two X-~r~ 2 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Januari 1919. ten dienste der gemeentewerken aan Petrus Poelsma alhier, tegen de navolgende eenheidsprijzen voor ver voer van de in artikel 1 van het bestek onder letter a tot en met n genoemde materialen: a. 1.20, b. f 1.—, c. 1.25, d. f 1.25, e. 1.25, 1.90, g. f 1.-, h. f 1.-, j. 0.25, k. 1.30, l. f 1.30, m. f 1.30, n. f 2. e. aan A. Delea het voortdurend in gereinigden staat onderhouden van alle schoorsteenen in verschil lende gemeentegebouwen, voor 0.35 per stuk f. het onderzoeken van de bliksemafleiders met toebehooren, staande op verschillende gemeentege bouwen, aan J. H. Vrind alhier voor f 70. g. de levering van heesters, coniferen en groen- blijvende planten in gemeenteplantsoenen aan de firma A. van Wilgen en Zn. te Boskoop voor f 785.30 h. het onderhouden van de electrische belgelei dingen en huistelefoongoleidingen aan J. H. Vrind alhier voor 80. i. het verrichten van behangerswerken in gemeente gebouwen onder bijlovering van materialen aan G. J. Acker alhier tegen de navolgende eenheidsprijzen sub a f 5.75, h f 7 50, e. 9.—, d. f 10.25, e. f 12.-, f 12.50, g. f 13.25, h. f 13.75, i. f 14.75, jf 18.—, k. f 21.—, I. 23.ui. f 26.,n. f 30. o. f 1.35, p. f 1.33 en q. f 0.45. 16. dat Burgemeester en Wethouders hebben be noemd tot boekhouder van het gemeentelijk electrici- teitbedrijf E. Oeloff, benoemd boekhouder aan de ge meentelijke gasfabiiek. De mededeelingen 15 en 16 worden voor kennis geving aangenomen. 17. dat is ingekomen een verzoek van den heer L. Woltring, om eervol ontslag als stadsarts, belast met de genees-, heel- en verloskundige praktijk der behoeftigen, met ingang van 1 Mei e.k. Wordt voorgesteld het gevraagde ontslag te ver- leenen. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. III. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Tulp heeft verzocht aan Burgemeester en Wethouders een vraag te mogen stellen, naar aanleiding van de tweede sluiting der scholen in verband met de Spaansche griep. Spreker stelt voor den heer Tulp het gevraagde verlof te verleenen, na afhandeling der agenda. De heer Tulp zou liever dadelijk in de gelegenheid worden gesteld zijne vraag te stellen, daar wij een lange agenda hebben te behandelen. De Voorzitter: „Het staat aan den Raad om daar over te beslissen." Het gevraagde verlof wordt verleend. De heer Tulp dankt den Raad voor het hem ver leende verlof. Hij wil den heer Schoondermark een vraag stellen. Toen de scholen voor den tweeden keer wegens de Spaansche griep zijn gesloten, hebben Burgemeester en Wethouders de besturen der bijzondere scholen daarvan kennis gegeven en verzocht ook hunne scholen te sluiten. In hoeverre aan dat verzoek is voldaan weet spreker niet. Wel weet hij, dat de school in het Nieuwe Stads Weeshuis niet gesloten is. Nu zou dat niet van zooveel beteekenis zijn, want of de kinderen nu in het eene lokaal of in het andere bijeen zijn is precies gelijk, maar spreker is ter oore gekomen, dat de school in het weeshuis voor 50 °/0 ook is bevolkt door kinderen uit de stad. En daardoor heeft die school precies hetzelfde karakter als de andere bijzon dere scholen. Waar nu over de schoolsluiting zooveel stof is opgejaagd en de voogden de school voor de tweede maal niet hebben willen sluiten, zou spreker daaromtrent gaarne eenige inlichtingen ontvangen van den Wethouder van Onderwijs. De heer Schoondermark (wethouder) zegt, dat de mededeeling van den heer Tulp geheel overeenkom stig de waarheid is. Burgemeester en Wethouders hebben aan de besturen der bijzondere scholen kennis gegeven van de sluiting der openbare scholen en hun verzocht de lijn van Burgemeester en Wethouders te volgen en ook te sluiten. In hoeverre aan het verzoek is voldaan, is spreker niet bekend. De brief toch was niet zoo ingericht dat daarop antwoord werd verwacht. Spreker is wel ter oore gekomen, dat de voogden van het Nieuwe Stads Weeshuis niet aan het veizoek hebben voldaan. Spreker heeft gedacht precies wat de heer Tulp reeds heeft opgemerkt dat de voogden van oordeel waren, dat het er niet toe doet of de kinderen in het eene lokaal bijeen zijn of het andere. Hij heeft evenwel oen onderzoek ingesteld en het is hem gebleken dat 50 °/o van d0 leerlingen uit de stad komt. Daardoor stond de school in het weeshuis, wat het gevaar betreft, precies gelijk aan iedere andere school. En nu zit in het college van voogden de medicus, die het groote woord heeft gevoerd en de groote trom heeft geroerd in de courant Spreker kan niet beoordeelen of deze medicus advies heeft gegeven of niet. Hij meende echter dit te moeten zeggen naar aanleiding van de vraag van den heer Tulp. Het heeft spreker echter zeer bevreemd dat het weeshuis de school niet heeft gesloten, terwijl in het college van voogden de medicus zitting heeft, die zoo de groote trom heeft geroerd. IV. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Schaafsma verlof heeft gevraagd een vraag te mogen richten tot Burgemeester en Wethouders inzake de turf- distributie. Spreker stelt voor het gevraagde verlof te verleenen na afhandeling der agenda. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. V. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot tijdelijke afwijking der betrekkelijke verordening wat betreft de aanwending der winst van de gasfabriek. 2. Alsvoren tot wijziging der verordening op de levering en den prijs van het gas en de electriciteit (gemeentebladen 1918 nos. 10 en 30). 3. Alsvoren om aan het Rijk voor de vestiging van een Rijks-dagnormaalschool tot wederopzegging in gebruik te geven lokalen van gemeenteschool no. 13. 4. Alsvoren om aan J. Beunk op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan ge meenteschool no. 8. De stukken 14 hebben ter visie gelegen om heden te worden behandeld. 5. Alsvoren naar aanleiding van het verzoek van S. .1. Mellema tot het maken van een aanlegsteiger, waarop een handkraan, aan de Dokkumer Ee. 6. Alsvoren om G. Italië met ingang van 15 Februari e.k. op zijn verzoek eervol te ontheffen van zijn tijdelijke betrekking als leeraar aan het gym nasium. 7. Alsvoren om aan S. E. de Waard, wachter aan de provinciale Bolswarderbrug te Dronrijp, te verhuren een aan de gemeenten Leeuwarden en Harlingen toe- behoorend perceel tuingrond, gelegen aan den Har- lingertrekweg bij de Bolswarderbrug. 8. Alsvoren tot wijziging van het raadsbesluit van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Januari 1919. 3 11 Juni 1918 betreffende de schenking, door de Ver- eenming tot bevordering van het Vreemdelingerverkeer aan de gemeente Leeuwarden gedaan. 9. Alsvoren tot het aaukoopen van woningen aan de Weerklank en het Pieterseliewaltje. De stukken 59 zullen in eene volgende vergade ring worden behandeld. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het voorstel van de raadsleden L. Zandstra, H. Tiemersma en M. Schaafsma d d. 27 November 1917 betreffende de afschaffing van het zoogenaamde am- bulantisme. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling eener verordening tot het heffen en op de invordering van nog 18 opcenten op de divi dend- en tantième-belasting. De stukken 10 en 11 zullen worden gedrukt als bij lage tot het raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd worden behandeld. 12. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een voorzitter van de Com missie voor de gemeentelijke arbeidsbeurs. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden be handeld. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het instellen van een rechtsvordering tot ontbinding der huurovereenkomst met eventueele ontruiming tegen J. J. Berger en R. Kunst, huurders van gedeelten van het voormalig hotel Weidema alhier wegens wanbetaling der huurpenningen. De Voorzitter stelt voor dit voorstel nog heden in behandeling te nemen. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. Met algemeene stemmen wordt daarna besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. VI. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. (Agenda no. 2). Benoeming van een lid der Commissie van beheer over het Stads-Ziekenhuis wegens periodieke aftreding van den heer dr. J. A. Bomer. Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer dr. J. A. Römer. 2. Agenda no. 3). Benoeming van een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter der Commissie voor de gemeentelijke arbeidsbeurs. Voor de vacature van voorzitter zijn uitgebracht 23 stemmen, verdeeld als volgt op den heer mr. C. Uiterwijk 20 stemmen, mr. A. van Giffen 2 terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer mr. C. Uiterwijk is alzoo benoemd. Tot plaatsvervangend voorzitter wordt met alge meene stemmen benoemd de heer mr. M. Goslings. 3. (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voorloopige vaststelling van den loen suppletoiren staat van waterstaatswerken, niet in onder houd en beheer bij het Bijk, de provincie en waterschappen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, 4. (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan J. Beunk op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool i(0. 8. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Mothouders om aan de provincie Friesland in erfpacht af te staan een terrein tusschen den Kanaalweg en het Vliet en om in beginsel te besluiten tot verkoop van grond aan den Sneekertrekweg enz., beide ten behoeve van de provinciale electrische centrale. Dit voorstel luidt als volgt Reeds geruimen tijd voor het Raadsbesluit van 11 Januari 1916 tot overdracht der electriciteitsfabriek aan de provincie waren er dezerzijds met Gedepu teerde Staten onderhandelingen gevoerd betreffende de eigendomsoverdracht van het terrein tusschen het Nieuwe Kanaal en het Vliet, waarop de Electrische Centrale is gelegen. Nadat echter de overdracht van de fabriek c. a. had plaats gehad en voorloopig eene vergoeding van 900.voor het gebruik van den grond was bepaald, kwam bij Gedeputeerde Staten het plan op de fabriek naar een terrein, gelegen aan den Sneekertrekweg, te verplaatsen, waardoor het voor de provincie van geen belang scheen den eigendom van den aan het Vliet gelegen grond te verkrijgen. Bij de onderhandelingen over het bestendigen van de toen bestaande overeenkomst over de huur van het terrein, die wegens de voorgenomen verplaatsing der Centrale aanvankelijk zou loopen tot 1921, bleek het echter noodzakelijk de bestaande fabriek uit te breiden, waardoor de verplaatsing voorloopig kon uitgesteld worden. Gedeputeerde Staten gaven daarom den wensch te kennen om over den grond tusschen het Vliet en het Nieuwe Kanaal de beschikking te krijgen gedurende de eerstvolgende vijftig jaren. Hieronder zou dan tevens begrepen zijn het stuk dat zich uitstrekt van de noordelijke grens van het emplacement der Centrale tot het Vliet en op een gedeelte waarvan, tot eene breedte van ongeveer 10 meter langs het vaar water, een recht van voet- en kruipad is gevestigd. Waar echter, zooals nader blijken zal, de volvoering der plannen voor een nieuw te bouwen Centrale slechts uit-, niet afgesteld zijn, stelde de provincie er prijs op te allen tijde het recht tot opzegging der te sluiten overeenkomst te hebben. Wij hebben gemeend dat het gemeentebelang daarmee alleen gediend was, indien dan de te betalen vergoeding (bedragende voor het nu in gebruik zijnde gedeelte 900.per jaar) na 1 Januari 1921 ver hoogd werd en de gemeente de zekerheid had dat bedoeld terrein uitsluitend zou bestemd blijven voor werken ten dienste der provincie. Ondertusschen was ook de medewerking der ge meente gevraagd voor de bovenvermelde plannen der provincie om op den duur definitief de Electrische Centrale te stichten aan den anderen kant der stad. Het terrein dat hiervoor het meest geëigend leek, is een stuk grond gelegen aan den Sneeker Trekweg en ten zuiden begrensd door het perceel waarop het abat toir gesticht zal worden. Hoewel het oorspronkelijk leek of beide plannen van bebouwing elkaar in den weg zouden staan, is men toch tot een voorloopige overeenstemming ge komen, waarbij wij ons bereid hebben kunnen ver klaren het verzoek van Gedeputeerde Staten om de zekerheid te verkrijgen in de toekomst het in het besluit nader omschreven terrein te kunnen koopen bij U te ondersteunen. Wellicht wekt het op het eerste gezicht eenige bevreemding dat voorgesteld wordt het afstaan van die gronden, waarvan de ge meente zich nog slechts zoo kort geleden den eigendom verzekerd heeft, omdat die, gunstig gelegen tusschen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 2