320 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 November 1918.
19 (agenda no. 20). Prae-advies van Burgemeester
en Wethouders op het adres van het hoofdbestuur van
de Nederlavdsche Maatschappij ter behartiging van de
belangen van vrouwelijke verloskundigen in Nederland
om verbetering der arbeidsvoorwaarden der verloskun
digen belast net de armenpraktijk (bijlage no. 39J.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Sehaafsma begint te zeggen, dat het hein
genoegen doet, dat Burgemeester en Wethouders
ten opzichte van deze halve ambtenaren tot de
conclusie zijn gekomen, dat zij, vooral met liet oog
op pensioen, heele ambtenaren moeten worden.
'Spreker wil echter vragen of het de bedoeling is
mee te gaan met het advies der voogden van de
Stads-Armenkamer of dat men 4 vroedvrouwen wil
benoemen.
De heer Sehaafsma zegt, dat het hem blijkt, dat
hij niet goed heeft gelezen. Hij stelt voor:
a. in L art. 22 te lezen in plaats van 200, j 300 en
b. in 111 art. 24 te lezen, in plaats van „boven de
30 per jaar", „boven de 40 per jaar".
Spreker heeft deze voorstellen gedaan naar aan
leiding van den brief aan de Stads-Armenkamer.
Daar staat, dat de verloskundigen gemiddeld 132
verlossingen verrichten per jaar.
Nu wordt er voorgesteld een salaris van 200
met bepaling, dat boven de 30 verlossingen 7.50
wordt betaald. Als er nu drie worden benoemd, is
het voor ieder gemiddeld 44 gevallen, dus 14 boven
liet minimum-aantal. En daarvoor moet 14 X 7.50
worden betaald, waar nu deze ambtenaren recht krij
gen op pensioen, moet flink worden doorgezet en
daar 40* X 7.50 300 is heeft spreker zijn
voorstel van 300 gedaan met het gemiddeld aan
tal gevallen van 40.
De Voorzitter beeft den indruk gekregen, dat het
de bedoeling is van den heer Sehaafsma, om 25
hooger te gaan dan Burgemeester en Wethouders.
De heer Sehaafsma: „Dat is de bedoeling". Spre
ker ziet niet in, waarom de ambtenaren bij massa
productie beneden het tarief moeten gaan. Zij cer-
ricliten hun werk bij de minst gesitueerden, dus
onder de slechtste omstandigheden.
De Voorzitter stelt voor de behandeling van het
voorstel aan te houden tot de volgende vergadering,
daar de voorstellen van den heer Sehaafsma liet
geheele systeem raken. Spreker acht het beter, dat
Burgemeester en Wethouders de zaak eerst njg
eens nader bekijken.
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
20 (agenda no. 21). Prae-advies van de commissie
voor het ontwerpen van strafverordeningen inzake adres
sen betreffende Zondagssluiting van barbiers- en kappers
zaken (bijlage no. 40).
De heer Collet wijst erop, dat geen rekening is
gehouden met Israëlietische kappers.
De heer Tiemersma: „Die zijn er niet".
De heer Collet: „Het is niet onmogelijk, dat zij er
komen".
De Voorzitter vraagt, of de heer Collet een voor
stel doet.
De heer Collet: „Dank U".
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel der commissie voor de
strafverordeningen.
21 (agenda no. 22). Voorstel van den heer A. de
Vos tot herziening van de jaarwedden der Wethouders.
De heer Tulp stelt, met het oog op de afwezigheid
vah den heer de Vos, aanhouding der behandeling
voor.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkom
stig besloten.
22 (agenda no. 23). Interpellatie van den heer S.
Nijholt betreffende de tarieven, die bij den aanleg van
gas- en electrische geleidingen door de gemeente worden
berekend, waaromtrent een toelichtend schrijven van
Burgemeester en Wethouders wordt overgelegd.
De beraadslaging wordt geopend.
De lieer Nyholt wil van deze gelegenheid eerst
gebruik maken om, iets dat liij in de vorige verga
dering heeft gezegd bij de behandeling van liet
cokes-adres, n.l. dat een besluit van den Baad, vier
weken op de secretarie is blijven liggen, te her
roepen. Dat toch is niet juist. En spreker meent
goed te doen dit even recht te zetten. Spreker neeft
dit het spijt hem dat hij namen moet noemen
van den directeur van het brandstoffenbureau ge
hoord en hij heeft dus geheel te goeder trouw de
opmerking gemaakt. Hij heeft gemeend op de uit
lating van den directeur te mogen vertrouwen. Dat
is echter niet juist geweest. Het raadsbesluit toch
is drie dagen, nadat het genomen is, op het brand
stoffenbureau gekomen. Die zaak is dus geheel
in orde.
Spreker meent, dat den directeur van het brand
stoffenbureau niet een te groot verwijt treft, want
hij wist niet, waarvoor spreker die mededeeliug
wenscht te gebruiken.
Nadere inlichtingen, die ter secretarie omtrent
het besluit gevraagd zijn, lieten zeer lang op zich
wachten, zoodat men eerst op 20 Juli op lud brand-
stoffenbureau wist, hoe men liet besluit uit moest
voeren. Dit heeft aanleiding gegeven tot het in de
vorige vergadering door spreker gezegde; evenwel
met het besluit zelf heeft het niets te maken.
De menschen, die tusschen 25 Juni en 20 Juli
hebben besteld, zijn de dupe geworden van de te
late uitvoering. De brandstoffencommissie heeft
evenwel besloten aan die menschen het beveel be
taalde te restitueeren.
Spreker komt nu aan de noodleidingen v >or gas
en electriseh licht. De aanleiding tot sprekers inter
pellatie is de volgende
Verschillende ingezetenen, die nog van licht .va
ren verstoken, ontvingen van de gasfabriek een
circulaire, waaruit zij iets lazen, dat niet de bedoe
ling bleek te zijn. De aanhef van de circular" is
zoo
„Hierbij deel ik IJ mede, dat binnen enkele dagen
zal worden begonnen met het aanleggen van een
hoofdgasleiding in de door I bewoonde straat. De
aansluiting op die leiding geschiedt kosteloos tot
aan den uitlaat van den gasmeter, waarvan de
plaats door ons bepaald wordt".
Daaruit maakte men de veronderstelling, dat de
gemeente de kosten betaalt tot aan den uitlaat van
den gasmeter. Later wordt er in de circulaire ge-
zegd:
„De binnenleidingen worden vanwege de gas
fabriek gemaakt, doch komen de kosten daarvan
voor Uwe rekening". Dan worden ^als kosten van
die binnenleiding genoemd voor 3Iff buis 4.30 en
voor 1/2" buis 5.— per Meter.
Het valt daarbij op, dat de prijzen zoo verbazend
hoog zijn. En toen hebben verschillende belanghi
benden gevraagd de binnenleiding zelf te mogen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 November 1918 321
aanleggen. Die menschen hebben zich vergist, want
het bleek, dat dit niet de bedoeling van de gasfa
briek was. Die wilde zelf de binnenleidingen aan
leggen, ten einde door den te hoogen prijs daarvan,
een deel van de kosten van de leiding tot den
meter terug te krijgen. Spreker wil eerst in het
midden laten of het totaal bedrag dat zoo berekend
wordt, juist is, maar het is in elk geval niet goed de
menschen op die manier erin te laten loopen.
Eerst zegt men: de aansluiting tot den meter is
kosteloos en later berekent men de menschen de
binnenleiding veel te hoog, om ze een deel van de
aansluitkosten te laten betalen. Dat blijkt uit de
calculatie van Burgemeester en Wethouders. Spre
ker vindt het niet goed er eene dergelijke bereke
ning op na te houden. Of nu de menschen betalen,
wat zij volgens de verordening schuldig zijn, is een
andere kwestie. De verordening zegt, dat, als
iemand verder dan 3 M. van de hoofdleiding af
woont, hij dat meerdere moet betalen. Echter is
liet ook gebeurd, dat iemand, die slechts 1 M. van
de hoofdleiding woont, voor 3 M. moet betalen. Die
man moest echter feitelijk niets betalen. Daar de
nota van Burgemeester en Wethouders op dit punt
niet erg duidelijk is, heeft spreker zich tot den
Directeur van de gasfabriek gewend om inlichtin
gen. Spreker heeft uit de ontvangen inlichtingen
de conclusie getrokken, dat de kosten over alle
betrokkenen worden omgeslagen. Degene, die veraf
woont, krijgt daardoor restitutie, terwijl een ander
die dichtbij woont, moet betalen. Hoewel de grond
slag van het idéé wel mooi is, gelooft spreker niet,
dat het volgens de verordening juist is.
De aansluiting en de binnenleidingen kosten veel
geld. Voor 6 M. leiding en een klein lampje moet
3(1.90 contant worden betaald, terwijl de ge
meente voor de binnenleiding slechts 23.99 be
taalt. Ook al laat men alleen de kosten van de bin
nenleiding door de aangeslotenen betalen, dan is
dit nog een zeer hoog bedrag. Waar ongetwijfeld de
aansluiting in het belang der gemeente is, en ver
der in het belang der aangeslotenen, zou spreker
willen voorstellen de menschen voor de nooclaau-
sluitingen niets meer te laten betalen dan den
kostprijs van de binnenleiding.
Nu komt spreker aan de electrische aansluitin
gen. Het blijkt, dat de gemeente moet betalen voor
eene installatie binnenshuis 26. Voor latere leve
ringen wordt dit 26 en 22. Voor muurdoorbo
ring niet isolator wordt bovendien betaald 16.
Nu laat men de aangeslotenen niet alleen de bin
nenleiding betalen, maar ook een groot deel van de
kosten der muurdoorvoering. Als men nu de ver
ordening leest, dan blijkt daaruit heel duidelijk, bit
dat niet berekend mag worden. Die .16- mogen in
geen geval geheel of gedeeltelijk ten laste der aan
geslotenen worden gebracht. Wel wordt in de nota
gezegd, dat eene verrekening zal worden opgezet
en dat gerestitueerd zal worden hetgeen zal blijken,
dat te veel is betaald, maar dat slaat alleen op de
latere goedkoopere leveringen. Spreker meent dan
ook. dat de gemeente niet alleen de gasgebruikers
tegemoet moet komen, men ook voor de electrische
aansluiting een lager tarief moet vaststellen; hij
heeft daarom de eer het volgende voorstel te doen:
de Raad besluit bij den tegenwoordigen noodaan-
leg van gas- en eleetriciteitsleidingen aan de aan
geslotenen niet meer in rekening te brengen dan de
kosten van de binnenleiding, d.i. de leiding achter
den meter.
De lieer Oosterhoff (wethouder) begint met op te
merken, dat de heer Nijholt. wat te veel uit het oog
verliest, dat het hier betreft noodleidingen. Dat zijn
aansluitingen, die zoo spoedig mogelijk tot stand
moeten komen. Tengevolge daarvan is het werkelijk
wel eens gebeurd, dat er hier en daar niet geheel
overeenkomstig de verordening is gehandeld. Het
heeft spreker by de beschouwing van het door den
heer Nijholt gesprokene gefrappeerd, dat deze
alleen de gevallen heeft aangetoond, waarin ten
nadeele van de betrokkenen van de verordening is
afgeweken; terwjjl hij vergeet de gevallen, waarin
de gemeente moet bijbetalen. Als men toch neemt,
de huizen waar tuintjes voor liggen en die dus ver-
der dan 3 M. van de hoofdbuis af liggen, daar
neemt de gemeente :;.4 van de dienstleiding voor
hare rekening.
Men moet bovendien ook praktisch werk ver
richten. Als men toch voor ieder zou berekenen wat
bi] precies moet betalen, dan zou men evenveel rege
lingen krijgen als aansluitingen en daarom heeft
men voor de berekening der kosten het gemiddelde
genomen.
De lieer Nijholt heeft een voorstel ingediend om
alleen in rekening te brengen de kosten van aanleg.
Dat is een regeling, waarbij de gemeente veel voor
hare rekening moet nemen. Spreker wil er zich
daarom niet over uitlaten, maar deze zaak eerst
ernstig onder de oog-en zien. Hij stelt voor het voor
stel te stellen in handen van Burgemeester en Wet
houders ten fine van prae-advies. Tevens wil spre
ker in overweging geven de rectificatie van de prij
zen tegelijkertijd aan de orde te stellen.
De heer Nyholt wil een enkel woord nog zeggen.
De wethouder zegt, dat spreker uit het oog heeft
verloren, dat het hier noodaansluitingen betreft.
Dat is niet zoo, want dan zou hij anders hebben ge
sproken. Hij respecteert de manier waarop gewerkt,
is. Er is spoed betracht. Daardoor kan men echter
niet elk geval direct uitpluizen. De hoofdzaak was,
dat er licht moest komen en Burgemeester en Wet
houders hebben hun best gedaan dat in den kortst
mogelijken tijd op te knappen, zoodat volgens de
nota van Burgemeester en Wethouders nog voor
het einde des jaars aan alle aanvragen zal zijn vol
daan. Er komt nu toch een rectificatie en nu acnt
spreker liet een geschikte gelegenheid om nog een
rectificatie aan te brengen. De menschen moeten te
veel betalen voor licht. Goed licht, is, naast goed
water, bevorderlijk voor de gezondheid en dus een
algemeen belang.
De wethouder nu zegt, dat spreker weggecijferd
heeft de gevallen, waarin ten voordeele van de
betrokkenen van de verordening is afgeweken.
Maar, als iemand, die 20 moet betalen, 30 be
taalt, opdat een ander met minder toe kan, gaat dat
niet op. Degenen, die dicht bij de hoofdleiding
wonen, moeten volgens de verordening in elk geval
minder betalen, dan thans -berekend is. Spreker wh
nog opmerken, dat het zijne bedoeling is het voor
stel ook te doen gelden voor de reeds aangeslotenen.
Met het voorstel van den wethouder, om het voor
stel, dat nogal ingrijpend is, te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders om prae-advies
kan spreker zich vereenigen.
De heer de Haan verzoekt Burgemeester en Wet
houders deze zaak niet in openbare behandeling te-
brengen voor de handelingen van den Raad ver
schenen zyn. Als die zes wTeken uitblijven, kunnen
de leden van den Raad de zaak niet goed nagaan.
De Voorzitter geeft toe, dat het drukken niet zoo
vlug gaat tegenwoordig. Persoonlijk heeft spreker
niet veel tegen het denkbeeld, van den heer de
Haan.
De heer de Haan zegt. dat het moeilijk is, een zaak
te beoordeelen als men er niet alles van weet.