Het voorstel, door de Commissie van Rapporteurs
gedaan, heeft sprekers volle sympathie.
324m Verslag- van de handelingen van den
het nog laten. Spreker echter meent dat de ge
meente zich wel een uitgaaf daarvoor mag getroos
ten.
1 )e heer Hiemstra (wethouder) zegt, dat de zaak
niet zoo eenvoudig is als de heer N ij holt zich dat
voorstelt. Het geldt hier niet alleen een geldkwes
tie. De putten bij de urinoirs worden nu uitgepompt.
Bij urinoirs met waterspoeling wordt de urine op
de grachten geloosd. En daartegen bestaan veel be
zwaren, die men niet te licht moet schatten. Het
vraagstuk is wel eens eerder behandeld.
Het is de vraag of het gewenscht en mogelijk is.
om op de gracht te loozeu- Burgemeester en Wet
houders zullen onderzoeken of urinoirs met water
spoeling noodzakelijk zijn. Als dat niet blijkt, is het
ook niet noodig eene berekening te maken. Spreker
hoort den Wethouder der bedrijven zeggen, dat het
niet geheel juist is wat hij zegt, want dal er hier en
daar urinoirs ziju, die op de gracht loopen. Dan is
dat dus geen kwestie meer. Burgemeester en Wet
houders zoggen evenwel een onderzoek toe, ook
naar het systeem.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgno- 165 wordt onveranderd vastgesteld.
Yolguos 166—184 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 185. Uitgaven ter zake van de vuilnisver
zameling. f 234.643.30.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer NyHolt weuscht te spreken over het asch-
land. Het aschland is in het algemeen geen nieuw
punt voor den Baad. Spreker wil eens nagaan wa
er alzoo over is besproken en behandeld.
Het aschland is hier een oude bekende. Spreker
zal niet al te ver afdalen, maar hij wil beginnen met
het 10-jarig bestaan der commissie, die in 1208, op
den 17 November, al is benoemd. Al eerder is er
eene commissie geweest, maar zoover wil spreker
niet teruggaan. Volgens een rapport is in 1908 een
voorstel ten opzichte van het aschland verworpen
en is er een nieuwe commissie benoemd met een
ruimer opdracht. 3 jaar later, was de commissie ver-
loopen, en werd besloten tot aanvulling der com
missie over te gaan. En weer 4 jaar later, op 11 Dec.
1915, is een lijvig rapport verschenen, dat van
flinke studie getuigt. Nu zijn er al weer 3 jaar
over heen gegaan. Op 11 April 1916 werd het rap
port in handen gesteld van Burgemeester en Wet
houders, om prae-advies, zoodat de Baad mocht
aannemen, dat het toen bij Burgemeester en Wet
houder ter tafel was. Het vorig jaar, weer D6 jaar
later, toen aan Burgemeester en Wethouders is ge
vraagd hoever de zaak van het aschland gevorderd
was, is blijkens de Memorie van Antwoord op het
sectiüverslag der begrooting geantwoord: „de zaak
der verplaatsing van het aschland wordt dezer
dagen op de agenda van Burgemeester en Wethou
ders geplaatst.
Thans is het een jaar geleden, dat Burgemeester
en Wethouders dit ontwoorddem En daarom heeft
spreker dit jaar in de sectie gevraagd hoe het ermee
staat. De zaak van het aschland moet worden afge
daan. Burgemeester en Wethouders zeggen nu dat
het geheele dossier in handen is gesteld van een
deskundige, om advies en dat dit advies er nog niet
is- Er kan, meent spreker, beter aan gewerkt wor
den. Spreker kan niet zeggen: zus of zoo moeten
Burgemeester en Wethouders werken. Maar hij
vraagt of er niet wat opgeschoten kan worden. De
aschlandzaak moet van de baan; het laatste onder
zoek duurt nu al weer 10 jaar; als het zoo door blijft
gaan, komt er nog wel 10 jaar bij.
van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918.
Burgemeester en Wethouders stellen voor hun
college dilligent te verklaren. Daartegen heeft spre
ker geen bezwaar, als het maar niet wordt be
schouwd als te staan tegenover het voorstel van de
Commissie van Rapporteurs. Burgemeester en Wet
houders kunnen hun best doen en de Baad kan wei
vertrouwen dat zij de zaak zullen afhandelen, maar
daar naast kan de Baad uitspreken dat hij verzoekt
de zaak zoo spoedig mogelijk af te doen. Burge
meester en W ethouders kunnen daarmee dan reke
ning houden. Het voorstel der Commissie van Rap
porteurs heeft geen andere strekking. Zij willen de
zaak afgedaan zien, aan Burgemeester en Wethou
ders overlatende op w.elke manier zij dat willen be
vorderen. Zij wil inter spoed dan nu in 20 jaar is be
tracht. Als het toch zoo doorgaat, komen wij er
niet uit. Op het oogenblik worden hooge prijzen ge
maakt voor den compost en dit kan ten stimulans
zijn om het aschland te bestendigen.
Spreker hoopt niet dat Burgemeester en Wethou
ders met dit motief komen. Hij hoopt dat zij verkla
ren het met de Commissie van Rapporteurs eens te
zijn en de zaak tot een einde te zullen brengen. Dan
is spreker niet tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
De heer Schaafsina heeft een enkele opmerking
over de loonen der losse werklieden. Die bedragen,
daar is terecht op gewezen, '29 cent per uur en zij
moeten hooger worden-
In de Memorie van Antw oord nu staat, dat dit
moeilijk zal gaan, te meer nu de zaak der loonen
door eene raadscommissie onder de oogen wordt
gezien. Spreker meent, met alle respect voor de
eer die men de commissie bewijst, te moeten bedan
ken voor de eer, om de loonen der losse werklieden
vast te stellen. Tot nu toe zijn die loonen steeds ge
regeld volgens de contracten door de Kamer van
Arbeid verstrekt volgens de bepalingen van het mi
nimumloon en den maximum arbeidstijd in het col
lectief arbeidscontract. Spreker geeft Burgemees
ter en Wethouders in overweging de loonen der losse
arbeiders te verhoogen, los van de collectieve
arbeidscontracten en de bepalingen betreffende het
minimumloon en den maximum arbeidstijd.
De heer Oosterhoff (wethouder) zegt, dat de lieer
Nijholt begonnen is met te zeggen, dat hij de ge
schiedenis van de commissie voor de verplaatsing
van het aschland niet van den beginne af zou op
halen. Spreker zal dat ook niet doon, want dan
zou hij niet klaar komen.
Hij wil beginnen met op te merken, dat allerlei
omstandigheden ertoe mee hebben gewerkt, om d"
zaak van het aschland te doen traineeren. Ten
gevolge van de tijdsomstandigheden moest het ge
heele rapport nog eens worden herzien. Daarin toch
was rekening gehouden met de prijzen der materia
len in 1913 en 1914. En in 1915 en later waren die
zooveer veranderd, dat de zaak geheel opnieuw
onder de oogen moest worden gezien.
Inmiddels is het besluit der Provincie gekomen
om de Centrale te verlaten en is de vraag gerezen
of dat gebouw niet kan worden gebruikt voor de.
vuiverbranding, terwijl er een aanbod is gekomen
van eenige heeren uit het Zuiden des lands om alle
faecale stoffen over te nemen en te verwerken. Bur
gemeester en Wethouders zyn tot de overtuiging
gekomen, dat het niet verstandig is, om op deze aan
bieding in te gaan. Zij weten toch niet of dit voor de
gemeente vóór of nadeelig zal zijn. Eindelijk heb-
aen zij gemeend, dat het rapport nog eens door een
weede deskundige dient te worden onderzocht. En
Vierslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1918. 324n
dit rapport is nog niet ingekomen. Daarom vragen
Burgemeester en Wethouders dilligent-verklaring.
Zij doen dit niet met de bedoeling de zaak op de
lange baan te schuiven, ofschoon de tegenwoordige
omstandigheden zoo zijn, dat men zich afvraagt of
die niet weer wijziging in de plannen zal brengen.
Als toch in de toekomst de prijzen der faeealiën zoo
hoog blijven als nu, is het dan geen zaak te blijven
handelen als tot nu toe! Dc omstandigheden bren
gen nieuwe gezichtspunten naar voren en die moe
ten eerst weer worden bezien.
De heer Schaafsina heeft de loonen der losse
arbeiders ter sprake gebracht en hij heeft gezegd,
dat de salariscommissic bedankt voor de eer om die
loonen te regelen- Dat doen Burgemeester en Wet
houders, zegt hij. De commissie zal echter moeten
toegeven, dat er verhand bestaat tusschen de losse
loonen en de vaste. Burgemeester en Wethouders
ontkennen niet, dat de losse loonen te laag zijn,
maar eerst als de vaste loonen gewijzigd worden,
zullen Burgemeester en Wethouders de losse daar
naar kunnen regelen.
De heer Nijholt geeft toe, dat de oorlogsomstan
digheden van invloed zijn geweest op de aschland-
kwestie. Het antwoord van den Wethouder be
vredigt hem echter niet. Hij had verwacht, dat deze
zou hebben gezegd: Burgemeester en Wethouders
zullen de asehland-zaak spoedig tot een goed einde
brengen.
Hij zegt echter: het is niet de bedoeling van Bur
gemeester en Wethouders deze zaak op de lange
liaan te schuiven. Nu, zegt spreker, dat. moest er
uu nog bijkomen. Spreker had liever gehoord dat
liet de bedoeling is vlug op te schieten. Wel zijn er
nieuwe gezichtspunten gekomen, maar dat zal wel
zoo blijven. En uit-een oogpunt van studie kan dat
mooi zijn, de gemeenschap heeft er direct niets aan.
Zij blijft met het aschland zitten. Spreker is tevre
den, als Burgemeester en Wethouders verklaren
deze zaak zoo spoedig mogelijk te zullen afwerken.
De heer Oosterhoff (wethouder) hoort den heer
Nijholt zeggen, dat deze geschiedenis al 20 jaar
loopt. Tot zekere hoogte is dat waar. Als er nooit
nog eene beslissing was genomen, dan zou de heer
Nijholt gelijk hebben. Maar dat is niet zoo. Er zijn
2 of 3 beslissingen genomen. En de zaak is nu in
het stadium, dat loopt vanaf het oogenblik, dat het
laatste voorstel is verworpen
De heer Nyholt; „Dat is 10 jaar geleden"-
De heer Oosterhoff (wethouder): „Dat scheelt de
helft". Spreker meent echter voorzichtig te moeten
zijn en niet te groote toezeggingen te moeten
doen. De heer Perk heeft de zaak in handen en die
kan men niet dwingen. Burgemeester en Wethou
ders zijn afhankelijk van het- werk van derden. Zij
zullen A'oortgang maken.
De heer Schaafsma kan zich niet vereenigen mei
hetgeen de Wethouder heeft gezegd ten opzichte
van de loonen der losse werklieden. Die loonen wor
den door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
De Wethouder zegt nu, dat er verband moet be
staan, tusschen de vaste en de losse loonen. Maar,
zegt spreker, dat ontbreekt. De menschen met de
vaste loonen krijgen bovendien een belangrijken
duurtetoeslag en de losse arbeiders hebben dat niet.
Daardoor is het verband al verbroken. Daarom
dringt spreker op herziening der losse loonen aan
en wel in dier voege, dat zij in overeenstemming
komen met de vaste plus den duurtetoeslag.
De beraadslaging wordt gesloten-
Volgno. 185 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos 186197 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 108. Onderhoud van den Prinsentuin en van
de daarin aanwezige gebouwen en koeten van muziek
uitvoeringen en andere vermakelijkheden in den tuin.
f 10.130.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Haverschinidt meent de tolk te zijn van
tal van ingezetenen uit den arbeidersstand, wan
neer hij herstel vraagt van de Zaterdagavond-con
certen op de Lange Pijp, die er meer dan een halve
eeuw plaats hadden en plotseling zijn afgelast.
Het was te voorzien, dat een proef om dit concert
naar den Prinsentuin over te brengen, moest mis
lukken.
Denkt men nu werkelijk, dat de menschen eerst
hun kinderen beneden 16 jaar naar huis zullen stu
ren en uit de gezellige drukte van de Nieuwestad
naar den afgelegen Prinsentuin zullen loopen, om er
tusschen half acht en negen aan een leeg tafeltje in
een nagenoeg leegen tuin naar muziek te luisteren?
Het bezoek was dan ook treurig; er waren een
paar honderd menschen, meest gewon: abonnees,
die er Zondags ook komen, en de Nieuwestad bleef
even vol als anders.
De Wethouder heeft met dezen maatregel aan
een paar duizend arbeidersgezinnen een genoogelij
ken Zaterdagavond ontnomen. Maar de fout is te
herstellen, wanneer Burgemeester en Wethouders
op hun besluit terugkomen.
De heer Dijkstra wil naar aanleiding van dezeu
post eene opmerking maken. Door de georganiseer
de arbeiders van Leeuwarden is verzocht op den
1 Meidag in den Prinsentuin een concert te mogen-
geven. Deze, naar sprekers bescheiden meening zoo
bescheiden vraag, is met eene weigering beant
woord. Spreker en zijne partijgenooten zijn daar
door teleurgesteld. Spreker heeft nu kennis geno
men van do Memorie van Antwoord. Maar zooals
het daar staat is het niet precies, meent spreker.
Burgemeester en Wethouders motiveeren hunne
weigering hiermede: wij staan den tuin niet af voor
een politiek doel. Maar dat was hier niet het gevai.
Plet is algemeen bekend, dat de 1 Meidag is een
feestdag, spreker hoopt spoedig weer een inter
nationale feestdag. De arbeidersklasse viert dan
feest. En 't bescheiden verzoek om op dien dag een
concert te geven in den Prinsentuin, die zich daar
voor zoo uitstekend leent, wordt door Burgemeester
en Wethouders niet ingewilligd. Spreker hoopt, dat,
als het weer gebeurt, Burgemeester en Wethouders
die zaak van een breeder standpunt zullen bezien
en duizenden arbeiders in de gelegenheid steiien een
concert in den tuin bij te wonen.
De heer Dijstra zal op de kwestie zelf niet ingaan.
De heer Dijkstra vereenzelvigt te veel alles v at
arbeid verricht met de arbeidende klasse en hij be
doelt daarmee dan alleen de arbeiders, aangesloten
bij de S.D-A.P.
De heer Dijkstra zegt. dat hij er ook niet tegen
zou zijn den tuin beschikbaar te stellen,
voor menschen, die er eene overtuiging
als de heer Dijstra op na houden. Zoo is
de zaak en de heer Dijstra mag dan ook niet de con
clusie trekken, dat spreker en zijne partijgenooten
meenen, dat alleen zij arbeiders zijn, die zijn aan
gesloten bij de moderne arbeidersbeweging.
De heer Hiemstra (wethouder) heeft niet alles
van den heer Haversehmidt gehoord.