48 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1919.
weging nemen, dan kan het nu of later worden be
handeld.
Wil de heer Nijholt misschien het voorstel toelichten,
opdat de Raad kan beoordeelen of hij het in behan
deling zal willen nemen
De heer Nijholt erkent, dat zijn voorstel formeel
naast het voorstel van punt 14 staat, maar het houdt
toch nauw verband er mee. Het voorstel van Burge
meester en Wethouders beteekent een belangrijke ver
hooging van de belastingen, een verhooging waardoor
vooral de lagere inkomens zeer zwaar worden getroffen.
Spreker meent dat de Raad derhalve een voorstel als
nu door spreker is gedaan, wel in overweging kan
nemen, en dat nu dadelijk wel zal kunnen behandelen.
De heer B8rghuis (wethouder) wenscht hierover ook
een kort woord te zeggen, 't Betreft hier niet alleen
een ingrijpend voorstel, maar voor spreker is het de
hoofdzaak, dat het komt midden in het belastingjaar.
Het moet om goedgekeurd te worden, verschillende
trappen doorloopen, en het gevolg van het aannemen
van een dergelijke wijziging in de belastingheffing
zal dus zijn, dat pas maanden later het kohier kan
worden vastgesteld, en dat ook de belasting zooveel
later in de gemeentekas komt. De kas van den ont
vanger loopt eenvoudig vast. Spreker raadt dan ook
aan, om het voorstel niet in behandeling te nemen,
althans niet in te gaan in 1919.
De heer De Haan voelt uit een oogpunt van billijk
heid veel voor een verhoogden aftrek voor kinderen.
Maar de bezwaren door wethouder Berghuis naar
voren gebracht wegen ook. Daarom zou spreker er iets
voor gevoelen, het voorstel te doen, een dergelijke
verandering te doen ingaan op 1 Januari 1920. Is de
heer Nijholt daarvoor te vinden
De heer Nijholt wijst er op, dat zooals gezegd
het voorstel van Burgemeester en Wethouder een
nieuwe belangrijke belastingverhooging beteekent.
Eerst is de heffing gebracht van 4 op 5 nu wordt
zij verhoogd van 5 op 6 Daardoor wordt de druk
zoo hoog, dat men de bezwaren van nu nog een
wijziging in de heffing aan te brengen moet aan
vaarden. En spreker gelooft, dat het niet zoo lang
zal behoeven te duren om de wijziging goedgekeurd
te krijgen. Juist daarom heeft hij zijn voorstel zoo
simpel mogelijk gehouden, opdat het niet lang bij
Gedeputeerde Staten en de Kroon zal hangen. Als
men de welwillendheid van beide colleges inroept,
dan behoeft het niet zoo lang te duren.
Als men de wijziging een volgend jaar laat ingaan,
dan is intusschen al menigeen gedupeerd. Indien er
tijd was geweest, dan was spreker verder gegaan.
Nog dit jaar denkt hij te komen met een voorstel om
ook den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud te
verhoogen, maar nu heeft hij enkel dit simpele voor
stel omtrent den kinderaftrek willen doen, om spoediger
er mee klaar te zijn.
De kinderaftrek heeft maar op een deel der aan-
geslagenen betrekking. Ongeveer de helft der aanslag
biljetten kan wel worden klaar gemaakt en uitgereikt.
De andere helft waarop kinderaftrek voorkomt, moet
worden opgehouden.
De heer Beekhuis wijst er op, dat het voorstel onder
punt 14 aan de orde, bij de commissie voor de finan
ciën is geweest, en dat die zich er mee heeft ver-
eenigd. Die commissie heeft het evenwel behandeld
met kennis van de gegevens die bij het voorstel
werden verstrekt. Nu zal het voorstel-Nijholt wijziging
brengen in de cijfers. Welke Dat kan de voorsteller
ook niet zeggen, 't Is dus geheel een tasten in den
blinde. Het voorstel-Nijholt staat geheel los van punt
14, en zal alsnog eerst door de financieële commissie
moeten worden behandeld. Het is een voorstel dat op het
oogenblik niet aan de orde moet zijn. Werd het aan
genomen, dan zou hot de financiën voor dit jaar ge
heel in de war kunnen sturen. Het is noodzakelijk dat
het rustig wordt behandeld, en dat de wijziging niet
in werking treedt vóór 1 Januari 1920,
De Voorzitter merkt op, dat het zijn bedoeling is
om als de Raad mocht besluiten het voorstel in over
weging te nemen, voor te stellen het naar Burge
meester en Wethouders te zenden om prae-advies,
Het is anders niet te overzien. De gevolgen van een
dergelijk besluit kunnen zonder meer niet worden
beoordeeld, en spreker is dus van meening, dat het
voorstel altijd naar Burgemeester en Wethouders zou
moeten om prae-advies.
De heer de Haan zegt, dat de nadere toelichting
van den heer Nijholt het hem onmogelijk maakt om
zijn stem uit te brengen vóór het voorstel. In den
loop van dit jaar, zoo is toch aangekondigd, zal nog
een andere wijziging worden voorgesteld; dan zullen
dus weer de cijfers en gegevens moeten worden be
oordeeld en het is een moeilijke en lastige zaak om
herhaaldelijk een belastingverordening te herzien.
Ook is het niet juist, dat de verhooging der be
lasting alleen op de lagere inkomsten zou drukken,
De druk rust veel meer op de hoogere en middel
matige inkomens. Bij de lagere inkomens werkt de
aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud degressief,
maar in de hoogere klassen drukt de belasting tot
een cijfer ver boven het inkomen.
De heer Nijholt verwondert zich, dat men 't noodig
vindt om over dit voorstel prae-advies uit te brengen,
Als men dit voorstel beziet naast het voorstel van
Burgemeester en Wethouders, dat Zaterdagavond
den leden bereikte, en dat het heffingspercentage van
5 op 6 brengt, dan is dit voorstel enkel betreffende
den kindertoeslag toch niet zoo geweldig ingrijpend,
dat daar eerst de financiëele commissie en Burge
meester en Wethouders over zouden moeten worden
gehoord. Ondertusschen, wil men dat, dan zal spreker
zich daartegen niet verzetten.
Met den heer de Haan is spreker het niet eens,
Wel is het waar, dat de hoogere inkomens meer be
talen, maar zij kunnen het ook beter betalen dan de
lagere inkomens. De menschen met lagere inkomens
leven altijd van het minimum, 't Is juist daarom
geweest, dat het voorstel is gedaan.
De heer Berghuis (Wethouder) zou, wanneer de
motie om prae-advies naar Burgemeester en Wet
houders gaat, heden wel graag zien uitgemaakt of
de verandering, indien de Raad die wenscht, op 1
Januari 1919 of 1920 in werking zal treden. Wil
men het eerste, dan kan men met het gereedmaken
van het kohier niet voortgaan en kan spreker enkel
den controleur zeggen: „Neem nu maar twee a drie
maanden vacantie".
De heer Nijholt. Hij kan het kohier voor de helft
klaar maken.
De heer Berghuis (wethouder). Dat kan hij niet
uitzoeken.
De Voorzitter zal thans in stemming brengen de
vraag, of de Raad het voorstel in overweging wil
nemen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1919. 49
De heer Schaafsma (wethouder) vraagt, of hij een
amendement op het voorstel kan indienen.
Voorzitter. Eerst moet de Raad beslissen omtrent
het in overweging nemen van het voorstel.
Met 11 tegen 10 stemmen besluit de Raad het
voorstel-Nijholt niet in overweging te nemen.
Vóór stemmen de heerenCollet, Schaafsma, Tie-
mersma, Fransen, Nijholt, de Boer, Terpstra, Zandstra,
Dijkstra en de Vries.
Tegen de heerenBerghuis, Tulp, Cohen, de Haan,
de Vos, Oosterhoff, Attema, Beekhuis, Haverschmidt,
van Sloterdijck en Schoondermark.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan J. P. Heyneker wegens zijne benoeming tot
onderwijzer aan gemeenteschool no. 12 eervol ontslag
te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 6.
2. Alsvoren om aan het Bestuur der vereeniging
„Openbare leeszaal en bibliotheek" het pand St. Ja-
cobsstraat no. 82 tijdelijk en tot wederopzeggens in
gebruik te geven, enz.
8. Alsvoren tot nadere wijziging en aanvulling van
het besluit dd. 24 December 1918, no. 632R/306, hou
dende wijziging van de verordening op het getal en
jaarwedden der leeraren aan het gymnasium, enz.
4. Alsvoren tot verhooging van het percentage
van de plaatselijke directe belasting naar het in
komen en tot wijziging in verband daarmede van de
gemeentebegrooting dienst 1919.
De punten 14 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
5. Alsvoren om aan de Maatschappij tot Exploitatie
van Staatsspoorwegen in koop af te staan de ten
westen van de Eekhoffstraat gelegen terreinen, kadas
traal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, nos.
4983, 4784 en 9652 gedeeltelijk.
6. Alsvoren tot wijziging der gemeentebegrooting,
dienst 1918.
7. Alsvoren tot wijziging der verordening op de
heffing en de invordering van leges (Gemeenteblad
1899 no. 17, 1907 no. 26 en 1911 no. 5).
Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en
bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te worden
behandeld.
8. Alsvoren om aan F. Schoppert, alhier, afwijking
toe te staan van het voorschrift der bepalingen be
treffende de uitgifte van bouwterrein aan het Nieuwe
Kanaal wat betreft de bebouwing binnen 5 jaar van
aan hem uitgegeven terrein aan de Emmastraat en
Emmakade.
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het verzoek van M. B. van der Hoek, om subsidie
voor de verbouwing aan den gevel van zijn perceel
Nieuwestad 103.
10. Aanbeveling voor de benoeming van een lid
der commissie voor het gemeentelijk Tehuis voor
Dakloozen uit de leden van den Raad, wegens periodieke
aftreding van den heer H. de Boer.
De aanbeveling luidt als volgt
1. H. de Boer, aftredend lid.
2. L. Dijkstra.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het in koop afstaan van open terreintjes vóór de be
bouwing aan H. C., N. en L. Geveke, aan de Ooster
kade en de gedempte Keizersgracht.
De punten 5, 6 en 8—11 worden in een eerstvol-
gondo vergadering aan de orde gesteld.
12. Alsvoren om hun in afwachting der latere
voorstellen betreffende de regeling op de begrooting
voor de kosten ter bestrijding en voorkoming van
vlektyphus, een onbeperkt crediet toe te staan.
De Raad besluit met algemeene stemmen overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. (Agenda no. 2.) Benoeming van twee herschatters
voor het vergunningsrecht.
Benoemd wordt, in de le vacature D. Swart, met
algemeene stemmen, in de 2e vacature P. Godhelp,
met 20 stemmen. Op J. Boomsma is 1 stem uitge
bracht.
2. (Agenda no. 3.) Benoeming van een stadsarts voor
het tydvak van 1 Mei 1919 tot 1 Mei 1922, vacature
L. Woltring.
Benoemd wordt M. Rozenberg, arts, alhier, met al
gemeene stemmen.
3. Agenda no. 4). Verzoek van den heer S. Nijholt
om eervol ontslag als lid der brandstoffencommissie en
benoeming van een opvolger uit de leden van den Raad.
Het gevraagde eervol ontslag wordt met algemeene
stemmen verleend.
Benoemd wordt met 19 stemmen tot lid der
brandstoffencommissie, de heer Tiemersmaop den
heer de Vos zijn 2 stemmen uitgebracht.
4. Agenda no. 5). Benoeming van een lid der
commissie tot wering van schoolverzuim uit de meerder
jarige onderwijzers die bij een bijzondere lagere school in
de gemeente werkzaam zijn (art. 22 sub 3 der Leer-
plichtivet), wegens periodieke aftreding van den heer P.
Th. A. Bisschop, hoofd der R. K. Jongensschool alhier.
Benoemd wordt de heer P. Th. A. Bisschop, met
algemeene stemmen.
5. Agenda no. 6) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan J. P. Heijneker ivegenszijne benoeming
tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 12 eervol ontslag
te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 6.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
6. Agenda no. 7.) Prae-advies van Burgemeester en
Wethouders omtrent bezwaarschriften tegen aanslagen in
de belasting op het houden van hondendienst 1918.
Wordt besloten, met algemeene stemmen, overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7. Agenda no. 8.) Prae-advies op het adres van
leeraren der middelbare avondhandelsschool omtrent her
ziening van hunne belooning en nader voorstel tot wijzi
ging der betrekkelijke verordening (gemeenteblad 1915
no. 16, 1917 no. 43).
Dit voorstel luidt als volgt
Op voorstel van den heer de Haan is in de laatste
vergadering van het afgeloopen jaar besloten aan te
houden ons voorstel van 27 November tevoren, be
treffende de salarieering van het onderwijzend personeel
aan de Middelbare Avondhandelsschool, totdat de
handelingen van 12 November vergadering, waarin
aangaande dit onderwerp en de wedderegeling voor
de leeraren der Burgeravondschool eveneens een besluit
is genomen in het bezit der leden zouden zijn.
Dit is thans het geval, gelijk mede met het verslag
van 24 December, zoodat een overzicht kan verkregen