Vcrslag van dc handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918.
zij willen. Als er dan in het behoorlijke geld noodig
is, dan kunnen zij bij de gemeente aankloppen.
De heer Zandstra is een voorstander van gemeen
telijke exploitatie, maar kan zich best vinden in de
door den wethouder geopperde bezwaren. En dan
wil hij den speeltuin wel laten in handen van wie
hij is. Het vorig jaar is ook 100 subsidie gegeven-
Spreker weet niet wat Burgemeester en Wethou
ders er nu van zeggen- Hij vermoedt echter, dat het
besluit van Burgemeester en Wethouders gunstig
is. Spreker wil nu even mededeelen hoe het verzoek
bij den Baad is gekomen. Toen spreker met een lid
van het bestuur sprak, zei deze, als er niet flinken
financieelen steun komt, moeten wij het blijtje er bij
neerleggen. Het speet spreker, dat de speeltuin
niet zou kunnen blijven bestaan en daarom heeft
spreker 'hem aangeraden 100 subsidie aan den
Baad te vragen. Dan was er aanleiding om deze
zaak in den Baad te bespreken. De speeltuin is ech
ter niet geholpen met 100. De tuin en de toestellen
verkeeren in zulk een staat, dat veel herstellingen
noodig zijn- Op welke wijze dit zal geschieden,
weet spreker niet. Maar hij zou het beste vinden als
Burgemeester en Wethouders, in overleg met den
Directeur der Gemeentewerken en het bestuur van
den tuin de herstellingen van gemeentewege lieten
verrichten de 10O subsidie.
De heer Hiemstra (wethouder)„Dat moet eerst
gevraagd worden".
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
Te 12'b uur wordt de vergadering geschorst.
Te 1.50 wordt de vergadering heropend.
De Voorzitter stelt voor de beginnen bij volgno.
104 der uitgaven en de artikelen, waartegen geen
bezwaar bestaat, bij eenvoudigen hamerslag goed te
keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Volgno. 104 wordt vastgesteld, zooals het bij Nota
van Wijziging is voorgedragen-
Volgno. 105 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos 106 en 107 worden vastgesteld zooals zij
bij Nota van Wijziging zijn voorgedragen.
Volgno. 108 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 109. Jaarwedden van de ambtenaren en de
bedienden ter secretarie, den concierge en de boden.
f 44.450.—.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Naholt wil de aandacht vestigen op het
feit, dat er gedurende een deel van het jaar op de
secretarie veel overwerk gebeurt, n.l. op de afdee-
ling controle. Spreker weet niet of zulks noodzake
lijk is, en ook niet of het late verschijnen van het
kohier daarmee in verband staat met het gevolg,
dat de ingezetenen niet op tijd hunne belasting kun
nen betalen. Hij hoopt dat er maatregelen worden
genomen, om het overwerk tot een minimum te be
perken en dat de belasting biljetten eerder zullen
worden bezorgd.
De heer Berghuis (wethouder) zegt, dat de be
lastingverordening het vorig jaar en nog wel in het
laatst daarvan is gewijzigd. Burgemeester en Wet
houders hebben op de Koninklijke goedkeuring
moeten wachten, die pas in April is gekomen. Van
daar de later verschijning van het kohier en iri ver
band hiermede het destijds mogelijk vele overwerk.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno. 109 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 110 wordt onveranderd vastgesteld-
Volgnos 111'159 worden onveranderd vastge
steld.
1 olgno. 100. Onderhoud van klokkestoelen, klokken en
uurwerkenkosten van toezicht op en benoodigdheden
voor de tydregeling en uitgaven voor verlichting van
wijzerplaten. f 924.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Collet zegt dat Burgemeester en Wet
houders zeggen, dat zij rekening zullen houden met-
den uitgesproken wensch tot verlichting van de
wijzesplaat aan de beursklok, als er voldoende gas
is. Waar deze verlichting niet zooveel gas kost, wij
niet veel verlichte wijzerplaten hebben en het voor
tal van mensehen een groot gemak is, dringt spre
ker aan op verlichting van de wijzerplaat der beurs
klok.
De Voorzitter zegt overweging toe.
Volgno. 160 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 101. Onderhoud van wegen en voetpaden,
straten, pleinen, kolken en riolen enz. f 58.240.
De beraadslaging wordt geopend.
De lieer Sehaafsma heeft in de sectie eene opmer
king gemaakt naar aanleiding van den aanleg van
nieuwe straten, waarmee naar zijn leekenverstand,
eigenaardig te werk wordt g gaan. Men begint met
het ophoogen van het terrein en den stratenaanleg.
Daarna komen de menschen van de gasfabriek, die
de hoofdgasleiding leggen, waarna de straat weer
gedicht wordt. Dan komt het personeel van de
waterleiding, dat de hoofdwaterleidingbuis legt,
waarna de straat wederom dicht wordt gemaakt.
En hetzelfde gebeurt met de hoofdkabel van de
electriciteitsvoorziening. Als dat gebeurd is komen
de plantsoenarbeiders, die hier en daar een gat gra
ven en een boom planten.
Spreker acht het dan ook wenschelijk, dat er
meer samenwerking komt tusschen de verschillende
takken van dienst. Spreker kan zich voorstellen,
dat iedere tak van bedrijf moet wachten met het
aanbrengen van zijn aansluitingen, omdat men niet
weet hoeveel er noodig zijn, maar het behoeft geen
betoog, dat het in elk geval gewenscht is, dat de
hoofdgas-, water- en electrische leiding direct voor
de ophooging en bestrating wordt aangebracht.
Dan behoeft de straat niet telkens te worden op
gebroken, tengevolge waarvan zij eenige jaren on
berijdbaar en onbegaanbaar is.
De straten zullen dan veel beter komen te liggen-
De heer Tiemersnia zegt, dat de zorg voor 'het
onderhoud van straten enz. aan Burgemeester en
Wethouders is opgedragen. Hij acht het wensche
lijk, dat meer zorg wordt besteed aan de modder
poel bij de Oldehove. Misschien, zegt spreker be
staat er wel verband met de algemeene verbetering
daar ter plaatse, maar liet gedeelte ten Zuiden van
de Oldehove is in den winter een ware modderpoel.
Waarschijnlijk kan de toestand daar wel iets wor
den opgeknapt.
De heer Nijholt heeft de aandacht gevestigd op
den Stienserweg en den Zuidersingel. Burgemees
ter en Wethouders geven toe, dat die wegen er bij
regenachtig weer slecht uitzien en dat zij slecht op
drogen. Het spijt spreker, dat Burgemeester en
Wethouders het daarbij laten. Hij had gaarne ge
zien, dat Burgemeester en Wethouders verbetering
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918. 3241
hadden toegezegd. Het boomgewas is er eenmaal.
Misschien kan het weggenomen worden. Er moet
echter naar de een of andere oplossing worden ge
zocht.
De heer Hiemstra (wethouder) antwoordt, dat,
als er plannen zijn voor straataanleg, de gasfabriek,
de waterleiding en het electrisch bedrijf gewaar
schuwd worden, zoodat die bedrijven met de plan
nen rekening kunnen houden. Spreker wil echter
doen opmerken, dat het niet *oo gemakkelijk is de
door den heer Sehaafsma gewenschte samenwerking
te krijgen. Oppervlakkig lijkt het gek verst de straat
aan te leggen en haar daarna weer op ie breken. De
heer Sehaafsma heeft gezegd, dat hij best kan be
grijpen, dat op ile aansluiting der panden gewacht
moet worden, maar dat de hoofdleidingen wel ge
legd kunnen worden omdat die er toch moeten ko
men D.at is niet altijd juist. Voor zoover 't de water
leiding betreft, gaat die bewering wel op. Die kan
er wel rekening mee houden- Maar de electriciteits-
kabel behoeft niet altijd te worden gelegd, daar men
niet weet of er aansluitingen komen. Én men legt
geen dure kabel, als men niet weet of die wel pro
ductief wordt. De weinige samenwerking tusschen
de verschillende diensten is ook deels een gevolg
van de tijdsomstandigheden. Het is niet altijd moge
lijk materiaal te krijgen. By het gasbedrijf is het
materiaal zeer schaarsch. En het is niet mogelijk
in de nieuwe straten gasbuizen te leggen als men
die niet heeft. De uitvoering van een stratenplan
kost maanden. En voor de uitvoering heeft men de
straat noodig, daar men anders nooit het achterge
legen terrein kan bereiken. Dan duurt het dikwijls
lang voor er huizen worden gebouwd, zoodat het
niet vast staat of er en hoeveel aansluitingen er
zullen komen.
Spreker kan zich dan ook voorstellen, dat de
Waterleidingmaatschappij niet direct buizen legt in
straten, waar misschien in de eerste jaren geen
huizen worden gebouwd.
Ook dat materiaal is moeilijk te krijgen. Het is
dus zeer goed verklaarbaar, dat in deze abnormale
omstandigheden de samenwerking niet is als in nor
male tijden. Maar door Gemeentewerken worden ge
regeld de andere diensten gewaarschuwd.
De heer Tiemersma had het over de modderpoel
bij de Oldehove. Spreker g-ceft toe, dat de toestand
daar niet is zooals wenschelijk is. Burgemeester en
Wethouders overwegen om hier verbetering aan te
brengen. Maar door het plan eener algemeene ver
betering is die van dit kleine stuk teruggehouden.
Natuurlijk willen Burgemeester en Wethouders
graag toezeggen verbetering aan te brengen aan de
door den b: er Nijholt genoemde straten. De Stien
serweg kan veel worden verbeterd, als het struik
gewas wordt opgeruimd- Maar daartegen bestaat
uit schoonheidsoogpunt eenig bezwaar. Er ontstaat
dan een conflict tusschen de aesthetioa en de ver-
keersbelangen. Er komt al verbetering als de ber
men worden afgegraven. Burgemeester en Wethou
der zullen maatregelen ter verbetering overwegen.
De heer Sehaafsma moet naar aanleiding van het
antwoord van den wethouder nog eene opmerking
maken. De Wethouder verschuilt zich heel handig
achter de minstvoorkomende elect riciteitsvoorzien-
ning. Spreker geeft direct toe dat niet is uit te
maken hoeveel panden van electrisch licht zullen
worden voorzien. Verder beroept de V ethouder
zich op de tijdsomstandigheden. Spreker wil een
recent voorbeeld aanhalen, waardoor ten volle
wordt bevestigd, wat hij heeft gezegd. Bij het stra
tenplan „Patrimonium" heeft men de door spreker
genoemde wijze van werken ook toegepast. Men
wist dat het geheele plan direct zou worden volge
bouwd en dat daar gas- en waterleiding noodig was.
Spreker heeft zijn betoog niet gehouden, omdat hij
niet weet dat het moeilijk is materiaal in den grond
te steken. Maar hij heeft het nooit anders zien ge
beuren. En hij vreest ook dat het in de toekomst
niet verandert. Hij meent echter -dat het altijd wel
mogelijk is de hoofdbuizen te leggen, waardoor het
verzakken en het glibberig worden der strateo
wordt voorkomen.
De heer Nyholt neemt nota van de toezegging van
den Wethouder. De Zuidersingel echter, die wel als
veemarkt wordt gebruikt, wordt niet -gereinigd als
de veemarkt. Hij meent, dat het vooral daarin is 1"
zoeken.
De heer Hiemstra (wethouder) moet nog even
terugkomen op het receute voorbeeld, door den heer
Sehaafsma genoemd- Dat voorbeeld acht spreker
niet gelukkig gekozen. Hij zegt dat hij zich kan
voorstellen, dat de particuliere Waterleiding-maat
schappij er niet zoo vlug by is, maar hij meent, dat
de gasfabriek er wTel vlugger by kan zijn. Wegens
gebrek aan materialen krijgen de huizen van Patri
monium geen gas. Daaruit blijkt duidelijk, dat het
door den heer Sehaafsma genoemde voorbeeld niet
opgaat. Voor de gasfabriek bestond er nu geen aan
leiding om buizen te leggen. De grootstmogelyke
samenwerking tusschen de verschillende diensten
is noodig en spreker zegt toe, dat de gemaakte op
merkingen ter kennis van de betrokken directeuren
zullen worden gebracht. Voo zoover het den Wet
houder der bedrijven aangaat, zal deze er wel nota
van willen nemen.
De heer Oosterhoff (wethouder) is het met den
heer Hiemstra eens. De heer Sehaafsma sprak van
een onpraktische manier van werken, maar hij be
doelt zeker ook oneconomisch. Spreker gelooft niet,
dat dit het geval is. Bij een groot stratenplan mag
wel overwogen worden of het leggen van de buizen
en kabels direct niet meer rente zal kosten dan het
opbreken der straat kost. Dat geldt natuurlijk niet
voor een stratenplan, dat bestemd is om direct be
bouwd te worden. Het is dan ook een open vraag
wat economischer is, direct de buizen en kabels te
leggen of wanneer er behoefte aan bestaat.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno. 161 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos 162164 worden onveranderd vast
gesteld.
Volgno. 165. Onderhoud van privaten en waterplaatsen.
f 600.—.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Nijholt heeft in de sectie verdedigd uri
noirs met waterspoeling- Burgemeester en Wet
houders willen er niet van weten, omdat het te duur
is. In de Memorie van Antwoord staat dat Burge
meester en Wethouders- nog geen raming van kosten
bekend is. Spreker vraagt of het niet mogelijk is,
dat er eene raming wordt gemaakt en bij den Baad
ingediend. Spreker acht het een ding van belang.
De urinoirs toch zien er niet smakelijk uit. Het
tegendeel is het geval En nu rust, meent spreker op
de gemeente de plicht daarin verandering aan te
brengen. Eene radicale oplossing is het aanbrengen
van waterspoeling. Uiterlijk krijgen de urinoirs een
beter aanzien en de hygiene is ermee gebaat. Een en
ander heeft eene opvoedende werking; thans is liet
tegendeel het geval Spreker vraagt dan ook eene
berekening. Blijken de kosten te hoog, dan kan men