300 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 November 1918. De heer de Vos heelt voorgesteld in ontwerp III sub 1 te lezen: in plaats van „1200", „1300" en in sub 11: in plaats van „60", „65". Spieker meent, dat Burgemeester en Wethouders de leeraren 20 verhooging willen toestaan. Zij hebben echter geen rekening gehouden met de pen- sionneering. Ais het cijfer van 50 in 60 wordt ver anderd, is de verhooging wel 20 maar dan moet er 14.af voor pensioen. Daarom heeft spreker zijn voorstel gedaan. De heer de Boer wenscht een kort woord van aanbeveling te spreken voor zijn amendement en om zich te verklaren tegen het amendement om het salaris van den directeur te verhoogeii tot t .1300. Ais spreker het wel heeft is in 1007 het salaris van den directeur van 800 tot 1000 verhoogd. En Burgemeester en ethouders stellen nu voor het salaris met 200 te verhoogen. In een paar jaar is het salaris dus met 50 c/c verhoogd. Spreker meent, dat dit eene verhooging is, die ge noemd mag worden. Hij vindt dan ook geen vrij heid te stemmen voor het amendement-de os. Om dezelfde reden heeft spreker gemeend een amendement in te dienen om de belooning der leeraren per wekelijksch lesuur te verhoogen van 50 tot 70. Dan wordt de percentsgewijze ver- ïiooging nog maar 40 °/c, dus nog minder dan die van den Directeur. Met deze korte woorden meent spreker duidelijk te hebben aangetoond, dat zijn amendement billijk en rechtvaardig is en dat hij zich moet verzetten tegen het amendement-de Vos. Nog wil spreker een enkel woord zeggen naar aanleiding van het amendement-de Haan, om de salarissen der leeraren aan de avondhandelsschool te brengen op 100 en voor allen gelijk, n.l. voor de al- en niet middelbaar bevoegden. In t algemeen erkent spreker,dat de grootst mogelijke bevoegdheid de grootste waarborg geeft voor het geven van goed onderwijs. Bjj één dergenen, die geen middel bare bevoegdheid bezit, is bij de benoeming geen rekening gehouden met het feit, dat hij de middel bare acte niet bezit, daar er toen iemand met mid delbare bevoegdheid op de voordracht stond. Dat moet dan ook niet uitkomen in eene lagere sala- rieering. De heer de Haan zegt, dat, zooals den Baad be kend is, de vorige maai, toen dit punt aan de orde was, de behandeling is uitgesteld, omdat vele leden zich niet voldoende hadden kunnen voorbereiden. Spreker wil een enkel woord zeggen ter verdedi ging van de door hem ingediende amendementen. Het spijt spreker, dat ze niet gedrukt zijn. Hij moet beginnen met op te komen tegen de uitdrukking in het prae-advies: „er is geen reden om, gelijk de commissie en de Directeur willen, op dezen cursus niet geheel de verordening op de schoolgeldheffing van toepas sing te verklaren". De Baad moet nu weten, dat de schoolgeldheffing voor de middelbare .avondhandelsschool aldus is. Er wordt 34 weken les gegeven, gedurende 12 uren per week, waarvoor een schoolgeld wordt geheven van 25.voor min-vermogenden, 12.50, voor onvermogenden niets. Waar nu aan den vervolgcursus uitsluitend les wordt gegeven in twee vakken, gedurende 1 uur per week, n.l. 1 uur boekhouden en 1 uur handels correspondentie, meent spreker, dat 25.veel te hoog is, te meer,omdat er in deze omstandigheden geen enkele aanleiding kan zijn, het verminderd schoolgeld toe te passen. De leerlingen, die dezen cursus bezoeken, werken overdag op een kantoor en voor hen is 25.te veel. Daarom heeft spreker voorgesteld voor elk vak 5.schoolgeld te hef fen, dus voor iemand, die de beide vakken volgt 10.-. A at sprekers ander amendement betreft, gelijk stelling van de belooning per lesuur voor volkomen en voor niet ten volle bevoegden, daaromtrent heeft spreker het volgende op te merken. Er zijn 5 leeraren, waarvan 3 met en 2 zonder middelbare bevoegdheid. Voor één dezer, den waarnemend-en directeur is het moeilijk de middelbare bevoegdheid te krijgen. Een middelbare acte voor Nederlandsche taal bestaat niet. Dan moet men een halen voor Nederlandsche taal en letterkunde. Met een acte Fransch, Duitseh en Engelsch is die niet te vergelijken. De heer Andriesse nu, die Ne derlandsche taal onderwijst, bezit de hoofdacte en de lagere acten Fransch, Duitseh en Engelsch. Die studie weegt wel op tegen de studie voor één mid delbare acte. Om nu onderlinge naijver te voorko men bij zoo'n klein getal leeraren moet, meent spreker, de belooning voor allen gelijk zijn. Bij de Burgeravond-ssehool is dat ook het geval. Om rivali teit te keeren het onderwijs van de lieeren Andriesse en Steegstra staat niet minder laag dan dat der anderen zou spreker er prijs op stellen, dat de salarissen gelijk werden gesteld. De heer de Boer heeft er al op gewezen, dat bij de benoeming van den heer Andriesse doctorandus Grondijs uit Harlingen mede op de voordracht stond. Dat was iemand met middelbare bevoegdheid en toch werd de heer Andriesse benoemd. Waar nu de Baad toen de voorkeur heeft gegeven aan den heer An driesse, meent spreker, dat alle termen aanwezig zijn, om het salaris gelijk te maken aan dat der middelbaar bevoegden. De heer Scliaafsma heeft het woord niet ge vraagd, om het amendement-de Boer aan te beve len. Hij is echter getroffen door de eigenaardige wijze, waarop de heer de Vos de door hem voor gestelde verhoogingen motiveert. Hij zegt, dat hij die verhoogingen voorstelt met het oog op de pen sioenbijdrage, die eigelijk door de gemeente moet worden betaald. Tegen deze redeneering moet spreker zich verzetten. Wel is spreker er een voor stander van, dat de geheele pensioenbijdrage door de gemeente wordt betaald, maar dat moet niet zoo incidenteel, voor een paar groepen van ambte naren gebeuren. Spreker zal stemmen tegen het amendement-de Vos. De heer de Vos gelooft, dat de heer Schaafsma iets anders zou hebben gesproken, als hij even had nagedacht. Een tractement van ƒ400 is vrij van pen sioenbijdragen. De belooning der leeraren nu wordt met 80.verhoogd en nu hebben Burge meester en Wethouders er niet aan gedacht, dat de betrokkenen de helft van hun salaris in vier jaar moeten storten, plus 5 weduwen en weezenpen- sioen. Dat gedeelte krijgen de nienschen dus niet in den zak. Indien zulks niet het geval is, kan spreker zich erbij neerleggen, dat de belooning op 60 be paald blijft. De heer Schoondormark (wethouder) hoort den heer de Vos zeggen: als het niet is, zooals hij meent, hij zich bij de belooning van 60 per weke lijksch lesuur kan neerleggen. Spreker kan den heel de Vos mededeelen, dat het niet is zooals hij zegl. De heer de Vos leest uit art. 20 der pensioenwet voor de burgerlijke ambtenaren, dat salarissen tot 400 vrij zijn, maar dat van salarissen boven dat bedrag de helft in 4 jaar moet worden gestort. Verslag van de handelingen van dan gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 November 1918. 301 Omdat de leeraren nu boven 400.komen, deukt de heer de Vos, dat de helft van het geheele salaris in 4 jaar moet worden gestort. En dat is niet zoo. De 400.blijven vrij. Dat weet spreker uit cle praktijk. De heer Priester had een sala- ris van 210.Dat werd verhoogd tot 450. Moest hij toen van dat bedrag betalen? Neen hij heeft betaald in 4 jaar de helft van 450240 of 26.25 per jaar. Bij de leeraren wordt ook het salaris, dat zij nu hebben afgetrokken. De Rijksklerken kregvn een salaris van 420. Het Rijk heeft nu de onbillijkheid ingezien, om de mensehen daarvan 3 R deel in te houden. De klerken zijn aangesteld op 400.en daarna 20.— verhoogd. Zij behoeven dan ook alleen te betalen van die 20. De heer de Vos: „U is heelemaal mis". De heer Schoondermark (wethouder) meent, dat uit het door hem aangehaalde voorbeeld van den heer Priester duidelijk blijkt, dat de heer de Vos dwaalt, zoodat de motiveering voor zijn amende ment vervalt. De heer de Boer heeft gezegd, dat de leeraren moeten worden verhoogd tot 70 per wekelijksch lesuur, want zegt dit raadslid, de directeur krijgt zooveel meer en nu is het onbillijk om de leeraren percentsgewijze- minder te geven. Maar volgens het voorstel van Burgemeester en Wethou ders krijgen de leeraren -ook 20 verhooging. De heer de Boer vergeet evenwel, dat de salaris- verlmoging van den directeur ook gebaseerd is op diens meerder werk. Als men het werk van den directeur der Burgeravondschool van vroeger, vergelijkt met dat van nu, dan scheelt dat dag en nacht. Daarom is het salaris verhoogd. Met den heer de Boer is spreker het eens, dat de leeraren moeten worden verhoogd, om de tijdsomstandig heden, de directeur ook om de meerdere werk zaamheden. Dat moet niet uit het oog worden verloren. Bovendien hangt de Burgeravondschool geheel af van liet optreden en de handelwijze van den directeur. Ook moet niet worden vergeten, dat de leeraren 50 per wekelijksch lesuur krijgen, maar dat zij maar Ve jaar werken. Dat wordt dus per jaar 100.Wanneer men nu de leeraren der Burger avondschool wil vergelijken met de leeraren der middelbare school, liet ressorteert onder middelbaar onderwijs, dan is daarmee alles, -of ten minste heel veel gezegd. Maar niemand zal beweren, dat de leeraren aan de Burgeravondschool 140.per wekelijksch lesuur moeten verdienen. Burgemeester en Wethouders handhaven het in hun voorstel ge noemd bedrag. Wat nu de bevoegdheid betreft, de heer de Haan vindt het sneu om de beide leeraren zonder be voegdheid minder te geven. De heer de Haan heeft zich ongelukkig uitgedrukt door te zeggen, dat liet onderwijs van de heeren Andriesse en Steegstra niet minder laag staat dan dat der andere leeraren. Dat bedoelde de heer de Haan zeker niet. Zoo ongunstig is er door den directeur niet over ge sproken. Spreker begrijpt niet, dat de heer de Haan met zoo'n voorstel komt. Spreker heeft voor zich een brief naar aanleiding van de oproeping- voor de vaeature-Ellerbroek. De sollicitanten voldeden niet aan de eisehen en daarom is eene herhaalde oproeping geplaatst. De directeur zegt: het M.U.L.O.-diploma, in het bijzonder het diplo ma B, geeft den leerlingen uitzicht op ongeveer dezelfde betrekkingen als die, waarvoor de leerlin gen van eene driejarige H.B.S. in aanmerking komen. Om ze zoover te brengen, moeter er aan de onderwijzers vrij hooge eisehen worden ge steld. Wanneer men bedenkt, dat aan eene drie jarige H.B.S. slechts uoode iemand met akte M.O.A. of K 1 benoemd wordt, aangezien hij geacht wordt voor het onderwijs aan 12- tot 16-jarigen niet hoog genoeg te staan. Is liet niet te verwonderen, dat men thans ook aan vele M.U.L.O.-scholen, wel ker leerlingen immers van denzelfden leeftijd zijn en nagenoeg aan dezelfde eisehen moeten voldoen, met een akte L. O. niet of alleen bij uitzonde ring genoegen neemt. De directeur keurt het niet-bezitten der middel bare bevoegdheid af. erder staat er: terwijl ook de vak-bevoegde zich onbehaaglijk en als het ware onverantwoord voelt, zoodra hij een wetenschap heeft te onderwij zen, waarvan hij geen bijzondere studie heeft ge maakt, lesgeeft de onbevoegde er maar op los en schijnt er nauwelijks erg in te hebben, of het ook nog anders kan. De directeur der avondhandelsschool kan erover oordoelen. Hij is in het bezit van de middelbare bevoegdheid. En hij zegt: als ik les gaf in een ander vak, waarvoor ik de middelbare bevoegdheid niet heb, dat het naar niets lijkt. Die de middel bare bevoegdheid niet bezit, weet het niet. De heer de Haan kan nu wel beweren, dat iemand, die de middelbare bevoegdheid niet bezit, evengoed in staat is les te geven, dat is niet waar. Spreker moet dat ontkennen. De leeraren, die de bevoegd heid niet hebben, worden tijdelijk aangesteld en de Minister legt zich bij dergelijke benoemingen n; er. De bevoegden moeten, meent spreker, hooger worden gesalarieerd. Dat systeem, -en daaraan heeft de lieer de Haan ook meegewerkt, bestaat ook bij M.U.L.O. En deze school staat hooger dan een M.U.L.O.-sehool. Daar krijgt iemand voor akte Fransch 150.— bij het middelbaar onderwijs 300.—. Het bezit eener middelbare actedit zal de heer de Haan met spreker eens zijn, geeft meer zeker heid voor goed onderwijs, dan het bezit eener lagere acte. Als nu de leeraren met en zonder mid delbare bevoegdheid gelijk gesalarieerd worden, is alle prikkel, om een middelbare akte te halen, verdwenen. Bovendien is het voor leeraren van het M.U.L.O. of de avondhandelsscbool een eisch, dat zij studeeren. Anders zijn zij in 3 a 4 jaar geheel achter op. De leerlingen toch krijgen zooveel Fransch, Engelsch en Duitseh, dat zij een lagere acte in die talen bijna kunnen halen. En als nu de onderwijzer in kennis maar even boven de leerlin gen staat, dan kan het onderwijs niet goed zijn. Spreker wil de bevoegden en de ni et-bevoegden niet gelijk salarieeren. Dan gooien wij toch het ge heele principe overboord. Wat de schoolgeldkwestie betreft, zij het spreker veroorloofd erop te wijzen, dat deze feitelijk niet aan de orde is. Hij weet dan ook niet of de voorzitter het toelaat, dat spreker zijn standpunt te dezen opzichte verdedigt De Voorzitter: „Het is een voorstel vreemd aan de orde van den dag. Wil de Baad het behandelen, dan ga ik daarmee accoord". De heer Schoondermark (wethouder) vervolgt en zegt, dat de Baad heeft besloten tot het oprich ten der avondhandelsschool. Die- inrichting geeft de jongelui eene voldoende ontwikkeling. De ver volgcursus is in het leven gereopen, omdat er jon gelui zijn, die nog een diploma willen halen, dat lager staat dan dat der avoüdhandelsschool n.l.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 6