy 1. Getal Exploitatierekening Voorstel Burgemees •wonin Woningvereeniging ter en Wethouders gen Type Weekhuur Totaal Weekhuur Totaal yy n yy 11 yy yy n 3.— 11 yy yy n yy ty n n yy yy n yy n yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy yy n yy yy yy yy yy n yy yy V n yy yy yy yy 11 n ry n yy yy yy yy yy yy yy Uitgaven. Ontvangsten. ONTWERP.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 4