324s Verslag van do handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918 schuwt den Raad, om zeer voorzichtig te zijn. Er bestaan verschillende vereenigingen tot bestrijding der tuberculose. En nu is verleden jaar gezegd: wij zullen het subsidie met 400 verlioogen, mits zij dat bedrag samen deelen. Spreker gelooft niet, dat de heer Zandstra met zijn voorstel de vereeniging bereikt, die bij bereiken wil. De heer Zandstra meent zeer duidelijk te hebben aangegeven wat hij bedoelt. De afdeeling Leeuwar den, die spreker bedoelt is een afdeeling van de Nederlandsehe Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose. En nu zijn er wel verschillende ver eenigingen, die kinderen naar buiten zenden, maar dat beeft niets te maken met de bestrijding der tuberculose. Het komt spreker wonderlijk voor, dat bet adies ook is van de Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose- De beer Berghuis (wethouder) leest de Memorie van Antwoord, op dit punt betrekking hebbende voor, waar staat: „Intusschen is een adres van een Centrale Com missie uit de Leeuwarder Gezondheidskolonie, de afdeeling Leeuwarden van bet Centraal Genoot schap, de Commissie tot bet uitzenden van kinde ren naar buiten en de ovengenoemde vereeniging, d.i. de Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose bij den Raad aanhangig gemaakt enz." Daaruit blijkt toch, dat de vereeniging erbij be hoort en dus in de subsidie zal deelen. Andere aan vrage beeft niet plaats gehad en-daarop kan dus niet vooruit worden gcloopen. De Voorzitter bevestigt, dat bet subsidie wordt gevraagd door de vier vereenigingen gezamenlijk. De lieer Zandstra vindt bet zeer onbegrijpelijk. Het ligt voor hem en toch kan hij het niet gelooven. Gisteren nog heeft spreker eene vergadering van bet bestuur der vereeniging bijgewoond en de secretaris was niet aanwezig. Ook de Voorzitter wist van niets en daarom is spreker opgedragen aan te dringen op bet verkrijgen van een subsidie van 400. Spreker trekt nu ecbter zijn voorstel in en zal bet prae-advies afwachten. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 224 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos 225232 worden onveranderd vastge steld. De beraadslaging wordt geopend. De heer de Boer merkt op, dat hij eenigen tijd ge leden in een bioscoop is geweest. Hij herinnert zich van dat bezoek in de eerste plaats, dat het aantal films heel groot was en in de tweede plaats, dat bet vermoeiend is. Die indruk krijgt spreker ook nu bij voor bet eerst de eer geniet eene begrooting mee te maken. Ook dit is zeer afwisselend en ver moeiend- Wat bij heeft te zeggen, betreft de kosten van een verbandkistje aan de scholen, dat bij eigen lijk zoo pas reeds ter sprake bad moeten brengen. Het betreft een kleine zaak, die evenwel van betrek kelijk groot gewicht is. Spreker gelooft wel dat, als de schoolarts en de Commissie van Toezicht de wenschebjkheid van de aanschaffing aantoonen. Burgemeester en Wethouders niet ongenegen zijn zulks te doen. Spreker dringt op de aanschaffing aan .Hij is verscheidene jaren onderwijzer geweest. Een der onderwijzers bad altijd verbandmiddelen bij zich. En boe gemakkelijk gebeurt er met 2 a 34KJ kinder^ n niét eens een klein ongelukje. Zij werden altijd ge holpen door den onderwijzer Laverman. Toen dio echter vertrokken was, was het uit. Het moge waar zijn dat tot nu toe niet op de aanschaffing van een verbandkistje is aangedrongen, op de schoolver gaderingen is deze zaak wel besproken. Spreker zal gaarne zien, dat bet advies der Com missie van Toezicht en den schoolarts wordt ge vraagd en dat Burgemeester en Wethouders willen toezeggen den gevraagde maatregel te nemen. En' dan zou bet zaak zijn, dat de schoolarts een ot meer van het personeel der scholen op de hoogte stelde. Zij willen zich daarvoor ongetwijfeld gaarne eenige moeite getroosten. De heer Schoonderinark (wethouder) zegt dat deze zaak reeds door de Commissie van Toezicht is besproken. Deze is tot de conclusie gekomen, dat zij met het denkbeeld van den beer de Boer mee kan gaan, maar dat de uitvoering moet wachten tot de schoolarts er is. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 233 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos 234—241 worden onveranderd vastge steld- Bij dezen post komt in behandeling een adres van den Bond van Nederlandsehe Onderwijzers om subsidie. De beraadslaging wordt geopend. De beer Zandstra zegt er niets tegen te hebben, dat de kindervoeding op een andere wijze wordt ter band genomen, n.l. door bet verstrekken van goed- koope en gratis maaltijden. Hij wil echter onder de aandacht brengen, dat de kindervoeding dezen win ter bijzonder noodig zal zijn, omdat Sint Anthoon, tengevolge van de omstandigheden de gewone soep uitdeel ing niet kan doen. De kinderen zullen meer behoefte hebben dan anders. Het is een ramp voor Leeuwarden en bet zal zeker zoo komen, fiat ver scheidene kinderen ook behoefte hebben aan een boterham op school Verscheidene kinderen toch komen zonder een boterham te hebben gehad, op school en die kinde ren kunnen dat niet tot den middag uithouden. Het spijt spreker, dat de schoolarts er nog niet is. Die zou zeer nuttig werk kunnen verrichten. Hij zou toch de kinderen kunnen nagaan en onderzoeken, wie een boterham noodig hebben. Als de schoolarts er is- en hij constateert derge lijke gevallen, dan geeft spreker Burgemeester en Wethouders in overweging niet te karig te zijn. Hij hoopt hierbij, dat Burgemeester en Wethouders niet te laat zullen beginnen en niet te vroeg uitscheiden. De heer de Boer wijst erop, dat wat de heer Zand stra besproken heeft, feitelijk betreft den post cri sis-uitgaven. Spreker wenscht te spreken ovc* schoolvoeding en -kleeding.Op het oogenblik is uit getrokken voor klompen, ÏOPO. Spreker heeft in de sectie-vergadering aange drongen op een vroeger begin en eene latere be ëindiging der verstrekking en in de Memorie van Antwoord heet het: ,.De datum van uitreiking van klompen als maat regel tegen schoolverzuim en het ophouden der vt r strekking hield ten vorigen jare verband met de uitreiking van regeeringswege van goedkoope klompen". Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918 324t Spreker moet naar aanleiding van dit antwoord opmerken, dat, al waren die regeeringsklompen goedkoop, ze toch nog veel geld kostten en het voor velen zeer moeilijk was ze aan te schaffen- Voor zoover spreker nu deze zaak heeft onder zocht, komt het hem voor, dat de post te laag is uit getrokken. De klompenverstrekking toch moet vroeger be ginnen en later eindigen. Spreker zal geen doldriest voorstel doen. De heer Dijkstra: „Dat doen wij nooit". De lieer de Boer: „maar ik stel voor dezen post met 1000 te verlioogen en alzoo op 2(XN> te bren gen". Wanneer dit voorstel is aangenomen, is dt- post met 100 c/'o verhoogd. Dat lijkt nu wel veel, maar het is dat niet. Spreker is overtuigd, dat er vroeger te weinig is uitgetrokken en dat de tijdsomstandi- heden wel wettigen een flinke greep hiervoor in de gemeentekas te doen, ten einde tegemoet te komen an de noodzakelijkheid, dat verschillende ouders voor hunne kinderen meer klompen krijgen ten ein de ze naar school te kunnen laten gaan. De heer Sclioondermurk (wethouder) doet opmer ken, dat Burgemeester en Wethouders gezegd en getoond hebben, dat de Raad niet angstig aan de cijfers hoeft vast te houden. Voor drie jaar was de post 300. Toen is gezegd: de post moet verhoogd worden. Burgemeester en Wethouders hebben toegegeven, dat zij meer zouden uitgeven, als het noodig bleek. In 1917 nu is ƒ321 uitgegeven en nu wordt voor gesteld den post uit te trekken op 1000. Als de Raad wenscht, dat Burgemeester en Wethouders nog royaler zijn, dan geve hij den wensch daartoe te kennen en Burgemeester en Wethouders zullen er gaarne gebfuik van maken. Spreker wil dit ecb ter mededeelen, dat van elk geval nauwkeurig wordt nagegaan of er werkelijk behoefte is. De heer de Boer, die ervaring op dit gebied heeft, weet ook wel, dat de kinderen dikwijls roekeloos met de klompen omgaan. Als toch een kind twee of drie paar klompen in oen winter krijgt, is dat toch zeker voldoende. Daar kan het mee toe De beer Sehaafsma: „Ik vroeger niet" De lieer Schoonderinark: „Het is goed dat ik dit hoor, ik zal het onderzoeken" Spreker weet echter wel, dat het gebeurt, dat er klompen worden verstrekt, die zusje thuis aantrekt, terwijl de oorspronkelijke bezitter weer met een paar oude op school komt. En dat gaat toch niet. Burgemeester en Wethouders toonen, dat zij deu weg van den heer de Boer wel op willen. Een bepaald cijfer hebben zij voor de begrooting dan ook niet noodig. Voorzichtigheidshalve is het beter het crediet te laten blijven op de uitgetrokken som, opdat de mensehen geen te hooge- eischen gaan stellen. Spreker geeft den lieer de Boer in over weging zijn voorstel terug te nemen. Den heer de Boer doet het genoegen, dat bij Bur- meester en Wethouders het voornemen bestaat, om te doen, wat men redelijkerwijs kan verlangen. Er is toch gesproken, dat er rekening gehouden is met de behoefte. Als men daaruit nu de conclusie trekt, dat er tot nu toe naar behoefte is verstrekt, dan moet spreker daartegen evenwel opkomen. Spreker is overtuigd, dat de verstrekking te laat is begon nen te vroeg opgehouden. Spr. zal dezen keer vertrouwen op de toezegging van den wethouder en zal als het blijkt, dat deze die toezegging niet ge stand doet, bij de volgende .begrooting erop terug komen. Spreker trekt nu zijn voorstel in. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 242 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 243 wordt onveranderd vastgesteld. De beraadslaging wordt geopend. De lieer de Haan zegt dat volgnos 242 en 241 ver band met elkaar houden. Het betreft beide kosten voortvloeiende uit de Leerplichtwet- Die betreft ook de kinderen der bijzondere scholen. Hij vraagt nu of, als do bijdrage van 75 wordt verhoogd, de bijzondere scholen ook naar evenredigheid meer ontvangen. De lieer Schoonderinark (wethouder) zegt, dat Burgemeester en Wethouders op dit standpunt staan, dat zij de bijzondere scholen te dezen op zichte gelijk moeten behandelen als de openbare. Als bet bedrag dus hooger wordt, profiteeren de bijzondere scholen er van. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 244 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno 245 wordt onveranderd vastgesteld. 1 )e beraadslaging wordt geopend. De heer de Boer wil een vraag stellen. In de sectie heeft li ij er op aangedrongen, liet bedrag te verlioogen, opdat ook de kinderen der bijzondere scholen ervan zullen profiteeren. In de Memorie van Antwoord staat nu: „Burgemeester en Wethouders zijn in beginsei niet tegen het verleenen eener bijdrage in de kosten van schoolreisjes door kinderen van bijzondere scholen, die kosteloos onderwijs genieten, doch kun nen met het oog op het ontbreken van gegevens hier moeilijk een ejjfer noemen". Spreker vraagt of hij daaruit de gevolgtrekking mag maken, dat in het vervolg ook de kinderen der bijzondere scholen zullen profiteeren van liet voor schoolreisjes uitgetrokken bedrag. De lieer Schoonderinark (wethouder) moet de vraag, zooals die is gesteld, ontkennend beantwoor den. Spreker wil de bijzondere scholen niet laten profiteeren van de uitgetrokken 30(1. Burgemees ter en Wethouders kunnen voor de bijzondere scho len echter geen cijfer noemen, omdat ze geen posi tieve gegevens hebben. De bedoeling is deze 300 te besteden voor het Openbaar Lager Onderwijs. Men kan dan zien hoeveel daarvan geprofiteerd wordt. Als echter het bijzonder onderwijs ook ge steund zal worden voor schoolreisjes, moet liet be drag worden verhoogd. Daartoe moet echter eerst een aanvraag inkomen- En zooals gezegd, een be drag kan niet worden genoemd. De heer de Boer dankt den wethouder voor de verstrekte inlichtingen. Spreker moet doen opmer ken, dat de wethouder heeft gezegd, dat ook de bij zondere scholen van de schoolreisjes moeten profi teeren. Spreker heeft verschillende verslagen nage gaan en meent de conclusie te mogen trekken, dat Burgemeester en Wethouders van oordeel veran derd zijn en nu dus meenen dat zulks niet in strjjd Volgno. 233. Aanschaffing en onderhoud van school- meubels. f 6.685. Volgno. 242. Kosten van rechtstreeks van gemeente- ivege verstrekte voeding en kleeding aan behoeftige school kinderen. f 1000.—. Volgno. 244. Kosten ter uitvoering van het raadsbesluit betreffende het verstrekken van voedsel en kleeding aan behoeftige schoolkinderen. f 75. Volgno. 246. Bijdrage in de kosten van schoolreisjes, van gemeenteivege georganiseerd. f 300.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 11