Tengevolge van liet snelle toenemen der lichtin stallaties en de daarmee verband houdende werk zaamheden en tegelijkertijd door de onmogelijk heid diverse materialen voor uitbreiding en verbe tering in deze dagen aan te schallen zijn zeer veel onderhouds- en verbeteringswerken blijven wach ten, voor de uitvoering waarvan en het toezicht waarop zeer binnenkort een goed geschoolde prak tische kracht moet worden aangesteld. Voorts is daarbij een zeer groot belang, met het oog- op de grootte van het aanstaand verbruik ten opzichte van het beschikbare transformatie vermo gen en de kabelcapaciteit, dat deze opzichter nauw keurig bekend is met de plaatselijke eigenaardig heden van het distributienet, opdat bij de om boven bedoelde redenen te verwachten storingen deze tijdig öf kunnen worden voorkomen, óf binnen een minimum tijdsbestek kunnen woorden verholpen. Bij informatie ter bevoegder plaatse bleek mjj, dat een door mij voor deze functie gedacht salaris niet te hoog is, en dat voor dezelfde functies de salarissen zich bewegen tussehen 2000 en 25Ü0. in mijn advies aan de Raadscommissie tot her ziening der jaarwedden, waarvan er bij brief No. 18195 van 10 Oct. 1918 (Gas) een afschrift is ge voegd duidde ik reeds op de wenschelykheid van de hier bedoelde uitbreiding der formatie. Daarbij had ik toen slechts gegevens ter beschikking om trent de salarissen van chef-monteurs of daarmee gelijkgestelden". Nu is de kwestie zoo. De gemeente weet, dat de kracht, die zij gaarne heeft, veel kans heeft om elders te worden benoemd. Spreker geeft toe, dat het systeem eenigszins bedenkelijk is, maar Bur gemeester en Wethouders waren bang anders in verlegenheid te zullen komen. Er heeft eene groote wisseling van personeel plaats. De boekhouder is vertrokken eu er gaan meer goede krachten weg en daarom waren Burgemeester en Wethouders bang in moeilijkheden te zullen komen. De man, die zij nu op het oog hebben, staat elders op no. 1 uit meer dan 200 sollicitanten en zal zeker ernstig voor eene benoeming in aanmerking komen. Hij moet in enkele dagen eene beslissing nemen en daarom hebben Burgemeester en Wethouders gemeend deze zaak niet langer te mogen uitstellen. Hij is met de plaatselijke toestanden op de hoogte. En als men hem laat gaan en,een nieuwe zoekt, zal men boven het salaris moeten gaan, dat nu in uitzicht wordt gesteld. Om finaneieele reden behoeft do Raad het dus niet te laten. Spreker stelt daarom namens Burgemeester en Wethouders voor den tegenwoordigen chef-monteur met ingamr van 15 November te ontheffen van die functie en hem te benoemen tot opzichter en den tegenwoordigen monteur met ingang van dien datum te benoemen tot chef-monteur. De heer Collet zegt, dat men weet, dat de chef- monteur, die vertrekken gaat, meer kan verdienen. Hij vraagt of de betrekking, die hij kan krijgen, van dezelfde soort is als die hij hier heeft. De heer Oosterhoff (wethouder) antwoordt, dat hij op nominatie staat voor dezelfde betrekking, die hij hier bekleedt. Die wordt elders zooveel hoo- ger gesalarieerd dan hier. Het salaris als opzichter hier komt vrijwel overeen met dat wat hij elders als chef-monteur zou krijgen. De heer Collet: „Dan heeft men hier te min sala ris gegeven". Voor eene gelijke betrekking elders, zegt de wethouder, betaalt men daar meer. Men wil het salaris nu brengen op 1800 tot 2400, d.w.z. dat het salaris te laag was. Bij spreker rijst nu de vraag: hoe staat het nu met liet andere personeel Is liet ook mogelijk, dat dat personeel te weinig verdient? Als de chef-mon teur elders J SU0 a 900 meer kan verdienen dan hier, is het toch mogelijk, dat de anderen ook te weinig verdienen. Spreker vindt wisseling in 't per soneel niet verkeerd, maar, als de salarissen te laag zijn, wordt Leeuwarden een doorgangshuis voor monteurs. Dat vindt spreker niet goed. Waar nu het salaris van den chef-monteur zal worden verhoogd, wil spreker Burgemeester en Wethou ders in overweging geven ook de salarissen dei- monteurs na te gaan. De heer Oosterhoff (wethouder) zegt, dat de gevolgtrekking van den lieer Collet, dat de sala rissen van het andere personeel te laag zijn, niet geheel opgaat. Hij concludeert zulks uit het feit, dat het salaris op één plaats hooger is. Wij kunnen echter deze kwestie geheel ter zijde stellen, omdat de salariscommissie reeds bezig is de salarissen van het gebeele personeel te herzien. De heer Schaafsma onderschrijft voor een groot deel wat de heer Collet heeft gezegd. De salaris- commissie is bezig alle salarissen te herzien. En deze zaak moet dan ook worden behandeld afge scheiden van de salarisregeling. Het eleetriciteit- bedrijf breidt zich uit en daarom is uitbreiding van personeel noodig. Het gaat echter wel wat haastig en spreker zou dan ook gaarne zien, dat dergelijke veranderingen in het vervolg niet zoo hals over kop in den Raad worden gebracht. De heer Oosterhoff (wethouder) geeft toe, dat dit niet een wijze van handelen is, die in de toe komst bestendigd kan worden. Maar, men moet riet vergeten, dat hier buitengewone omstandig heden in het spel zijn. Door aansluiting der licht- looze gezinnen is het aantal aansluitingen met 850 toegenomen. En, als die klaar zijn, komen er nog ongeveer 500 bij. Daarmee is de noodzakelijke uit breiding van het personeel wel verklaard. De Voorzitter zegt dat door den heer Schaafsma is gezegd, dat dit niet de goede manier is, om een dergelijk voorstel aan te brengen. Burgemeester en Wethouders wisten, dat de persoon in kwestie zijn sollicitatie zou intrekken, als Burgemeester en Wethouders met den Direc teur meegingen. Burgemeester en Wethouders heb ben echter gemeend, dat het niet aanging, dat iemand, die elders op no. 1 staat, die sollicitatie intrekt als Burgemeester en Wethouders eene toe zegging doen. Dat is, meenen zij, te riskant voor den betrokkene. Daarom hebben zij gezegd: laten wij het in den Raad brengen. Het is dus ter bevei liging van den betrokkene gebeurd. De heer Dijkstra wil op eene uitdrukking van den wethouder Oosterhoff den nadruk leggen. Deze zei toch: verscheidene goede krachten verlaten de gemeente. Spreker hoopt dat dit een vingerwijzing- is voor Burgemeester en Wethouders om te zorgen dat die goede krachten niet weggaan. Spreker denkt, dat het in het salaris zit. Met algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. II. Wordt ter tafel gebracht: L' Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van de verordening houdende ver bod van het verlichten van winkels. 2. Alsvoren op het adres van mej. Terpstra om vergoeding voor de waarneming van de betrekking- van hoofdonderwijzeres aan de bewaarschool no. 5. 3. Alsvoren tot bepaling van de rooilijn aan de oostzijde van een gedeelte van de St. Jacobstraat, uitloopende op het Gouverueursplein. 4. Alsvoren tot overneming door de gemeente van de straat de Oosterbuurt en daarop uitkomende straten. De stukken 14 hebben ter visie gelegen, om heden te worden behandeld. 5. Prae-advies van Burg. en Wetli. op het adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Han dels- en Kantoorbedienden tot het stichten van een afdeeling aan de arbeidsbeurs, uitsluitend voor handels- en kantoorbedienden en voorstel tot wij ziging der verordening op de Gemeentelijke Ar beidsbeurs en tot uitbreiding van de Arbeidsbeurs. 6. Alsvoren van Burgemeester en Wethou ders op het voorstel van de heeren Nijholt, Dijk stra en Terpstra in zake- 'de instelling van een ge meentelijk tuinbouwbedrijf. De stukken 5 en 6 worden gedrukt als bijlage tot liet raadsverslag, bij de leden rondgezonden, om te zijner tijd te worden behandeld. 7. Alsvoren op het adres van het bestuur der Sociaal Democratische Vrouwenclub om een ge meentelijke waschinrichting in het leven te roepeu. '8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. A. Schuurmans en mej. A. M. Abma eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de nuttige handwerken, onderscheidenlijk aan ge meenteschool nos. 11 en 1. De stukken 7 en 6 zullen in een volgende ver gadering worden behandeld, 9. Alsvoren tot herziening van de verordening regelende de jaarwedden der docenten aan de school van M.O. voor meisjes (gemeenteblad 1918 no. 8). Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag, bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te wor den behandeld. 10. Aanbeveling voor de benoeming van een lid der commissie van beheer van het Stads Ziekenhuis, wegens het nemen van ontslag door H. G. W. Sprenger. De aanbeveling luidt als volgt: 1. F. J. A. Fritzlin, alhier. 2. mr. J. W. Tysma, alhier. Zal in een volgende vergadering worden behan deld. 11. Aanbeveling voor de benoeming van twee ambtenaren van den Burgerlijken Stand (vaca tures H. Beucker Andreae en mr. J. A. N. Patijn). De aanbevelingen luiden als volgt: 1. 1. A. de Vos. 2. J. Koopmans. IT. 1. Z. S. Feddema. 2. H. J. Peletier. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op liet adres van W. Zadel betreffende de toe passing van het raadsbesluit van 20 Juli 1.1. betref fende toeslag op den prijs der cokes. De stukken 11 en 12 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. III. Rapporten. De heer Haversehmidt rapporteert dat de com missie, belast geweest met het onderzoek van de begrooting van inkomsten en uitgaven der Stads Armenkamer, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt der halve voor de begrooting goed te keuren in ont vang en uitgaaf, beide tot een bedrag van 109.696.08. De Voorzitter stelt voor het rapport en de be grooting in eene volgende vergadering te behan delen onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Haversclimidt rapporteert, dat de com missie, belast geweest met het onderzoek van een wijziging van de begrooting der Stads Armenkamer, dienst 1919, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stolt der halve voor de gevraagde wijziging goed te keuren, waardoor de eindcijfers niet veranderen. De Voorzitter stelt voor het rapport en de voor gestelde be groot i ngswjjziging in een volgende ver gadering in behandeling te nemen, onder dankbe tuiging aan de commissie voor den door haar ver richten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Beekhuis rapporteert, dat de commissie, belast geweest met het onderzoek van de rekening en verantwoording van het Stads Ziekenhuis, dienst 1917, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt der halve voor de rekening en verantwoording goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 18.179.444. De Voorzitter stelt voor het rapport en de reke ning in eene volgende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Beekhuis rapporteert dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der begrooting van inkomsten en uitgaven der Stads Bank van Leening, dienst 1919, geene aanleiding heeft ge vonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de begrooting goed te keu ren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 78.S69.71 met een geraamd verlies van 3909.75. De Voorzitter stelt voor het rapport en de be grooting in eene volgende vergadering in behan deling te nemen, ouder dankbetuiging aan de com missie voor den door haar verrichten arbeid. De heer van Sloterdyck rapporteert, dat de com missie, belast geweest met het onderzoek eener wij ziging der begrooting van het Stads Ziekenhuis; dienst 1918, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt der halve voor deze begrooting goed te keuren in ont- vang en uitgaaf tot een bedrag van 21.531 met een subsidie der gemeente van 20.590. De Voorzitter stelt voor het rapport en de begroo ting in eene volgende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. De heer Zandstra rapporteert dat de commissie, belast geweest met het onderzoek om de begrooting van ontvangsten en uitgaven van het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1919, geen aanleiding heeft ge vonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de begrooting goed te keuren in ontvang tot een bedrag van 27.467.in uit gaaf tot een bedrag van 34.079.98° met een nadee- lig slot van 6.612.98°. De Voorzitter stelt voor het rapport en cle be grooting in eene volgende vergadering in behande- 294 erslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 November 1918 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Nov embei 1918 Dienovereenkomstig wordt besloten. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 3