50 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1919. worden van hetgeen in den Raad op beide data over dit punt is voorgevallen. Daaruit blijkt dat een onjuistheid in ons laatste voorstel tot een verklaarbaar misverstand aanleiding heeft gegeven, als zou er n.l. verschil in salarieering bestaan tusschen bevoegden en onbevoegden. Het verschil is veeleer dit, dat de grond-wedde (die dus ook genoten wordt door hem, die, hoewel onbevoegd, als gevolg van het ontbreken van andere gegadigden benoemd is) is, sinds het besluit van 12 November 1918 (bijlage no. 34), 80.'s jaars per wekelijksch lesuur, en dat dit bedrag alleen voor hem, die ook voor het geven van onderwijs aan de 5-jarige hoogere burgerschool bevoegd is, d. i. een hoogere bevoegd heid dan voor dit onderwijs noodig is, 100.per wekelijksch lesuur 's jaars beloopt. Ons voorstel van 27 November 1918 strekte op grond der daar vermelde motieven de cijfers te veranderen in onderscheidenlijk 100 en 120. De heer de Boer diende een amendement in om allen gelijk te bezoldigen met 120. Aanvankelijk is deze eensoortige belooning ook het stelsel der verordening geweest. Het is bij Uw besluit van 24 Juni 1917 (bijlage no. 24 van 1917) voor het tegenwoordige systeem verlaten, ten einde een grooteren kring van gegadigden bij vacatures te vor krijgen, doch deze grond is thans, nu toch verhooging plaats vindt, niet meer aan te voeren. De meest juiste belooning lijkt ons nu toe te nemen het middencijfer tusschen de beide aanvankelijk voor gestelde cijfers, die, gelijk gezegd, met voordacht zoo waren gekozen, en dus de belooning voor allen te bepalen op 110.per wekelijksch lesuur's jaars. Het is dan niet meer dan een gevolg van die ver hooging de leeraren komen immers van 70. (bevoegden voor 5-jarige hoogere burgerschool f 90.40.hooger dat de wedde van den Directeur, thans 400.bedragende, op f 500. per jaar wordt gebracht. Wellicht ten overvloede zij medegedeeld dat, ons voorstel van 27 November 1918, alzoo ingetrokken zijnde, daarmede ook het amende ment van den heer de Boer is vervallen. Met terugneming van ons genoemd voorstel geven wij U dus in overweging te besluiten: 1°. Uw besluit van 12 November 1918 no. 514R/247 in zooverre te wijzigen, dat het eerste lid van hetgeen aldaar onder A I is besloten wordt gelezen als volgt het eerste lid van artikel 2 wordt gelezen De leeraren, aangesteld ingevolge artikel 1, eerste en derde lid, worden bezoldigd met f 110.per wekelijksch lesuur 's jaars; 2°. in artikel 3 der verordening regelende het getal en de bezoldiging van het onderwijzend personeel aan de Middelbare Avondhandelsschool wordt het cijfer 400 veranderd in 500; 3°. naar aanleiding van het adres van 19 November 1918 van de leeraren der handelsschool aan verzoekers te doen weten dat op hun verzoek is gelet. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. (Agenda no. 9.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan het circus Carré een standplaats te verleenen op het Wilhelminaplein in het najaar van 1919 voor het geven van voorstellingen. Omtrent dit voorstel zie Handelingen van den Raad van 11 Februari 1919, pag. 31. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 9. (Agenda no. 10.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling met resp. overdracht van grond nabij de Tijnjestraat en den Kanaalweg Z.Z. aan de Coöperatieve fabriek tot bereiding van melkproducten en tot uitgifte in erfpacht van grond aldaar aan A. van der Meulen. Dit voorstel luidt als volgt Reeds geruimen tijd zijn wij in bespreking met de Coöp. Vereeniging tot bereiding van melkproducten betreffende aankoop door haar van nabij haar fabriek aan den Kanaalweg Z.Z. en de Tynjestraat gelegen terreinen. Het betreft de strook grond onmiddellijk ten oosten van haar terrein tot aan de noord-zuid loopende straatverder het vóór de fabriek en de westelijk daarvan gelegen woningen, die haar eigendom zijn geworden, strekkende gedeelte van den Kanaalweg Z.Z.; en eindelijk het achter die woningen en westelijk aan het fabrieksterrein aanliggende bouwblok, dat zich uitstrekt tot de Tynjestraat en het onlangs aan J, Rosier uitgegeven bouwterrein. Daartegenover is de Vereeniging bereid af te staan de zuidelijke strook van het fabrieksemplacement, dat in het verlengde van de Tynjestraat ligt en op de toelichtende teekening met geel, terwijl de aan te koopen perceelen met rood (letters A1, A2, B1, B2 en C) zijn aangegeven. Aldus komt 4352.50 M2. in eigendom bij de Ver eeniging tegen prijzen van 4.5.50 en 6.50 per M2., terwijl de gemeente erlangt 1395 M2. tegen de prijzen van 4.50 en 5.50 per M2. Tegelijkertijd met deze aangelegenheid kwamen in behandeling aanvragen van J. Rosier en A. v. d. Meulen om bouwterreinen ter plaatse tusschen de bovenomschreven gedeelten en den weg Achter de Hoven, het gedeelte van den spoorwegovergang tot de Emmakade. De aanvrage van Rosier is terzijde gelegd als omvattende slechts een geringe oppervlakte; van der Meulen wenscht in erfpacht te hebben het geheele gedeelte dat ten westen der fabriek nog over is, met inbegrip van de eerste zijstraat tusschen Kanaalweg en Tynjestraat, groot 1746 M2., tegen een grondwaarde van 7.en een jaarlijkschen canon van 41/2 hiervan. Ook hieromtrent en over de voorwaarden is overeenstemming verkregen. De volgende punten eischen eene nadere beschouwing: 1°. opheffing van een gedeelte van den Kanaalweg; 2°. doortrekking der Tynjestraat 3°. omlegging van den weg Achter de Hoven en opheffing van de eerste zijstraat. Ad. 1. Er bestaat geen bezwaar tegen, nu de door trekking van de Tynjestraat achter de fabriek ge waarborgd is, de opheffing van den Kanaalweg verder door te voeren en wel voor zoover het eigendom der fabriek strekt, d. i. thans dus volgens hare verklaring tot en met het westelijk aangrenzende woningblok, kadastrale nos. 62126221, in sectie G. De overgang van dit laatste gedeelte weg kan echter pas geschieden als de eigendom dier woningen dezerzijds is gebleken. De fabriek blijft vrijen uitrit houden over het over blijvende gedeelte van den weg naar de Emmakade. Ad. 2. Aanvankelijk is ook voor het terrein tusschen dat, bebouwd door J. Rosier en de fabriek aan de Tynjestraat, gerekend op een rooilijn Wf2 Meter uit den achterkant trottoir. Nu het te verkoopen gedeelte fabrieksterrein wordt, kan die rooilijn en het trottoir vervallende nieuwe eigendom van de fabriek loopt dus door tot aan de bestrating. Ad. 3. Yoor een behoorlijke exploitatie van de gronden aan den weg Achter de Hoven, ten zuiden van de spoorlijn, is het wenschelijk, dat daartoe een betere toegang verkregen wordt dan deze weg ople vert, die den spoorweg onder to scherpe hoek snijdt en bovendien onvoldoende breed is. Het is daarom raadzaam als hoofdader voor dit toekomstige stads gedeelte een broederen weg te nemen en die een betere snijding geeft met de spoorlijn. Dit kan worden Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1919. 51 gevonden door van do tweede Kanaalbrug af den weg recht door te trekken, op de wijze als op de teekening is aangegeven. In afwachting van den verderen aanleg zuidwaarts van de lijn kan de verbinding met de bestaande spoorwegovergang en met het zuidelijke gedeelte van den weg Achter de Hoven gevonden worden langs de Tijnjestraat. Beschikbaar komt op deze wijze een overhoek tegen het terrein der Coöp. Zuivelfabriek, die, naar wij vertrouwen, te zijner tijd wel een gegadigde zal vinden. De aangevraagde terreinen van van der Meulen komen aan deze nieuwe straat. Om een behoorlijke diepe bebouwing te krijgen is de kortgeleden gelegde eerste zijstraat tusschen den Kanaalweg en de Tijnjestraat bij het bouwterrein getrokken, nu er na de omlegging van den weg Achter de Hoven geen reden meer is om deze straat te behouden. Het bouwblok wordt achter de rooilijn langs den (omgelegden) weg dan 22^2 a 25 meter diep. Op grond van het voorafgaande hebbon wij de eer U voor te stellen te besluiten I. aan den openbaren dienst te onttrekken do ge deelten van den Kanaalweg Z.Z. en de zijstraat tusschen dien weg en de Tijnjestraat, op de teekening gemerkt A2, B1, B2 en E; II. aan de Coöperatieve Vereeniging tot bereiding van Melkproducten in koop af te staan de terreinen op bijbehoorendo teekening in roode arqure aangege ven en aangeduid met de letters A1, gedeelte van perceel kadastraal bekend sectie G no. 10250 en A2, thans openbare straat, ter grootte van 1237 M2, elk voor 6.50 per M2., B1 en B2 (openbare straat) ter grootte van 1609.50 M2., elk voor 5.50 per M2., C, gedeelten van perceel kadastraal bekend sectie Gnos. 9477 en 6145, ter grootte van 1506 M2., voor 4. per M2., waartegenover zij aan de gemeente afstaat een gedeelte van het aan haar toebehoorende terrein achter hare fabriek (zuidzijde), op de voormelde teeke ning in gele kleur aangeduid (kadastraal sectie G 1 no. 9476) ter grootte van ongeveer 1395 M2., tegen den prijs van 5.50 per M2., met uitzondering van de strook ter diepte van 8 meter, waarover de aan te leggen tramlijn geprojecteerd is en waarvoor 4 50 per M2. betaald wordt, een en ander onder de volgende voorwaarden 1. de koopprijzen worden bepaald naar de kadastraal i uitgemeten grootte 2. de betaling van de koopsommen geschiedt binnen 2 X 24 uur na het onderteekenen van de acte 3. de aanvaarding van het gekochte heeft plaats bij het onderteekenen van de acte 4. de bebouwing van het door de Vereeniging te verkrijgen terrein moet binnen vijf jaren na de dag- teekening van de koopacte, naar genoegen van Bur gemeester en Wethouders, hebben plaats gehad; 5. het van het door de Vereeniging te verkrijgen I terrein afkomende hemel-, huis- en fabriekswater mag alleen op den boezem worden geloosd 6. het door haar te bekomen terrein mag binnen de eerste tien jaren na de onderteekening der koopacte niet als bouwterrein worden verkocht of geëxploiteerd 7. alle kosten op den verkoop, de overschrijving der koopakte ten kantore der hypotheken en van het kadaster en de opmeting en uitzetting door een land meter van het kadaster komen ten laste van de koopster. Mede komen te haren laste de levering van de benoodigde teekeningen en van een notarieel af schrift der koopacte ten behoeve van het gemeente archief 8. wanneer door de Vereeniging een perceel geheel of gedeeltelijk in gebruik wordt genomen vóór het passeeren der acte van verkoop, moet tot dezen datum V2 van Je koopsom per maand worden betaald 9. de in de perceelen A1, B1 en B2 liggende vier kante keien worden door de gemeente opgenomen en, voorzoover de Vereeniging dit wenscht, wordt hier voor in de plaats door de gemeente een klinker bestrating gelegd tegen een door de Vereeniging te betalen prijs a 5.per M2. 10. alle voorwerpen, als straatkolken enz., welke zich in of op de te verkoopen gedeelten van den Kanaalweg bevinden, zijn het eigendom van de ge meente en zullen door en op kosten van de gemeente verwijderd worden 11. een vrije rit over den Kanaalweg Z.Z. naar de fabriek zal gehandhaafd blijven. III. aan A. van der Meulen, aannemer alhier, in erfpacht af te staan een gedeelte van het terrein aan het tweede Kanaalpand Z.Z., kadastraal bekend sectie G en wel blok D, gedeelten van nos. 6131 en 9477, blok E, gedeelten van de nos. 9477 en 6129 en blok F, gedeelten van no. 6129, te zamen ter grootte van ongeveer 1746 M2., op de bijgevoegde teekening aan gegeven, tegen een jaarlijkschen canon, berekend naar 41/2 's jaars van de waarde van den grond, be rekend naar 7.per M2. of ongeveer 549.99, een en ander onder de volgende voorwaarden 1. dat de erfpachtsom wordt bepaald naar de kadastraal uitgemeten grootte 2. dat het van het terrein afkomende hemel- en huiswater alleen op den boezem mag worden geloosd 3. dat wanneer door den kooper een of een gedeelte van de toegewezen perceelen in gebruik wordt ge nomen vóór het passeeren der acte van verkoop, tot dezen datum 1/2 °/0 van de koopsom per maand wordt betaald 4. dat alle kosten op de uitgifte in erfpacht, de overschrijving der erfpachtsacte ten kantore der hypo theken en van het kadaster komen ten laste van den verkrijger. Mede komen te zijnen laste de levering van de benoodigde teekeningen en van een notarieel afschrift der erfpachtsacte ten behoeve van het gemeente-archief, terwijl, voorzoover mogelijk, worden toepasselijk verklaard de bepalingen betreffende de uitgifte van bouwterreinen, gelegen aan het Nieuwe Kanaal 5. dat eene korting van 10 °/0 van de waarde van den grond in mindering zal worden gebracht, wanneer het terrein binnen 6 maanden na de aanvaarding met woningen zal zijn bebouwdde toegestane korting vervalt, zoo eventueel ter plaatse geen woningen zuilen worden gesticht IV. Burgemeester en Wethouders voor de omleg ging van den weg Achter de Hoven tusschen de tweede Kanaalbrug en den spoorwegovergang, gelijk op de bijbehoorende teekening is aangegeven, en tot wegneming der bestrating van de eerste zijstraat tusschen den Kanaalweg Z.Z. en de Tijnjestraat, in afwachting van hunne nadere voorstellen ten aanzien van de op de begrooting aan te wijzen uitgaaf, het noodige crediet te verleenen. V. met wijziging in zooverre van het raadsbesluit van 14 Mei 1918, no. 205R/96, de rooilijn langs het eerste gedeelte der Tynjestraat te doen ophouden bij het perceel, op de teekening gemerkt C en langs den (omgelegden) weg Achter de Hoven op de blokken D en F en aan de overzijde langs dien weg en de Willem Lodewijkstraat als rooilijn aan te wijzen de op de teekening als zoodanig getrokken roode lijnen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Beekhuis vraagt of 't niet goed zou zijn, in verband met het adres der firma Koopmans, inden aanvang dezer vergadering voorgelezen, dit punt nader onder 't oog te zien. Bestaat er, zoo vraagt spreker, groot bezwaar tegen uitstel van deze zaak De Voorzitter gelooft niet, dat er bezwaar tegen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 3