312 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1919. 313
zoo'n grooten geldnood verkeert, kan spreker dit niet
goed vinden. Daarom vraagt hij of Burgemeester en
Wethouders toezegging willen geven, het niet te doen,
zonder den Raad er in te kennen.
De heer Berghuis (wethouder) licht toe, dat het
de bedoeling is van Burgemeester en Wethouders
om het geld te beleggen bij de gemeente zelf. Met
de gemeentelijke lichtfabrieken is daarvan gesproken,
't is niet de bedoeling het bij vreemden te beleggen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Hoofdstuk X wordt onveranderd vastgesteld.
De hoofdstukken XI—XIX worden onveranderd
vastgesteld.
Aan de orde zijn de baten.
Hoofdstuk I wordt onveranderd vastgesteld.
Hoofdstuk II. Ontvangsten ivegens te leveren gas, bij
producten en te bewijzen diensten, zoo aan de gemeente
en hare instellingen als aan particulieren.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Nijholt spreekt over de ontvangsten van
huur van gasmeters en muntgasinstallaties en consta
teert, dat het laatste bedrag veel grooter is dan de
huur van de gasmeters. Volgens de exploitatiereke
ning over 1918 is voor de muntgasmeters bij een
huurontvangst van 14,350,25 een nadeelig saldo van
4,346.626, terwijl voor de gewone gasmeters bij een
huurbedrag van f 8,805.99 een tekort van ƒ10,241.63
moest worden aangezuiverd. Door wijziging der
tarieven is de verhouding tusschen de tekorten op
muntgasmeters en gewone gasmeters nog eerder ver
slechterd dan verbeterd. Spreker vraagt daarom meer
overeenstemming tusschen beide soorten meters te
brengen, waarvoor het noodig zal zijn de huur voor
de gewone meters te verhoogen.
De heer Schaafsma (wethouder) zegt, dat het Col
lege deze opmerking wel in overweging wil nemen
om te zien of zij met een voorstel daaromtrent kun
nen komen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Hoofdstuk II wordt onveranderd vastgesteld.
De Hoofdstukken III-XI worden onveranderd vast
gesteld, waarna de begrooting wordt vastgesteld
de baten tot een bedrag van 1,530,545.20
de lasten tot een bedrag van 1,530,545.20
Vermoedelijk saldo nihil
Aan de orde is thans de gemeente-begrooting.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer Collst zegt, dat 't laatste jaar verschillende
besluiten zijn genomen, die de gemeente veel geld
hebben gekost. Dat zijn o a. de salaris-herziening van
de onderwijzers, de salaris-verhooging van de gemeente
ambtenaren en -werklieden en later die van het
personeel der bewaarscholen. Dan heeft de Raad de
vorige maand nog het besluit genomen om aan
ambtenaren en werklieden een duurtetoeslag te geven.
Spreker wijst hier even op en wou de aandacht
er op vestigen, dat deze besluiten moesten worden
genomen, wou de gemeente niet achteraan komen.
Nu heeft het spreker genoegen gedaan, dat die voor
stellen voor het meerendeel kwamen van het college
van Burgemeester en Wethouders. Want wanneer men
eenige jaren terugdenkt, zal men zich herinneren
dat het in die tijden al groote moeite kostte, om de
loonen mot een paar kwartjes verhoogd te krijgen.
Spreker constateert, dat nu het college dus in ieder
geval wat verder ziet, de menschen krijgen nog wel
geen belooning of niet het loon, wat hun toekomt,
maar de kosten der gemeente stijgen ook enorm,
Wanneer men toch de begrooting eens openslaat en
men ziet het hoofdstuk kosten van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, dan blijkt, dat men in 1919 hier
voor moest betalen 546.246,terwijl het hoofdstuk
nu voor 1920 op de begrooting staat voor 712.572.-.
In 1919 gaf de regeering hierop een subsidie van
105.399.zoodat voor de gemeente zelf nog te
betalen bleef 440 847.en nu voor 1920 zal die
subsidie bedragen 254.920.zoodat de gemeente
zelf 457.652.-- moet bijdragen. We hadden gedacht,
dat de wet-De Visser ons uit het financieel moeras
zou helpen, doordat het Rijk de salarissen van de
onderwijzers zou overnemen, doch uit deze cijfers
blijkt duidelijk, dat de gemeente er met deze wet
ook al niet op is vooruit gegaan. De loonsverhoogim
gen blijven nog voor rekening der gemeente en er
zijn nog tal van andere dingen, te veel om op te
noemen.
Al deze zaken kosten verbazend veel geld en door
deze kosten wordt de hoofdelijke omslag enorm naar
boven gejaagd, dit blijft niet uit. 't Vorige jaar zijn
reeds klachten uit allo klassen der burgerij gekomen
en toen was 't vermenigvuldigingscijfer nog maar 6.
En wie weet waarop de Raad het aanstonds zal
moeten brengen. Er kwamen toen verschillende
klachten uit de burgerij en spreker herinnert zich
nog dat de leden van den Middenstandsbond het be
stuur bewogen een vergadering te beleggen tot het
behandelen van den hoofdelijken omslag. Er zijn toen
in die vergadering stemmen opgegaan om het belas-
tingbetalen te weigeren. En niet alleen in die midden
klassen, maar ook in de arbeiderskringen gingen zulke
stemmen op. Ook de leden van de S. D. A. P.
wenschten een vergadering. Als spreker het verslag
van die vergadeiingeu nagaat, blijkt hem, dat er over
't algemeen een groote onkunde heerscht op dit ge
bied de menschen weten eigenlijk niet, hoe de ge
meente wordt beheerd, zij weten niet, waar 't geld
vandaan komt of hoe 't besteed wordt, doch ieder
gelooft, dat hij te veel betaalt. Spreker moet er
echter op wijzen, dat het voor het bestuur van zijn
partij in ieder geval aangenaam was, dat men er op
kon wijzen, dat in Leeuwarden het tarief op den
hoofdelijken omslag zoodanig is, dat men er van kan
zeggen, dat er geen tweede tarief kan zijn dat beter
is. Het is toch geheel uitgewerkt volgens artikel 241
der gemeentewet, zoodat de menschen, die een hooger
inkomen hebben ook een hooger percentage betalen.
Maar de gemeente kan niet verder gaan dan de wet
gebiedt.
Wanneer nu in 1920 de biljetten worden rondgezonden
krijgt men dezelfde klachten weer. En waar het nu
hoofdzakelijk onkunde is, zou het daar niet wensehe-
lijk zijn, dat men bij ieder aanslag-biljet insloot een
kort, zeer kort geschrift, waarin duidelijk en krachtig
wordt uiteengezet hoe of de belastingen worden ge
heven Dit alleen om de menschen maar aan het
verstand te brengen, dat de belastingen, die hier
worden aangenomen, moeten worden betaald. Dit zal,
meent spreker, veel onkunde uit de wereld helpen.
Nu spreker 't toch over den hoofdelijken omslag
heeft, zou hij ook de aandacht van het college erop
willen vestigen of het niet wenschelijk zou zijn, ook
vanuit Leeuwarden pogingen te doen om een betere
receling der financiën te krijgen tusschen het rijk en
je gemeente. Spreker zou het college in overweging
willen geven om er over te denken, daar bij de regee
ring op aan te dringen. Hij stelt zich voor, dat wel
iu alle gemeenten naar dit wapen zal worden gegre-
I pen om den toestand zoo draaglijk mogelijk te maken.
In de vergadering van October is aangenomen een
toeslag te geven op de loonen der gemeente-werk-
liedon en -ambtenaren. Toen dit voorstel is behandeld,
heeft, tot sprekers spijt hij maakt er geen verwijt
van de Voorzitter van den Raad zich vergalop
peerd, ten minste de Voorzitter heeft cijfers genoemd,
die niet juist zijn. De Voorzitter heeft toen gezegd
spreker heeft het uit het Raadsverslag dat in
1920 iemand met een inkomen van f 6000.aan
hoofdelijken omslag 900.als het niet 1000.is,
naar den gemeente-ontvanger moet brengen Hebben we
nu aanstonds, als do verordening wordt behandeld,
laten we een oogenblik aannemen, een vermenigvul
digingscijfer van 9, dan komt men toch nooit op het
bedrag, dat door den Voorzitter is genoemd; dat
bedrag wordt dan 669.78 voor iemand, die gehuwd
is, doch geen kinderen heeft. De Voorzitter heeft
toen dus veel te veel genoemd, die f 669.is slechts
2/3 daarvan. De Voorzitter heeft dit toen gedaan en
van zijn standpunt had hij eenigszins gelijk om
de leden er op te wijzen, dat ze voorzichtig moesten
zijn, dat alles geld kost, dat men met dat alles de
belasting naar boven jaagt en dat de menschen met
een goed inkomen een goed heenkomen zoeken, zoo
lang er nog gemeenten zijn, waar ze voor een paar
procent kunnen wonen, waar ze hier voor een 20
procent zouden worden aangeslagen.
Spreker heeft zich afgevraagd of 't geen toen door
den Voorzitter is gezegd, niet de reden is geweest
dat in de „Nieuwe Rotterdammer Courant" een paar
artikels zijn geplaatst, die door de gansche pers zijn
gegaan en waarin Leeuwarden in een leelijk daglicht
,j wordt gesteld.
I
De heer De Boer: „Wie was de schrijver?"
De heer Collet„Dat weet ik niet." Spreker zegt,
dat verschillende bladen van andere partijen de artikels
hebben overgenomen. Er kon uit worden gedistilleerd
dat Leeuwarden zoo langzamerhand wel bankroet
zou gaan. En de Voorzitter zal moeten toegeven, dat
zijn gezegde daar zeer nauw betrekking op heeft ge
had. Spreker wil er den Voorzitter geen verwijt van
maken, doch het spijt hem, dat dat artikel in de
Nieuwe Rotterdammer Couuant is geplaatst. Spreker
wil het niet ontleden, doch zal er alleen een paar
dingen uit aanhalen.
In dat artikel en die meneer schijnt heel goed
op de hoogte te zijn, want als hij dat niet was, kon
hij niet schrijven wat daar stond, dus hij moest wel
goed op de hoogte zijn in dat artikel dan straalt
door dat die meneer niet tevreden is met de samen-
stelling van het College. Nu kan spreker zeggen, dat
I hem dat persoonlijk „ijsco-koud" laat hoe men dat
I beschouwt. Doch het laat hem niet koud, dat de
I sociaal-democraten in den Raad dit staat er niet
I woordelijk, maar tusschen de regels door dat deze
I zouden meehelpen om Leeuwarden naar een bankroet
I te helpen, om hier te maken een wanbeheer daar
I protesteert spreker krachtig tegen. Spreker durft
I gerust te zeggen, dat hij niet zou willen meehelpen
I tot een wanbeheer, doch wel om als lid van den Raad
I zoo goed als mogelijk is alle zaken mee te beredderen
I en te beheeren, misschien beter als degene die deze
I dingen tot schade der gemeente in de krant heeft
I gezet, die wel eenige voorbeelden aanvoert die moeten
dienen als bewijsmateriaal, maar toch eigenlijk voor
een ingewijde van geen waarde zijn.
Ten eerste het rapport der salariscommissie wat
door don Raad met algemeene stemmen is aangenomen
en waar zelfs woorden van lof zijn gericht tot de
samenstellers. Dit rapport is overgenomen door het
college van Burgemeester en Wethouders. Er waren
toen in den Raad 10 sociaal-democraten, 12 liberalen
en 3 kerkelijken.
De heer Fransen „Kerkelijken bestaan niet
De heer Coilet: „Dank U Spreker wil dan be
weren, als men de kerkelijken neemt bij de liberalen,
dan hadden deze zeker de macht nog om de aanne
ming van het rapport-voorstel te keeren.
Ten tweede de progressie in den hoofdelijken om
slag. In het artikel staat daarbij „de Wethouder
ging niet op de motiveering in". Spreker heeft dit
tweemaal gelezen, doch weet niet, wat de schrijver
daarmee bedoelt. Hij vermoedt echter dat het tarief
van de verordening welke toen is aangenomen, den
artikelen-schrijver niet welgevallig is. Het wil spreker
voorkomen alsof de schrijver daar wil zeggen dat die
verordening den Raad mede door de sociaal-democraten
in de schoenen is geschoven. De anderen zouden
niet geweten hebben, wat daarin stond en niet be
grepen hebben de uitwerking van het tarief. Hadden
zij wel geweten, wat het tarief inhield, dan hadden
zij de verordening laten kelderen. Toen echter de
verordening op den hoofdelijken omslag werd behan
deld, bestond de Raad uit 14 liberalen, 8 sociaal
democraten en 3 kerkelijken. Spreker wil hiermee
aantoonen dat ook, wanneer men toen niet had ge
wild, men van do andere zijde ook in staat was ge
weest, het voorstel niet te doen aannemen. Zoodat
men het niet aan de sociaal-democraten moet wijten,
hoewel het heel wel mogelijk is, dat de „roode vloed"
of het vermeerderd aantal sociaal-democratische raads
leden dien invloed had, dat men met het betere ont
werp wilde meegaan. Spreker heeft deze paar dingen
aangehaald, waarin door den schrijver van het artikel
wordt beweerd, dat Leeuwarden naar den kelder zou
worden geholpen, dat er dus thans een verkeerd be
heer, een wanbeheer zou zijn. En daar protesteert
spreker krachtig tegen, want het tegendeel is waar.
Wanneer men aan een verkeerd beheer, om het
woord wanbeheer maar niet eens te noemen, wil
spreken, meent spreker, dat, waar in het artikel zelf
wordt gezegd, dat gemeente-grond om Leeuwarden
vroeger voor een appel en een ei werd verkocht,
men wel van een verkeerd beheer in die dagen mag
spreken, ook omdat thans een stad als Leeuwarden
nog geen eigon grondbedrijf heeft. Daar wordt nu
gelukkig aan gewerkt. Maar de heeren, die afgeven
op den Raad van thans, vergeten, dat hun beheer
van vroeger veel te wenschen heeft overgelaten.
Spreker zou nog een paar woorden aan de verkie
zingen willen wijden er is een kwestie waar ophel
dering in moet komen.
Wij sociaal-democraten hebben de verkiezingen in
gezet met het uitgeven van een courant en daarin
ons gemeente-program afgedrukt en geen valsche
leuzen aangehaald gelijk de andere partijen. Ten op
zichte van de liberale partijen was 't bij de Staten
verkiezingen unaniem „Wij zijn tegen de revolutie,
die tegen de revolutie is stemme onsMaar bij
de Raadsverkiezingen ging 't even anders, we hebben
die leuzen van de liberalen toen niet gezien ze hadden
toen onderling revolutie en hebben hun leuzen toen
niet tegen de sociaal-democraten uitgespeeld.
De overzijde, met name de katholieken, die altijd
hun gal uitspuwen over de revolutie in Rusland en
die schijnen af te gaan op de berichten over de Sovjet-