258 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 November 1919. sluitende met een saldo-winst van 10.796,87 vast te stellen. Voldoende aan het bepaalde bij artikel 23, laatste lid der verordening op het beheer der gemeentelijke gasfabriek (Gemeenteblad no. 30 van 1910) hebben wij de eer hiernevens aan U over te leggen 1°. eene balans van de bezittingen en schulden van het bedrijf op 31 December 1918 2°. eene verlies- en winstrekening over 1918; 3°. een inventaris van bezittingen en schulden op 31 December 1918 4°. een staat van bezittingen, af- en overschrijvingen over 1918 5°. een lijst van ongeboekte vorderingen op 31 December 1918: 6°. een lijst van ongeboekte schulden op 31 December 1918; 7°. een inventaris van magazijngoederen op 31 December 1918 8°. een inventaris van afval op 31 December 1918; 9°. een saldilijst van diverse debiteuren op 31 December 1918 10°. een saldilijst voor de Gemeente Leeuwarden op 31 December 1918 11°. een saldilijst van crediteuren op 31 December 1918; 12°. een lijst van aanwezige gereedschappen op 31 December 1918; 13°. een lijst van aanwezigo instrumenten op 31 December 1918; 14°. een overzicht van de geldleeningen op 31 December 1918 15°. een staat van het aantal gasmeters op 31 December 1918 16°. een exploitatierekening gewone gasmeters met dienstleidingen 17°. eene exploitatierekening van muntgasinstal- laties 18°. een kostprijsberekening van het gas 19°. een verslag omtrent den toestand en de ex ploitatie der gemeente Gasfabriek over 1918. Gemelde bescheiden zijn om advies in handen gesteld van de Financieele Commissie. Het ingesteld onderzoek heeft dio Commissie geen aanleiding gegeven tot het maken van op- of aan merkingen, waarom wij de eer hebben U voor te stellen te besluiten de balans op 31 December 1918 en de verlies- en winstrekening van de gemeentelijke gasfabriek over 1918 sluitende met een saldo-winst van f 144.944,995, vast te stellen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig deze voorstellen. 4. Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot vaststelling van de balans en de winst- en verliesrekening van de Centrale Keuken, dienst 1918. Dit voorstel luidt als volgt Ingevolge het bepaalde bij art. 4, le lid der ver ordening betreffende de inkomsten en uitgaven van de Centrale Keuken, (Gemeenteblad no. 19 van 1918), hebben wij de eer hiernevens aan Uwen Raad over te leggen de balans en verlies- en winstrekening dier instelling over het tijdvak 1 April31 December 1918. Gemelde stukken zijn om advies in handen gesteld van de Financieele Commissie, die blijkens het hierbij overgelegde rapport, geen aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen. In verband hiermede hebben wij de eer Uwen Raad in overweging te geven genoemde balans en verlies- en winstrekening onveranderd vast te stellen en het ten laste der gemeente komend verlies over genoemd tijdvak te bepalen op een bedrag van 15209.71. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de rekening der inkomsten j en uitgaven ten behoeve van de uitvoering der Distributie- wet en die betreffende maatregelen in verband met den j oorlogstoestand, dienst 1918. Dit voorstel luidt als volgt: Ingevolge het bepaalde bij art. 5, le lid der ver ordening betreffende de inkomsten en uitgaven ten behoeve van de uitvoering der distributiewet en die betreffende maatregelen in verband met den oorlogs toestand (Gemeenteblad no. 20 van 1918) hebben wij de eer hiernevens aan Uwen Raad over te leggen de rekening van inkomsten en uitgaven ten behoeve van bovenbedoelde uitvoering en maatregelen over het tijdvak van 1 April—31 December 1918. Gemelde rekening is om advies in haden gesteld van de Financieele Commissie. Het van die Commissie ontvangen rapport wordt hierbij overgelegd. Tot het maken van op- of aanmerkingen geeft deze rekening ons geen aanleiding, waarom wij de eer hebben Uwen Raad in overweging geven, genoemde rekening vast te stollen en het ton laste der gemeente komende verlies over genoemd tijdvak te bepalen op de navolgende bedragen a. voor de uitvoering der distributiewet op f 74.661.956 en b. voor maatregelen in verband met den oorlogs toestand op 248.725.72. De beraadslaging wordt geopend. De heer Nijholt zegt, dat hij als lid derFinancieele Commissie aanvankelijk bezwaar had om de rekening goed te keuren. Pas na een mondelinge toelichting van de afd. Financiën is spreker er mee accoord ge gaan, omdat hij toen wel den indruk kreeg, dat de verantwoording in orde is. De boekhouding laat evenwel in elk opzicht te wenschen over. Over 't algemeen heeft men hier bij de gemeente een nette administratie, doch dit was meer dan erg. Spreker vraagt derhalve dat Burgemeester en Wethouders bevorderen, dat bij elk gemeentelijk bedrijf de rekening en de admini stratie in orde is. De heer Berghuis (wethouder) moet gedeeltelijk instemmen dat de boekhouding niet was zooals deze moest zijn. Dit vond evenwel zijn oorzaak hierin, dat men begonnen is met een klein broodbureau, zoodat men 't niet noodig vond een grooten opzet er van te maken, overtuigd, dat het maar voor kort zou zijn. De linancieele verantwoordelijkheid is eigenlijk ook overgegaan op den kassier, daar alle bedragen over den kassier gingen. Bij 't levensmiddelen- bedrijf hield men enkel contrólestaten bij, doch spreker geeft toe dat die contrólestaten wel op netter en beter manier konden zijn bijgehouden. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeesters en Wethouders. De Wethouders onthouden zich hierbij van stemming. 6. (Agenda no. 8.) Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek der gemeenterekening, dienst 1918. De beraadslaging wordt geopend. De heer Nijholt heeft tegen vaststelling der rekening op zichzelf geen bezwaar, doch zou wel enkele woorden willen zeggen, naar aanleiding van wat aan de rekening Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 November 1919. 259 voorafgaat, de z.g. verantwoording. Daar zijn do cijfers op allerhande manier gegroepeerd, en zoo kunnen wel eens voorstellingen gegeven worden die minder juist 1 J ci 4 zijn »ov.u«v»iubv^öv0., De groote kasleeningen, die voor de einduitkomst eigenlijk geen beteekenis hebbon, hebben bij de groepeering der cijfers zeer verwarrend gewerkt en zijn niet overal op de juiste manier behandeld. Spreker zou gaarne zien, dat de verantwoording een volgend jaar op een betere en meer overzichtelijke manier werd samengesteld. Ook zijn enkele cijfers, naar 't spreker voorkwam, onjuist. Op bladzijde 338, van de verantwoording (bijlage 37) staat 10,000.die moet 100,000. zijn. Daardoor verandert ook het cijfer voor wat de werkelijke ontvangsten meer waren dan geraamd was. Op de cijfers van de rekening zelf heeft dit evenwel geen invloed. De heer Berghuis (wethouder) antwoordt, dat dit onjuiste cijfer een gevolg is van een drukfout, die evenwel geen invloed heeft op het eindcijfer van de rekening. Het college van Burgemeester en Wethouders zal gaarne eens overwegen wat er in 't voor-overzicht veranderd kan worden, om dat duidelijker te maken. Dat dit gewenschtis, is spreker met den heer Nijholt eens. Spreker maakt nog opmerkzaam op een ander on juist cijfer. Op bladzijde 335 staat als raming voor de schoolgelden voor het middelbaar onderwijs 9600. dit moet zijn f 11600. In de eigenlijke rekening is dit bedrag wel goed opgenomen. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de conclusie van het rapport. Do wethouders onthouden zich hierbij van stemming. 7. Agenda no. 9.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de garantie der gemeente voorde terugbetaling van werkkapitaal door de Vereeniging voor Volkshuisvesting voor den bouw van 100 woningen nabij het Cambuursterpad. Dit voorstel luidt als volgt Bij Uw besluit van 28 October 1919 werd ten fine van prae-advies in onze handen gesteld een adres van de „Vereeniging voor Volkhuisvesting" alhier, aan wie bij raadsbesluit van 9 September 1919 no. 373R/201 voor den bouw van 100 woningen nabij het Cambuur sterpad een voorschot werd verleend ten bedrage van 549.800.—. Genoemde vereeniging deelt mede, dat, met het oog op den nijpenden woningnood en gezien de goedkeuring der bouwplannen door den Inspecteur van de Volks gezondheid, zij bereids tot de aanbesteding van den bouw is overgegaan. Waar de vereeniging van meening is dat hoogstwaar schijnlijk op de tijdstippen waarop de in het bestek bepaalde termijnen van de aannemingssom vervallen, de door het Rijk te verstrekken voorschotten nog wel niet zullen zijn binnengekomen, vraagt zij om tijdig aan haar de benoodigde gelden te verstrekken of wel te haren behoeve een bankcrediet bij de Amsterdamsche Bank te openen ten bedrage van de bouwsom op nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen voorwaarden. In verband met de buitengewone schaarschte van woningen in deze gemeente is het wenschelijk dat de voorgenomen bouw zoo spoedig mogelijk plaats vindt. Waar de vereeniging voor volkshuisvesting echter geene middelen bezit om de betalingen op tijd te kunnen doen, wil het ons voorkomen dat, evenals ten aanzien van het bouwplan der 130 woningen aan het Cambuursterpad door de „Woningvereeniging Leeuwarden" en dat der 100 woningen aan den weg Achter de Hoven door de woningstichting „Patri monium" is geschied, ook aan de hier bedoelde Vereeniging van gemeentewege garantie behoort te worden verleend voor het opnemen bij eene bank instelling van de benoodigde gelden. Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen te besluiten overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp. Do Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat het gewenscht is, dat de bouw der 100 woningen van „de Vereeniging voor Volkshuis vesting*', waartoe bij besluit van 9 September 1919 no. 373"/201 een voorschot werd verleend, ten spoedigste plaats vindt dat de Vereeniging echter geene gelden voor de uitvoering van het bouwplan bezit, waarom zij zich tot eene bankinstelling gewend heeft, die echter zonder garantie van de gemoente geen orediet wenscht te verleenen gelet op art. 194^ der Gemeentewet gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit te bepalen dat de gemeente zoo noodig de ver plichtingen overneemt welke mochten voortvloeien uit de overeenkomst welke de „Vereeniging voor Volkshuisvesting" met de Amsterdamsche Bank omtrent het voorschieten van gelden voor den bouw van 100 woningen nabij het Cambuursterpad zal sluiten onder de volgende voorwaarden 1. dat het bedrag, dat in totaal in voorschot wordt gegeven ongeacht of er aflossingen hebben plaats gehad, nimmer mag overtreffen het bedrag, dat de gemeenteraad bij besluit van 9 September 1919 no. 373R/201 heeft toegezegd 2- dat alleen gelden mogen worden voorgeschoten na overlegging van eene verklaring van den met de uitvoering der werken belasten architect en den dooi de gemeente met het toezicht op den bouw belasten ambtenaar waaruit blijkt dat de gevraagde uitgaaf door voortgang van den bouw of aankoop van mate rialen gedekt is 3. dat bij het niet nakomen harer verplichtingen, de eigendom van den grond en van de woningen voor zooverre alsdan gereed en van de aanwezige materialen van de „Vereeniging voor Volkshuisvesting" op de gemeente zal overgaan, tegen overneming door de gemeente van de schuld der Vereeniging aan de Amsterdamsche Bank of van het gedeelte dier schuld waaruit de grond en de tot hot tijdstip der over neming aan den bouw der woningen bestede kosten zijn betaald. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. Agenda no. 10.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening van het raadsbesluit d.d. 14 October 1919 uitkeering ineens aan gemeenteambtenaren en -werklieden) wat de bestrijding der uitgaven betreft, waarbij tevens wordt behandeld Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot het aangaan van een geldleening tot bestrijding van uitgaven tengevolge van de distributiekosten van levensmiddelen en den oorlogstoestand, welke uit de gewone middelen zijn gekweten, alsmede tot wijziging der ge- meentebegrooting, dienst 1919. Deze voorstellen luiden als volgt Uw besluit van den 14en October 1919 no. 435R/216 tot het aangaan van een geldleening ad 85000. K' i Ii

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 3