272 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1918
Raad de overtuiging heeft, dat deze zaak geheel tot
zijn competentie behoort.
Spreker wil echter een enkele opmerking maken.
In de eerste plaats deze, dat- de cijfers, die genoemd
zijn, n.l. de pereentage-cijfers, niet geheel kloppen.
Het aantal geldige stemmen op 8 Juli 1918 was 9240.
Het aantal der door de S.U.A.P. uitgebrachte stem
men bedroeg 8778 of 41%. En dat zijn alleen de
geldige stemmen. Waren de ongeldige er ook bij
gerekend, dan zou liet percentage kleiner zijn. Het
cijfer van 40 is dus niet juist en spreker waar
schuwt den Raad in te gaan op het adres zooals het
er ligt. Er ligt toch in opgesloten, dat de leden van
den Raad, die niet behooren tot de S.Ü.A.P., geen
democraten zijn. Als er alleen stond: dat de bevol
king van Leeuwarden in de laatste jaren bij de
gehouden stemmingen voor leden van den Raad
duidelijk heeft doen blyken in democratische rich
ting bestuurd te willen worden en daarmee basta,
had het eenige zin.
Het verwondert spreker, dat de heer Collet zegt:
ik wil niet zeggen, dat ik aanstuur op een sociaal
democratisch burgemeester. Hij zegt erbij: ..In deze
omstandigheden", maar zegt niet wTelke omstandig
heden en warom hij er tegen is. Zoo gauw er 51
sociaal democratische stemmen zijn uitgebracht,
moet er zeker wel een sociaal democratische burge
meester komen.
De heer Collet: „Daar is niets tegen".
De Voorzitter vervolgt en zegt tegen te zullen
stemmen, omdat als argument in b is aangegeven,
dat er tien zotels in den Raad zijn bezet door sociaal
democraten en dat in c staat, dat 45 der kiezers
zijn stem uitbracht bij de verkiezing van leden
der Tweede Kamer op de candidaten der
S.D.A.P. Dat is dus de reden, waarom wij hier een
burgemeester moeten hebben, die in democratische
richting werkt. Spreker veroorlooft zich de vrij
heid op te merken, dat hy een evengoed democraat
is als de sociaal democraten
De heer Fransen: „Lang zoo rood niet".
De Voorzitter: „Dat heeft er niets mee te maken".
Den beer Fransen beeft bet voorstel van den heer
Collet bevreemd. Hy heeft het toegelicht met de
bewering, dat onder de oude kieswet zelfs tien
zetels in den Raad door sociaal democraten zijn
bezet. De heer Collet echter weet wel, dat de oude
kieswet niet voldoet aan de eisehen, die men aan de
democratie stelt en dat er met het nieuwe kies
stelsel wel veranderingen zullen komen. Spreker
wijst op de Provinciale Staten, waar de sociaal
democraten twintig zetels bezitten. Hij vertrouwt
erop dat bet zal blijken, dat de sociaal democraten
meer zetels bezetten, dan waarop democraten recht
hebben.
De heer Dijkstra: „Dat weten wij wel".
de beer Fransen: „Dat is een bewijs, dat het oude
stelsel onrechtmatig zetels toewijst"....
De heer Dijkstra: „Dat wordt ook toegegeven".
De heer Fransen; „Dan zich er ook niet op be
roepen".
Wat wil de beer Collet nu met een demo-
tratische richting, vraagt spreker. Wil bij een
democratische richting als er heerscht in Amerika,
waar alle macht in handen is gelegd van één man,
die wanneer er een verzoek uit Europa komt om
trent vredesvoorwaarden, zich tien minuten be
denkt en zonder het volk of parlement te raad
plegen een antwoord zendt en beschikt over oorlog
of vrede! Waar alle macht in handen is van één
man, die morgen en overmorgen beschikt of er weer
honderdduizenden zullen worden vermoord op de
slagvelden t waar alle macht in handen is van één
man en die beslist of er nog vele steden en dorpen
zullen worden verwoest en of nog vele landeryen
zullen worden omgewoeld! Waar de macht in
handen is van één man, die beslist of nog honderd
millioenen mensehen aan den honger zullen worden
prys gegeven en waartoe ook wij zullen behooreu,
en of zij een stukje brood zullen krijgen!
Waar één man, die een macht krijgt zooals nog
nooit iemand ter wereld beeft gehad, is dat demo
cratie, welke de heer Collet wil, vraagt spreker!
Dat is de democratie van Amerika, de republiek,
het land der vrijheid.
Of wil de lieer Collet een democratie zooals in
het gemeentebestuur van Amsterdam tot uiting is
gekomen. Toen daar de vorige week werd voorge
steld eene bemiddelings-commissie te benoemen,
inzake de staking aan de Centrale Keuken heeft de
socialistische wethouder Wibaut zich daartegen
verzet. Hij wilde geen bemiddeling, geen commissie,
omdat het gold een kwestie van gezag, en voor dat
gezag hebben de arbeiders den nek te buigen.
Misschien zijn er meer democratische richtingen,
2e, 3e of 7e klasse. Spreker wil weten in welken
demoeratisehen geest de heer Collet de gemeente
wil sturen en bij zou daaromtrent van den heer
Collet gaarne nadere inlichtingen ontvangen.
De lieer Hiemstra (wethouder) gelooft, dat de
zaak uitdijt buiten het raam, waarin ze hoort. De
heer Fransen geeft daartoe aanleiding door té
spreken over Amerika en de Entente, zoo meteen
komt er een anti-Duitscher, die Duitsehland aan
valt.
Wij krijgen hier reeds het standpunt- van wet
houder Wibaut. Dat heeft hier met deze zaak niets
te maken. Bovendien is, wat de heer Fransen over
Wibaut heeft gezegd, absoluut onjuist. Spreker
weet, hij heeft het uit het verslag, dat de wethoudeT
Wibaut juist heeft gezegd, dat het geen gezags
kwestie was. Het liep alleen over grieven, waar
over een onderzoek was toegezegd. Er was opzet
telijke sabottage in het spel van een groep van
mensehen, die maandenlang in woord en geschrift
ze noemden de keuken de Centrale Trog tegen
de Keuken ageerden. Toon zij zagen op deze wijze
niet veel invloed uit te oefenen, is er in het ritueele
eten spek geworpen
De Voorzitter verzoekt den lieer Hiemstra zich
tot het onderwerp te bepalen, er is meer te doen.
De heer Hiemstra: „Het is niet mijn schuld, maar
die van den lieer Fransen \N aai' door t sabottee-
ren co nor inrichting, die aan <30.000 mensehen voed
sel verschaft, aan die mensehen het voedsel werd
onthouden, was hot juist gezien, dat bemiddeling
werd geweigerd. Bovendien was onderzoek der
"rieven toegezegd en eene commissie was daarom
niet noodig. De lieer ibaut heeft dan ook zeer
juist gezegd, dat liet- gezag er niets mee te maken
had.
De heer Fransen heeft gevraagd wat- moeten wy
hier hebben. Wat is democratie! En hij heeft ge
wezen op Amerika. Spreker wil den heer 1 ran-
sen op dien weg niet volgen. Wij moeten hier geen
struisvogelpolitiek voeren. In de politiek hebben
wjj dit weet de heer Fransen ook wel ver
schillende schakeeringen. De Oud-liberalen, Unie-
liberalen, die weer vrijzinnig zijn. de Vrijzinnig
Democraten weer meer vrijzinnig, de Sociaal Demo
craten enz. Er bestaat eene opschuiving naar links,
verband houdende met de opvatting van het begrip
democratie. Daarover behoeft er dus niet te worden
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1918. 273
getwist. De toeneming van het aantal stemmen dei-
Sociaal Democraten is alleen aangehaald als be
wijs. De heer Collet hoeft gezegd geen sociaal
democratisch burgemeester te wenschen, zoolang
de sociaal democraten in de minderheid zijn. Voor
een goede samenwerking toch is een burgemeester
noodig, die dezelfde opvattingen heeft als de meer
derheid van den Raad. De cijfers in liet voorstel-
Collet zijn dan ook alleen bedoeld, spreker herhaalt
zulks, als een bewijs, dat er eene bepaalde op
schuiving naar links plaats beeft. Dat kan moeilijk
worden ontkend. Ten opzichte van rechts valt niet
veel te zeggen. Daar toch is geen sprake van een
meer of minder democratische vleugel. Daar is meer
eenheid.
De heer Fransen: „Onder de domuien".
De heer Hiemstra vervolgt en zegt dat er wel
individueel democratie bij rechts bestaat en als de
nieuwe verkiezingen komen zal er misschien onder
hen ook meer nuanceering komen. Over de kwestie
Wat is democratie, daarover behoeft niet te wor
den geboomd, want daarover zal wel eene
vrijwel juiste opvatting bestaan.
En wel deze, dat men uit de meerdere stemmen,
uitgebracht op de sociaal democraten, kan conelu-
deeren, dat er een meer democratische geest
heerscht onder de bevolking van Leeuwarden dan
vroeger. De cijfers hebben alleen ten doel dat te
bewijzen. En daarmee wenschen de sociaal demo
craten rekening te houden. Spreker kon de cijfers
niet controleeren. Zelf heeft hij al eens uitgere
kend, dat het percentage der stemmen op de sociaal
democraten uitgebracht, 45 bedraagt. Het komt
spreker vreemd voor, dat de voorzitter op 41 is
gekomen. Het is mogelijk, dat allebei gelijk hebben.
Spreker zou dat zelf wel eens willen controleeren,
maar feitelijk doet het er niets toe, of het percen
tage 45 of 41 is, daar het alleen is genoemd als
bewijsgrond, waarom het noodzakelijk is dat Leeu
warden in demoeratisehen geest wordt geregeerd.
De heer Haversehmidt vindt bet voorgestelde
niet gewenseht en niet noodig. Niet gewenscht,
omdat de Raad, die uit verschillende fracties be
staat, in zijn geheel bij de Kroon bezwaarlijk kan
aandringen op de benoeming van een burgemeester
van een bepaalde richting, op grond van de over
weging, dat er 10 sociaal democraten in den Raad
zijn en 45 der kiezers hun stem op deze partij
uitbrengen.
Een burgemeester van het soort dat de lieer
Collet niet verlangt, komt trouwens in de groote
steden niet voor.
Niet noodig, omdat we hier steeds zagen be
noemd hoogstaande vrijzinnige mannen en er geen
vrees hoeft te bestaan, dat men thans van dien
regel zal afwijken en ons iemand zendt, die niet
met zijn tijd is meegegaan.
De heer Tulp deelt mede, dat hij niet kan mee-
geen met liet voorstel van den lieer Collet, op de
gronden door den voorzitter aangegeven.
'Spreker is bet volkomen eens met den heer
Schoondermark, dat men geen sociaal democraat
behoeft te zijn. om democraat te zijn. Hij vraagt: is
het adres niet overbodig! Is het niet van zelf
sprekend, dat men in Den Haag met de stemmingen
rekening houdt. Het is toch niet te denken,
dat men ons van uit Den Haag een burgemeester
stuurt van een andere gezindheid, terwijl men weet,
dat men hier zeer links is!
De heer Dystra zegt, dat voor hem de kwestie
zoo zit. De heer Collet heeft gezegd liever geen
sociaal demoeratisehen burgemeester te wenschen
onder deze omstandigheden. De Ik er Hiemstra
heeft dit nog nader uitgewerkt door te zeggeu, dat
ook hij er geen prijs op stelt als de meerderheid
van den Raad niet sociaal democraat is. Wij moeten
de nuchtere feiten bezien en dan coiiclud'eeren wy
daaruit, dat de sociaal democratie hier te Leeuwar
den verbazend aanwint en dat, als dit zoo door
blijft gaan, in den Raad spoedig de helft der leden
behoort tot de sociaal democratische arbeiders^
partij.
Spreker verzekert zijn uiterste best te zullen doen,
0111 dat te beletten, want hij ziet er geen heil in.
Dat men aan die zijde prijs stelt op een sociaal
demoeratisehen burgemeester, begrijpt spreker,
maar het is hem als anti-revolutionuair niet het
zelfde, wat soort van democratie zich in des voor
zitters stoel zal nestelen. Verscheidene scthakeerin-
gen zijn al genoemd. Rechts is er kaal afge
komen. Ook daar heerscht democratie, maar van
een ander soort dan die der sociaal democraten.
Spreker voelt zich de vertegenwoordiger van die
andere democratie. Het is het verstandigst,
dat zy, die prijs stellen op een demoeratisehen bur
gemeester, daarvan als partij blijk geven. Spreker
zal aan de verwezenlijking van het voorstel van den
heer Collet niet meewerken, want hij wil door
eigen medewerking de kans niet loopen hier een
burgemeester te krijgen met eene geheel andere
levensbeschouwing dan de zijne. De sociaal demo
craten moeten doen wat zij willen. Spreker zal dit
ook doen. Laat iedere partij, die invloed wil
uitoefenen op deze benoeming, naar Den Haag gaari.
Als Raad moet dit niet gebeuren.
De lieer Beekhuis meent, dat de Raad het voor-
stel-Collet niet moet annemen. Hij is liet eens met
de argumenten van den voorzitter, maar wil nog
dit zeggen. Er wordt gezegd, dat tien raadszetels
door de sociaal democraten worden bezet. Maar de
Raad bestaat nog altijd uit 25 leden. Spreker ziet
niet in, waarom nu die meerderheid ter wille van
de minderheid een adres zal richten tot de
regeering, om te krijgen wTat de minderheid
wenscht. Tusschen de regels door kan men lezen,
dat de voorsteller, zooal geen sociaal democraat,
dan toch een burgemeester wenscht, die op het
kantje staat en die, als 'het volgend jaar de meer
derheid mocht bestaan uit sociaal democraten,
maar een kleine wending behoeft te nemen. Het is
te veel gevergd van de meerderheid, die niet sociaal
democraat is, om te stemmen voor een voor
stel, dat zoo onschuldig wordt voorgelegd. De heer
Hiemstra heeft reeds gezegd, dat wij allen, zooals
wy hier zitten, democraten zijn. Dat is aan de
regeering ook wel bekend, en dus is het voorstel
geheel overbodig.
De heer Collet wijst erop, dat de laatste spreker
gezegd heeft, dat tusschen de regels van het voor
stel door te lezen is, dat liet de bedoeling is een
sociaal demoeratisehen burgemeester binnen te
halen. In de toelichting heeft spreker ronduit ge
zegd, dat. dit niet het geval is, en hij herhaalt dat.
Het is enkel de bedoeling de Kroon erop te
wijzen, dat wij hier in democratische richting gaan.
Als de heer Fransen niet weet wat democratie is,
dan kan spreker dat niet helpen. De voorzitter weet
het wel. Hij heeft gezegd, dat hij wel mee kan gaan,
al het voorstel alleen bestond uit ond. a. Basta,
zegt de voorzitter. De daarop volgende zinsneden
h en c, spreker geeft dit toe kunnen aanleiding
geven tot de opvatting dat het de bedoeling van
den steller is een sociaal demoeratisehen burge-