b. dat de gemeente buizen of kabels zal leggen
ton behoeve van de verlichting der woningen als voor
dien aanleg voldoende materialen aanwezig of te be
komen zijn, geldende hierbij de regel, dat de straten,
welke het eigendom zijn van de gemeente of die aan
de gemeente worden overgedragen, het eerst voor
het leggen der buizen of kabels in aanmerking komen.
340 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 December 1918.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 24 December 1918. 341
merkt woidt nog, dat de directeur bij deze bereke
ning van de veronderstelling is uitgegaan dat de be
doelde verbeteringen kunnen wachten totdat meer
normale tijden zijn teruggekeerd. Werden bedoelde
werkzaamheden terstond verricht, dan zouden de kos
ten veel hooger komen.
Door de eigenaren van de bedoelde perceelen zijn
verklaringen ingezonden, dat zij de straat aan de
gemeente willen overdragen onder de door ons voor
gestelde en aan hen kenbaar gemaakte voorwaarden,
welke, behalve die van administratieven aard, o.m.
inhouden
a. dat door de eigenaren van de straat als bijdrage
in de kosten van verbetering van de rioleering en
van de bestrating en van voortdurend onderhoud
wordt betaald een bedrag van 1523.37 in totaal;
Zooals bovengezegd konden de eigenaren zich hier
mede vereenigen, mits hun perceelen dan zoo spoedig
mogelijk van electiisch licht werden voorzien. Aan
den directeur van het gemeentelijk electriciteitbedrijf
is toen opdracht verstrekt met het leggen van den
kabel een begin te maken en de perceelen daar op
aan te sluiten. Een en ander is thans reeds geschied.
Wij stellen U dus voor te besluiten
in eigendom over te nemen do navolgende nader
op de bijbehoorende teekening aangegeven gedeelten
van de Oosterbuurt en van de daarop uitkomende
zijstraten, eveneens plaatselijk bekend als Oosterbuurt,
als van
H. C. Broersma, alhier, het gedeelte
straat van de kadastrale nummers 5236
5237, 5238 en 5239 in sectie O, onder bij
betaling door dezen van een bedrag van f 181.63 5
F. Broeisma te Huizum, alsvoren van
nos. 5240, 5241, 5242 en 9500 onder bij
betaling door dezen van een bedrag van
144.40
L. C. Smidt te Winschoten, alsvoren
van nos. 5249, 5248, 5253 en 5254, onder
bijbetaling door dezen van een bedrag van 137.31
J. Damsma, alhier, alsvoren van nos.
5247 en 5246, onder bijbetaling door
dezen van een bedrag van86.29
D. Veenstra, alhier, alsvoren van no.
6767, onder bijbetaling door dezen van
een bedrag van156.125
G. R. Pel, alhier, alsvoren van nos.
6768, 5260 en 5259, onder bijbetaling
door dezen van een bedrag van 149166
W. Tool, alhier, alsvoren van nos. 5258,
5257 en 5256, onder bijbetaling door dezen
van een bedrag van255.375
Erven Gustaaf dansen, alhier, alsvoren
van nos. 9488, 5331, 5330 en 5329, onder
bijbetaling door dezen van een bedrag van 367.181
A. van der Made, alhier alsvoren van
no. 6769, onder bijbetaling door dezen
van een bedrag van45.885
1523.37
en verder onder de voorwaarden welke Burge
meester en Wethouders geraden mochten voorkomen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Beekhuis doet opmerken, dat er in het
voorstel staat:
,.Ondertusschen zijn, gelijk aan U reeds bij boven
bedoelde uiteenzetting werd ter kennis gebracht,
onderscheidene aanvragen om overdracht van particu
liere straten aan de gemeente ingekomen."
Spreker wil Burgemeester en Wethouders in over
weging geven, zoo spoedig mogelijk met vooi.stellen
daaromtrent bij den Raad te komen. Hij acht het
tijdstip daarvoor nu geschikt. Wij hebben al veel
drukte en moeite gehad met het overnemen van par
ticuliere straten. Thans is er, meent spreker, eene
geschikte gelegenheid om een regelmatigen toestand'f
te dezen aanzien te kiijgen.
De Voorzitter zegt spoed toe. Er zal zoo spoedig
mogelijk overgenomen worden wat kan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wothouders,
8. Agenda no. 9) Voorstel van de heeren Nijholt,
Dijkstra en Terpstra tot instelling van een gemeentelijk
land- en tuinbouwbedrijf (bijlage no. 43).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Dijkstra wil naar aanleiding van het advies
van Burgemeester en Wethouders een enkel woord
zeggen. Er zijn door het college verscheidene punten
ter bestrijding naar voren gebracht. Hij wil enkele
daarvan aanstippen en in het laatst even wijzen waarom
het gaat. Het eerste argument, door Burgemeester
en Wethouders naar voren gebracht, is dat aan de
gemeente geregelde inkomsten worden onttrokken,!
Voor spreker is het de vraag of dit argument voor
bestrijding kan dienen. Het is toch zeker waar, zooals
het door de minderheid in het college is opgemerkt,
dat tegenover het gemis aan inkomsten, dat toch
slechts betrekkelijke inkomsten zijn zoolang van de
huursom, rente en aflossing van de geleende kapitalen
moet worden betaald, toch de inkomsten uit het be
drijf staan en andere vooideelen.
Het tweede argument is de wisselvalligheid van de
bediijfsinkomsten. Spreker wil niet ontkennen, dat
er voor de gemeente aan zoo'n bediijf wisselvallig-1
heden en onvoorziene dingen vastzitten, maar, als de
gemeente iiskeert wat duizenden particulieren doen, dan
is dat geen argument om niet op het voorstel in te gaan.
Verder zeggen Burgemeester en Wethoudeis, dat
het geen aanbeveling verdient op het vooistel in tc
gaan, omdat het een zuiver ambtelijk bedrijf zal
worden. Spreker is daarvoor niet zoo bang. Er zijn
toch veel flinke ambtelijke gemeentebedrijven aan te
wijzen. De manier waarop die worden geëxploiteerd,
onder leiding van een bekwaam directeur en bekwaam
personeel, maakt, dat men niet bevreesd behoeft te
zijn, dat een landbouwbedrijf onder bekwame leiding
niet zal slagen. Dit argument kan dus ook uitge
schakeld worden.
Burgemeester en Wethouders hebben nog een argu
ment aangevoerd.
In het advies zeggen Burgemeester en Wethouders:
„de toelichting tot het voorstel laat dan ook de
„financieële resultaten in het midden",
Dit is, zegt spreker, tot een zekere hoogte waar.
Het is een heel bescheiden voorstel. De voorstellers
zijn van oordeel dat van een bedrijf als een landbouw
bedrijf geen juiste cijfers te geven zijn. Als zij een
exploitatierekening hadden overgelegd, zouden de cijfers
daarvan ook voor bestrijding vatbaar zijn geweest.
Maar voor de aanneming van een zoo bescheiden
voorstel zijn de financieële gevolgen geen bezwaar.
Als het over duizenden Hectaren liep, zou het er anders
voorstaan. De voorstellers hebben juist opzettelijk
een zoo bescheiden voorstel gedaan. Spreker zou
nog wel enkele kleine argumenten kunnen bestrijden,
maar hij zou daartoe moeten verwijzen naar hetgeen
daarvan door de minderheid van Burgemeester en
Wethouders is gezegd. En hij behoeft niet in her
halingen te treden.
Hier komt evenwel een bepaald principe in het
gedrang en nu zit het hem daarin uit welk oogpunt
en van welk standpunt men een dergelijk bedrijf be
schouwt. In de vorige zitting hebben wij de discussie
gehad over eene gemeentelijke waschimichting. Eu
daarbij is dit naar voren gekomen, dat de sociaal
democraten alles aan de gemeente en het Rijk willen
brengen om de kleine middenstandsbedrij ven betrek
kelijk onmogelijk te maken. En daarom, zeggen de
tegenstandeis, ziju wij er tegen. Daarover wil spieker
iets zeggen. Het voorstel is een principiëel voorstel.
Met opzet hebben do voorstellers het niet te breed
opgezet om het den heeren gemakkelijk te maken
liet aan te nemen Er wordt gezegd, dat het voor
stel niet is in het algemeen belang. Laat dat zoo
zijn, maar het belang van het vooistel is zeer groot.
De bedoeling toch is regeling te brengen in de piijzen
der landbouwpi oducten. En dat is wel noodig. Het
is niet de eerste maal dat er gesptoken wordt over
de anarchie, die er heerscht in de prijzen der land
bouwproducten. Eu niet alleen bestaat die bij deze,
maar ook bij heel wat andere prijzen. Wat, vraagt
spreker, weegt nu het zwaarst. Staat men nu op het
standpunt dat de bediijven er zijn om winst te maken
of dat er ook nog iets anders is te doen. Sprekers
fractie staat op het standpunt, dat, wanneer het alge
meen belang het eischt, het particulier belang op den
achtergrond moet worden geschoven. Dat komt dan
in het gedrang, maar in de ontwikkelingsgang der
maatschappij wordt daarnaar ook niet gevraagd. Toen
er spoor- en tramwegen zijn aangelegd heeft men
ook niet gevraagd, wat zal er terecht komen van de
ondernemers van dilligence diensten. Niemand denkt
er aan die ontwikkelingsgang tegen te houden. Spre
ker en zijne partijgonooten voelen het als een alge
meen belang dat de gemeente invloed uitoefent op
de prijzen der landbouwproducten. Cijfers behoeft
spreker niet te geven, maar hij wil alleen maar wij
zen op de kolossale winsten, welke door het land
bouwbedrijf zijn gemaakt. Als op sprekers voorstel
van 12 December 1916, om de boereplaats aan het
Kalverdijkje in exploitatie te nemen was ingegaan,
zou, meent spreker, het algemeen belang beter ge
diend zijn dan door verwerping van dit voorstel. Wij
kobben toch beleefd de enorme stijging van de prijzen
der zuivelproducten. Als nu de gemeente de exploi
tatie dier boerderij ter hand genomen had, zou zij
hebben kunnen constateeren of die hooge prijzen ver
dedigbaar zijn. De laatste verhooging van de boter-
prijzen is zonder eenige toelichting geschied. Het
publiek heeft maar te betalen. Als nu de gemeente
beschikt had over de exploitatie-rekening eeno boer
derij, dan zou zij gewicht in de schaal hebben kun
nen leggen bij de prijsbepaling der producten. Als
men nu, net als de heeren, op het standpunt staat,
dat men ruimte moet laten om zooveel mogelijk winst
te maken, de wethouder Vliegen heeft in den Amster-
damschen Raad met cijfers uit de kleedingindustrie
gedemonstreerd tot welke gevolgen dat leidt. Spreker
zal den Raad niet vermoeien met veel cijfers, maar
hij kan bewijzen dat door het principe der heeren,
waarbij ruim baan wordt gelaten aan het maken van
winst, 90 °/0 der bevolking van die taktiek de dupe
wordt. Het doel der voorstellers nu is regelend op
te treden ten opzichte van de prijzen der landbouw
producten. Het voorstel kan zelfs worden verdedigd
door landbouwers zelf. Deze toch voelen zelf dat er
teu opzichte van de prijsbepaling der landbouwpro
ducten anarchie heerscht. Spreker beveelt met alle
kracht zijn voorstel aan. In de praktijk zal het ook
wel opgaan. Daarvoor wil spreker alleen verwijzen,
naar den invloed die het had op de bloemkoolprijzen,
toen de gemeente een enkele waggon bloemkool uit
het Westland aanvoerde. Spreker is dan ook ten
zeerste overtuigd van den invloed, die het hebben
van een gemeentelijklandbouwbedrijf op de prijzen
der landbouwproducten zal uitoefenen.
De heer Haverschmidt wenscht een paar opmerkin
gen te maken over het gemeentelijk tuinbouwbedrijf.
Spreker vraagt aan de voorstellers of hiermee elders
reeds een proef is genomen en zoo ja hoe die proef
is uitgevallen of dat Leeuwarden die proefneming
moet ondergaan
In Amsterdam schijnt de kans ongunstig; spreker
verneemt dat het voorstel zal worden ingetrokken,
wanneer in de secties het verzet te groot blijkt en
dat is niet onmogelijk daar men genoeg krijgt van
de socialistische pi oefnemingen van den wethouder
Wibaut.
Wanneer er sprake is van een monopolie, dat wil
zeggen, wanneer er slechts één leverancier kan zijn,
zooals bij water, gas, electriciteit en dergelijke zaken,
dan moet die leverancier de gemeente zijn, maar een
monopolie zal het groentebedrijf nooit worden, want
er zal altijd concurrentie blijven met particulieren,
die goedkooper produceeren.
Het gevolg zal daarvan zijn leveling beneden kost
prijs ten nadeele van de gemeentekas. Spreker noemt
het een eerste stap op een gevaarlijk terrein; even
goed kan de gemeente visclr, brood en vleesch leve
ren en dat zal dan geschieden in gemeentewinkels
met als onvermijdelijk gevolg den ondergang van
groote en kleine neringdoenden.
Bedriegt spreker zich niet dan is de groentehandel
hier ter stede reeds belangrijk gewijzigd en de ge
meente zou den aanvoer nog kunnen bevorderen door
het stichten van een veilinggebouw en van markt
hallen.
De heer Nijholt beschouwt deze zaak als een zeer
belangrijke. Hij wil dan ook nog een enkel woord
toevoegen aan het betoog van den heer Dijkstra. Hij
hoopt, dat het er iets toe moge bijdragen om de
meening der heeren om te zetten. Spreker wil een
enkel woord zeggen over het prae-advies. Hij meent
dat het prae-advies van Burgemeester en Wethouders
zeer mager kan worden genoemd. Spreker is daarin
weinig werkelijke motieven tegengekomen. Men vei-
wijst naar eene stemming, die eerder gehouden is.
Maar, toen gold het een andere zaak. Men spreekt
over roofbouw en dat het mogelijk is om daarmee
nog grooter opbrengst te maken. Bij de voorstellers
is dit wel bekend. Ook zeggen Burgemeester en
Wethouders, dat ze wel een varkensmesterij kunnen
beginnen, maar dat het daarmee door een enkel minis-
terieël voorschrift gedaan kan zijn. Dat zijn echter
geen ernstige bestrijdingsargumenten. De hoofdzaak
in de argumenten van Burgemeester en Wethoudeis
is dit, dat de zaak financieel niet uit kan. De andere
motieven zijn, meent spreker van nul en geener waarde.
In het prae-advies wordt den voorstellers verweten,
dat zij over het financieël gedeelte van het vraagstnk
losjes zijn heengegaan. Zij hebben gezegd dat het
moeilijk is eene exploitatierekening te geven en dat
de gemeente, door de instelling van een gemeentelijk
landbouwbedrijf evenveel uit den grond kan halen
als bij verhuring het geval is. De voorstellers nu
hadden wel kunnen overleggen een exploitatiereke
ning met verschillende cijfers, maar dan zouden Bur
gemeester en Wethouders zeker gezegd hebben: die
cijfers staan niet vast. En dan hadden zij Burge
meester en Wethouders gelijk moeten geven. Het is
niet mogelijk vooraf een exploitatierekening op te
zetten, die eenige aanspraak op nauwkeurigheid kan
maken.