172 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1919.
schade bij lijdt, Geeft men nu een crediet, dan
komt men over eenige jaren weer. Dit is ook
nooit de bedoeling geweest. Het standpunt van Bur
gemeester en Wethouders is dan ook dat de huurders
zelf voor de uitdieping moeten zorgen.
De heer K. de Boer vindt dat de kwestie wordt
bepaald door de vraag, of de gemeente terrein of
schiphuizen heeft verhuurd. Nu enkel het terrein is
verhuurd, is de gemeente niet genoodzaakt toegang
te verschaffen. Daarom acht spreker het advies van
Burgemeester en Wethouders juist.
De Voorzitter wil er nog aan toevoegen dat men wel
zal voelen dat de gemeente op zuiver terrein is, als men
bedenkt, dat adressanten eerst ƒ500.hebben gevraagd
en nu f 250.Indien alles zuiver was, zou men
wel 't zelfde verzoek herhaald hebben, doch hiermee
geven adressanten te kennen dat zij zichzelf niet
sterk voelen.
De heer Fransen zegt alleen bedoeld te hebben
een vraag te doen, hoe of de zaak in elkaar zit, en
geen voorstel te hebben gedaan.
De heer K. de Boer wenscht nog op te merken,
dat indien voor de huurders werkelijk een recht op
toegang bestond, zij geen adres maar een vordering
tot den Baad zouden hebben gericht. Het verzoek
schrift geeft nu zelf te kennen, dat geen recht bestaat.
Wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders besloten, het adres af te wijzen.
16. adres van het Centraal Comité voor uitzending
van kinderen, houdende verzoek in 1920 wederom
een subsidie van 2000.uit de gemeentekas te
mogen ontvangen
17. adres van de Vereeniging Openbare Leeszaal
en Bibliotheek te Leeuwarden om het door haar
genoten gemeentelijk subsidie op j 2000.te willen
brengen.
De adressen onder de punten 16 en 17 worden
gevoegd bij de begrooting van het jaar 1920;
18. adres van bewoners van de Singelstraat om
de boomen aldaar te rooien, althans antwoord op hun
vorig adres te mogen ontvangen.
Wordt voorgesteld het adres in handen van Bur
gemeester en Wethouders te stellen ter afdoening.
De heer De Vos merkt op, dat dezelfde zaak reeds
eerder ter afdoening in handen werd gesteld van
Burgemeester en Wethouders. Het lijkt wel of dezen
er zich niet veel van aangetrokken hebben. Men moet
in ieder geval antwoorden op het adres en spreker
wenscht, dat in dien geest gehandeld wordt.
De heer Schaafsma (wethouder) zegt, dat het eerste
verzoek van de bewoners der Singelstraat in handen
werd gesteld van Burgemeester en Wethouders ter
afdoening. De zaak zou te zijner tijd worden behandeld.
Nu is besloten, dat de boomen in September gesnoeid
zullen worden en pas dan, omdat het niet eerder kan.
De menschen in de Singelstraat hebben echter nog
niets aan de boomen gezien, vandaar hun tweede adres.
De heer Da Vos vindt dat de wethouder zich er
heel handig heeft afgemaakt. De burgerij zal er echter
anders over denken.
Wordt een adres aan den Baad gezonden en dit
ter afdoening in handen gesteld van Burgemeester
en Wethouders, dan behooren adressanten het antwoord
daarop te weten.
De Voorzitter meent dat hier een misverstand in
't spel is. De heeren weten dat de zaak ter afdoening
in handen is gesteld van Burgemeester en Wethouders
dat het door dit college is afgedaan en dat hier van
zich van de zaak afmaken geen sprake is.
Het adres wordt hierna ter afdoening gesteld in
handen van Burgemeester en Wethouders.
19. adres van G. Jellema om na 1 Januari 1920
een stuk gemeentegrond op het Waagsplein voor zijn
zuil in gebruik te mogen houden.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet
houders om prae-advies
20. adres van H. M. Hijlkema betreffende de ont
slagaanvrage van zijn dochter, als leerling-verpleeg
ster in het Stads Ziekenhuis.
Wordt voor kennisgeving aangenomen;
21. adres van de waagwerkers om verhooging
hunner bezoldiging.
Wordt voorgesteld het adres af te wijzen.
De heer Terpstra zou op dit adres prae-advies
willen vragen.
De heer Tulp betoogt, dat hier onlangs in den breede
alle salarissen zijn herzien, ook die van de waagwerkers.
Men moet nu niet weer partieel gaan herzien, op die
manier ban men wel aan den gang blijven.
De Voorzitter zegt, dat dit ook de reden is waarom
Burgemeester en Wethouders het adres willen afwijzen.
De heer Terpstra zegt, dat de salarisregeling der
waagwerkers niet is behandeld. Hij meent dat Burge
meester en Wethouders de zaak nog eens beter onder
de oogen moeten zien en wenscht daarom prae-advies.
De heer Schaafsma (wethouder) zegt, dat de heer
Terpstra het mis heeft, want dat de bezoldiging der
waagwerkers van 200.— op 260 is gebracht.
Deze hebben provisieloon en een vast loon bestaande
uit een bepaald bedrag dat hen is gegarandeerd. In
verband met 't provisieloon weten we wel niet hoe
't werk toe of af zal nemen, doch het garantieloon
is door den Baad aangenomen en dit blijft. Nu men
opnieuw met een verzoek komt, staan Burgemeester i
en Wethouders op het standpunt, dat bij de algemeene
salarisregeling ook de waagwerkers zijn behandeld,
dat ze toen met de verhooging tevreden waren en
dat thans afwijzend op het verzoek dient te worden
beschikt. Bovendien zou de Baad zich met het nemen 1
van een voor de waagwerkers gunstig besluit op ge-
vaarlijk terrein bewegen, omdat er dan ook weer
anderen zullen komen om verhooging.
De heer Terpstra zegt, dat de waagwerkers wel een
garantieloon krijgen, maar dat zij ook een loon krijgen
in procenten. Nu is het garantieloon door de gemeente
wel omhoog gebracht, doch in 't geheel zijn de
menschen daarmee toch niet vooruitgegaan, omdat
't loon in procenten vroeger hooger was. Daarom
blijft spreker aandringen op prae-advies.
De heer H. de Boer erkent, dat bij de algemeene
salarisherziening alle salarissen zijn geregeld of herzien
en ingewilligd. De eerste inbreuk op deze nieuwe
regeling is echter gemaakt door Burgemeester en Wet
houders zelf, toen de vorige keer de salarissen van
de ambtenaren der Veemarkt zijn hierzien.
Spreker is daarom niet tegen prae-advies op het
adres en ondersteunt het voorstel van den heer Terpstra.
De heer Tulp is mede van oordeel dat de Baad
zich op gevaarlijk terrein zal begeven. Men is begonnen
met de salarissen van de Veemarkt te verhoogen,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1919. 178
nu volgen de waagwerkers en daarna zullen meerdere
ambtenaren en werklieden volgen. Eerst waren allen
tevreden, nu niet meer Er is gewoon door de com
missie gevraagd: „Wat wenscht u?' en niet het
minimum, maar het maximum is toen natuurlijk ge
vraagd. Alle moeite door de commissie gedaan is op
deze manier vergeefs, de een warmt den ander op.
Spreker wenscht geen nieuwe verhoogingen meer.
De heer Zandstra is het met den heer Tulp eens
dat er veel moeite vergeefs is gedaan, of liever hij
onderschrijft dat. Doch 't zal wel meer blijken dat
er moeite vergeefs is geweest, er zullen mettertijd
wel meer verhoogingen noodig zijn.
Wat de waagwerkers betreft, deze menschen moeten
altijd tegenwoordig zijn, ze zijn wel niet altijd even
druk bezig, maar hun aanwezigheid is toch noodzakelijk
en dat moet ook betaald worden. En nu acht spreker
ƒ260.als waarborgsom niet voldoende, reden waarom
hij een voorstel indient om het garantieloon van de
waagwerkers van f 260.op 300.te brengen.
De Voorzitter vraagt of het voorstel van den heer
Zandstra wordt ondersteund.
Dit blijkt wel het geval te zijn.
De Voorzitter meent, dat het voorstel op deze manier
maar niet zoo direct in behandeling kan worden geno
men. Spreker gaat thans mee met den heer Terpstra en
stelt voor, mede om de debatten te verkorten, omdat
men het toch niet eens wordt, het adres en het
voorstel van den heer Zandstra in handen te stellen
van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
De heer K. de Boer acht dit niet noodig. De
Voorzitter heeft pas zelf bezwaar gemaakt tegen
prae-advies en nu stelt hij 't zelf voor. Deze zaak
kan best direct behandeld worden. De kwestie is
gemakkelijk te overzion, 't betreft hier slechts drie of
vier menschen en een verhooging van 40.Daar
om wenscht spreker geen prea-advies.
De Voorzitter is het hiermede heelemaal niet eens.
't Is niet alleen die 40.—, er moet ook rekening
worden gehouden met 't percentieloon. De heer Tulp
heeft terecht opgemerkt, dat 't niet zoo lang zal
duren of alle ambtenaren en werklieden komen weer
om verhooging, men moet dan weer alle salarissen
herzien.
Er is in de nieuwe regeling getracht een goed
verband te leggen, als men nu weer hier een greep
en daar een greep doet dan gaat dat verband weder
om verloren.
Volgens spreker zullen de gevolgen niet van geringe
beteekenis zijn.
De heer Schaafsma (wethouder) meent, dat de
kwestie van twee kanten bekeken dient te worden.
De waagwerkers hebben een provisieloon en een ga
rantieloon nu bedoelt het voorstel-Zandstra het ga
rantieloon te verhoogen, doch bij nader onderzoek
blijkt misschien, dat het beter is 't provisieloon te
verhoogen. Dit zou nader onderzocht kannen worden,
spreker wenscht geen prae-advies, later kan eventueel
't voorsuel-Zandstra toch worden behandeld.
De Voorzitter vraagt of de Baad het voorstel van
den heer Zandstra in overweging wenscht te nemen.
Dit blijkt wel het geval te zijn.
De Voorzitter vraagt of de Baad goed vindt, dat
door Burgemeester en Wethouders prae-advies wordt
uitgebracht op het adres en het voorstel-Zandstra.
Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
22. adres van den voorzitter van den Nederland-
schen Bond van Werklieden in Openbare Diensten
en Bedrijvon betreffende de uitvoering van het raads
besluit van 30 April j.l. no. 188"/111
23. adres van den Nederlandschen Bond van
Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven,
afdeeling Leeuwarden, betreffende toepassing van
het onlangs gewijzigde Werkliedonreglement inzake
vacantie
De punten 22 en 23 worden voor kennisgeving
aangenomen.
24. adres van de Koninklijke Nederlaudsche Auto
mobielclub houdende mededeeling dat door haar sub
sidie wordt verleend ter tegemoetkoming in de kosten
van het wegruimen van belemmeringen voor snel
verkeer
Wordt voorgesteld het adres voor kennisgeving aan
te nemen.
De heer Nijholt stelt voor dit punt te behandelen
bij de begrooting.
De Voorzitter zegt, dat omtrent dit punt niets valt
te behandelen.
De heer Nijholt zegt, dat het adres toch ook be
helst een verzoek om ten behoeve van bedoelde
wegruiming van belemmeringen een post uit te trekken.
De Voorzitter zegt, dat de heer Nijholt bij de be
handeling van de begrooting in de gelegenheid zal
zijn daarover te spreken. Daar behoeft thans niet
over te worden besloten, er bestaat heelemaal geen
aanleiding toe.
Het adres wordt hierna voor kennisgeving aan
genomen.
25. bericht van den heer Ganzevoort, dat hij zijn
aanvraag om subsidie voor het herstel van den gevel
van zijn huis intrekt.
Wordt voorgesteld het schrijven voor kennisgeving
i aan te nemen.
De heer K. de Boer vraagt of de reden dezer in
trekking bekend is.
De Voorzitter zegt, dat voor zoover hij weet, deze
niet bekend zijn.
De heer Cohen meent, dat de gevel opnieuw is
onderzocht door een anderen architect, maar dat ge
bleken is, dat deze niet bouwvallig is en met eenige
restauratie kan blijven zooals hij is.
I De Voorzitter zegt dat men voorzichtig moet zijn
en dat de heer K. de Boer niet op meeningen moet
afgaan, wanneer niet positief gezegd kan woi'den wat
de reden is.
De heer K. de Boer zou niet gaarne willen, dat op
deze wijze een oude gevel zou moeten verdwijnen.
De heer Fransen zou naar aanleiding van deze
kwestie wel enkele vragen willen stellen. Spreker
heeft vrij zeker uit goede bron vernomen dat inder
tijd aan den eigenaar is kennis gegeven door de
bouwpolitie, dat de gevel bouwvallig was en dat er
onmiddellijk moest worden overgegaan tot het zetten
van een steiger en indien dit niet onmiddellijk werd
gedaan, de gemeente zelf er voor zou zorg dragen.
Nu, een jaar later, heeft de eigenaar bericht ge
kregen dat de gevel niet bouwvallig is.
De Voorzitter zegt dat de steiger zoolang is blijven