1918
256 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 November 1919.
speciale vragen waarmee gevraagd wordt, dat de
Raad instemming zal betuigen.
De heer Schaafsma (wethouder) is het ten deele
met den heer De Boer en ten deele met den Wethouder
van Onderwijs eens. 't Gaat voor den Raad moeilijk
om instemming te betuigen met een adres dat nog
maar een paar dagen in 't bezit van Burgemeester
en Wethouders is, vooral waar daar bepaalde cijfers
worden gevraagd. Als men nu, zonder over die bepaalde
cijfers den Minister van Onderwijs van advies te
dienen (want dat is een adhaesiebetuiging feitelijk),
een adres kon zenden, dan was de zaak wel onder
oogen te zien.
't Is een brandende kwestie, en de Raad heeft wol
redenen om op een betere salarieering aan te dringen.
De salarieering van de onderwijzers is bepaald onvol
doende. Kunnen we niet, vraagt spreker, inplaats
van met dit adres adhaesie te betuigen, een zelfstandig
algemeen adres aan den Minister zenden, b.v. door
te verzoeken over te gaan tot herziening van de
salarieering van onderwijzers. Dan kan men buiten
beschouwing laten de hoegrootheid van de verhooging,
iets wat gevoegelijker kan, omdat de gemeente daar
niets meer over heeft te zeggen.
De heer Vissar zegt, dat men nu plotseling voor
eon vraag geplaatst wordt, die niet dan na rijp beraad
is te beslissen. Om zoo te zeggenwe zullen adhaesie
betuigen, dat gaat moeilijk, immers men heeft geen
tijd gehad om zich de zaak in te denken.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel-De Boer om adhaesie te betuigen met
het adres aan den Minister wordt in stemming gebracht
en verworpen met 12 tegen 10 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Terpstra en Nijholt,
mevrouw BesuyenLindeboom en de heeren O. de
Vries, Collet, Zandstra, Tiemersma, Dijkstra, De Boer
en De Vos.
Tegen stemmende heeren Dijstra, Schaafsma, Tulp,
en Fransen, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en
de heeren Postma, Berghuis, IJ. de Vries, Lautenbach,
Visser, Van der Werft en Schoondermark.
Het voorstel-Schaafsma om zelfstandig een adres
aan den Minister te zenden wordt aangenomen met
13 tegen 9 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Terpstra, Schaafsma en
Nijholt, mevrouw BesuyenLindeboom en de heeren
Berghuis, O. de Vries, Collet, Zandstra, Tiemersma,
Dijkstra, De Boer, De Vos en Schoondermark.
Tegen stemmende heeren Dijstra, Tulp en Fransen,
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en de heeren
Postma, IJ. de Vries, Lautenbach, Visser en Van der
Werff.
10. adres van Tj. Kolk e.a. eigenaren van perceelen
aan het Zuidvliet alhier, om met hunne medewerking
de Willem Loréstraat in de richting van den Poppeweg
te doen doortrekken.
Wordt gezonden aan Burgemeester en Wethouders
om prae-advies.
11. dat Burgemeester en Wethouders
a. tot 2en opzichter bij de gemeentereiniging hebben
benoemd S. van Dam
b. aan T. D. Keuning alhier in erfpacht hebben
afgestaan ongeveer 590 M2. van bouwblok L der ter
reinen tusschen Groningerstraatweg, Cambuursterpad
en Kalverdijkje, waarde ongeveer ƒ4720.erfpachts
som ongeveer 236.
12. dat Burgemeester en Wethouders aan de noord
zuid loopende straat, welke de verbinding vormt
tusschen den Kanaalweg Z.Z. en de Tijnjestraat, zijnde
de eerste straat oostwaarts volgende op den 2den
spoorwegovergang in den weg Achter de Hoven, den
naam hebben gegeven van Tijnjedwarsstraat.
De punten 11 en 12 worden voor kennisgeving aan
genomen
13. rapport der Commissie voor de reclames omtrent
bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen
in de plaatselijke directe belasting maar het inkomen
dienst 1919.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
i vaststelling van de balans en de winst- en verliesreke-
i ning van de Centrale Keuken, dienst 1918.
2. Alsvoren tot vaststelling van de rekening der
inkomsten en uitgaven ten behoeve van de uitvoering
der Distributiewet en van die betreffende maatregelen
I in verband met den oorlogstoestand, dienst 1918.
3. Alsvoren betreffende de garantie der gemeente
voor de terugbetaling van werkkapitiaal door de Ver-
I eeniging voor Volkshuisvesting voor den bouw van
100 woningen nabij het Cambuursterpad.
4. Alsvoren tot herziening van het raadsbesluit d.d.
14 October 1919 (uitkeering ineens aan gemeente
ambtenaren en -werklieden) wat de bestrijding der
uitgaven betreft.
5. Alsvoren tot het aangaan van eene geldleening
tot bestrijding van uitgaven tengevolge van de distri-
butiekosten van levensmiddelen en den oorlogstoestand,
welke uit de gewone middelen zijn gekweten, alsmede
tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1919.
6. Alsvoren tot vaststelling van verordeningen tot
het heffen en op de invordering van markt- en weeg-
gelden voor het gebruik van de veemarkt enz. (Bij
lage no. 45).
7. Alsvoren tot wijziging, in verband met door
Gedeputeerde Staten gemaakte opmerkingen, van de
salarisverordening voor het lager onderwijs (Bijlagen
nos. 34 en 41.)
De punten 17 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
8. Alsvoren om voor den bouw van een kerkge
bouw door de Gereformeerde Kerk alhier afwijking
toe te staan van de bepalingen van uitgifte van bouw
terreinen aan het Nieuwe Kanaal.
9. Alsvoren om aan D. Sieswerda en R. Tacoma
te Pingjum vergunning te verleenen tot het leggen
van rails in den Lekkumerweg en in den ouden
Lekkumerdijk ten behoeve van het vervoer van terp-
aarde van de kadastrale perceelen gemeente Jelsum
Sectie D nos. 530, 950 en 968 en gemeente Leeuwarden
sectie F no. 449.
10. Alsvoren tot verhooging van het crediet, bij
raadsbesluit van den 3 December 1918 toegestaan voor
den bouw en de inrichting van een gymnastieklokaal
bij gemeenteschool no. 8.
11. Alsvoren om met intrekking van het raadsbesluit
van 27 Mei 1919 no. 209R/128 Th. Buis alhier toe
te laten tot den afkoop tegen den penning twintig
van eene grondrente ad 9.20, rustende op de panden
Zaailand no. 92 en Prins Hendrikstraat nos. 1 en 3.
12. Alsvoren tot vaststelling van het kohier der
belasting, krachtens artikel 240) der Gemeentewet
voor de Spoorstraat.
13. Alsvoren om aan de Noorder Kynologenclub
op een tweetal dagen in Juli 1920 een overdekt
gedeelte van de veemarkt in gebruik te willen afstaan
voor het houden van een internationale hondententoon
stelling.
14. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het voorstel van de heeren L. Zandsta en K. de
Boer om aan het nieuw te benoemen hoofd van
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 November 1919. 257
gemeenteschool no. 11, zoodra aan die school een
vacature onder het klasse-personeel ontstaat, het
onderwijs in een vaste klasse op te dragen.
De punten 8—14 zullen in een volgende vergadering
worden behandeld.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
goedkeuring van den aankoop in openbare veiling
van het perceel Wissesdwinger no 62, met bovenwoning
en plaats c.a., onmiddellijk grenzende aan de Vijzel
straat, kadastraal bekend Sectie A no. 857 der ge
meente Leeuwarden, groot 55 cA.
De Voorzitter zegt tot toelichting van dit voorstel
dat Burgemeester en Wethouders, indertijd door den
Raad gemachtigd bij voorkomende gelegenheden,
woningen te koopen, die voor gemeentedienst van
belang waren, dit pand in publieke veiling hebben
gekocht voor de som van f 3622.met de bedoeling
het te bestemmen als woning voor den concierge van
't gymnasium, die thans in de Willem Loréstraat woont.
Deze woning heeft uitzicht op het gymnasium en is
dus voor dit doel heel geschikt gelegen.
De heer De Boer merkt op, dat als hiermee't pand
bedoeld wordt, dat hij op 't oog heeft, het zeer de
vraag is, of de concierge het op prijs zal stellen daar
te wonen.
De Voorzitter. Hij heeft het zelf aangevraagd en
ons er op attent gemaakt, dat deze woning onder
verkoop stond.
De heer De Boer. Dan vervalt mijn opmerking.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
IV. De Voorzitter doet mededeeling, dat van den
heer De Boer de volgende vragen zijn ingekomen
1. Is de Burgemeester in staat een lageren maxi
mumprijs voor de consumptiemelk te Leeuwarden vast
te stellen
Zoo ja, is de Burgemeester genegen dezen maat
regel te nemen in verband met de Volksvoeding
Zoo neen, is de Burgemeester genegen bij den
Minister aan te dringen op het vaststellen van een
lageren prijs
2. Is de Burgemeester bekend met de slechte
kwaliteit van het dezer dagen verstrekte regeeringsmeel?
Is de Burgemeester genegen er bij de regeering op
aan te dringen dat de kwaliteit weer wordt opgevoerd
tot het peil van dit voorjaar
3. Is de Burgemeester in staat regeeringsgort tegen
maximumprijs beschikbaar te stellen, en zoo neen, ge
negen bij de regeering op onmiddellijke beschikbaar
stelling aan te dringen?
Spreker stelt voor 't gevraagde verlof te verleenen,
en de interpellatie te doen houden na afhandeling van
de punten der agenda.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen
besloten.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Agenda no. 3). Benoeming van twee voogden der
Stads-Armenkamer, wegens periodieke aftreding van de
heeren O. Plantinga T.Bzn. en Jac. Marcus.
Benoemd wordt in de eerste vacature, O. Plantinga
T.Bzn. met 19 stemmen1 stem is uitgebracht op
Th. A. O vermeer, 2stemmen zijn uitgebracht op S. Dijstra.
In de tweede vacature wordt benoemd Jac. Marcus met
20stemmen; 1 stem is uitgebracht op mr. L. J. van
Apeldoorn en 1 op C. Andriesse.
2. Agenda no. 4.) Benoeming van tijdelijke leeraren
aan de middelbare avondhandelsschool voor den cursus
191911920.
De heer IJ. de Vries vraagt of hiervoor wel een
stemming bij briefjes noodig is, daar voor elke
vacature maar één wordt aanbevolen.
De Voorzitter, 't Is een aanbeveling. De raadsleden
zijn vrij om buiten de aanbeveling om te stemmen.
Benoemd wordt tot leeraar in lezen en Ned. Handels
correspondentie C. Andriesse alhier met 19 stemmen.
Op K. de Boer is 1 stem uitgebracht, terwijl G.
Steegstra 2 stemmen verkrijgt.
Benoemd wordt tot leeraar in handelsaardrijkskunde
en in de Fransche taal, Geert Steegstra alhier met
19 stemmen. Op Stegeman is 1 stem uitgebracht
terwijl twee briefjes in blanco zijn ingeleverd-
3. Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot, vaststelling van de balans en winst- en ver
liesrekeningen van de gemeentelijke lichtfabriekendienst
1918.
Dit voorstel luidt als volgt
Voldoende aan het bepaalde bij artikel 22, laatste
lid der verordening op het beheer van het gemeentelijk
electriciteitbedrijf (gemeenteblad no. 14. van 1912)
hebben wij de eer hiernevens aan U over te leggen
1°. eene balans van de bezittingen en schulden
van het bedrijf op 31 December 1918;
2°. eene verlies- en winstrekening over 1918
3°. een inventaris van bezittingen en schulden op
31 December 1918
4°. een staat van bezittingenaf- en bijschrijvingen
in 1918
5°. een voorraadstaat van magazijngoederen op
31 December 1918
6°. een voorraadstaat van afval op 31 December
7". een staat van ongeboekte vorderingen op 31
December 1918
8°. een staat van ongeboekte schulden op 31
December 1918
9°. een lijst van te vorderen garantie op 31 De
cember 1918
10°. een saldilijst van diverse debiteuren op 31
December 1919
11°. een saldilijst van crediteuren op 31 December
1918;
12°. een lijst van aanwezige gereedschappen van
de monteurs op 31 December 1918
13°. een overzicht van de geldleeningen op 31
December 1918
14°. oen verslag omtrent den toestand en de exploi
tatie van het bedrijf over 1918.
Gemelde bescheiden zijn om advies in handen gesteld
van de Financieele Commissie.
Het ingestelde onderzoek heeft die Commissie blijkens
het hierbij overgelegde rapport geen aanleiding gegeven
tot het maken van op- of aanmerkingen, waarom wij
de eer hebben U voor te stellen te besluiten de balans
op 31 December 1918 en de verlies- en winstrekening
van het gemeentelijk electriciteitbedrijf over 1918,