324 w Verslag van dc handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918 De heer de Boer heeft in de sectie gevraagd, hoe het staat met de vergoeding aan de schoonmaak sters voor het gereedschap. Daarop is door Bur gemeester en Wethouders geantwoord: „De vergoeding voor sdhoonmaakgereedschap- pen van de schoolschoonmaaksters is in .1917 reeds verdubbeld'. Met het eindigen van den oorlog zullen deze materialen eerder in prijs dalen dan stijgen, zoodat verhooging der vergoeding thans bezwaar lijk te rechtvaardigen is". Spreker is zoo vrij geweest een lijstje op te vra gen van de prijzen der verschillende gereedschap pen. Hij zal het voorlezen: Bezems kostten voor den oorlog 0.80 nu f 2.50, dweilen 0.20 nu 1.10, boenders 0.1(5 nu 0.8(1. vegers 0.20 nu 1, luiwagens 0-30 nu 1.00, lange steelvegers 2 nu (5. Spreker voelt de moeilijkheid om thans het be drag te verhoogen, omdat de betrokkenen ook later, bij verlaagde prijzen, zouden meenen er recht op ti heb'ben. Het zou eene verkapte loonsverhooging zijn. De verhooging van vergoeding weegt echter niet op tegen de verhoogde prijzen der gereed schappen. Hij stelt daarom voor aan de schoon maaksters te doen toekomen 't verschil tusschen de werkelijke prijzen en liet bedrag, uitgetrokken voor vergoeding. Het is spreker er niet om te doen langs dezen weg loonsverhooging voor de schoonmaaksters te krijgen, maar hij wil niet, dat die vrouwen schade zullen hebben van de hooge prijzen. Spreker zal het hier voorloopig bij laten. Hij wil de meening van Burgemeester en Wethouders wel eens vernemen. De lieer Hiemstra (wethouder) zegt, dat er door Burgemeester en Wethouders niet over gesproken of gedacht is. In zooverre is liet lastig, omdat, als de werkelijke prijzen moeten worden betaald, naar elk artikel een onderzoek moet worden ingesteld tegen welken prijs het gekocht is. Als het er eenvoudig om te doen was een zeker percentage als toeslag- te geven, was het gemakkelijker. Spreker zou dan ook gaarne zien, dat de heer de Boer zich liet vinden het voorstel in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. De heer de Boer zal zich darbij neerleggen. Het is moeilijk precies het voorstel te formuleeren. De Voorzitter vraagt den heer de Boer of die eenig idéé omtrent de kosten heeft. De heer de Boer zal over deze zaak meer hebben nagedacht dan iemand, die hier zit. De heer de Boer: „Dat is voor mij geen vraag, lil geen geval mag het verschil in prijs van het loon der vrouwen worden afgetrokken- lie toestand is niet zooals die moet zijn, want het loon der vrouwen is nu afhankelijk van de prijzen der materialen''. Wat spreker voorstelt is voor de betrokken perso nen van groot belang. l)e heer Schoondermark (wethouder) vraagt of de heer de Boer zich tevreden kan stellen met de toe zegging van Burgemeester en Wethouders, dat zij deze kwestie onder de oogen zullen zien. Deze zaak- behoort tot de competentie van Burgemeester en Wethouders. En het gaat moeilijk voor den Raad om een prae-advies te vragen over iets ,dat tot de competentie van Burgemeester en Wethouders be hoort. De heer Beekhuis: „Als liet zoo wordt bedoeld, dat Burgemeester en Wethouders over deze zaak hunne gedachten zullen laten gaan". De heer Schoondermark (wethouder): „En als dat dan wordt toegezegd". De lieer de Boer: „Ik zou er liever over gestemd hebben. Als er toch aandrang uit den Raad komt, weten Burgemeester en Wethouders, dat zij den Raad achter zich hebben". Den heer Hiemstra (wethouder) komt liet voor, dat de In er de Boer geen uitspraak moet uitlokken, als toch door Burgemeester en Wethouders wordt toegezegd, dat zij zullen overwegen in hoeverre tegemoetkoming noodzakelijk en mogelijk is. Als de Raad den post zou verhoogen, zouden Burgemee- ter en Wethouders nog niet genoodzaakt zijn toe te passen wat de heer de Boer wil. Burgemeester en Wethouders zeggen toe, dat zij de zaak onder de oogen zullen zien. De heer de Boer trekt zijn voorstel in. De Voorzitter deelt mede dat de heer de Boer zijn voorstel heeft ingetrokken. Het maakt derhalve geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De beraadslaging wordt gesloten. olgno. 260 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos 261263 worden onveranderd vast gesteld. 1 olgno. 264. Subsidie aan de Vereeniging Openbare leeszaal en bibliotheek. f 1450. Bij dit volgno. komt in behandeling een adres der vereeniging om verhoogd subsidie. Volgno. 264 wordt onveranderd vastgesteld. Op het ingekomen adres is derhalve- gunstig be schikt. olgnos 265270 worden onveranderd vastge steld- I olgno. 271. Subsidie aan de Stads armenkamer. f 101.622.87. De beraadslaging wordt geopend. De heer de Boer zegt, dat hij bij de stukken heeft gevonden een verslag van de Stads Armenkamer. Hij is 11u niet in verwondering over't verslag, maar wel daarover, dat er ontbrak een lijst van de be deelden en de bedragen, die deze mensehen hebben ontvangen. Het is nu wel mogelijk, dat er formali teiten bestaan, die zich verzetten tegen het over leggen van zulk een lijst, maar spreker wil het nut ervan aantoouen. Spreker heeft met heel veel moeite getracht van enkele menschen te weten te komen hoe groot het bedrag is, waarmee zij zijn bedeeld. En hij is tot de conclusie gekomen, dat het bij den een schappelijk, hij den ander ni-ct hoog genoeg is. Daarover loopt de kwestie echter nu niet. Als spreker een zaak moet behartigen, wil hij er ook precies over kunnen oordeelen. En waar nu de gemeente van het budget van 1 D.ÜtH) bijna 't gelieele bedrag aan subsidie geeft, is bet niet goed, dat de Raad niet kan be- oordeelen hoe en waarvoor het bedrag wordt be steed. Xu kan spreker wel van den een naar den ander loopen, om te weten te komen hoe groot het bedrag der bedeeling is, maar dat stuit hem tegen de hors*. Spreker kan zich niet begrijpen, waarom de voog den geen prijs stellen op het overleggen van zoo'n lijst. Spreker zal eene motie indienen en nu moet men knap praten als men hem beweegt die in te trekken. Deze motie luidt: :,de Raad,, van oordeel, dat ter juiste beoordee- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918. 324x ling van het benoodigde subsidie aan de Stads Armenkamer het noodig is, dat aan den Raad lijs ten van de bedeelden en de uitgekeerde bedragen worden overgelegd, draagt Burgemeester en Wet houders op, zich hierover in verbinding te stellen met het college van voogden". De heer Berghuis (wethouder) zegt, dat de laat ste paar woorden van den lieer de Boer zooveel te kennen willen geven, dat er geen kans is den heer de Boer te bewegen de motie in te trekken, en toch wil hij daartoe een poging wagen. Ieder jaar komt men met ditzelfde voorstel terug. In principe is spreker geen tegenstander van dergelijke lijsten. Maar nu kan de Raad wel een besluit nemen ia dezen geest, doch krachtens het karakter, dat de Armenkamer heeft, kan de Raad de voogden niet dwingen dergelijke lijsten over te leggen. Spreker meent derhalve dat de motie niet in stemming moet komen. Burgemeester en Wethou ders willen zich ter zake wel met de voogden in ver binding stellen- Maar, als niet gebeurt wat de Raad wil, moet hij dit Burgemeester en Wethouders niet kwalijk nemen, want het College van Voogden X Kouverein in dezen. Ook zonder aanneming dei- motie wil het College volgens overtuiging van spr. liet verzoek wel overbrengen, waar het hier geldt controle over de gemeente-financiën. De heer de Boer waardeert de poging, die de heer Berghuis doet, om hem te bewegen de motie in b- trekken. Hij zal dat niet doen, maar men moet dit niet toeschrijven aan halsstarrigheid. Het College van Voogden moet er een eer in stel len dergelijke lijsten over te leggen. En als de voog den er niet van willen weten, dan moeten wij zien, langs een anderen weg ons doel te'bereiken. Spreker hoopt, dat zijne motie wordt aangenomen. Hij ves tigt er nog de aandacht op, dat de motie mede- onderteekend is door den heer Zandstra. De heer Hiemstra (wethouder) kan de motie wel steunen. Hij acht het het best dat de Raad zich omtrent de weuschelijkbeid uitspreekt. De heer Oosterhoff (wethouder) meent, dat de motie niet juist is. Er staat in de motie, dat de Raad ter beoordeeling van het subsidie het bedrag der bedeeling moet weten. Maar het is voldoende, dat de Raad dan het totaal bedrag weet. Het weten van de afzonderlijke uitkeeringen heeft geen nut, want daarop kan de Raad toch niet influeneeeren. Dooi de keuze der voogden kan men de richting aan geven, waarin men wil zien gewerkt. De heer de Boer hoort den wethouder Oosterhoff zeggen, dat in de keuze der voogden de manier is opgesloten, om invloed uit te oefenen. Spreker ver zekert dat dit niet veronachtzaamd zal worden. Spreker acht het echter van belang de afzonder lijke bedeelingsbedragen te weten. En als men weet, dat zijn werk goed is,'behoeft niemand publiciteit te vreezen- Spreker kan zich niet voorstellen, dat de Raad de noodige zeggingschap, althans de noodige critiek niet mag uitoefenen. De heer Attema wijst erop, dat het de bedoeling van den heer de Boer is, om invloed uit te oefenen op de uitkeeringen b.v. om, als er twee gulden wordt uitgekeerd, om voor te stellen 3 te geven enz. Dat gaat niet. Met den heer Berghuis zegt spreker; dat is een zaak van de voogden. Spreker zal tegen de motie stemmen. De heer Beekhuis is het met den heer Attema eens. De raadsleden zouden dan gaan staan op de plaats der voogden en dat acht spreker niet goed. De beraadslaging wordt gesloten. De motie-de Boer wordt aangenomen met 10 tegen 9 stemmen. Voor stemmen de heeren: de Boer, Dijkstra, Hi.mstra, Berghuis, Nijholt, Schaafsma, Zandstra, Tiemersma, Collet en de Vries. Tegen de heeren: Beekhuis, Haverschmidt, Atte ma. van Sloterdijek, Schoondermark, Dijstra, Tulp, de Haan en Oosterhoff. Volgno. 271 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 272. Subsidie aan het Stadsziekenhuis. f 22.240.—. De heer Schaafsma heeft bij dit punt gesproken over de wijze waarop aan familieleden is toegestaan hunne patiënten te bezoeken. Zij mogen er maar tweemaal per week komen. En spreker vindt het. onbillijk, dat familieleden in den eersten graad hunne patiënten niet dagelijks mogen bezoeken. Spreker kan zich levendig voorstellen, dat het voor de rust in het ziekenhuis niet goed is, dat er te veel geloop is, maar hij kan zich niet voorstellen, dat de naaste verwanten niet eiken dag mog'ui komen- Spreker wil graag een beroep doen op het bestuur van liet Ziekenhuis om daarin verandering te krijgen en de daaromtrent 'bestaande bepalingen te herzien. De Voorzitter kan volstaan met te wijzen op de Memorie van Antwoord waar staat: „Onder dit volgno. worden opmerkingen gemaakt die den inwendigen dienst van het Stads Zi. konhuis raken. Burgi meester en Wethouders zijn voor nemens zich te dier zake tot het betrokken bestuur ten wenden en zullen het ontvangen antwoord, c. q. vergezeld van hunne nadere mededeelingen aan den Raad overleggen". Persoonlijk staat spreker aan de zijde van den heer Schaafsma. Als hij persoonlijk invloed had, zou hij gaarne in diens richting werken. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 272 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos 273281 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 282 Onderhoud van gebouwen voor dakloozen. f 380.—. De beraadslaging wordt geopend. De heer de Haan herinnert eraan, dat eenige zit tingen geleden is besloten om de bewoners van het hotel Weidema, die geen huur betaalden, over te brengen naar het dakloozen-tehuis en anderen, die wel betaalden, in noodwoningen onder te brengen. De vorige week nu heeft een lid der St. Vincentius vereeniging er spreker opmerkzaam op gemaakt, dat de toestand der behuisden in het gebouw voor dakloozen allertreurigst is. Spreker is daarop zeil gaan zien. Het gebouw is verdeeld in hokken door planken van elkander gescheiden, ter hoogte van 2)/> M- De hokken doen dienst als verblijfplaats voor gezinnen, waarvoor corporaties geregeld een huur betalen van 1.50 per week. Spreker is er geweest op een dag, dat het vroor. De hokken waren niet verwarmd en sommige had den geen licht. De toestand is allertreurigst. De hokken hebben een oppervlakte van 2 X f'4 M. En daarvoor wordt 1.50 per week betaald. Aan vankelijk waren ze niet afgescheiden door deuren, maar op dringend verzoek der bewoners zijn die aangebracht. De toestand lijkt spreker veel erger,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 13