Vergadering van Dinsdag 11 into 1919. 254 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1919. Hij trekt daaruit zijn eerste conclusie, dat het hoofd schap waarvoor het heet te bestaan en waaraan het zijn bestaansrecht verleent, niet in staat is om deze misstanden te doen verdwijnen. Maar zijn tweede conclusie is dat deze misstanden het direkte gevolg zijn van het hoofdschap, dat niet anders dan depri- meerend op de onderwijzers werkt. Waar het hier geldt de bestudeering van het abnormale kind om daaruit zijn conclusie te trekken hoe het moet worden opgevoed, moet men daartegenover stellen de vrije onderwijzer, die niet handelt op bevel. Dan geen hoofd, die niet zijn autoriteit ontleent aan meerdere bekwaamheid en kennis, doch slechts aan een aanstelling door den gemeenteraad. Wanneer de onderwijzers in hun midden iemand vinden die hun autoriteit is blijkens kennis en bekwaamheid, dan zullen zij hem volgen, is hij het echter slechts krachtens aanstelling, dan gaat er niets van hem uit en is hij niets meer dan een nul voor 't getal. De beraadslagingen worden gesloten. De Voorzitter brengt thans in stemming de beide principes ten opzichte van artikel 6 der ontwerp verordening te weten een hoofd der school, zooals bedoeld in het voorstel van Burgemeester en Wethouders, of een hoofd, aangewezen uit een der onderwijzers, volgens het amendement van de heeren Zandstra en De Boer. Het principe ten opzichte van het hoofdschap, zooals bedoeld in artikel 6 van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, wordt met 18 tegen 11 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heeren Tulp, Lautenbach, Visser, Postma, Dijstra, Oosterhoff, Van Weideren baron Rengers, Van der Werff, De Vos, mevrouw Buisman- Blok Wijbrandi, en de heeren Berghuis, IJ. de Vries en Schoondermark. Tegen stemmende heeren Schaafsma, Terpstra, Dijkstra, mevrouw Besuyen - Lindeboom, de heeren Zandstra, Collet, O. F. de Vries, Tiemersma, Nijholt, Jansen en De Boer. Het principe van de heeren Zandstra en De Boer, ten opzichte van artikel 6 der ontwerp-verordening, is hiermee verworpen. De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders thans prae-advies kunnen uitbrengen op de amendementen van de heeren Zandstra en De Boer, tevens op die van den heer Dijstra. De heer Schoondermark (wethouder) geeft aan de heeren, die de amendementen hebben voorgesteld, in overweging om ze nu zelf voor zoover noodig terug te nemen. Anders krijgt men telkens weer de debatten er over en men weet nu toch, hoe de meerderheid van den Raad er over denkt. De heer De Boer merkt op, dat door den Wethouder van Onderwijs is voorgesteld, de kwestie omtrent dit punt op deze wijze aan de orde te brengen. Voorde indieners der amendementen, zegt spreker, is er nu geen reden om die amendementen in te trekken, zij kunnen daar altijd nog op terugkomen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 November 1919. 255 Tegenwoordig 22 leden te weten de heeren Terp stra. Dijstra, Schaafsma, Nijholt, mevrouw Besuyen— Lindeboom, de heeren Tulp, Fransen, mevrouw Buis man—Blok Wijbrandi, de heeren Postma, Berghuis, 0. F. do Vries, IJ. de Vries, Collet, Lautenbach, Zandstra, Visser, Tiemersma, Dijkstra, De Boer, De Vos, Van der Werff en Schoondermark. Afwezig 3 leden, de heeren Oosterhoff, Van Wei deren baron Rengers en Jansen, de beide laatsten met kennisgeving. Voorzitterde heer Jhr. mr. J. M. van Beyma, Burgomeester. I. Rapport der Commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1919. Voor de behandeling van dit punt wordt overge gaan in een zitting met gesloten deuren. II. Na heropening wordt medegedeeld 1. dat bij Koninklijk Besluit van 25 October 1919 no. 46 is goedgekeurd de verordening tot het heffen van waagrechten, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 September 1.1. 2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d 14 October 1.1. betreffende de ver huring van een perceel tuingrond bij de Bolswarder Brug, overneming van een stoep aan do Speelmans straat, aanvaarding eener schenking van 15000. voor den aankoop van brandspuiten, wijziging van het raadsbesluit d.d. 19 Augustus 1.1. tot het verleenen van bankgarantie aan de woningstichting „Patrimonium." 3. rapporten omtrent de samenstelling van het gas der gemeentelijke gasfabriek ingevolge de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 29 Mei 1916. De punten 13 worden voor kennisgeving aange nomen. 4. adres met memorie van toelichting van den Centraal propagandist en algemeen secretaris der Nederlandsche Vereeniging van Kermisvakgenooten „Ons Belang" om de kermis niet af te schaffen. 5. adres van het bestuur der vereeniging „Plaatselijk Belang voor Hotel- en Koffiehuisbedrijven" om de kermis alhier niet af te schaffen. De stukken onder 4 en 5 zullen bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd. 6. adres van het Bestuur der Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool om het over 1919 vèrhoogd subsidie ook voor 1920 en volgende jaren te handhaven. Wordt bij de begrooting behandeld. 7. adres van J. Oosterhoff, oud-wethouder dezer gemeente, om hem als zoodanig volgens de betrekke lijke verordening, gemeenteblad 1914 no. 18 en 1917 no. 39, pensioen te verleenen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 8. adres van de commissie ter bevordering van een spoedige afwikkeling van do salarisregeling voor het personeel aan vakscholen om de wellicht ingekomen aanvragen om subsidieverhooging voor die scholen in welwillende overwoging te willen nemen. Wordt bij de betrekkelijke stnkken gevoegd. 9. adres van de afdeelingen Leeuwarden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, het Neder- landsck Onderwijzersgenootschap en de Vereeniging van Hoofden van Scholen in Nederland, waarbij wordt verzocht een in afdruk overgelegd adres betreffende verhooging van de salarissen, vastgesteld bij de wet van 14 Juli 1919, opgenomen in de St.Ct. no. 493, bij den betrokken Minister te ondersteunen. Wordt voorgesteld, dit adres te zenden aan Bur gemeester en Wethouders om prae-advies. De beraadslaging wordt geopend. De heer Dö Boer stelt voor, dit adres dadelijk in behandeling te nemen, zulks omdat het niet onmogelijk is, dat de zaak zelve spoedig in de Kamer iu behan deling komt. Spreker zou 't op prijs stellen, dat vóór dien tijd een adhaesiebetuiging van den Raad bij 't landsbestuur was ingekomen. De Voorzitter doet lecture geven van 't adres. De heer Schoondermark (wethouder) zegt dat hij 't adres nog niet heeft gelezen, en dat het moeilijk gaat om er direct over te oordeelen. Over 't algemeen is spreker geen voorstander van adhaesiebetuigingeu aan den minister of aan de Kamer. Maar hier voelt spreker wel wat voor. Hier wordt aangedrongen op verbetering der onderwijzerssalarissen in 't algemeen, niet van Leeuwarden alleen, al zijn er natuurlijk voor Leeuwarden ook voordeelen aan vei bonden. Om 't evenwel nu reeds uit te maken, dat gaat wel wat moeilijk. Spreker zou liever 't adres eerst bij Burge meester en Wethouders eens bespreken, teneinde aan den Raad daarna prae-advies uit te brengen. Er is haast bij, zegt de heer De Boer, en dat gelooft spreker wel. Maar dat de zaak zoo vlug door de Kamer zal aangenomen zijn, vóór de Raad het kan behandeld hebben, dat gelooft spreker toch niet. De heer De Boer antwoordt, dat hij, indien hij, zooals de wethouder opmerkte, de veronderstelling had, dat de zaak reeds binnen korten tijd door de Kamer zou zijn aangenomen, hij niet op een adhaesie betuiging zou aandringen. Maar juist omdat spreker niet zeker er van is, dat de zaak aangenomen zal worden, daarom zou hij uit het heele land betuigingen van instemming wenschen. Spreker wijst op een advertentie in de Leeuwarder Courant, luidende als volgt „Gids bij beroepskeuze! f 892.80. Aanvangsjaarwedde volgens de Rijkswet voor een onderwijzer in een gemeente als Leeuwarden in het jaar 1919. f 17.17. Wettelijk weekloon voor deze ambtenaar. Men vergelijke hiermede de loonen voor ongeschoolde arbeid Vraag: Aan wie de schuld als in de nabije toekomst het Volksonderwijs groot nadeel zal ondervinden door gebrek aan leerkrachten Bond van Nederlandsche Onderwijzers afdeeling Leeuwarden." Dat het gevolg, in deze advertentie verondersteld, niet denkbeeldig is, blijkt wel uit een lijstje van eischen door de bakkersgezellen-organisaties ingediend, Gevraagd werd daar op 18-jarigen leeftijd f 19. 1872 jaar 21.—, 19 jaar 23.-, 1972 24.50, 20 jaar 26.Er is zeer groote kans dat die loon- eischen zullen worden aanvaard, en is dat het geval, dan zullen de onderwijzers zeer verre achterstaan, en is er ook groote kans dat er voor 't onderwijs niet meer genoeg personen zich aanbieden, 't Is dus een belang van de gemeenschap dat de onderwijzerssalarissen op peil worden gebracht. Direct kunnen de gemeente raden daar niet veel meer aan doen, maar indirect wel. Daarom dringt spreker aan op 't zenden van een adhaesiebetuiging. De Voorzitter merkt op, dat in 't verzoek aan den minister gevraagd wordt, spoedig een noodwet in te dienen, waarbij het begin-salaris verhoogd wordt van 1000.op 1300.en het maximum gebracht wordt op 800,meer dan thans. Dat zijn de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 1