Wering van Dinsdag 28 October 1919. 238 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 October 1919. zelfs te lui, om hun behoeften te doen, waar dit behoort en dan doen ze het b. v. maar onder de trap. In een gebouw als de Philantroop zijn huisgezinnen ondergebracht, die geen huur willen betalen, deze menschen hebben zelf schuld. Men kan wel interpellaties houden, maar de menschen moeten ook meewerken en wanneer er maatregelen worden getroffen door Burgemeester en Wethouders is een eerste eisch, dat die menschen meewerken om de zaak zoo goed mogelijk te doen marcheeren. Het hotel Woidema is een meststal ge worden en de Philantroop ook. De interpellatie wordt gesloten. VII. Aan de orde wordt gesteld de interpellatie van den heer Lautenbach omtrent de crisisbepaling op het gebruik van leidingwater. De heer Lautenbach vraagt, of de crisisbepaling op het gebruik van leidingwater thans kan worden opge heven on of de burgerij thans van onverwachte on willekeurige afsluitingen gevrijwaard zal zijn. Met het oog op het late uur en omdat de vraag duidelijk genoeg is, zal spreker er niet meer aan toe voegen. De Voorzitter zegt, dat eerstdaags aan den Raad zal worden voorgesteld, de bedoelde verordening op het gebruik van het leidingwater in te trekken. Wat betreft het afsluiten van de leiding dit kan de directie niet steeds voorkomen, doch in ieder geval moet men vooruit waarschuwen en kan dit niet dan achterna. Of daarmee echter wordt voorkomen dat men toch nog onverwacht wordt afgesloten is niet zeker. De interpellatie wordt gesloten. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de ver gadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1919. 239 Tegenwoordig 24 leden, te weten de heeren Schaaf- sma, Tulp, Lautenbach, Terpstra, Dijkstra, Visser, mevrouw Besuyen Lindeboom, de heeren Zandstra, Postma, Dijstra, Collet, Oosterhoff, O. F. de Vries, Tiemersma, Van Weideren baron Rengers, Van der Werff, Nijholt, De Vos, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Berghuis, IJ. de Vries, Jansen, De Boer en Schoondermark. Afwezig zonder kennisgeving de heer Fransen. Voorzitterde heer Jhr. mr. J. M. van Beyma, burgemeester. I. Op voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene stemmen besloten eerst te behandelen (Agenda no. 2.) Rapport der commissie voor de be zwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, omtrent reclames in eersten aardeg, diensten 1918 en 1919. Ter behandeling van dit punt wordt in geheime vergadering overgegaan. II. Na heropening der openbare vergadering wordt aan de orde gesteld Vaststelling van de notulen der raadsvergaderingen van 9 en 23 September 1.1. De heer Nijholt meent, dat het verslag der ver gadering van 23 September onvolledig is, wat betreft het punt van den slachthuisbouw. In het verslag is afge drukt het oorspronkelijke stuk, dat indertijd den leden is toegezonden en dat in de vergadering van 19 Augustus 1919 is aangehouden. In dit voorstel wordt gesproken over afdekking met platte daken, terwijl na de aanhouding een nieuw plan en een nieuwe teekening zijn gemaakt. Deze teekening is ook aan de leden van den Raad overgelegd voor de vergadering van 23 September. Daarin is de toren vervallen en op het koelhuis een kap aangebracht. Er is echter geen nieuw voorstel ingekomen, zoodat de verandering in teeke ning niet blijkt uit het verslag van 23 September. Spreker meende daar even op te moeten attendeeren. De heer Schaafsma (wethouder) zegt, dat de op merking van den heer Nijholt juist is, in het verslag van 23 September is niet gesproken over de nieuwe teekening. Door aanteekening in het verslag dezer vergadering kan dit verzuim worden hersteld. Omdat de teekening voor 23 September ter visie van den Raad heeft gelegen, was het niet noodig het voorstel te wijzigen. De verslagen der vergaderingen van 9 en 23 Sep tember 1919 worden hierna onveranderd vastgesteld. III. Wordt medegedeeld 1. dat Gedeputeerde Staten a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 23 September 1.1. betreffende aankoop van een perceel weiland ten zuiden van den Westervijver en tot ver huring aan den Staat der Nederlanden van een gedeelte van de perceelen sectie F nos. 3225 en 1570, gelegen nabij het Kalverdijkje b. niet hebben goedgekeurd het raadsbesluit d.d. 9 September 1.1. tot verlenging van den termijn van ontruiming van onbewoonbaar verklaarde woningen c. voor kennisgeving hebben aangenomen het raads besluit d.d. 23 September 1919 tot vaststelling van eene verordening, regelende de samenstelling en den werkkring van de vaste raadscommissie van bijstand voor de bezoldiging van gemeente-ambtenaren en -werklieden 2. rapporten omtrent de samenstelling van het gas der gemeentelijke gasfabriek ingevolge de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 29 Mei 1916 3. adres van A. Bosma e. a., bewoners van panden aan- en bij de Singelstraat om te bevorderen dat het besluit van Burgemeester en Wethouders tot rooiïng van boomen in die straat niet worde uitgevoerd. De punten 13 worden voor kennisgeving aan genomen 4. schrijven van de voogden der Stads Armen- kamer alhier, houdende aanbeveling voor de benoeming van twee voogden, wegens periodieke aftreding van de heeren O. Plantenga T.Bzn. en Jac. Marcus. a. vacature O. Plantenga T.Bzn 1. O. Plantenga T.Bzn. 2. Th. A. O vermeer 3. S. Dijstra. b. vacature Jac. Marcus 1. Jac. Marcus; 2. H II. J. Feitz 3. mr. L J. van Apeldoorn. Zal in een volgende vergadering aan de orde worden gesteld. 5. adres van het bestuur der vereeniging voor volkshuisvesting alhier om haar ten behoevo van den bouw van 100 woningen nabij het Cambuursterpad tijdig de noodige gelden te verstrekken of voor haar een bankcrediet te openen bij do Amsterdamsche Bank tot een bedrag van de bouwsom. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 6. adres van het Centraal Drankweer-Comité al hier, waarbij adhaesie wordt betuigd met het adres van het Anti-Kermis-Comité alhier, met verzoek om in elk geval de kermis, op het voetspoor van Nij megen, drankvrij te maken. Wordt gevoegd bij de stukken betreffende afschaf fing van de kermis. 7. adres van L. N. Holsboer te Utrecht, vroeger directeur der gemeentewerken alhier, waarbij hij eischt, bij het onderzoek inzake den aanleg der Noorder begraafplaats, zoo volledig mogelijk in de gelegenheid te worden gesteld de lasterlijkheid der in de raads vergadering van 14 October 1.1. te zijnen opzichte gedane aantijgingen aan te toonen. De heer Schaafsma (wethouder) zou naar aanleiding van dit adres toch enkele opmerkingen willen maken, al zal spreker niet veel zeggen. Spreker mag niet verheelen, dat de kwestie zoodanig wordt besproken, dat men er zelfs in den trein op de lijn Zwolle-Arnhem over praat. Dit acht spreker niet van belang ontbloot. Het doet echter vreemd aan, dat de heer Holsboer, aan wien Burgemeester en Wet houders tweemaal een schrijven hebben gericht om in lichtingen te geven en die op het eerste schrijven geen voldoende antwoord heeft gegeven, terwijl op het laatste verzoek nog nimmer is geantwoord, thans eischt gehoord te worden. Die eisch doet bijzonder vreemd aan. Spreker meent dat de scherpe critiek in de vorige vergadering ons tenminste een stap verder heeft gebracht, n 1. dat de heer Holsboer in zooverre is bekeerd, dat hij inplaats van vrijwillig te antwoorden thans komt met een eisch om gehoord te worden. Het adres van den heer Holsboer zal in handen worden gesteld van de te benoemen commissie-ad hoe voor het onderzoek van het beheer en het beleid bij den aanleg van de Noorderbegraafplaats. 8. adres van E. J. Garrelds e. a., allen behoorende tot het technisch personeel bij den dienst der ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 1