De heer Hienistra (wethouder) denkt, dat de heer N ij holt wel niet ongenegen zal zijn eene uitvoerige schriftelijke uitlegging te geven. Die kunnen Bur gemeester en Wethouders hij hun prae-advies over leggen. De heer Nyholt geeft de gevraagde toezegging. Hiermede is deze interpellatie gesloten. De beraadslaging wordt geopend. De heer Dykstra acht het noodig naar aanleiding van de vleeschvoorziening of liever van de niet- voorziening een enkel woord te spreken. De vleesch voorziening nu sluit tot op zekere hoogte de vet- voorziening in. Werden wij opgeschrikt door de mededeeling van den Minister, dat de boterproduc- tie werd verhoogd en dat in verband daarmee het melkrantsoen werd verlaagd, daarin zat een logi sche gedachtengang. Als het melkrantsoen toch niet werd verlaagd, dan zou dat ten gevolge hebben, dat de vetvoorziening niet zou zijn verzekerd tot Maart. De melkrantsoeneering is een bedenkelijke geschie denis en de boterprijs is zoo hoog, dat een groot deel der.burgerij die niet meer kan koopen. Spreker wil hiervan nu afstappen en enkele opmerkingen maken over de vleeschvoorziening. In de laatste 14 dagen hebben de ingezetenen al heel weinig vleesch van de distributie ontvangen. Toen is gedistribueerd één ons kalfsvleeseh. En dat viel spreker nog mee, daar hij vernomen had, dat <1<> kans groot was, dat er in een week of drie geen vleesch zou worden verstrekt. Dat nu is wel niet geheel juist gebleken, maar erg veel is er niet losgekomen. Spreker nu zou wel eens willen weten hoe dat zit. Hij twijfelt er niet aan, dat Burgemeester en Wethouders niet hun best heb ben gedaan om hier vleesch te krijgen, maar Leeu warden heeft niet het kwantum gekregen, dat de gemeente toekomt, wat met andere gemeenten wel liet geval is geweest. Daar komt nog Lij, dat hetgeen wordt verstrekt niet door de consumenten wordt ontvangen. Spreker heeft erover nagedacht of hij over deze zaak iets in het openbaar zou zeggen. Maar het wordt tijd eens de aandacht te vestigen op de fraude, die lijj deze distributie wordt gepleegd. Spreker heeft er niets tegen en in de fractie heeft hij dat ook niet gemerkt, dat de vkeschvoor- ziening loopt over de slagers. Het komt spreker echter voor, dat de zaak niet marcheert zooals dat moet. De overtredingen, door de slagers gepleegd, zijn vele. Het ergste is, dat de slagers het aange groeide vet afsnijden en voor een hoogen prijs ver- koopen. Het is wel verleidelijk, als zij daarvoor 4, 5 of 6 gulden kunnen ontvangen, maar waar de be volking zoo lijdt onder den vetnood, komt dat niet te pas. Te weinig eten is erg, te weinig vet is nog erger. Daarop wil spreker de aandacht vestigen. Spreker heeft al vernomen, dat er door Burgemees ter en Wethouders al eens is ingegrepen. Zelfs is een bestuurslid van de slagersvereeniging betrapt en dat is voor het prestige der slagers niet aange naam. Spreker zal geen voorbeelden noemen, maar als lid der levensmiddelencommissie heeft hij 4 a 5 overtredingen geconstateerd. Spreker wil nog doen opmerken, dat er eigen aardig gehandeld wordt. Voor 14 dagen heeft spre ker het woord gevraagd om een enkel woord te zeg gen. Den daarop volgenden A rijdag was er seliaap- vleeseh beschikbaar om 10 uur 's-morgens. En zie, om 101/4 uur zag spreker al een groot bord waarop stond: uitverkocht. Maar, zegt spreker, dat bestaat niet Hij heeft toen onmiddellijk het levensmidde lenbureau opgebeld en er zal wel voor de zooveel- ste maal een controleur op zyn afgestuurd. Hij spreekt hier niet tegen de slagers, maar hoopt op steun van Burgemeester en Wethouders, die als de slagers niet genegen zijn de consumenten te ge ven wat hun toekomt, maatregelen zullen moeten nemen, waarvan de slagers schade krijgen. En dat ligt dan geheel aan hen zelf. Spreker wil een voorstel voorlezen, dat hij echter niet zal indienen, maar dat als het noodig blijkt wel ingediend kan worden. Het luidt: „Ondergeteekende noodigt Burgemeester en Wet houders uit de vleeschvoorziening te reorganisee- ien en zoo spoedig mogelijk van gemeentewege te doen plaats hebben". Als dit wordt uitgevoerd, dan zyn alle bezwaren ondervangen. En dat het praktisch uitvoerbaar is. zal niemand bestrijden. Hij heeft het voorstel alleen voorgelezen, om er de aandacht van Burgemeester en Wethouders op te vestigen en tot waarschuwing van hen, die zich aan praktijken schuldig mak ut. die niet te verdedigen zyn. Spreker heeft gehoord, dat er van Regeerings- wege een vleeschdistributie komt van twee kwal: teiten n.l. van 1.75 en 1.per pond. Als er geen goede controle komt, dan zullen de vellen en bellen worden verkocht voor 1.per pond. Waar dan het goede vleesch blijft, laat spreker aan het oor deel van de hoeren zelf over. Die zaak zal ook niet marcheeren zooals dat moet. En dat is voor spre ker een reden, om er de aandacht op te vestigen. Spreker hoopt de toezegging te krijgen, dat, als er geen verbetering komt, het college voor geen enkele maatregel terugdeinst om ervoor te zorgen, dat de burgerij niet de dupe wordt van kleine en groote knoeierijen. De Voorzitter wijst erop, dat de heer Dykstra twee kwesties naar voren heeft gebracht n.l. de Rijks- en de gemeente of de interne kwestie. Ten opzichte van de Rijkskwestie heeft de heer Dijkstra gezegd te willen weten hoe dat zit. Spreker zou dat ook wel willen weten. De Regeering heeft 2 ons vleesch beloofd, maar, wat Burgemeester en Wethouders hebben gedaan om dat machtig te worden, het is hun niet gelukt. Als er niet is, had spreker liever, dat de Regeering niets toezei. Ten slotte is het niet te krijgen. Burgemeester en Wethouders hebben geschreven en getelegrafeerd- Maar er was niets te krijgen. Zij hebben zich toen rechtstreeks gewend tot den directeur van het Li j - kantoor voor vleesch en paarden. Maar deze zei: „Ik moet 1300 stuks leveren en kan nauwelijks 300 krijgen. De laatste keer is de gemeente getracteerd op 100 schapen. Spreker heeft onmiddellijk getelegra feerd, dat de gemeente er niets aan had, maar hij heeft er geen antwoord op gekregen. Verder is er geen vleesch gekomen, in weerwil van het leit, dat er drie brieven over zijn geschreven. Er is geen vleesch los te krijgen. Spreker kan de vleeschvoor ziening van het geheele land niet beoordeelen, maar hij zou gaarne willen, dat zij, die dat wel kunnen, t publiek niet met 2 ons lekker maakten, die het toch niet krijgt. Als men een rekening courant zou aan leggen van wat men ontvangt en waarop men recht heeft, zou het Rijk ontzettend debet staan. Nu komt spreker aan de interne kwestie. Hij ge looft, dat hij niet kan zeggen, dat de heer Dykstra ongelijk heeft, want er gebeuren werkelijk wel din gen, die niet goed zijn. Die ervaring heeft spreker ook opgedaan. Spre ker gelooft, dat dit hierdoor komt, omdat vlees -li zoo'n bij uitstek moeilijk te controleeren artikel o- Heeft men een zak erwten of boonen van 100 pond. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 November 1918. 323 dan moet daar ook 100 pond uitkomen. Als men echter een koe heeft of een bout, dan heeft men men daaraan minderwaardig vleesch en best vleesch. En nu moet men al een verbazend goed deskundige zijn, om te waken tegen een andere deskundige, opdat deze minderwaardig vleesch niet plotseling onitoovert in best vleesch. Als men lapjes koopt, dan behoort daar een randje vet aan te zitten, maar het is moeilijk te eonstateeren, dat het randje eraf is gesneden. Spreker geeft toe, ook hij wil de goeden niet te na komen, dat er hier en daar geknoeid wordt, meer dan kan worden geduld, en hij gelooft ook wel, dat het vrij ernstig is. Lit het publiek heeft spreker ai klachten vernomen. Dat om 101 /4 uur al uitverkocht is ,wat om LO uur verkrijgbaar wordt gesteld, gebeurt. Spreker heeft er reeds met den directeur van het levensmiddelenbedryf over gesproken. De groote fout is echter, dat er meer beschikbaar wordt ge steld, dan er is. Als er iets beschikbaar wordt ge steld, moet dat door goederen gedekt zijn. Bij vleesch is dat moeilijk. Er zijn al verschillend ge kleurde bonbladen aan de verschillende wijken be schikbaar gesteld. De houders van kaarten evenwel kwamen niet allen op en het gevolg was, dat er vleesch over bleef. En dat gaat in den zomer in het geheel niet. Daarom heeft men toen tot de slagers moeten zeggen: „Ga je gang maar". Dat moest gebeuren, opdat het vleesch niet be dierf. Spreker wil wel de toezegging doen, dat Burge meester en Wethouders, als het noodzakelijk blijkt, bereid zijn de uiterste maatregelen te nemen. De slagers zijn ei- echter dat zyn menscheu, wier be roep het altijd is geweest. Evenwel zullen Burge meester en Wethouders niet schromen in te grijpen als de publieke belangen in het gedrang komen dooi de persoonlijke. De komende Rijksvleeschvoorziening is ook al Weer een moeilijke kwestie, aan een koe zit goed koop en duur vleesch. Eu, spreker weet uit erva ring, dat plotseling alle vleesch in duur vleesch is omgetooverd. Het Rijk heeft daarin eenigszins voor zien. Er moet een zeker percentage goedkoop vleesch worden verkocht en een zeker percentage duur. Er zullen speciale bonboekjes van Rijksmodel worden uitgegeven. De eene helft der bons geldt voor goedkoop, de andere voor duur vleesch. Een, zwarte streep zit in het midden. En de bon is alleen geldig als de zwarte streep eraan vast zit. Zoo is ton minste eenige controle mogelijk op de slagers. Bij de inlevering der bonnen kan clan worden na gegaan hoeveel duur en hoeveel goedkoop vleesch hij van hetgeen hij heeft ontvangen, heeft ver kócht. Anders is het niet mogelijk te voorkomen, dat goedkoop vleesch voor den duren prijs wordt ver kocht. Burgemeester en Wethouders zullen zooveel mogelijk toezien en indien zulks noodig blykt, strenge maatregelen nemen. De heer Dykstra dankt den Voorzitter voor de duidelijke, uitvoerige en zakelyke uiteenzetting dei- kwestie.. Hiermee is deze interpellatie gesloten. VI. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Fran sen heeft verzocht een vraag tot Burgemeester en Wethouders te mogen richten inzake den natio- rialen bid- en dankdag. Spreker stelt voor den heer Fransen daarvoor het noodige verlof te verleenen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Fransen dankt den Raad voor de gele genheid hein geschonken, ofii een vraag aan Bur gemeester en Wethouders te doen en wel de vol gende: Zooals bekend is, wordt a.s. Donderdag 28 No vember een nationale bid- en dankdag gehouden. Wij hebben de oproeping gelezen van de kerkbe sturen van alle gezindten, om de godsdienstoefe ning bij te wonen en het personeel vryaf te geven. Eveneens de advertenties van vele winkeliers en werkgevers. Op den weg der gemeente ligt het, om zulks ook te doen en aan al het in dienst der ge meente zijnde personeel, tenminste aan hen, die aan dien oproep gevolg wenschen te geven, des voormid dags vrijaf te geven. Wel is liet misschien moeilijk allen vrijaf te geven, maar met eenigen goeden wil is het wel mogelijk eene regeling te treffen, gelijk zulks ook geschiedt, indien er een feestdag in de week valt, door vooruit of na te werken. Spreker hoopt, dat Burgemeester en Wethouders zullen meewerken, om in overleg met den Directeur, zooveel mogelijk aan dien wensch tegemoet te komen. De Voorzitter antwoordt, dat de directeuren, hoofden van dienst, van Burgemeester en Wethou ders de opdracht hebben gekregen het personeel, zooveel de dienst zulks toelaat, vrijaf te geven, ten einde den bid- en dankdag bij te wonen. En de uit drukking „zooveel de dienst het toelaat", moet in ruimen zin worden opgevat. De heer Fransen dankt den Voorzitter voor de toezegging. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzit ter de vergadering. Verbetering. Op pag 248 (le en 2e kolom) en op pag. 250 (2e kolom) van het verslag van 24 September 1918, op pag. 260 (le kolom) en op pag. 264 van het raads- verslag van 8 October 1918 (le kolom) waar als spreker staat vermeld „Dykstra" moet worden gele zen „Dystra". 322 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 November 1918. 23 (agenda no. 24). Interpellatie van den heer L Dijkstra omtrent de vleeschvoorziening in deze gemeente

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 7