292 "Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 November 1918
samenstelling van het gas en daarmee heeft het
eververbruik niet te maken. Misschien wil de wet
houder Oosterlioff echter wel antwoorden.
De heer Oosterlioff (wethouder) zegt, dat de ge
ruchten, die den heer Tulp hebben bereikt, juist
zijn. Die zijn ook Burgemeester en Wethouders wel
bekend. Het geval is werkelijk zoo, dat de meter
somtijds meer aangeeft dan men meent te hebben
verbruikt. Daarvoor zjjjn verschillende oorzaken. In
de eerste plaats dat de calorische waarde kleiner
is, tengevolge waarvan men meer gas noodig heeft
om iets aan de kook te brengen. De huisvrouw
ziet natuurlijk niet naar de klok, maar redeneert
zoo. Vroeger had ik zooveel gas noodig, nu zooveel
meer. Een andere oorzaak zit in de samenstelling
van het gas. Spreker heeft den Directeur gevraagd
of het mogelijk is wat de heer Tulp beweert. Deze
heeft daarop bevestigend geantwoord. En dat zit
in het soortelijk gewicht. Het tegenwoordige gas
heeft 'n lager soortelijk gewicht en daardoor stroomt
er meer uit. De tweede oorzaak zit hierin, dat er
tengevolge van de afwezigheid van een zekere
chemische stof de leeren balg in den meter zijn
rekbaarheid eenigszins verliest en de meetruimte
daardoor kleiner wordt. Daardoor geeft de meter
iets meer aan. Burgemeester en Wethouders zullen
hunne aandacht op deze zaak gevestigd houden. De
moeilijkheid echter is, dat al deze dingen niet con
stant zijn, zoodat men niet kan zeggen: er is in het
algemeen 10 of 5 te veel betaald.
Wat het oververbruik betreft, Burgemeester en
Wethouders en de Baad zijn van meening dat de
maatregelen om het oververbruik te beperken vol
doende zijn. door den prijs daarvoor te bepalen op
1.Spreker gelooft dat het aantal personen,
wien het onverschillig is dat zij 1.voor over-,
verbruik moeten betalen, niet groot is, zoodat het
niet veel zou helpen, al kreeg men de beschikking
over dit kwantum. Ook door strenger maatregelen
tegen oververbruik zal men al heel weinig winnen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
6. verzoek van den heer mr. P. C. J. A. Boeles,
om hem wegens vertrek, ontslag te verleenen als
curator van het gymnasium.
Het gevraagde ontslag wordt verleend onder
dankbetuiging voor bewezen diensten.
7. schrijven van het bestuur van het Nieuwe
Stadsweeshuis houdende aanbeveling voor de be
noeming van twee leden van dat bestuur wegens
periodieke aftreding van den heer M. Braaksma
en mevr. J. A. Uffelie-Sonnega.
vacature M. Braaksma:
1. M. Braaksma.
2. H. de Boer.
3. J. de Bruin.
vacature mevr. Uffelie-Sonnega.
1. mevr. J. A. Uffelie-Sonnega.
2. mevr. C. C. van der Meulen-Alma.
3. mevr. C. J. Brouwer-Gorter.
Zal in eene volgende vergadering worden behan
deld.
8. verzoek van het bestuur der vereeniging
voor Middelbaar Technisch en Ambachtsonderwijs,
om hem door het verleenen van een extra-subsidie
in de gelegenheid te stellen het personeel der
ambachtsschool, dat voor duurtebijslag in aanmer
king komt, een som in eens uit te kecren, gelijk
door personeel der gemeente is genoten.
Wordt voorgesteld afwijzend op het verzoek te
beschikken.
De heer Beekhuis vraagt of het niet beter is, dat
over dit voorstel prae-advies wordt uitgebracht.
De heer Schoondermark (wethouder) zegt, dat
dit prae-advies ook afwijzend zal zijn. Deze kwestie
is hier al eens een paar maal eerder ter sprake ge
weest. Waar wij aan onze eigen onderwijzers, die
rijkstoeslag genieten geen toeslag geven, gaat het
niet aan de leeraren van eene particuliere inrich
ting toeslag te geven.
De heer Beekhuis repliceert, dat er motieven voor
eene afwijzende beschikking worden aangegeven,
die alle leden maar niet zoo onmiddellijk kunnen
beoordeelen. Spreker stelt voor het adres te stellen
in handen van Burgemeester en Wethouders ten
fine van prae-advies.
Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten.
9. verzoek van den voorzitter, secretaris en pen
ningmeester der Vereeniging Kinderspeeltuin
Rengerspark om ook voor het volgend jaar een
subsidie uit de gemeentekas van J()(J te verleenen.
Zal bij de begrooting worden behandeld.
10. Adres van S. Krol, tot 1 November 1.1.
pachter der opkomsten van de A'lietster en Booms-
bruggen, houdende verzoek om een jaarlijksche
uit keering uit de gemeentekas.
Wordt voorgesteld afwijzend te beschikken.
De heer Sehaafsma zegt, dat het niet naar aan
leiding van het adres is. dat hij het woord vraagt.
Hij zou gaarne worden ingelicht in welke betrek
king adressant los-vast of los tot de gemeente staat.
Spreker meent dat de man dertig jaren lang heeft
geholpen bij de bediening van een of twee bruggen.
Als dit zoo is, dan zou er reden kunnen zijn, hem
voor 'eenige jaren eene gratificatie te geven. Spre
ker vraagt of Burgemeester en Wethouders dit
adres ook niet tot zich kunnen nemen om prae-
advies.
De heer Hiemstra doet opmerken, dat de zaak zoo
zit. Met Krol is 't net als met vele andere, b.v. met
de Vries, die de pont achter den Prinsentuin heeft
gepacht. Krol is altijd pachter geweest van de beide
bruggen. Burgemeester en Wethouders nu hebben
geredeneerd, dat het niet aangaat een pachter
een gratificatie te geven. Daaruit zou toch de con
sequentie worden getrokken, dat alle pachters
daarvoor in aanmerking komen. Daarom hebben
Burgemeester en Wethouders gemeend te moeten
voorstellen afwijzend op het verzoek te beschikken.
De heer Sehaafsma kan zich wel vereenigen met
het formeel bezwaar. Spreker meent echter te
hebben gehoord, dat de man jaren heeft geholpen
bij de bediening van andere bruggen. Hij weet niet
of het hem bij instructie is opgedragen zulks te
doen. Dan komt er een andere kant aan de zaak.
De heer Hiemstra (wethouder) zegt, dat Krol
altijd pachter is geweest en dat er dus van ge
meentedienst geen sprake kan zijn. Wat vroeger is
gebeurd weet spreker niet.
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
11. schrijven van de vereeniging van Neder-
landsche gemeenten om te willen medewerken aan
de totstandkoming van een naamlooze vennoot
schap, genaamd „Handels- en Voorlichtingscen
trale voor Gemeentelijke gasbedrijven".
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 November 1918. 293
eener verordening betreffende nachtarbeid in het
bakkersbedrijf.
Wordt bij de stukken gevoegd, die onder punt 17
der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld.
13. adres van de vereeniging „Gerechtigheid
vei hoogt het V olk" om invoering van het z.g. kian-
tenstelsel, om afdoende maatregelen te nemen ter:
aanzien van lichtvoorziening van lichtlooze gezin
nen omtrent het bepalen van een melkrantsoen
voor de geïnterneerde Engelschen.
Wordt voorgesteld dit adres te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders ten fine van
afdoening.
De heer Dykstra wil eene enkele opmerking
maken en wei vooral naar aanleiding van het eer
ste gedeelt, de z.g. klantenlijsten. Aan die zaak is
reeds eene geschiedenis vooratgegaan. Ook in de
levensmiddelen-commissie is deze zaak reeds onder
de ougen gezien. Daar was echter geen meerderheid
te vinden. Spreker wil in de eerste plaats de ver
zekering geven, dat het hem genoegen doet, dat van
deze zijde een verzoek inkomt tot invoering van
klantenlijsten. In de levensmiddelencommissie toch
is beweerd, dat dit een zaak is, die speciaal door
eene bepaalde richting wordt voorgestaan. Daar
om do. t het hem genoegen, dat dit adres inkomt
van de heeren Heesen en Kuiper. Spreker ver
zoekt er prae-advies op te willen uitbrengen.
Spreker acht het van gewicht dat deze zaak onder
voorzitterschap van den burgemeester in de levens-
commissie wordt besproken. Het is een zeer
belangrijke kwestie. Zij brengt regel in de distri
butie waar geen regel is.
Spreker zal er niet over uitweiden. De hoofdzaak
is, dat de menschen in de gelegenheid worden ge
steld op te geven hun eigen slager en hun eigen
winkelier en dat zij verplicht zijn, daar 2 of 2
maanden te blijven, leder winkelier krijgt het
deel der goederen, dat hij noodig heeft in verband
met zijn aantal klanten.
Een eigenaardig feit heeft zich in de levensmid
delencommissie voorgedaan. Door de vertegen
woordigers van de moderne en christelijke arbei
ders en mevr. van Dijk is het klantenstelsel warm
verdedigd. Het is bestreden door de winkeliers. Dat
is wel typeerend. Het meest typeerend is, dat dit
adres inkomt van de consumenten. Daarom wil
spreker prae-advies zien uitgebracht en de zaak
tevens zien behandeld in de levensmiddelencom-
missie.
De heer Tulp was in de vergadering, door den
heer Dijkstra bedoeld, niet tegenwoordig. Anders
had hij zeker des heeren Dijkstra's standpunt be
streden. Als men de klachten leest, dan komt
spieker tot de conclusie, dat die overdreven zijn
en niet altijd waar en steekhoudend. Als er winke
liers zijn, die de waren niet afgeven en achter
houden om zit duur te verkoopen zonder bon, dan
is dit de weg: Men noeme personen en feiten en
wende zich tot den burgemeester of den directeur
van het levensmiddelenbureau. Spreker betwijfelt
het, dat de menschen bij invoering van de klanten
lijsten beter bediend zullen worden. Zij wor
den nu goed bediend. Met de bons weten de win
keliers wat zij krijgen. Bij de tegenwoordige soesah
behoeven geen maatregelen meer genomen te wor
den. Men moet echter feiten noemen, opdat de win
keliers kunnen worden gestraft.
De Voorzitter blijft het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders handhaven. Hij wil wel de ver
zekering geven, dat hij de zaak der klantenlijsten
in do eerstvolgende vergadering der levensmid
delencommissie in bespreking zal brengen.
Dit is echter volkomen een distributiezaak, die
behoort tot de competentie van Burgemeester en
Wethouders. Hij wil haar in de vergadering der
levensmiddelencommissie brengen, maar er niet
over in discussie treden. Als het zoover is, is hij
misschien meer voor- dan tegenstander. De h,"ei-
Dijkstra heeft één goede zijde genoemd. De kwade
zijde echter is deze, dat alle concurrentie er abso
luut door wordt gedood. Spreker geeft toe, dat ci
ter wille van het publiek veel voor te zeggen is. Hij
herhaalt dat Burgemeester en Wethouders hun
standpunt handhaven.
Met algemeene stemmen wordt besloten, overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
14. schrijven van Burgemeester en Wethouders
van Sneek om adhaesie te betuigen aan een dooi
den Baad dier gemeente aangenomen en ter kennis
van den Minister van Landbouw gebrachte motie
omtrent verlaging der vleeschprijzen.
15. dat Burgemeester en Wethouders aan de
twee nieuwe in oost-westelijke richting loopende
straten tusschen de Jacob Binckesstraat (gedeelte
ten zuiden der Bleeklaan) en de Bleeklaan de vol
gende namen hebben toegekend, en wel: aan de
meest noordelijke den naam van Maerten Gerritsz-
straat (naar Maerten Gerritsz van Harlingen, zee
vaarder, landontdekkingsreiziger en beroemd car
tograaf, 17e eeuw) en aan de meest zuidelijke den
naam van Gale Hamkesstraat (naar Gale Hamkes
van Stavoren, bekend Groenland vaarder, 17 e
eeuw).
16. dat Burgemeester en Wethouders eenige
wijziging hebben gebracht in de verdeeling van
werkzaamheden van leden van hun college, zoodat
thans worden voorbereid:
door den burgemeester: de zaken betreffende dis
tributie;
door wethouder Berghuis: die betreffende finan
ciën, het armwezen, de veemarkt, de Beurs, de
Waag, den Prinsentuin en de Stads Bank van Lee
ning;
door wethouder Hiemstra: die betreffende open
bare werken, de arbeidsbeurs en de werkloosheid
verzekering.
De mededeelingen 1416 worden voor kennis
geving aangenomen.
De heer Oosterlioff (wethouder) heeft nog een
voorstel mondeling te doen. Het wordt in afwijking-
van den gewonen vorm aangebracht, omdat er bij
zonder veel spoed bij deze zaak is. Door den Direc
teur der Lichtbedrijven is een voorstel aange
bracht, strekkende tot wijziging van verordening
no. 29 van 1917, betreffende de samenstelling van
het personeel. Die wijziging strekt om versterking
van het personeel met één opzichter mog; lijk
te maken en Burgemeester en Wethouders vrijheid
te laten ten opzichte van het aantal le, 2e en 3e
klerken. Nu is voorgeschreven liet getal van 2.
Wordt dit aangenomen, dan kunnen er klerken
worden aangesteld naar behoefte.
Het eerste gedeelte van het voorstel is het meest
belangrijk. De directeur motiveert dit als volgt:
„De snelle groei van liet gemeente electriciteit-
bediijf en in niet minder mate de nog te verwachten
groote vlucht welke het G. E. B. zal nemen,
zoodra nu beëindiging der door den oorlog teweeg
gebrachte bijzondere omstandigheden deze belem
meringen zullen zijn opgehouden, maken het drin
gend noodzakelijk dat het technisch personeel voor
dit bedrijf met een eerste kracht opzichter wordi
uitgebreid.
12. schrijven van het bestuur der broodventers-
vereeniging „De Korenbloem", van het bestuur der
Leeuwarder Bakkerspatroonsvereeniging en van
de Coöperatieve Productie en Verbruiksvereeni-
ging Excelsior, houdende verzoek om eenige wijzi
gingen te brengen in het voorstel tot vaststel' ing