VepMg van Dinsdag 28 Januari 1919.
b. hebben vastgesteld
1-4 Verslag vau de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Januari 1919.
De heer Schoondermark (wethouder) zegt dat Burge
meester en Wethouders in den loop van het vorig
jaar tot de conclusie kwamen, dat de verhouding
tusschen de salarieering der docenten aan de middel
bare meisjesschool en die van de onderwijzers bij het
lager onderwijs slecht was. Toen is er een nota inge
diend, die naar de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs is gezonden. Van daar de voor
gestelde herziening. Nu deze verordening is aange
nomen is weer dezelfde fout ontstaan. Burgemeester
en Wethouders nemen daarom dit voorstel wederom
tot zich.
VII. De Voorzitter geeft thans het woord aan
den heer Schaafsma.
De heer Schaafsma heeft uit een lang ingezonden
stuk van de Provinciale Brandstoffencommissie kennis
genomen van de moeilijkheden betreffende de brandstof
fen voorziening. Er wordt nu o ver geklaagd dat er schepen
met turf in de gracht liggen,die niet wordengeaccepteerd.
Spreker heeft gedacht dat daar iets achter zit. En uit het
ingezonden stuk van den bekenden ingezonden stukken-
schrijver heeft spreker nu die conclusie getrokken. Hij
vraagt wat de oorzaak is dat de turf niet wordt gelost en
krijgt Leeuwarden daardoor ook minder brandstof dan
oorspronkelijk in de bedoeling lag?
De heer Berghuis zal met toestemming van den
voorzitter antwoorden, ofschoon de gemeente buiten
de zaak staat. Het is een zaak van de brandstoffen-
commissie, maar spreker acht het wenschelijk het
publiek zooveel mogelijk in te lichten.
De kwestie zit zoo. Van het begin af kan men
niet zeggen dat Leeuwarden slecht bedeeld wordt
met de hoeveelheid brandstoffen, maar in kwaliteit
staat onze gemeente lang niet bovenaan en heeft ze
reeds te veel lange turf voor baggelaar moeten slik
ken, evenals reeds meermalen niet te distribueeren
turf voor huisbrand is moeten worden geaccepteerd.
Spreker was in de commissie altijd een voorstander
om te nemen wat er te krijgen was, om beter in
den voorraad te zitten. Of daarvan nu misbruik is ge
maakt, weet spreker niet maar de kwaliteit is gaan
deweg meer achteruit gegaan en die is nu van deze
turf zoo, dat de commissie geweigerd heeft ze telos
sen. Het is waar dat er f 700.leggeld moet.
worden betaald. De commissie heeft gezegd, wij
houden het hoofd er voor. Het is echter nog geen
aanleiding geweest dat er minder komt, want de com.
missie heeft tot nu toe 8 a, 9 eenheden kunnen distri
bueeren en dit is meer dan in menig andere groote
stadsgemeente. Spreker ziet den heer Fransen het
hoofd schudden, maar hij moet maai' waarmaken ais
het anders is. In verschillende gemeenten zijn
maar 5 a 6 eenheden gedistribueerd. Omdat de ge
meente nu, in verband met de boigtochl die zij voor
de brandstoffencommissie heeft geteekend, schade kas
lijden, heeft de commissie gevraagd de turf buiten
de distributie om te mogen verkoopen. Zij kon de
turf niet kwijt. De bakkers wilden ze niet hebben,j
want het is slechte kalkoven turf. Er is een telegram
gekomen waarin werd gedreigd dat de turf op kosten
der brandstoffencommissie gerechtelijk zou worden
verkocht. Dat is niet gebeurd. Toen is er een tweedt
telegram gekomen waarin werd gedreigd met hei
stopzetten der leverantie aan Leeuwarden, nadat de
commissie had bericht zich tegen den gerechtelijken
verkoop niet te kunnen verzetten, terwijl de kwestie
der kosten later kon worden uitgevochten.
Spreker heeft aan het Kolenbureau geseind, dat hij
hedenavond een spoedvergadering der brandstoffen
commissie had bijeengeroepen en zou voorstellen
haar mandaat ter beschikking van den burgemeestei
te stellen, als tot stopzetting der leverantie aan
Leeuwarden werd besloten. Sedert de kwestie even!
wel gaat de leverantie van turf rustig haar gang,
Hedenmorgen zijn nog vier schepen aangekomen. Men
behoeft dus door deze kwestie niet te vreezen voor
vermindering van brandstof in de toekomst. De com
missie meent te handelen in het belang der gemeente,
wat te meer uitkomt, waar ze zelf geen enkel belang
heeft.
Hiermee is deze interpellatie gesloten.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter
de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag '28 Januari 1919. 15
Tegenwoordig 19 leden, te weten de heeren: Schaaf
sma, de Boer, Berghuis, Dijstra, Attema, Fransen,
Dijkstra, Tiemersma, Beekhuis, Oosterhoff, de Haan,
de Vos, Haverschmido, van Weideren baron Rengers,
Zandstra, Collet, de Vries, Cohen en Schoondermark.
Afwezig 5 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren Nijholt, Tulp, van Sloterdijck en Terpstra.
Zonder kennisgeving de heer Koopmans.
Eene vacature.
Voorzitter: de heer Jhr. mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
I. De Voorzitter vraagt of iemand aanmerkingen
heeft op het verslag van de vergadering van den
24sten December.
De heer Schaafsma zegt, dat in het verslag van de
vergadering van 24 December op pagina 845 midden
in de rede van den wethouder Oosterhoff eene inter
ruptie van spreker voorkomt n.l. deze „dat is niet
zoo". Zooals het er staat is het eene bevestiging van
wat de Wethouder heeft gezegd cn dat was niet
sprekers bedoeling. Hij heeft dan ook vragenderwijs
geïnterrompeerd en gezegd: is dat niet zoo Spreker
zag gaarne dat dit gerectificeerd werd.
De Voorzitter zegt rectificatie toe, waarna het verslag
wordt vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat Gedeputeerde Staten:
a. hebben goedgekeurd het raadsbesluit dd. 3
December 1918 tot het aangaan van een tijdelijke
geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld
dat, dd. 14 Januari l.lwaarbij Burgemeester en
Wethouders worden gemachtigd wegens wanbetaling
van huurpenningen ontbinding der huurovereenkomst
met J. J. Berger en R. Kunst voor de door hen
gehuurde gedeelten van het perceel Groot Schaver-
nek 9 te doen vorderen.
de gemeente-rekening dienst 1917, de ontvangsten
tot een bedrag van 5.7 23,910.286, de uitgaven tot
een bedrag van 5,187,202.82.
2. rapporten omtrent de samenstelling van het gas
der gemeentelijke gasfabriek ingevolge de toezegging,
gedaan in de vergadering van 29 Mei 1916.
3. bericht van den heer P. Hiemstra, dat hij door
aanneming van zijne benoeming tot lid van Gedepu
teerde Staten opgehouden heeft lid van den Raad
te zijn.
4. schrijven van Voogden der Stads-Armenkamer
dd. 9 Januari LI. aan Burgemeester en Wethouders,
betreffende het overleggen van de lijsten der door
die voogden bedeelden en van de uitgekeerde be
dragen.
De mededeelingen 1 4 worden voor kennisgeving
aangenomen.
5. adres van den Centralen Nederlandschen Amb-
tenaarsbond, afdeeling Leeuwarden, betreffende invoe
ring van den 8-urigen werkdag en de 45-urige werk
week voor de gemeentewerklieden en om over te gaan
tot samenstelling van een ambtenaren-reglement.
Wordt voorgesteld dit adres te voegen bij de stuk
ken, op het werklieden-reglement betrokking hebbende.
De heer Schaafsma doet opmerken, dat in het adres
wordt gevraagd de samenstelling van een ambtenaren
reglement. De Voorzitter stelt nu voor dit adres te
voegen bij de stukken, die betrekking hebben op het
Werkliedenreglement. Spreker meent dat dit niet
juist is. Een ambtenaarsreglement kan niet worden
vei werkt in het werkliedenreglement. Spreker stelt
daarom voor dit adres te stellen in handen van Bur
gemeester en Wethouders ten fine van prae-advies
en het collego uit te noodigen voorstellen bij den
Raad ter tafel te brengen.
De Voorzitter deelt mode, dat Burgemeester en Wet
houders het voorstel van den heer Schaafsma over
nemen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het gewijzigde voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
6. adres van W. N. L. Gortman, boekdrukker te
Amsterdam (Firmanaam „Drukkerij Mercurius"), in de
laatste jaren leverancier van drukwerk der gemeente
Leeuwarden, om hem te plaatsen op de lijst van druk
kerijen, die in aanmerking komen voor de levering
van drukwerken, enz.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet
houders tor afdoening.
7. de rekening en verantwoording van de als zoo
danig afgetreden commissie voor het gemeentelijk
werkloozenfonds over 1918 (gedeeltelijk).
Wordt in handen gesteld van do heeren Haver-
schmidt, Fransen en Tiemersma, om onderzoek en
rapport.
8. dat D. G. Westra, le klerk bij de le afdeeling
van den dienst der gemeentewerken, door Burgemees
ter en Wethouders, behoudens goedkeuring van den
Raad en in afwachting van de wijziging der betrek
kelijke verordening is bevorderd tot adjunct-commies
bij dien tak van dienst.
9. dat Burgemeester en Wethouders
ii. bij openbare aanbesteding hebben gegund het
maken van een walmuur op paalfundeering en aanleg
van bestratingen langs de Keizersgracht aan S W.
de Jong te Lemmer voor f' 29 620.
b. aan Mej. E. Bolhuis op haar verzoek met ingang
von 1 Mei e k. eervol ontslag hebben verleend als
directrice van het Stads-Ziekenhuis, alhier.
De mededeelingen 8 en 9 worden voor kennisgeving
aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van onderscheidene gemeentelijke landerijen.
2. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegroo-
ting. dienst 1919, in verband met de door Gedepu
teerde Staten gemaakte opmerkingen.
De stukken 1 en 2 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
3. Alsvoren tot aankoop van grond ter uitbreiding
van het gymnastieklokaal bij gemeenteschool no. 8.
4. Alsvoren om aan het circus Carré een stand
plaats te verleenen op het Wilhelminaplein in het
najaar van 1919 voor het geven van voorstellingen.
5. Alsvoren tot verhuring van een gedeelte van
het kad. perceel sectie G no. 7744 aan den Poppeweg
aan J J. Visser alhier
6. Alsvoren om aan H. G. van der Meer vergunning
te verleenen tot het leggen van een dam in de sloot
tusschen een hem behoorend perceel onder Dronrijp
en den Harlinger trekweg.
De stukken 3 -6 zullen in een volgende vergadering
worden behandeld
7. Alsvoren tot wijziging van het werklieden
reglement.
8. Alsvoren tot vaststelling van onderscheidene
verordeningen in verband met de ingebruikneming
van de nieuwe algemeene begraaafplaats aan het
Schapendijkje.
De stukken 7 en 8 zullen worden gedrukt als bijlage