324ij Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918 dan die in de ge vangenis. Daar hebben de nienschen ten minste licht en warmte. Enkele gezinnen kon den een kachel plaatsen en die hebben de ruimte dan ook verder iets afgescheiden door papier, kleed jes of oude japonnen. De toestand is echter ontoe laatbaar. Spreker hoopt, dat de overige leden van den Raad zich persoonlijk zullen overtuigen van den toestand der bewoners en niet zullen wachten tot ze de toegangsbewijzen voor het bezoeken van gemeenteinrichtingen hebben ontvangen. De lieer Hiemstra (wethouder) vindt het eigen aardig, dat de heer de Haan, die nu wel een jaar of drie, vier door stukken in de courant op de hoog te kan zijn van den toestand der dakloozen, nu pas een onderzoek instelt. Spreker zou lust krijgen du in verband te brengen met het feit van de wisseling van de portefeuille van Openbare Werken. Hij kan het niet bewijzen, maar het verband is opval lend. Wat de zaak zelf betreft, is spreker het vol maakt met den heer de Haan eens, dat de toestand niet is zooals die wel zou worden gewen-scht. Maar de toestand hier is niet slechter dan bij Weidema- En een groot deel der bewoners bevalt het hier beter. Het is echter een moeilijke kwestie, om deze inenscheu, die eigenlijk voor geen rede vat baar zijn, te helpen zooals ze feitelijk geholpen moe ten worden. Er wordt getracht voor hen een: zoo goed mogelijke verblijfplaats te krijgen. De heer de Haan zegt, dat het mensehen zijn, die in hotel Weidema huur betaalden, maar zij betaalden geen huur, maanden lang. En het zijn niet altijd de minst kapitaalkrachtigen, die weigerden te betalen. Dik wijls was het onwil. Als de nienschen niet konden betalen, dan hebben Burgemeester en Wethouders zich op het standpunt gesteld om ze vrij te laten. Zij die echter onwillig zijn gebleken zijn naar de Philantroop overgebracht. Spreker juicht dat nu wel niet toe, maar men wist niet waar ze te brengen- En op straat zetten, dat ging ook niet. De toestand is, spreker geeft dat toe, slecht. De heer de Haan is echter niet volledig ingelicht wam, dat de deuren pas zijn aangebracht op dringend verzoek der bewoners, is absoluut onwaar. Toen last is gegeven de Philantroop in te richten, is spreker er persoonlijk heen gegaan. Het is hem toen gebleken, dat er geen deuren waren. En toen heeft hij direct last gegeven, di deuren aan te brengen. Ook heeft hij last gegeven om op zolder schuttingen aan te- brengen, zoedat 3 a 4 gezinnen afzonderlijk kunnen slapen. In de kamers is geen verwarming. Maar die was ook niet in Weidema. In Weidema was een zaal, waar een kachel werd gestookt- Hier staat een kachel in de zaal, maar die wordt niet gestookt. Burgemeester en Wethouders willen lien, die in niet mindere con ditie zijn dan andere arbeiders, verplichten zelf de brandstof te betalen. De gewone arbeider moet toch zijn eigen brandstof ook betalen. Nu, daar kwam niets van. Enkelen brachten .10 a 15 cent bijeen, maar daarbij bleef het. In Weidema was een kachel voor gemeenschappelijke verwarming. Toen die is opgeruimd, is er nog 6 H.L. cokes gebracht. Di" ligt er nog. Aan de nienschen uit de Philantroop is gezegd: hier is een briefje, haal de cokes bij Wei dema weg. Maar dat wilde men gewoon niet. Mis schien zal de gemeente voor verwarming zorgen, maar het is een moeilijk vraagstuk en het is zeer moeilijk voor dergelijke nienschen een toestand te krijgen, die niets te wenschen overlaat. Verleden Zondag hebben een drietal bewoners', in dronken schap, elkander half dood geslagen. Hoeveel beter zou het geld besteed zijn geweest voor brandstof. Hoewel spreker krachtens afkomst en. beginsel alles in het werk wil stellen, om de arbeidende klasse op Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918. 324z Voortzetting der vergadering op Woensdag 4 December 1918. te heften, moet hij erkennen, dat er onder de arbei ders een bepaalde groep is, die met geen middel op te heffen is. Als de heer de Haan een middel dartce weet, houdt spreker zich aanbevolen en spreker wil dan gaarne zijn medewerking verleenen. Burgemeester en Wethouders hadden geea andere gelegenheid om over te beschikken. Het is misschien hard, maar als men van ge meentewege dezen nienschen verwarming en ver lichting verschaft, -bestaat er veel kans dat de ge meente ze niet weer kwijt raakt- En zij dienen ten slotte evenveel lasten te dragen als de andere arbei ders, die financieel niet sterker zijn. Maar van medewerking willen zij niets weten. Als bewijs daarvan wil spreker een enkel staaltje noemen. Het aantal privaten was te gering. En'nu heeft de reiniging wisseltonnen gegeven. Maar de volle tonnen worden niet omgewisseld. Neen, de faeealiëu loopen er over. Dat is een nieuw bewijs, dat het niet gemakkelijk is, om voor de groep nienschen in de Philantroop een toestand te scheppen, die behoor lijk is. Als echter wordt aangestuurd op wat aanvan kelijk het plan was, 0111 16 noodwoningen te bouwen, waarmee 300UO gemoeid is, zal spreker zich niet verzetten. Maar, spreker herhaalt, van de bewoners dor Philantroop is geen medewerking te verwach ten. Den heer de Haan spijt het, dat de Wethouder in deze zaak een persoonlijk element ziet. Dat is niet zoo. Voor verledenweek was er eene vergadering van de K.K. Iviesvereeniging. En op die vergade ring heeft een lid de aandacht gevestigd op den toestand van de behuisden in „de Philantroop". En als gevolg daarvan hebben de heer Fransen en spreker er een bezoek gebracht. Spreker had er vroeger niets van gehoord. Het geval betrof twee gezinnen, waarvoor door het R- K. Armbestuur de huur betaald wordt. Wat de deuren betreft, de bewoners hebben het spreker meegedeeld zooals hij het heeft overgebracht. Ook heeft hij den toestand der privaten gezien. Zij ver spreiden een ondragelijken -stank, die in het geheele huis doordringt. Hoe de toestand in hotel Weidema was, kan spreker niet beoordeelen. Maar hij ver onderstelt. dat de menschen daar verbleven in ka mers. Deze verblijfplaatsen zijn niet afgesloten. De toestand is zoo niet houdbaar en spreker beveelt deze zaak in de aandacht van Burgemeester en Wet houders aan. De heer Hiemstra (wethouder) zegt toe, dat Bur gemeester en Wethouders deze zaak nog wel eens willen overwegen. Spreker had liever gehad, dat de heer de Haan de richting had aangegeven. Er komen noodwoningen. En als er daardoor ruimte komt, is het plan, om die gezinnen, die er voor in aanmerking komen, daarin zoo spoedig mogelijk onder te brengen. De goeden komen na tuurlijk in de eerste plaats in aanmerking. Men had wel allemaal noodwoningen kunnen bouwen, maar het verzet tegen de voorgestelde acht was in den Raad al groot. De beraadslaging wordt gesloten. Volgtio. 282 wordt onveranderd vastgesteld. De heer Schaafsuia stelt voor de vergadering te schorsen. De Voorzitter: „Als U even had gewacht, had U liet voorstel van mij gehoord. Nog twee volgnos en dan begint een nieuw hoofdstuk, dus eeu geschikt punt om te onderbreken- Volgnos 283-284 worden onveranderd vastgesteld. De Voorzitter schorst de vergadering tot Woensdag 4 December, 's-voormiddags 10 uur. De vergadering wordt voortgezet Woensdag 4 December, 's-voormiddags 10 uur. Alsdan zijn aanwezig 19 leden, te weten de lieeren Nijholt, Dijkstra, Tulp, Schaafsma, Zandstra, de Haan, Tiemersma, Oosterhoff, Collet, de Vries Beekhuis, Haverschmidt, de Boer, Attema, Dijk stra, Hiemstra,van Sloterdijck, Berghuis en Schoon- dermark. Volgnos 285286 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 2X7. Gemeentelijke arbeidsbeurs, f 3691.20. De beraadslaging wordt geopend. De heer de Haan heeft in de sectie de opmerking gemaakt of het salaris van den directeur van de arbeidsbeurs wel goed was berekend. Burgemeester en Wethouders hébben die vraag bevestigend be antwoord De directeur zou met 1 Januari 1913 naar sprekers meening zijn derde periodieke ver hooging kunnen krijgen en dan 1250 hebben. Op Januari 1916 toch is het salaris met 100 verhoogd. Waar de periodieke verhooging om de drie jaar wordt gegeven, moet hij op 1 Januari e.k. een periodieke verhooging hebben. Het is mogelijk dat deze zaak in verband met de bemoeiingen der salariscommissie aan de orde komt. De lieer Hiemstra (wethouder) zegt, dat de zaak zoo zit. In 1912 is de directeur benoemd op een salaris van 850 met periodieke verhoogingen om de drie jaar. In 1915 zou hij de ,1e, in 1918 de 2e er. in 1921 de 8e periodieke verhooging ontvangen. In 1916 nu is het salaris met 100 verhoogd, omdat men het te ge-ring achtte. Burgemeester en Wethouders nu zijn niet van meening, ook in ver band met de motiveering van het besluit, dat deze verhooging was eene vervroegde periodieke ver hooging. Die veihoogingen loopen dus gewoon door Daarom zijn Burgemeester en Wethouders ook van oordeel, dat het salaris juist is berekend en vinden zij geen aanleiding er 100 bij te doen. ermoede- lijk heeft dit nu weinig beteekenis, daar ook dit salaris denkelijk zal worden herzien door de salaris- commissie. De heer de Haan meent, dat de tusschentijdsche verhooging is een vervroegde periodieke verhoo ging. En dan was het salaris op 1 Januari 1915 ver hoogd met de le, op 1 Januari 1916 met de 2e en moet het nu 1 Januari e.k. weer worden verhoogd. Spreker blijft erbij, dat de directeur de periodieke verhooging van 1918, in 1916 heeft gehad. De heer Berghuis: „Toen is het salaris 100 ver hoogd". De heer Hiemstra (wethouder) zegt. dat men wel kan beweren, dat de verhooging in 1916 eene ver vroegde periodieke verhooging was. Maar dat is niet zoo. Het minimumsalaris is toen met 100 verhoogd. De omschrijving van liet. besluit van 1916 duidt niet op eene vervroegde periodieke verhoo- k'ing. De heer de Haan dankt voor de mededeelingen. De heer Dijkstra meent, dat het mogelijk is dat .dj de zaak niet goed begrijpt. Er wordt gesproken dat het salaris met 100 is verhoogd. De Raad heef i toch besloten het met 200 te verhoogen. De heer de Haan: „Dat was later". De heer Hiemstra (wethouder) wijst erop dat die 290 direct op het salaris zijn gelegd en dat de periodieke verhoogingen in tact bleven, anders had de directeur nu 950 gehad. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno 287 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos 288306 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 307. Subsidie aan de Friesche Tuinhourc- vereeniging. f 70. Bij dezen post komt in behandeling een adres der Friesche tiunbouwvereeniging om subsidie. Volgno 307 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos 308—309 worden onveranderd vastge steld- Volgno. 310 wordt vastgesteld zooals het by Nota van Wijziging is- voorgedragen. Volgno. 311 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 312. liente van tijdelijke geldleeningen en kosten van betaling van coupons en ter a/lossing aan- geicezen obligatiën. f 15.7,>0. De beraadslaging wordt geopend. De heer Nijholt heeft in de bladen gelezen, dat de gemeenteleening eene mislukking is geweest. Wat zijn, vraagt spreker, nu de plannen van Burgemees ter en Wethouders. De heer Berghuis (wethouder) antwoordt, dat voorloopig het plan is, rustig af te wachten tot de geldmarkt zoo wordt, dat Burgemeester en Wet houders de leening weer aan de markt kunnen bren gen. De mislukking is geheel te wijten aan de onge lukkige tijdsomstandigheden. De leening kon op geen ongelukkiger tijdstip worden uitgeschreven. Ook is er bezwaar gemaakt tegen de wijze van in schrijving, omdat alleen groote kassiers in Holland voor liet beschikbaar stellen van hun tusschen- komst, voor inschrijvingen enz., waren uitgenoo- digd. Dit schijnt niet goed geweest te zijn. Straks zal eene Commissie voor de Financiën worden be noemd. Bij die commissie zullen Burgemeester en Wethouders deze zaak aanhangig maken om daar na met voorstellen bij den Raad te komen. Er zal worden gewacht tot weer van het publiek inschrij vingen mogen worden verwacht. De beraadslaging wordt ges-loten. Volgno- 312 wordt vastgesteld zooals het bij Nota van Wijziging is voorgedragen tot een bedrag van 75.750. Volgnos 313—3-31 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 332. Subsidiën aan onderscheidene drank- bestrijdersvereenigingen. f -'90- De beraadslaging wordt geopend. De heer Nijholt heeft in de sectie verhooging van het subsidie bepleit o.a. op grond van het feit, dat drankbestrijding is een gemeente-belang. Burge meester en Wethouders komen er in. de Memorie van Antwoord niet tegen op en liet doet spreker genoegen, dat zij de gelegenheid openlaten om nu nog e-en voorstel tot verhooging te doen. Burge meester en Wethouders zeggen: Er dient een be paalde grens gesteld. Nu is het alleen maar de vraag, waar men die grens wil stellen.En dan meent spreker, dat de grens van 300 wel wat. heel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 14