Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918. 324
Vergadering van Dinsdag 3 December 1918.
Tegenwoordig 19 leden, te weten de heeren:
Nijholt, Dijstra, Tulp, Schaafsma, Zandstra,
de Haan, Tiemersma, Oosterhoff, Collet, de
Vries, Beekhuis, Haversclimidt, de Boer, Attema,
Dijkstra, Hiemstra, van Sloterdijck, Berghuis en
Sehoondermark.
Afwezig 6 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren van Wel deren baron Rengers, Koopmans,
Cohen en de Vos.
Zonder kennisgeving de heeren Terpstra en Fran
sen.
Voorzitter: de heer dhr. mr. J. M. van Beymn,
Burgemeester.
I. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
Dit voorstel luidt als volgt:
Ingevolge de toezegging, gedaan in Uwe vorige
vergadering, hebben wij, onder overlegging der
stukken, de eer U voor te stellen te besluiten:
Burgemeester en Wethouders een crediet te ver-
leenen van:
a. 33.000 voor de voortzetting der werken aan
de Keizersgracht, zulks in aansluiting aan punt 4
van het raadsbesluit van 2.3 Juni 1914 (Bijlage
no. 13)
b. 15.000 voor den bouw en de inrichting van
een gymnastieklokaal bij gemeenteschool no. 1
(plan no. 2)
c. 18.400 voor den bouw en de inrichting van een
gymnastieklokaal hij gemeenteschool no 8 (plan
no. 1), zulks in afwachting van de nadere voorstel
len tot aankoop van den noodigen grond'.
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter vraagt den hoer Hiemstra of deze
de voorstellen ook: nader wensciht toe te lichten-
De heer Hiemstra (wethouder) acht zulks niet
noodig, daar ze ter visie hebben gelegen.
De heer Nijholt merkt op, dat ten opzichte van
het voorstel tot het bouwen van gymnastieklokalen
het advies van Burgemeester en Wethouders anders
is dan de conclusie van den Directeur der Ge
meentewerken. De motieven evenwel zijn niet aan
gegeven, waarom in het eene geval Burgemeester
en Wethouders aan plan 1 en het andere geval aai
plan 2 de voorkeur geven en de Directeur der
Gemeentewerken juist andersom. Spreker zou
gaarne de motieven daarvoor vernemen.
De lieer Hiemstra (wethouder) wijst erop, dat het
oude plannen betreft van 191", waarover in dat
jaar de Commissie van Openbare Werken is ge
hoord. Met het oog op de uitvoering is nu overleg
gepleegd tusschen den Directeur der gemeentewer
ken en den Wethouder van Onderwijs. Het bleek,
dat de Directeur vrij onverschillig stond tusschen
de plannen 1 en 2, terwijl de Wethouder van Onder
wijs de aangeboden plannen prefereerde. En dat
heeft den doorslag gegeven. De Directeur der Ge
meentewerken heeft zich daartegen niet verzet. Dat
is de reden, waarom Burgemeester en W ethouders
in hun advies afwijken van den Directeur der Ge
meentewerken.
De heer Njjholt zegt, dat er plannen worden ge
maakt in verband met de werkloosheid. De Direc
teur der Gemeentewerken heeft e-e-n staatje over
gelegd, waarop voorkomen: de rioleering van den
Wirdumerdijk, het stratenplan Achter de Hoven, en
dat aan den Groninger straatweg. Spreker nu mist
deze plannen op den overgelegden staat voor dit
voorstel. Hij vraagt of Burgemeester en Wethou
ders met die plannen spoed zullen maken. Wat nu
wordt voorgesteld is een kleinigheid in verband met
de bestaande werkloosheid.
De heer Hiemstra (wethouder) zegt, dat Burge
meester en Wethouders voor de uitvoering van de
rioleering van den Wirdumerdijk en het stratenplan
Achter de Hoven de toestemming van den Raad
niet noodig hebben. Daarvoor is toch reeds een cre
dit t verleend. Wat het plan-Cambuursterpad be
treft, dat is een ze-er belangrijk voorstel, waarover
eerst de Commissie voor de Openbare Werken
moest worden gehoord, wat reeds geschied is, maar
waarover nog eerst de schoonheids-commissie moet
worden gehoord- Daarom is het nog niet mogelijk
reeds nu met het plan te komen. Wel kan de Raad
het spoedig verwachten.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
II. De Voorzitter deelt mede, dat van den heer
Tulp een verzoek is ingekomen om te mogen inter-
pelleeren over de schoolsluiting. Spreker stelt voor
den heer Tulp liet hiervoor noodige verlof te ver-
leenen vóór de behandeling der begrooting.
De heer Hiemstra (wethouder) zegt, dat wij toch
bij de begrooting algemeene beschouwingen krijgen.
Dan kan men daarbij over de schoolsluiting spreken.
Er zullen toch wel meer leden zijn, die daarover
het woord zullen willen voeren.
De heer Tulp doet het liever direct.
Daar de Raad verder geen bezwaar maakt, geeft
de Voorzitter het woord aan den heer Tulp.
De heer Tulp dankt den Raad voor het hem ver
leende verlof. Spreker zegt, dat wij allen zullen
hebben gelezen, dat de scholen met ingang van
2 December heropend zijn. Spreker is niet van plan
Burgemeester en Wethouders daarvan een verwijt
te maken, daar hij als leek zich niet bevoegd acht
te oordeelen, laat staan te veroordeelen. Deze kwes
tie heeft hier echter veel stof opgejaagd. Ingezon
den stukken zijn in de bladen verschenen. Spreker
en zijne medeleden zijn niet tot oordeelen bevoegd-
Toch kan hij zich begrijpen, dat er zooveel kinde
ren thuis blijven, dat de scholen weer worden ge
sloten. Het is uitsluitend een zaak, die de genees-
heeren aangaat. En nu verwacht spreker wel. dat
Burgemeester en Wethouders geneeskundig advies
hebben gevraagd:, maar de geneesheeren zijn het,
absoluut oneens. Zij staan in hunne meeningen
lijnrecht tegenover elkander. Een anonym medicus
heeft zich zelfs pertinent tegen de heropening ver
klaard. Spreker betreurt het buitengewoon, dat het
schrijven anonym was.
Wat toch weerhoudt een medicus, in een zoo
belangrijke zaak als -deze, waarin het gaat om de
gezondheid van duizenden en het leven van tiental
len om zijn naam te noemen. Dat schrijven heeft
voor spreker dan ook niet die waarde als het schrij
ven van den arts ten Veldhuys. De anonyme schrij
ver zegt in zijn stuk: de wegen der autoriteiten zijn
ondoorgrondelijk. Welke autoriteiten bedoelt hij?
Spreker vermoedt, dat hij de stedelijke autoriteiten
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om in
verband met de heerschende tcerkloosheid over te gaan
tot uitvoering van eenige gemeentewerken.