1 De heer Collet heeft den wethouder hooren zeggen
dat hij spreker veranderd is. Dat is echter niet
zoo. Spreker is precies dezelfde gebleven. Bij de be
handeling der begrooting deugden de cijfers niet.
Daarin kwam een winst over het geheele jaar voor
van 101,000.—. Spreker heeft toen gezegd, als wij
den gasprijs met 2 cent verlagen, dan kost dat de
gemeente 73,000.Nu ligt er een advies van den
directeur, waarin over 9 maanden een winst van
175,000.wordt aangegeven
F»* jwrrrr «Qtrai ilï^L 4
8 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Januari 1919.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Januari 1919. 9
negen maanden van het jaar 1918 de nuttig afgeleverde
hoeveelheid gas heeft bedragen '2.568 580 M3., terwijl
de onkosten 565,742.57) na aftrek van de opbrengst
der bijproducten enz. 259,580.15) hebben bedragen
306,162.42, den kostprijs van het gas stelt op 12 ct.
en adviseert den verkoopprijs voor 1919 op 14 ct. te
bepalen.
Op grond daarvan geeft hij in overweging ook de
prijzen voor het overbruik en het bedrag van den
toeslag een wijziging te doen ondergaan. De Com
missie voor de lichtfabrieken kan zich met den
standaardprijs van 14 ct. wel vereenigen, doch acht
het met het oog op het grootere verbruik, dat van
deze prijsvermindering vermoedelijk het gevolg zal
zijn, niet geraden in de tarieven voor het oververbruik
een verandering te brengen. Wij kunnen met dit laatste
advies medegaan, met één voorbehoud echter en wel
dit, dat de algemeene gasprijs op 15 ct. wordt aan
genomen omdat, gelijk U uit het mede aangeboden
voorstel tot versterking van het reservefonds der
fabriek zal blijken, in de naaste toekomst zoodanige
eischen aan de begrooting zullen worden gesteld, dat
het alleszins te verdedigen is met de prijsreductie
niet verder dan tot 15 ct. te gaan, zoodat de inkomsten
van de ontvangst uit afgeleverd gas iets minder
terugloopen.
Gaat Uwe Vergadering met deze zienswijze mede,
dan moeten de cijfers 18 en 16 in artikel 4, la en 2
(de standaardprijzen van gas voor huiselijk gebruik
en voor zaken, bedrijven, ziekenhuizen en instellingen
van weldadigheid) der verordening op de levering en
den prijs van het gas en de electriciteit (gemeentebladen
1918 nos. 10 en 30) worden veranderd in 15 en die
van het raadsbesluit van 5 Februari 1918 betreffende
den toeslag op den prijs van het gas (zie gemeente
blad 1918 no. 10 onder I B of de noot bij artikel 4
aldaar) in plaats van 10, 8 en 4, al naar mate den aanslag
in de plaatselijke Directe Belasting naar het Inkomen
7, 5 en 1. De tarieven voor de lagere aanslagen
blijven dus gelijk, omdat het niet wenschelijk is bij
de tegenwoordige kostbare exploitatie beneden een
gasprijs van 8 ct. te gaan.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten met
ingang van 1 Januari 1919 de bovengenoemde wijzi
gingen in de aangehaalde verordening aan te brengen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Collet zegt, dat door Burgemeester en
Wethouders wordt aangedrongen op een standaard
prijs van 15 cent, in tegenstelling met den Directeur
der gasfabriek, die een prijs voorstelt van 14 cent.
Dit voorstel wordt verdedigd met de opmerking dat,
gelijk uit het aangeboden voorstel tot versterking van
het reservefonds blijkt, in de toekomst aan de be
grooting zulke eischen worden gesteld, dat een prijs
van 15 cent gewettigd is.
Dit reservefonds evenwel zal alreeds het voorge
stelde bedrag van 200,000.— hebben bereikt. De
directeur toch berekent, dat in de eerste 9 maanden
een winst is gemaakt van 175.000.Het reserve
fonds is in 1917 gedaald van 100,000.— tot
63,356.Hierbij de f 175,000—, dan wordt dat
f 238,000.Nu wij reeds een dergelijk bedrag
hebben, meent spreker dat de gasprijs niet op 15,
maar op 14 cent moet worden gebracht. De directeur
heeft den kostprijs nauwkeurig berekend op 12 cent
en bij die berekening heeft hij rekening gehouden
met alle lasten, die op de begrooting voorkomen o.a.
ook met den post storting in het afschrijvings- en
vernieuwingsfonds f 36,628.59. En hij komt dan tot
een prijs van 12 cent. Nu willen Burgemeester en
Wethouders daar 3 cent bovenop zetten en den prijs
bepalen op 15 cent. Spreker vindt 2 cent meer dan
genoeg, in ieder geval voldoende. De directeur is
nog zeer voorzichtig, waar hij zegt ter verdediging
van 14 cent, dat hij veiligheidshalve niet lager wil
gaan dan 14 cent. Spreker vindt dien prijs voldoende. I
Als wij toch den verkoopprijs stellen op 14 cent,!
dan wordt een schoone winst gemaakt van 3,662.500
X cent is 73,250.Met deze cijfers voor oogen
vindt spreker het verkeerd te zeggen dat er nog één.
cent bij moet. Dan komen wij op een winstcijfer
van ruim f 100,000.
Spreker vraagt zich af of het nu werkelijk niet de
bedoeling is de J 104 000 in de gemeentekas te storten,
Als de prijs wordt gesteld op 14 cent dan ontloopt
de zuivere winst over 1919, als de fabriek onder de j
zelfde omstandigheden werkt als in 1918, die over'
1918 niet veel. En voor een behoorlijk reservekapi
taal hebben wij de 36000.die er meer los komen
als de prijs op 15 cent wordt bepaald, niet noodig,
Spreker kan meegaan met de commissie voor de licht
fabrieken om den prijs te bepalen op 14 cent. Als de
Raad dezen prijs vaststelt, zal de fabriek iets minder
ontvangen. Het grootste gedeelte van het geprodu
ceerde gas wordt geleverd met toeslag. Slechts 171/,
wordt geleverd zonder toeslag. Als nu de prijs
bepaald wordt op 14 cent, dan ontvangt de gemeente
minder een som van 6409.Dat is dan het te
kort, dat de gemeente lijdt. Bovendien moet niet
worden vergeten, dat bij verlaging van den gasprijs
de gemeente ook minder aan toeslag heeft te betalen.
De verbruikers, die 8 cent betalen, krijgen nu 10
cent reductie, en als de prijs op 14 cent wordt ge
steld 6 cent.
Als de prijs op 14 cent wordt gesteld, ontvangen
de gasfabriek en de gemeente ruim 6000.— min
der. Men moet nu niet zeggen, dat men, om de
groote herstellingen te kunnen doen, den prijs 1 cent
omhoog moet brengen. Die eene cent zal het niet
doen. Spreker meent, dat een prijs van 14 cent vol
doende is voor de schommelingen, die kunnen plaats
hebben. Waar de Raad zich meermalen heeft uitge
sproken voor de levering van gas tegen den kostprijs,
omdat hij geen gasbelast.ing wil, stelt spreker voor
den gasprijs te bepalen op 14 cent.
De heer de Haan zegt, dat de aanwezige leden der
commissie, de heeren Tulp, Tiemersma en spreker,
het volgende amendement indienen
„De ondergeteekenden stellen voor den gasprijs in-
plaats van op 15 cent, te brengen in overeenstem
ming met het voorstel van den directeur der gasfa
briek op 14 cent per stère, (de toeslagen worden dan,
in plaats van 7, 5 en 1 cent, bepaald op 6, 4 en 0
cent)."
Na do uitvoerige toelichting door den heer Collet
acht spreker het niet noodig het amendement nader
te verdedigen. Alleen wil spreker nog dit zeggen,
dat de commissie voor de lichtfabrieken indertijd
heeft voorgesteld de prijsverlaging te doen ingaan
op 1 December 1918. Burgemeester en Wethouders
stellen voor haar te doen ingaan op 1 Januari 1919.
En daarmee kan de lichtcommissie zich wel vereonigen.
De heer Oosterhoff (wethouder) doet opmerken, dat
de leden der lichtcommissie zich hebben aangesloten
bij den heer Collet. Spreker heeft dus alleen te ant
woorden op de opmerkingen van dat raadslid. Of
schoon spreker toegeeft, dat iemand van inzicht kan
veranderen, verwondert het spreker den heer Collet
zoo te hooren redeneeren, daar hij nog niet lang ge
leden van een andere gedachte is geweest. Spreker
heeft hem toen doen opmerken, dat Burgemeester en
Wethouders misschien een lageren prijs zouden voor
stellen dan de heer Collet toen deed.
Burgemeester en Wethouders kregen toen den raad
zeer voorzichtig te zijn. Het spijt spreker dan
■ok, dat de leermeester van Burgemeester en Wet-
louders nu een andere richting is uitgegaan.
Spreker wijst erop, dat de heer Collet bij zijne
redeneering van een verkeerde praemisse is uitgegaan
en daardoor tot eene verkeerde conclusie is gekomen.
J)e heer Collet zegt, dat de directeur rekening heeft
gehouden met de duurte, de afschrijving enz. en dat
git de winst het reservefonds wel zoo kan worden
aangevuld, dat daaruit de extra kosten kunnen wor
den bestreden en dat het daarom niet noodig is den
prijs te verhoogen. Die redeneering is onjuist.
Het bedrag, dat in het reservefonds wordt gestort,
is de winst over 1918. Van de winst over 1919 weten
irij absoluut nog niets. De directeur heeft wel reke
ning gehouden met de percentsgewijze afschrijving,
<Jio de verordening voorschrijft, wel met de duurte,
jnaar verder gaat hij niet. Hij stelt voor den gasprijs
te bepalen op 14 cent, wanneer Burgemeester en Wet
houders, wat de afschrijving betreft, de hand aan de
verordening houden; een advies daaromtrent geeft
lii echter niet. Hij zegt nietik zou dit of dat doen,
maar als er geen rekening wordt gehouden met extra
afschrijvingen is 14 cent voldoende. Nu zijn Burge
meester en Wethouders van meening, dat daarmee
wel rekening moet worden gehouden. De directeur
heeft vroeger reeds een voorstel gedaan om extra af
ie schrijven op de materialen, die tegen abnormaal
koogen prijs zijn ingekocht en Burgemeester en Wet-
Mouders hebben die lijn nu doorgetrokken. Daarvoor
'willen zij nu die cent besteden. De 2 cent boven
4en kostpiijs zijn voldoende voor het gewone risico.
Burgemeester en Wethouders achten de noodzake
lijke bij de verordening voorgeschreven afschrijvingen
te laag en zij willen bovendien een extra afschrijving
doen om spoediger uit den aanschaffingsprijs van de
dure materialen te komen.
De heer Oosterhoff (wethouder) „over 1918, dit is
o begrooting over 1919".
De heer Collet vervolgt en zegt dat men wel kan
annemen, dat de exploitatie vrijwel gelijk zal loopen
u dat er wel niet zulke groote schommelingen zullen
laats vinden.
Waarom zouden de kolen, waarom de gasolie zoo-
eel duurder zijn, vraagt spreker.
De wethouder zegt dat spreker veranderd is Spreker
ntkent. dat ten stelligste. Hij heeft uitgerekend, dat
s de gasptijs met 2 cent werd verlaagd, de post
an 104,000.met f 73000.zou worden ver-
linderd. Dan bleef er nog over 30000. En als
ij nu den gasprijs stellen op 14 cent, blijft er nog
73000.— over. Spreker nam den vorigen keer zijn
oorstel terug, omdat hij geen andere cijfers had. Nu
aat hij af op het bedrag van 175,000.winst in
9 maanden. De redeneering van den wethouder
fiosterhoff gaat niet op.
j De heer de Haan wil er de aandacht op vestigen,
da!; de commissie voor de lichtfabrieken uitdrukkelijk
■eeft gezegd de abnormale prijzen voor oververbruikt
gas te willen handhaven, niet als een maatregel van
billijkheid, maar door de voorzichtigheid geboden,
als een rem om het oververbruik zooveel mogelijk
te beperken. En dat oververbruik levert een belangrijk
bedrag op. Als er tusschen den productie- en den
afleveringsprijs dan ook een marge bestaat van 2 cent,
behoeft die niet meer met 1 cent te worden verhoogd.
Wat de afschrijving betreft, wel moet die worden
verhoogd, maar dat behoeft nu niet te gebeuren. Dat
kan wel wachten totdat de-piijs lager kan worden
gesteld. Daarom wil de commissie den prijs op 14
cent zien bepaald.
Slechts 1772 der gasgebruikers betalen het volle
pond. Stelt men nu den prijs op 15 cent, dan wordt
de toeslag uit de gemeentekas ook weer hooger. En
dat bedrag moet voor het grootste deel door de
anderen, die geen toeslag krijgen in den vorm van
verhoogde belasting, worden betaald.
De heer Oosterhoff (wethouder) heeft den heer
Collet hooren zeggen dat men, als de gasprijs op
14 cent wordt bepaald, kan rekenen op een winst van
175,000.-
De heer Collet: „pardon, 73000.in het jaar".
De heer Oosterhoff (wethouder) vervolgt en zegt
dat die redeneering van den heer Collet niet opgaat.
De meeste kans bestaat, dat de winst aanmerkelijk
kleiner zal zijn. Van den prijs der kolen kan met
zekerheid niets worden gezegd, maar bij de salaris
herziening zullen de loonen vrij zeker belangrijk
worden verhoogd. Als wij in het werkliedenreglement
misschien het 4-ploegenstelsel krijgen, dan zal dat
eene belangrijke loonsverhooging meebrengen. De
Raad moet daarom voorzichtig zijn en den gasprijs
niet te laag stellen.
De meening van den heer de Haan, dat men met
het doen van extra afschi ij vingen wel kan wachten
tot de prijzen wat lager worden, zou opgaan, als
binnen korten tijd lagere prijzen konden worden ver
wacht. En dat zien Burgemeester en Wethouders niet
in. Bovendien zal de gemeente binnen afzienbaren
tijd een nieuwe fabriek moeten bouwen en dan is
het beter dat zij niet blijft zitten met een fabriek,
die niet ongeveer op haar residu-waarde staat.
De heer Beekhuis zegt, dat het den anderen leden
zal gaan als hem, n.l. dat hij moeilijk kan uitmaken
hoe hij zal stemmen, vóór het voorstel van Burge
meester en Wethouders of voor het amendement-do
Haan c.s. De directeur stelt een gaspiijs voor van 14
cent. Uit de toelichting van den wethouder blijkt,
dat geen rekening is gehouden met extra afschrijving
voor abnormaal dure artikelen. Het komt spreker dan
ook voor dat het voorzichtig is als standaardprijs te
nemen 15 cent, te meer daar de wethouder ten slotte
ook nog heeft gewezen op de hoogere uitgaven voor
loon. Het is daarom beter te zorgen dat de exploitatie
der gasfabriek een goed cijfer geeft, opdat wij bij de
vaststelling der loonen niet zitten met een te korte
beurs.
De heer Dijstra voelde oorspronkelijk veel voor de
redeneering van den heer Collet. Ook hij staat op
het standpunt, dat er geen overmatige winst moet
worden gemaakt. Nu hij echter van den wethouder
heeft gehoord dat men een zoo voorzichtig mogelijke
bedrijfspolitiek wil voeren, kan hij zich wel met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders vereenigen.
Wat de heer Beekhuis heeft gezegd is ook juist.
Wij weten niet wat de toekomst ons brengt. En zoo
lang wij moeten werken met zooveel onbekende fac
toren, is het voorzichtig den prijs niet te laag te
stellen. Wel oogst men misschien dank bij de burgerij
als men er toe meewerkt den gasprijs met 1 cent te